dinsdag 25 maart 2025

New season, new hairdo!
TUIN ALS METAFOOR VOOR HET LEVEN
I always tell myself, 'There are so many things you regret doing or eating, but you never regret a workout.' I always feel better after a workout. I have more energy, and mentally, I'm in a better place. 
- Nina Agdal


Mijn lief sport eigenlijk elke zaterdagochtend met twee dochters in de sportschool. Mits ze thuis zijn natuurlijk. De meiden gaan naar een klasje bodycombat en hij leeft zich uit op de apparaten. Soms pak ik zelf die zaterdagochtend een yogalesje, soms ga ik thuis verse soep maken of eten voorbereiden voor als we ’s avonds gasten te eten krijgen. Deze zaterdagochtend was middelste dochter in Schotland op haar eerste solo trip en mijn lief had helaas na heel lange tijd een beginnende migraine aanval, sporten was geen optie voor hem. Ik bood jongste aan haar te halen en brengen met de auto. Zij stelde voor dat ik dan net zo goed met haar mee zou kunnen gaan om een lesje bodycombat te volgen. Vroeger toen ik student was in Amsterdam volgde ik wekelijks een gelijksoortige les. Bewegen op muziek. Ik dácht tenminste dat het gelijksoortig was. Bodycombat blijkt echter een workout geïnspireerd op oosterse vechtsporten. Wel op muziek, dat was de enige overeenkomst. In mijn hardloopbroek en een wijd hemd probeerde ik bewegingen uit karate, taekwondo, kung fu, kickboxing en tai chi af te kijken en te herhalen. Bewegingen die ik helemaal niet kende. Op hoog tempo wipte ik op mijn voeten heen en weer, verdedigde ik met mijn vuisten mijn gezicht of viel ik juist aan met hoge schoppen met mijn benen. Op de maat van de snelle muziek. Elke oefening werd na enkele herhalingen uitgebreid met nieuwe bewegingen. Als laatste werd alles aan elkaar geplakt. Ik heb zo mijn best gedaan. In die volle zaal. Ik vond het zelf best redelijk gaan, ik hoefde niet te stoppen om uit te puffen. Trots op mijn basisconditie. In de tijd van mijn vroegere klasjes was het ritme wat minder rap. Ik bewoog toen voor een spiegel. Heel verwarrend voor mijn hersenen. Bij tijd en wijlen heel erg grappig ook wanneer ik weer eens de verkeerde kant op hupste. Tranen met tuiten heb ik om mezelf gelachen. Deze les lette ik dus erg goed op, telde in mijn hoofd de pasjes uit, keek bij de vrouw voor mij af welk been voor stond. Goede hersentraining! In no time zul je een geweldige conditie krijgen en word je vast sterker. Je vecht tegen een denkbeeldige tegenstander. Ik geloof echt dat als je zo’n traject van een paar weken volgt en je meegroeit in de opbouw van de bewegingen dat het best leuk is. Dochters vinden het in elk geval heerlijk. Ik had na één les wel even genoeg. Ookal heb ik geen spierpijn gehad. Trots op mijn lijf. Ik ben de zondagochtend daarna lekker rustig gaan hardlopen in de buitenlucht. In m’n uppie, op mijn eigen tempo genietend van de omgeving. Stress en spanningen lossen als sneeuw voor de zon op. Ookal voelde ik me aan het einde dan misschien niet een echte (combat)kampioen.


Het weer was fantastisch afgelopen week, en eigenlijk ook de week daarvoor. Een tuin hebben is dan een cadeautje. Mijn groene vingers kriebelden om wat in de tuin te doen. Natuurlijk was zaaien in de koude grond nog uit den bozen. Het kan nog vriezen in maart of april. Zaaien was ik wel al gestart op de oude slaapkamer van oudste dochter die we sinds twee maanden omgetoverd hebben tot werkkamer van mijn lief. Het is de warmste kamer van het huis met de ramen op het zuiden. De vensterbank staat vol met tomaat-, komkommer-, flespompoen, sponskomkommer- en auberginezaadjes. En een verplaatsbare houten etagere die met liefde verplaatst wordt tussen boven-op-het-bureau óf op de grond afhankelijk of mijn lief daar werkt en waar het meeste zonlicht is. Bakjes vol aarde met daarin verstopte tropische zaden zoals steranijs, lychees en dragonfruit. Net een snoepwinkel. Met de zon op het raam loopt de temperatuur in de kweekbakjes op en dat is precies gewenst voor de zaailingen. Ik heb vijf van de zes uitgekomen pruimtomatenplantjes inmiddels verspeend over losse yoghurtbakjes. Lekker groeien! Ook één van de drie witte flespompoenzaadjes is uitgekomen en staat nu in de kas. Ik kan met de beste intentie voor mijn zaadjes of zaailingen zorgen, maar het plantje beslist zelf hoe ze wil groeien. Dat heb ik niet in de hand. Ook goed. Ik had in een tuintijdschrift zitten bladeren en daar kreeg ik zóveel ideetjes en inspiratie dat ik niet meer te houden was. Ik reed op donderdagmiddag naar het tuincentrum. Ik heb daar de auto volgeladen met maar liefst acht zakken potgrond voor al mijn plannen. Ik heb vooraf de zinken teil op het terras leeg geschept, want die zat na zoveel jaar vol met slordig onkruid, verwilderde tijm, lavendel en grote graspollen. Nu heb ik er geweldige planten met bloemen als gele golfballetjes op kale stevige stelen in gezet, met zilvergroene lancetvormige bladeren. Erg blij mee, vooral ook met de onkruidvrije, pikzwarte aarde. Diezelfde middag meteen gemaaid en het gemaaide gras laten liggen. Tuinieren brengt alles even terug tot z’n essentie. Je bent hier, buiten, je ademt en maait gras – en dat is ‘t. Even weg van nieuws, mailtjes, de boodschappen die je nog moet doen. Zo lekker. Op woensdagochtend had ik na mijn rondje hardlopen, nog gekleed in m’n hardloopkloffie, flink zwetend herfstblad geschept uit de greppel die als natuurlijke afscheiding van onze tuin dient. Maar ook weer niet als afbakening, want we hebben de grond erachter onszelf toegeëigend. Dat lapje gemeentegrond is niet te koop. Het is historische grond. De kinderkopjes die er liggen zijn uit de tijd dat Napoleon Bonaparte in Breda was. Hij reed in 1810 over de allereerste verharde weg van Parijs naar Amsterdam. Via Antwerpen én Breda. Samen met zijn kersverse, tweede vrouw reed hij over de Rijsbergseweg. Ons huis werd bijna honderd jaar geleden gebouwd aan dezelfde versteende Rijsbergseweg. Een dubbele rij met precies deze geschiedkundige kinderkopjes ligt er nog steeds… De beukenboom voor ons huis was destijds in een lange rij geplant langs deze weg. Ze zijn erg bepalend geweest voor de uitstraling van het landschap. Onze boom is inmiddels meer dan twee eeuwen oud, de rest van de beukenbomen is helaas omgekapt. Langs de Rijsbergseweg liep van 1890 tot 1937 ook nog de stoomtramlijn van Breda naar Antwerpen. De tramhalte bevond zich zelfs vlakbij ons huis - waarvan de bouw in 1933 gestart is. In de voortuin ligt altijd vanaf de herfst een tapijt aan gevallen beukenblad die ik nu niet kan weghalen, want ik heb al twee kliko’s tot de rand gevuld uit de greppel. Ik zal vandaag moeten wachten totdat de vuilniswagen langs geweest is. Wat is het toch heerlijk om in de tuin én de kas te werken, de aandacht voor dat alles en de verwondering. Straks is alles groen!

dinsdag 18 maart 2025

New life! My tomato plants started to grow in the warmth of the sun
TRAGIEK
‘Aging is not an option, not for anyone. It is how gracefully we handle the process and how lucky we are, as the process handles us.’
– Cindy McDonal


In een hospice is de dood altijd dichtbij. Normaliter werk ik een dagdeel per week maar afgelopen weken werkte ik om de paar dagen. Het voordeel daarvan is dat ik de bewoners veel beter leer kennen. Wanneer er een week tussen zit, of soms meer dan een week, dan kunnen veel bewoners er niet meer zijn. Dat is gewoon zo. Dat nieuws lees ik in een overdrachtsmap vooraf aan mijn dienst. Vaak staat er ook een bedankje voor het personeel in het kantoor namens de familie. Bij de overdracht van de dienst krijg ik de status van de nieuwe bewoners te horen. De laatste weken wonen er grotendeels dezelfde bewoners. Dat vind ik fijn merk ik. Ik praat regelmatig met een bewoner die bij ons in de keuken zijn ontbijtje, lunch en avondeten nuttigt. In de ochtend ontspannen met een krantje erbij opengeslagen op de grote eettafel. Hij loopt rond in het huis, maakt zijn eigen eten klaar en hij zit er regelmatig bij wanneer we als verpleegkundigen en vrijwilligers met elkaar de koffie- of theepauzes doorbrengen. Met zijn vorm van kanker kan dat zomaar omslaan. Hij is dus erg ziek. Daar hadden wij samen een gesprek over toen er net een bewoonster overleden was. Hoe zo’n verlies voor mij is, was zijn vraag. Ondertussen was hij natuurlijk een beetje nieuwsgierig naar zijn eigen naderende einde. Ik vertelde hoe wij een uitgeleide doen waarbij het personeel allemaal bij de voordeur staat. Hoe er een gedicht voorgelezen wordt en hoe er een mooi baarkleed van ons over de kist ligt. Iemand van ons loopt mee naar de rouwauto en haalt het baarkleed er op het laatste moment vanaf. Meestal loopt er een medewerker van de uitvaartonderneming voor de rouwauto uit. Hoe zijn overlijden voor mij zou zijn nu we elkaar wat beter kennen? Een goede vraag. Ik werk er pas een aantal maanden en dit is de eerste keer dat ik iemand langer leer kennen dan een paar weekjes. Ik heb dus geen idee hoe ik zal reageren. We mogen elkaar graag. Onlangs had hij griep opgelopen en lag hij in bed. Dat was voor iedereen even wennen. We misten zijn aanwezigheid in de keuken. Hij is altijd erg blij en opgewekt wanneer ik hem zie. ‘Oh ben je er weer!’ roept hij vrolijk met een lach op zijn gezicht en heel vaak volgt daar een grap achter aan. De een-na-laatste keer dat ik werkte bleek hij niet helemaal hersteld te zijn van zijn griep. Hij had flink ingeleverd qua lichaamsgewicht en energie, hij kwam minder van zijn kamer af. Hij eet nu vaak aan tafel in zijn kamer. Dan maken we altijd een praatje en hij vraagt meestal wanneer mijn volgende dienst is. Laatst had hij voor mij een briefje uitgeschreven om het me makkelijker te maken, knipoogde hij. Bruine boterham, boter, kaas en spiegelei stond er op geschreven. Dat wilde hij voor lunch en precies in die volgorde boven op elkaar. Op deze manier kon ik het niet vergeten, grapte hij. Gisteren had ik na een volle week weer een dienst. ‘Blij om je te zien!’ lachte hij toen ik relatief vroeg in de ochtend zijn kop thee kwam brengen. Daarna wilde hij douchen en daar heeft hij tegenwoordig hulp bij nodig. Ik droogde zijn rug af, voelde hoeveel gewicht hij verloren had. Toen hij goed en wel aangekleed was sprak hij de waardering van mijn werk en aanwezigheid uit. Hij vroeg of hij me een omhelzing mocht geven. Toen ik begin van de middag klaar was met mijn dienst, die pittig was met twee overlijdens binnen een uur, klopte ik nog even op zijn deur om gedag te zeggen. Dat doe ik normaliter niet. Ik zie hem zienderogen achteruit gaan, het is maar de vraag of hij er bij mijn volgende dienst nog is.  


Precies hetzelfde rondje reed ik door Breda. Om precies dezelfde drie senioren dames op te halen als een maand geleden. Wederom voor de dagfilm in hetzelfde theater. Ze noemden mij en elkaar inmiddels bij voornaam. Tilly, Tessa en de derde ben ik vergeten. Juist van haar was de lift in het gebouw kapot toen ik beneden in de hal op haar wachtte. De monteur wist niet hoelang het zou duren. Net toen ik haar paniekerig wilde bellen, ze woonde tenslotte op de tiende etage, kwam ze aanlopen. Ze had de tien trappen ervoor over, zei ze enthousiast. Deze dame in kwestie is over de negentig jaar! Na onze kop koffie in het theater gingen we naar de zaal. Ik adviseerde de dames hun jas mee naar binnen te nemen. Ik vind het meestal te koud daar binnen. Je zit natuurlijk ook zo’n twee uur stil. Het was inderdaad weer te koud. Verder is alles daar altijd fantastisch geregeld. Brabantse gastvrijheid. Kartonnen naambordjes met ons logo op de gereserveerde tafels. Er werd zelfs een kapstok heengereden. Borden met bestelde broodjes stonden na de film klaar. Mokken met koffie of thee werden meteen ingeschonken. Helemaal prima. De film over Maria Callas haar leven was heel tragisch en halverwege de film voelde ik me ook een beetje gedeprimeerd worden. Angelina Jolie speelde de Griekse Maria, één van de beroemdste operazangeressen van na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog in Athene liet haar moeder haar twee jonge tienerdochters zingen voor de Duitsers om niet gedeporteerd te worden. Maria’s zus was slanker en knapper en hun moeder liet haar voorkeur duidelijk blijken. Later is Maria door een extreem streng dieet meer dan dertig kilo afgevallen, slank zoals we haar kennen van haar carrière. Ze was getrouwd met een veel oudere Italiaanse man en later viel ze voor de charmes van de schathemelrijke Aristoteles Onassis. Ze kreeg een zoontje van hem dat heel kort na de geboorte overleed. De relatie werd al snel weer beëindigd doordat Onassis haar verruilde voor de weduwe van de Amerikaanse president John F. Kennedy, de bekende Jacky Kennedy. Maria’s stem verminderde uiteindelijk tot een schim van wat het ooit was. Vanaf toen trok de perfectionistische Maria zich geleidelijk uit de operawereld terug. Ze kreeg hallucinaties door de verslavende medicijnen die ze slikte voor haar hart. Ze verbleef met een trouwe huishoudster en butler in haar luxe appartement in Parijs. Ze leefde een teruggetrokken leven. Al op haar drieënvijftigste overleden. Wat een tragiek. Ik moest er na de film even van los komen. Een beetje van de kou verkleumd lunchte ik later samen met een groepje deelnemers en een nieuwe vrijwilliger aan een grote tafel. Ik heb nog geregeld dat twee mensen een theaterkaartje aan elkaar konden doorverkopen voor de musical over Rob de Nijs de avond erna. Niet wetende dat Rob een paar dagen erna zou overlijden. Toen ik de laatste dame in mijn auto thuis wilde afzetten hebben we eerst samen in de auto mijn vriendin gebeld. Haar moeder is namelijk net bij mijn deelneemster in dezelfde verzorgingsflat komen wonen. De nieuwste bewoonster wil graag aan activiteiten meedoen wist ik en mijn deelneemster zocht juist een maatje voor haar kookclub. Voldaan van zóveel netwerken, wat ik graag deed hoor, reed ik naar huis waar ik lekker tot rust mocht komen met een kop thee en een boek. 

dinsdag 11 maart 2025

Our old cat enjoying the winter sun...
OUD
Let us never know what old age is. Let us know the happiness time brings, not count the years.’ 
- Ausonius


Bijna zestien jaar oud is onze gestreepte poes. Een oud besje en dat kunnen wij zien. Haar vacht is een stuk donkerder geworden in al die jaren. Een tijdje was het zelfs doffer en begon het een beetje te vervilten op haar rug. Vlakbij haar staart. In haar mooie gele ogen ontstonden bruine vlekjes van ouderdom. Ze hoort echter alles nog piekfijn. Wanneer je haar naam in een zin fluistert spitst ze haar oren. Ook wanneer er een andere kat in haar buurt sluipt en ze dommelt een beetje weg, dan hoort ze het toch. Ongeveer een jaar geleden gingen we met haar naar de dierenarts. Haar vacht zag er op haar rug onverzorgd uit, ondanks dat wij het kamden wat ze niet fijn vond op die plek. Ze wilde nauwelijks nog buiten spelen aan de voorkant van ons huis. Daar lopen ook katten van buurtbewoners rond en confrontaties ging ze angstig uit de weg. Ze voelde zich kwetsbaarder worden. Oud. Ze kwam steeds minder vaak boven, traplopen deed haar pijn. De dierenarts gaf de diagnose artrose in haar onderste staartwervels en haar heupjes. Botpijn. We gingen naar huis met pijnstillers waarvan we de druppels dagelijks in haar natvoer moesten doen. Het ging toen gelukkig beter met haar. Ze waste haar vacht weer op de plekjes waar ze door pijn eerder niet meer bij kon. Haar vacht glanst nu weer. Ze liep weer naar zolder en stak haar neus weer buiten de voordeur. De dierenarts stelde na zoveel maanden voor om over te stappen naar het kattenmedicijn solensia tegen artrose. Elke maand stopten we Tossie in de kattentas om de dierenkliniek te bezoeken. Heel stressvol voor haar. Ons kostte dat moeite om haar in de tas te krijgen en telkens iets meer dan honderd euro uit onze portemonnee. We maakten vorige maand de afspraak bij de dierenartsassistente, want een consult bij de dierenarts is nu eenmaal duurder dan bij de assistente. We kwamen toch élke maand een injectie halen, dat hoeft dan niet perse bij de arts zelf. De assistente spoot jammergenoeg niet onder haar huid in haar nek maar in haar vacht. De vacht werd nat en de vloeistof druppelde op de tafel. Dat ging mis. Tossie zat inmiddels terug in de tas en wilde er voor geen goud weer uit. Dat gaf niks, zei de assistente. Ze gaf een nieuwe spuit met vloeistof in de rug van Tossie terwijl ze omgekeerd in de kattentas zat. Kennelijk had ze in een spier geïnjecteerd, want Tossie bleef de hele middag nog onrustig. Toen ik dat aan de buurvrouw vertelde stelde zij voor om het injecteren zelf thuis te doen. Tossie hoeft dan niet meer elke vier weken met stress naar de dierenkliniek en wij besparen een paar tientjes per keer. Vandaag zou ik les krijgen van de dierenarts in het spuiten onder de huid van Tossie. Jongste dochter ging mee om de uitleg te filmen, ook om mee op te letten. De dierenarts deed eerst een lichamelijke controle. Haar hartje klopte goed, gebit zag er goed uit, ze had geen vlooien en haar vacht zag er glanzend en verzorgd uit. Daarna legde ze alles stapje voor stapje uit. Zij spoot de milliliter solensia onder de huid en ik daarna een milliliter fysiologisch zoutoplossing. Dat ging mij gelukkig helemaal goed af. Tossie werkte geduldig mee. Bij de balie rekende ik tweehonderd euro af voor de injectie en consult van vandaag plus de nieuwe ampul met twee injectienaalden voor volgende maand. Tijdens de eerste zonnige dagen van maart was Tossie weer als vanouds veel in de voor- en achtertuin te vinden. Niet meer hoog in de kromme magnoliaboom of via de brandhout voorraadkast bovenop het garagedak geklommen maar wél helemaal senang op de houten bank onder het voorraam, of uit de wind op de kokosmat in de vestibule. Voortaan zal ik haar mantelzorger zijn en hoeft ze niet meer stressvol in de kattentas naar de dierendokter. Ze mag thuis zorgeloos en grotendeels pijnloos van haar oude dag genieten. Onze oude kater Woester overleed drie maanden voor zijn zestiende verjaardag. Tossie heeft haar grote vriend nu qua leeftijd ingehaald. 


Terwijl ik achter haar grote fauteuil bij het raam op een kruk zit en zij op de tuin uitkijkt, waar soms eekhoorntjes pinda’s komen halen, masseer ik haar hals en schouders met lavendelolie. Ze beleeft het. Ze is in de negentig en is bij ons in het hospice vanwege uitgezaaide kanker. Ze woonde nog op zichzelf voordat ze bij ons kwam wonen. Ze weet precies haar ochtendroutine aan de wastafel uit te leggen. Waag het niet het anders te doen. Ze wast zich met een washandje en een ouderwets stukje zeep. Wanneer ze aangekleed is loopt ze met de rollator naar de grote fauteuil. Wanneer ze zit gaat het voetendeel omhoog en daar blijft het kleine vrouwke zitten tot ze zich met onze hulp weer uitkleedt om naar bed te gaan. Ze heeft de afstandsbediening en een leesboekje binnen handbereik. Vaak een kleed en warme kruik op schoot en een kruik op haar voeten. Ze tuurt meestal naar buiten. Wanneer ik haar deze middag ontspannen masseer, met de geur van een essentiële olie die ze zelf uitgekozen heeft, ontspant ze zichtbaar. We kletsen over Singapore en voormalig Indië. Haar man vaarde destijds voor een bedrijf in de buurt van Indonesië en zij woonden met hun kinderen in Singapore. Vlak na de onafhankelijkheid. Ze vertelt honderduit en op een bepaald moment zegt ze dat ze helemaal terug is in die tijd. Bij wijze van spreken ziet ze nu palmbomen groeien buiten het raam. Natuurlijk vertel ik haar dat onze oudste dochter daar woont. Dat het zo veranderd is met veel hoogbouw. Dat ik daar een paar maanden terug nog was en waar ik wandelde. Ze gaat helemaal terug in de tijd. Ik noem haar dat mijn oma al in 1932 in Singapore was, bijna een eeuw geleden. Ze vindt het allemaal prachtig. Ik beschrijf de oude foto waar mijn oma in een wagen met grote wielen zit en een Chinese man de kar trekt. Een bijzonder moment delen we vanmiddag. Kort daarna loopt ze een blaasontsteking op en raakt ze in een delier. Ik spreek haar zoon in de keuken. Ik vertel dat we kort geleden zo fijn gekletst hebben. ‘Oh ben jij dat!’ roept hij enthousiast uit. Ze had hem verteld dat ze zo’n leuk gesprek had gehad met een Indische vrouw die hier werkt. Niet lang daarna wordt ze in slaap gebracht vanwege haar pijn en verwardheid. Op een ochtend sluip ik zachtjes bij haar naar binnen. De gordijnen nog gesloten en in het schemer zie ik haar rustig in bed liggen, in foetushouding. Ik sluip weer zachtjes weg zonder wat te zeggen, want we geven de bewoners de rust om te sterven. Werkelijk een paar minuten later roept de verpleegkundige me terwijl ik de trap op wil lopen naar boven. De bewoonster waar ik nét even binnen was is zojuist overleden. In alle rust. Dat raakt me. Zou ze gevoeld hebben dat ik kort bij haar bed stond? Wanneer ze eind van de ochtend gewassen en aangekleed opgebaard ligt en zo opgehaald zal worden door de uitvaartorganisatie loop ik nog even naar haar toe om in gedachten afscheid te nemen. Ik condoleer de bij elkaar gekomen familie in onze huiskamer en beantwoord hun vragen. Daarna fiets ik naar huis.

dinsdag 4 maart 2025

With cake and tears celebrating my 2 years cancerfree anniversary
ZIJN
When your time comes to die, be not like those whose hearts are filled with fear of death, so that when their time comes they weep and pray for a little more time to live their lives over again in a different way. Sing your death song, and die like a hero going home.’
- Tecumseh


Ik doe de voordeur open nadat de bel was gegaan en zie een tengere vrouw voor me staan naast wat grote gevulde shoppers op de grond. In de verte zie ik een taxi de straat uitrijden. We verwachten eind van deze ochtend een nieuwe opname in het hospice waar ik werk. De meeste nieuwe bewoners komen met de ambulance. Sowieso hadden álle bewoners, zolang ik er werk in elk geval, familie bij zich. Vaak genoeg komt de familie wat eerder om alvast wat fotolijstjes in de kamer te zetten, een bos bloemen of om wat kleding weg te hangen in de kast. Een ontvangstcomité. Ik neem aan dat deze op het oog vieve vrouw ook wat spullen vooraf komt brengen. Ik introduceer mezelf, neem de zwaarste tas van haar over en loop met haar naar de trap. Ze kijkt naar boven en zegt ‘Oh, dat red ik niet’ en ineens snap ik dat zij zélf de nieuwe bewoonster is. Ik schrik er zelf van en neem haar meteen mee naar de lift. Ik laat haar eerst haar kamer ingaan. Ze zet een zwarte tas op het bed. Ik vraag of ik haar winterjas kan aannemen en hang hem in de hangkast op haar kamer. ‘Wat een fijne kamer’ zegt ze rondkijkend. Ik vertel dat we de verwarming alvast aangezet hebben voor haar, maar ze vraagt juist of het raam open kan. Natuurlijk doe ik het raam een stuk open. De zon schijnt door de vitrage. Ik bied haar aan plaats te nemen. Ze gaat in de ruime sta-op fauteuil zitten naast het raam. ‘Een heerlijke plek’ zegt ze. Ik vraag haar wat ze wilt drinken voordat de verpleegkundige en haar huisarts komen. Ze weet het even niet, ik stel van alles voor en haar gezicht licht op wanneer ik warme chocomelk noem. ‘Wilt u er slagroom bij?’ Dat slaat ze af. Ik maak in de keuken een warme chocolademelk voor haar, leg een koekje erbij op het dienblad. Ze is heel dankbaar dat ze hier is. Een paar dagen later klop ik in de ochtend op haar deur. Ik had haar al in de gang zien lopen naar de badkamer. Ik leg uit wie ik ben, dat ik een paar dagen eerder de deur geopend had voor haar. Dat herinnert ze zich nog helder, ze is goed in gezichten vertelt ze me. Ik vraag of ze zin heeft in een ontbijtje en mag haar twee rozijnenboterhammetjes geven en weer een warme chocomel. Ze zegt dat de warme chocolademelk haar van binnen verwarmt, dat ze dat heel fijn vindt voelen. Inmiddels had ik haar achtergrondverhaal in haar file gelezen. Ze leefde alleen voordat ze bij ons kwam. Ze heeft een zoon die  zij niet teveel wilt belasten. Ze wil niet dat wij hem bellen om hem op de hoogte te houden. ‘Hoe voelt u zich nu? vraag ik deze ochtend. Ze heeft pijn in haar buik ondanks de pijnstiller. We gaan de huisarts bellen zodat hij andere medicatie kan voorschrijven. Normaliter zorgt familie of een andere mantelzorger voor het wasgoed. Zij kan het aan niemand vragen heeft ze doorgegeven. Dat vind ik heel treurig om te horen, ik zou het zelf wel mee willen nemen. In het hospice mogen wij haar wasgoed niet wassen. Regels zijn regels. Er is haar een telefoonnummer van een stomerij doorgegeven die haar wasgoed op kan komen halen. Op de TV staat een schaatswedstrijd op. Zonder geluid. Ze vertelt dat ze tot rust komt in haar kamer in ons hospice. Er ligt een stapeltje natuurtijdschriften op het tafeltje naast haar stoel. Haar gevulde, zwarte tas staat na een kleine week nog steeds op het bed zie ik, alsof ze elk moment weer kan vertrekken. Ik zeg er niks van. In plaats daarvan zeg ik dat ze nu alleen maar hoeft te ‘zijn’. Meer niet. Het raakt haar. Er wellen tranen op in haar ogen. ‘Ja precies, ik hoef hier niets behalve te zijn’ herhaalt ze. Ze staart uit het raam. Wanneer ik naar de deur loop zie ik een megagrote teddybeer met een glanzende strik op een stoel aan tafel staan. Ik stel me voor dat ze deze van haar zoon gekregen heeft.


De zon scheen volop. Mijn lief en ik fietsten midden op de zondag naar een dorp verderop. Zo’n twintig minuutjes fietsen. Jongste dochter van twintig jaar ontving thuis wat vriendinnen uit haar middelbare schooltijd om in te drinken voor hun carnavalsfeestje in Breda alias ’t Kielegat. Twee dagen ervoor was jongste al met studievrienden in Oeteldonk, 's Hertogenbosch wezen feesten. We parkeerden de fietsen tegen een boom waar veel mensen hun fiets parkeerden. We liepen recht tegen de optocht van de praalwagens aan.  Overal luide carnavalsmuziek. Alle kroegen open. Ie-de-reen was verkleed. Jong en oud. Écht een gezinsactiviteit. Jonge ouders met spelende ‘kullekes’ om zich heen in de zon en opa en oma aan dezelfde statafel met ook een pul bier in hun hand. Gemoedelijk carnaval in Prinsenbeek alias Boemeldonck. ‘Ge kekt oew ôôge uit’ wanneer zo’n dorp helemaal in de geest van carnaval is. Ik vind het eigenlijk heel fijn om naar te kijken. Iedereen lacht, lijkt elkaar te kennen en te mogen. Ons kent ons. Het ‘femmekesbal’ voor de dames en het 'piepersbal' voor kinderen. Het Kreeziecafé is een spetterend jeugdfeest waar wij onze kinderen vroeger ook afgezet hebben. Geen carnaval zonder blaaskapellen, toch? We zagen ze bovenop de praalwagens spelen. Het aantal dweilorkestjes, zatte harmonieën, boerenkapellen en blaaskapellen neemt helaas al jaren af. Carnaval zelf daarentegen trekt juist jaarlijks duizenden feestgangers naar ‘t Kielegat. Steeds meer. Op zoek naar geluk en vrijheid. Zo’n zeven op de tien mensen voelen zich tijdens carnaval meer verbonden met anderen en gelukkiger. Carnaval is hét moment waarop sociale rangen verdwijnen en dat geeft een bijzonder bevrijdend gevoel. Tijdens die dagen zijn we even allemaal gelijk lijkt het. En dat is precies wat ik zag in Boemeldonck die stralende zondagmiddag. Mensen zetten een masker op, verkleedden en schminkten zich en ontsnapten zo aan de dagelijkse realiteit. Wanneer je dan kunt dansen en iemand anders kunt zijn, versterkt dat het geluksgevoel enorm. Een intens gevoel van saamhorigheid. Een collectief gevoel van geluk. De waan van de dag wordt vergeten. Het is even loskomen van de ellende in de wereld. In onze stad was het afgelopen weekend op meerdere plaatsen zó druk dat locaties tijdelijk afgesloten waren. Zij konden alternatieve routes volgen om een rustigere feestplek te vinden.

dinsdag 25 februari 2025

Pineapple that starts to grow into a plant!
VERANDERING
Vogels zijn de meest ervaren vliegeniers die de wereld ooit heeft gezien. Ze vliegen hoog en laag, met grote snelheid en heel langzaam. Altijd met buitengewone precisie en beheersing.’
- David Attenborough


Met mijn vriendin maakte ik afgelopen week wederom een wandeling door ons bos de Trippelenberg. Voordat we een stuk door het drassige stuk moesten baggeren stonden we al pratend stil bij een meertje met twee kuierende ooievaars vlakbij. De middagzon scheen volop. Zonnebrillen op. We keken naar prachtig grote beesten met gedeeltelijk zwarte vleugels, rode hoge poten en een rode snavel. Ze klapperden luid met hun snavels. Ze liepen om elkaar heen als een dans. Dat luide geklapper met de snavel doen ze wanneer ze elkaar begroeten. Wij hadden het idee dat ze elkaar aan het versieren waren. Nederlandse ooievaars trekken deels weg, maar minstens een vijfde overwintert hier in eigen land. Ze keren vanaf februari terug dus misschien waren ze elkaar inderdaad aan het begroeten? De kou is geen reden voor ze om weg te gaan. Ook bij lage temperaturen kunnen ooievaars overleven, mits ze insecten, muizen en ratten kunnen vinden. Het aantal ooievaars dat de trek overleeft is trouwens maar klein. Al jaren lang blijkt dat slechts vijftien procent van de uitgevlogen jongen met zekerheid de volwassenheid bereikt. Ze kunnen dertig jaar oud worden. Het grootste gedeelte sterft echter tijdens de trek aan de gevolgen van elektrocutie door hoge elektriciteitsdraden, jacht (in Afrika eten ze ooievaars) en verhongering. Wij hebben in de buurt van ons huis een groot hoog nest waar ze afgelopen zomer ook jongen hadden. Ooievaars kunnen trouwens net als flamingo’s op één poot slapen. Met de andere poot in zijn lichaam kan hij veel warmte vasthouden. Toen ik naast mijn vriendin naar de twee dansende en klepperende grote vogels stond te kijken kreeg ik een flashback naar zo’n vijftien jaar geleden. Wij zaten vanuit een gehuurde Defender met de kinderen naar een groep struisvogels te kijken waarvan het mannetje een paringsdans uitvoerde. We waren net met de auto door flinke plassen gereden. Namibië, het derde Afrikaanse land waar we die zomer doorheen reisden met onze drie kleine dochters, waarvan de jongste nog een kleuter. We sliepen in tenten op het dak van onze auto. Na de oorverdovende paringsroep van de mannelijke struisvogel had hij zoveel mogelijk vrouwtjes aangetrokken en raakte hij in de greep van een opwindende paringsdans. Het had best veel weg van de twee ooievaars waar ik nu naar aan het kijken was. Gewoon aan een mooi half bevroren meertje notabene vlakbij mijn huis. Het rook en klonk gewoon naar voorjaar. De lente lijkt gestart. Zondagmiddag was het zo warm en zonnig dat ik naast de wapperende was in de tuin een boek aan het lezen was. Ook bij mij kriebelt het voorjaar net zoals bij de vogels. Ik heb zin om te starten met zaaien dus zocht ik mijn zaden van tropisch fruit uit Singapore en Vietnam op. Alles verpakt in servetten van het desbetreffende restaurant waar we toen het fruit aten. De meeste zaden heb ik geïdentificeerd, behalve één soort grote zaden. Ik ben benieuwd naar wat daar uit gaat groeien later. Ik wacht nog heel even met daadwerkelijk zaaien totdat het voorjaarsweer wat stabieler en warmer wordt. In de tussentijd wil ik in de huiskamer een ananasplant kweken door de kroon te laten groeien in een grote glazen vaas gevuld met water. Stel je voor dat ik straks een ananasplant in de oranjerie heb groeien waar wellicht ooit een ananas van vier kilo aan zal groeien!


Alles in het leven is in beweging. Dat in beweging zijn leerde ik tijdens mijn yogalessen en inmiddels herken ik dat ook in mijn leven. En in dat van anderen. Alles in het leven stroomt, verandert. Groei staat gelijk aan verandering. Tijd is volgens mij daarvoor de sleutel. Door tijd te nemen voor de flow in je leven voorkom je dat energie blokkeert. Door tijd te nemen zorg je voor ruimte in jezelf waardoor je vóelt wat belangrijk is om te voelen. Ik herken dat. Helemaal nu mijn leven, na de ratrace dat in het Erasmus ziekenhuis plaatsvond, weer een stuk rustiger is geworden. Ik heb ruimte in mezelf gekregen door de tijd die ik ervoor heb. Ik ben inmiddels twee jaar gezond. Alhoewel ik nog steeds regelmatig naar Rotterdam rijd voor routinematige controles van mijn tong, mond en hals. Ook erheen voor uitgebreide gebitsreinigingen vanwege mijn tekort aan speekselaanmaak. Ik rijd ook een keer per week naar Utrecht voor gesprekken met mijn psycholoog. Verder heb ik elke twee weken oedeemtherapie voor mijn hals, elke maand een bezoek aan de diëtiste omdat voldoende eten nog steeds voor mij een ding is. Vooral door de tijd die het me kost om het binnen te krijgen is mijn avondeten vaak al afgekoeld voordat mijn bord leeg is. Ik zorg niet voldoende voor mezelf door mijn bord vaak maar af te ruimen ondanks dat ik nog niet voldoende heb gegeten. De tijd nemen om genoeg te eten is zelfzorg. Óndanks de snelheid van het leven. Ik at vaak alleen uit noodzaak. Eten voor mentale verzadiging is echter ook heel belangrijk om de lol erin te houden. Lekkere dingen eten. Zelfliefde. Ondanks al die therapieën en controles - en alles wat er nog extra bijkomt kijken zoals tóch weer extra bloedprikken, tóch weer gips happen voor een bitje of tóch weer met de praktijkondersteuner in gesprek - vind ik tijd en rust. Tijd is belangrijk om geduld, attent zijn of empathie te voelen. De snelheid van het leven houdt onbewust van alles in stand zoals oppervlakkigheid of ongeduld of onaardigheid. We hebben tijd gewoonweg nodig om het leven te verteren, je van stress en haast ontdoen. Voor mij voelde het op een bepaald moment heel natuurlijk om niet meer deel te nemen aan de ratrace. Ik zou het ook niet meer kunnen. Spirituele schrijver Paulo Coelho schreef ooit ‘Verander. Maar begin langzaam, want richting is belangrijker dan snelheid.’ Ik heb nu de tijd. De tijd om optimaal waar te nemen, te voelen en te veranderen. 

dinsdag 18 februari 2025

Me having slowdown time...
KRUIMELDIEF
The mother-child relationship is paradoxical and, in a sense, tragic. It requires the most intense love on the mother's side, yet this very love must help the child grow away from the mother, and to become fully independent.
- Erich Fromm

‘Ooh help, ik word net mijn moeder!’ Uiteindelijk ontdekt elke vrouw dit op een gegeven moment. ‘Ik lijk op mijn moeder…’ Met de gloednieuwe stofzuiger zonder snoer ga ik als een razende door het huis wanneer ik een kruimel zie. Net mijn moeder! Mijn moeder kocht in de jaren tachtig voor zichzelf een zogenaamde kruimeldief. Een donkerbruine wandhouder aan de muur en een handzame beige stofzuiger van Black en Decker zonder snoer, en ook zonder stofzuigerzak trouwens. Ze zoog er álles mee op. Denk aan kattenharen, stof op de grond, asbak leeg, brood- of koekkruimels op het tafelkleed en zelfs de chocolade hagelslag die naast mijn bord viel wanneer ik, als tiener, nog volop aan het ontbijten was! Dat irritante geluid vlak onder m’n snufferd wanneer ze weer iets op moest zuigen. Daarna zag je het ‘opgezogene’ door het bruine doorzichtige opvangbakje draaien of ratelen. Ik denk dat dat haar genoegen schonk en anders wel het legen van het opvangbakje. Ze was er heel blij mee. Een heldere herinnering aan haar is ook dat ze de hal altijd dweilde wanneer mijn zus en ik net uit school kwamen. ‘Niet met je schoenen daar lopen, ik heb nét gedweild!’ gilde ze wanneer we met het touwtje in de brievenbus de voordeur openden. Wat mij altijd zo onlogisch voorkwam, want ze wist hoe laat wij uit school kwamen voor een boterhammetje. Wij hebben onlangs dus óók een draadloze steelstofzuiger gekocht. Draadloze steelstofzuiger is een veel moeilijker woord dan kruimeldief natuurlijk. Kruimeldief, leuke naam. Kruimeldief, kleine crimineel. Één van de mooiste woorden van de afgelopen eeuw. Kruimeldief. De eerste kwam in 1979 op de markt en werd meteen een enorme hit. Niet veel mensen weten dit, maar de kruimeldief is ooit uitgevonden door een man. Hij wilde eigenlijk een föhn maken. De man faalde koninklijk natuurlijk. In feite is een kruimeldief dus niets meer dan een mislukte haardroger. Ik begrijp de liefde van mijn moeder voor haar kruimeldief nu pas nu ik zelf ook een snoerloze stofzuiger heb. Wanneer de accu van onze stofzuiger opgeladen is kun je een uur lang stof of vuil opzuigen. Ik probeerde hem na aankoop meteen op de traploper. In plaats van eerst de onderste helft van de trap met de stekker beneden in de hal te zuigen, en daarna boven in een stopcontact te duwen op één van de slaapkamers, zuig ik nu de onderste én bovenste helft van de traploper met een lichte stofzuiger in mijn hand. Een verademing. Wanneer ik de stofzuiger elke traptrede opsleepte en ik had pech dan drukte ik met mijn knie steeds de aan/uit knop in. Dat zware apparaat hield ik met mijn knieën tegen om te voorkomen dat ie de trap af naar beneden stuiterde. In de voor- en achterkamer moest ik altijd van stopcontact wisselen. Te kort snoer. Ik ben zo blij met mijn nieuwe modelletje. Net zo senang als mijn moeder destijds. Ik wilde heel graag deze vanwege het innovatieve ‘pet’ opzetstuk waarmee ik alle kattenharen tot in detail op kan zuigen van de meubels en vloerkleden. Ideaal met drie katten in huis, waarvan twee dubbel zoveel vacht hebben. Ik heb vorige week ook mijn autootje aan de binnenkant ermee schoongemaakt. Ideaal. Ik moest voor het eerst drie deelnemers van de stichting in mijn eígen kleine autootje vervoeren. Voorste stoelen ver naar voren, op achterste bank de knieën beetje schuin wegzetten en we pasten er alle vier in. Ik heb gelukkig wel vier deuren, stel je voor! Ze vonden het niet eens een probleem om zo ‘krap’ te zitten. Ze waren al blij dat ik ze op kwam halen. Of ík het zélf soms een probleem vond werd me gevraagd. Ik zal eraan moeten wennen. Mijn lief neemt tegenwoordig doordeweeks de grote auto mee naar Duitsland. 


Met ingevoerde veranderingen in ons dagelijks leven kunnen we bijdragen aan een betere geestelijke gezondheid.  Ook aan je lichamelijke en spirituele gezondheid trouwens mocht deze niet honderd procent zijn. Ik heb tegenwoordig een beetje hulp van een psycholoog. Er zijn praktische hulpmiddelen die me kunnen helpen bij het helingsproces. Dat proces is een gebeurtenis die bij mezelf begint. Het betekent dat ik elke dag het werk moet doen. Ik ben zélf verantwoordelijk voor m’n herstel en ik zal actief moeten deelnemen aan dat proces. Ik heb een wekelijks consult en daar komen ook afspraken uit. Hoewel er een heleboel dingen zijn die ik niet in de hand heb die me overkomen zijn, heb ik gelukkig ook een heleboel andere dingen wél in de hand. De psychologe adviseert me kleine, haalbare veranderingen door te voeren en die vol te houden. Het ongemak dat ik erbij voel, betekent dat er iets aan het veranderen is en dat ik op weg bent naar een diepgaande transformatie. Als kind heb je vaak niet geleerd voor je eigen welzijn te zorgen. Als volwassene kun je alsnog zelfzorg toepassen met soms heel eenvoudige veranderingen. Holistisch gezien bijvoorbeeld door voor verse maaltijden te zorgen (óók als ik voor mezelf kook). Door mediteren wat ik tijdens m’n yogalessen doe. Of door korte momenten van beweging zoals de fiets pakken naar de winkel of een loopje naar m’n yogaschool. Zelfs een dagboek bijhouden, en ik zie mijn wekelijkse blog schrijven als een gelijkwaardige activiteit, is zelfzorg. De natuur intrekken is sowieso heel heilzaam voor lichaam én geest. Afgelopen weekend met vrienden door de blupsie gestapt in ‘ons’ bos de Trippelenberg. Heerlijk. Meteen tijdens het wandelen een goed gesprek onderweg. Je huid in aanraking laten komen met warm zonlicht is voor mij persoonlijk een vorm van zelfliefde en dat kan ook prima in de winter, op dagen met knalblauwe luchten zoals de laatste dagen. 

dinsdag 11 februari 2025

The greenery in wintertime
WINTER ORANJERIE
 ‘For in the true nature of things, if we rightly consider, every green tree is far more glorious than if it were made of gold and silver.’ 
- Martin Luther


Alle wintermaanden was ik niet meer in mijn tuinkas, alias oranjerie, geweest. Ik vond het gewoon te koud om erheen te lopen. Er groeide toch geen fruit of groente meer. Ik had de schuifdeur eind oktober gesloten voor wind en koude en hoopte op het beste. Twee weken geleden had ik een vriendin op bezoek en zij was nog niet in mijn kas geweest. We liepen er samen heen. Het eerste wat me opviel was al het natte, verrotte herfstblad dat zich voor de schuifdeur van de glazen kas flink opgestapeld had. Een windhoek tussen de kruidentafel en de ingang naar de kas. Dat heb ik erna natuurlijk opgeveegd. Het volgende dat me opviel was dat de crème-gekleurde houten servieskast onder de grijze schimmelplekjes zat. Alles had maandenlang potdicht gezeten. Een beetje frisse lucht erbij om het vocht van de ramen te krijgen was helemaal geen luxe. Het was ook koud binnen in de oranjerie. Dat was een ontdekking voor mij, want het glazen huisje staat er pas sinds mei en we hebben dus nog geen vol jaar van alle seizoenen in de tuinkas genoten. Tot nu heeft het niet gevroren binnen, maar het is er wel ijskoud. Het winterzonnetje kan het binnen niet opwarmen. Ik heb een paar dagen later isolerend plastic noppenfolie over het kwetsbare citroenplantje gedaan dat op een tafel staat. Ook de twee avocadoplanten die gestaag doorgroeien heb ik warm ingepakt in een soort schuimfolie. De grote potten die op de grond staan zoals twee met een blauwe bessenplant, een bramenstruik en een struik met vlierbessen heb ik een scheut regenwater gegeven. Buiten krijgen ze natuurlijk ook af en toe een flinke plensbui. Ook de passievruchtplant heb ik een slok gegeven, in de pot was mos gaan groeien maar toch zag ik op de takken knoppen ontstaan - van blad neem ik aan? Nieuw was het ook voor mij om de uitgegroeide tomatenplanten helemaal grijs stoffig uitgeslagen te zien, verdord hangend aan de rekken. De tomatenziekte is een schimmelziekte die vooral in de herfst toeslaat. De schimmel verspreidt zich zomers, in natte periodes, razendsnel door de lucht in de kas. Daar heb ik niks van gemerkt overigens. Als het dan ook nog koud wordt zoals in de herfst, gaat het extra hard. Dat heb ik dus nu gezien op de tomatenplanten én op de kast. ‘Inspecteer je planten tegen het eind van de zomer regelmatig, vooral bij vochtig en warm weer’ is een heel waardevolle tip. Mijn vriendin adviseerde me om zodra het warmer en zonniger wordt de aarde uit de potten te scheppen en de potten goed te soppen en in de zon te laten opdrogen. Schimmel kan niet tegen warm zonlicht. Ik lees ook dat ik volgende seizoenen geen tomaten in dezelfde potten mag laten groeien. Komkommer- of courgettepot wordt dan in het voorjaar tomaat en andersom. Zodra er weer zon en warmte door de oranjerieruiten  binnen komt stromen, verdwijnt de schimmel weer uit het zicht. Alleen uit het zicht, want bijna elke plant heeft rond de wortels een netwerk van schimmels. Dat helpt de plant met het opnemen van water en mineralen. In ruil daarvoor geeft hij er suikers voor terug, wat de schimmel in leven houdt. Win-win dus. Een andere schimmel is meeldauw, een klein beetje meeldauw is helemaal niet erg. De planten kunnen daar best tegen. Nu heb ik geleerd dat bij courgettes en komkommers het heel normaal is dat ze meeldauw (een witte schimmel) aan het einde van het seizoen krijgen, als het vochtig en koud wordt. Deze zomerplanten worden door kou en vocht zwakker en zijn er dan extra vatbaar voor. Ik ben nog een leek, maar ik denk dat ik einde van de zomer (of begin herfst) de groenteplanten er voortaan gewoon uit haal. Ze zijn toch eenjarig. Dan heb ik in de herfst en winter geen gezeur met allerlei schimmels die ik nu tegengekomen ben. De betonnen vloer in de oranjerie is groen aangeslagen door de vochtigheid. Ik zal dus op een mooie voorjaarsdag flink aan de bak moeten om de vloer te schrobben met groene zeep, de potten te schrobben en in de hete zon te zetten. De houten servieskast heb ik inmiddels vrij gemaakt van schimmels en de oude, verdroogde en beschimmelde tomaten- en komkommerplanten heb ik weg gegooid. Wanneer ik straks zaailingen heb zal ik mijn planten nog beter verzorgen. Regelmatig water aan de voet van de plant en niet eroverheen, elke vijf weken een eetlepel extra voeding zodat ze sterk en bestand zijn tegen schimmels en wat steun van stokken of touw als ze dat nodig hebben. Ik heb er al weer helemaal zin in om aan de slag te gaan. Laat het lentezonnetje maar gauw komen!


Vlakbij ons huis ligt de Trippelenberg waar ik wekelijks hardloop. De Trippelenberg is geen berg maar een bosgebiedje aan de meanderende rivier de Aa. Het is een bosgebied dat deel uit maakt van het oude Mastbos hoewel het er eigenlijk helemaal los van ligt. Het kleine bos kenmerkt zich door vele varens. Het bos was eeuwen geleden naaldhout, maar thans meer en meer gemengd bos. Met sneeuw is het er fantastisch. We hebben in de late avond hazen over het veld zien springen. Er zijn ook veel wilde vogels te zien zoals een buizerd, sperwer, torenvalk of een boomvalk. Zelf zie ik vaak de Canadese ganzen in het veld, wilde eenden en een blauwe reiger. Meerkoeten en waterhoentjes zie ik in het water tijdens het joggen. Ik hoor spechten tikken tegen de bomen en dat zouden de grote bonte specht, groene specht en zwarte specht kunnen zijn. Veel lawaai maar kleine vogeltjes. Verder eigenlijk gewone vinkjes, koolmeesjes, pimpelmeesjes, en roodborstjes. Er is veel leven in het stukje bos dus. Het is ook al van oudsher een bewoond gebied. In de middeleeuwen stond hier een houten burcht ‘Ten Houte’, rond 1287 gebouwd. In 1975 is er archeologisch onderzoek gedaan waarbij oude grachten en middeleeuws aardewerk is aangetroffen. En nu…, nu wil de gemeente dat bos omkappen voor industriepanden. Nóg meer kantoorgebouwen. Dat vind ik echt niet kunnen. Wanneer er eenmaal stenen gebouwd worden kun je het nooit niet meer terugdraaien dus ben ik met een handtekeningenlijst van het burgerinitiatief langs de deuren in ons straatje gegaan. Heel gezellig om de buurtjes weer te spreken. In plaats van mijn handtekening op iemand’s lijst te zetten ben ik zelf met een lege lijst langs de deuren gegaan. Ik heb bijna vijftig handtekeningen opgehaald. Er zijn er zestienhonderd nodig om een extra onafhankelijk onderzoek te laten doen. Onderzoek naar de noodzaak van een nieuwe bedrijventerrein in relatie tot werkgelegenheid. Gelukkig hebben meer mensen er hier een warm hart voor dus fingers crossed dat het ons gaat lukken!

dinsdag 4 februari 2025

I enjoyed 'Film van ome Willem' so much!
RADICAAL
Vader was een mooie held
Vader was de baas

Vader was een duidelijke mengeling van Onze Lieve Heer en Sinterklaas’

- Annie M.G. Schmidt


Eenenvijftig jaar geleden startte het kinderprogramma ‘De film van ome Willem’ op televisie. Iedere woensdagmiddag zat ik op m’n knietjes trouw te kijken. In onze kleine woonkamer in Groningen. ’Deze vuist op deze vuist’. Ik kan me niet meer herinneren of het zwart-wit TV was? Als kleuter keek ik met m’n zusje na het avondeten de Fabeltjeskrant in ons pyjamaatje. Later waren Tita Tovenaar, Swiebertje en Pipi Langkous een reden om op woensdagmiddag thuis te blijven. Of het spannende Q & Q vlak voor etenstijd. Toen woonden we al in Hoorn, mijn moeder stond dan in de open keuken te koken. Een echt thuisgevoel. We moesten het toen doen met maar twee televisiekanalen. Overdag testbeeld behalve in de ochtend SchoolTV wanneer je een keertje ziek thuis was van school. Mijn geliefde kinderprogramma van ome Willem had een fantastisch orkestje. Ik was vijf toen het programma op de buis kwam en ben inmiddels een wat ouder geworden rakker van ome Willem! Het orkest van de geitenbreiers bestond uit hoofdgeitenbreier Harry Bannink op piano, een grote grijze geitenbreier op accordeon en een papjesgeitenbreier op bas. Hoe verzin je die namen van  de geitenbreiers? Ik denk dat het gegrift staat in ons collectieve geheugen. Er zijn verschrikkelijk veel liedjes gemaakt door de hoofdgeitenbreier. Hij componeerde liedjes voor Sesamstraat, De Stratemakeropzeeshow, J.J. De Bom voorheen De Kindervriend en Ja zuster, nee zuster. Trouwens ook veel liedjes op de teksten van Annie M.G. Schmidt die ik later met onze meiden zong. Harry Bannink is vijfentwintig jaar geleden overleden en daarom is er nu een theatertour om hem te eren. Twee mannen doken in Harry’s muzikale erfenis. Natuurlijk ging ik er op een middag, afgelopen week, heen met drie dames die ik ophaalde voor de stichting waar ik voor werk. Ik had geen idee wat ik moest verwachten van zo’n concert. Een theaterzaal vol opgewekte senioren. De sfeer was snel gezet. Het concert was een verrassende mix van vrolijke nummers die ze allemaal mee zongen en onbekende verstilde, weemoedige liedjes. Omlijst met mooie, nu nog steeds actuele teksten van onder anderen Annie M.G. Schmidt, Willem Wilmink en Hans Dorrestijn. ‘Zeg maar ja tegen het leven’ heette de show en dat deden de ouderen deze middag. Het liedje van Tommy uit Sesamstraat over heimwee was prachtig klein en heel gevoelig. Ik zou niet zeggen dat het uit Sesamstraat kwam. Mooie tekst. Natuurlijk eindigde het concert met ‘Op een mooie Pinksterdag’ ook geschreven door Annie M.G. Schmidt. Destijds gezongen door Leen Jongewaard en Andre van den Heuvel, nu door alle senioren in de zaal. Het lied werd uitgebracht in 1967 en stond destijds meer dan twintig weken in de Nederlandse Top 40. Iedereen zong luidkeels mee. Ik luisterde voor het eerst in mijn leven aandachtig naar de tekst. Het gaat over een vader die de fases van het groter groeien van zijn dochter beschrijft. Heel herkenbaar met drie dochters en mijn lief als hun vader. Nu ik wat ouder ben komen de teksten anders over. Serieuzer, filosofischer of weemoediger. Die goede oude tijd…


Wanneer ik niet belangrijke dingen erg belangrijk ga maken of als ik rusteloos word van wat ik allemaal nog moet doen is dat meestal het signaal dat ik rustiger aan moet gaan doen. De afgelopen maand dat ik terug ben in Nederland word ik geleefd door afspraken in mijn agenda. Elke dag een alarm in mijn telefoon omdat ik ergens op tijd moet zijn. Vriendinnenafspraken tel ik niet eens mee. Dan heb ik het over elke week een dagdeel naar het hospice, soms voor de stichting iets doen, workshops voor mijn werk, veel zorgafspraken in verschillende steden en soms zelfs twee steden op één dag zoals afgelopen week. Tussendoor probeer ik mijn yogalessen te blijven volgen. Ik heb sinds de terugkeer uit Vietnam nog geen bladzijde uit een leesboek opengeslagen. Dan wordt het tijd voor mij om even te verdwijnen. Me terug te trekken, onbereikbaar te zijn, onzichtbaar te worden. Dat lukt me aardig door mijn telefoon weg te leggen. Geen nieuwe afspraken erbij, in elk geval. Tóch weer een cadeautje in de stad halen om attent te zijn, tóch weer langs het station om een dochter af te halen, toch met de kat naar de dierenarts, toch een kop thee na de yoga of tóch weer even met de buurvrouw kletsen. Alles rimpelt na als een steentje in het water. Je neemt het mee, denkt er nog een keer over na, moet het nog van je af schudden. Het kost tijd en energie. Ik besefte dat het weer zover was om wat rustiger aan te doen toen de coördinator van de stichting waar ik voor werk me voor de tweede keer had gevraagd haar opvolger te worden. Ik bladerde eens terug door de afgelopen weken in mijn agenda of ik daar überhaupt tijd voor zou hebben of kunnen maken. Niet dus. Ik heb helemaal geen tijd voor een nieuwe verplichting. Ik heb dus wederom beleefd bedankt. Soms is het gewoon belangrijk om onzichtbaar te zijn. Lekker zonder telefoon ergens heen gaan. Anoniem en onbereikbaar. Zonder scrollen door je telefoon, zonder foto’s kijken of maken, zonder berichtjes lezen of beantwoorden. ’Zonder je telefoon een wandeling maken, is zo’n beetje het radicaalste wat je nu kunt doen’ zei een Britse dichter onlangs. Ach, radicaal… 

dinsdag 28 januari 2025

My picture from 1973
FAMILIE MAGNEET
“We are connected to other human beings on this earth– genetically, historically,' Winn says. 'It's like magnets, I may not know where the other end of the magnet is, but I'm being pulled to it. How can we answer anything about ourselves if we don't know what our roots are, if we don't know who are people are?” 
- Libby Copeland


Mijn moeder is volgende maand twintig jaar geleden overleden. Terwijl ik dit opschrijf en teruglees lijkt het heel lang geleden. Toch voelt het niet écht als heel lang omdat mijn moeder nog levende wordt gehouden door verhalen over haar, over haar ouders of het gezin waarin ze opgroeide. De meeste verhalen over dat gezin hoorde ik van mijn oudste tante, de zestien jaar oudere zus van mijn moeder die vorig jaar overleden is. Zij was jarenlang mijn surrogaatmoeder voor familie- en reisverhalen. Zij herinnerde de verkeringstijd van mijn ouders, hun (ongewenste) zwangerschap, hun huwelijk en hun scheiding. Plus de fotoboeken vol familiefoto’s van mijn groot- en overgrootouders. Uiteraard stonden er in mijn tante’s achtergebleven appartement vele familiestukken, overgeleverd van mijn voorouders aan mijn oude tante. Van mijn moeder heb ik buiten wat sieraden niet veel geërfd omdat haar tweede echtgenoot nog leeft. Elke afwikkeling kent vaste elementen. Ook mijn tante’s erfenis. Allereerst het rouwen om haar, een vrouw die mijn leven mede een beetje heeft bepaald na mijn moeder’s verlies. Zij was én is een voorbeeld voor mij. Vervolgens het inventariseren van nagelaten spullen die onvermijdelijk herinneringen wekten bij haar twee kinderen. Mijn tante liet een propvol koopappartement achter. Restanten van een heel leven lagen opgeslagen bij haar thuis en op zolder. Ze bewaarde nagenoeg alles. Voor nabestaanden hebben nagelaten spullen nooit de betekenis die ze hadden voor de overledene. In het huis van mijn tante stelde ik me voor hoe zij in haar eentje elke ochtend opnieuw de dag begon. In de woonkamer, zittend in haar stoel aan de tafel, terwijl haar ogen langzaam de muren en meubels met herinneringen streelden. Haar spullen weerspiegelden haar bestaan. Met haar dood verloren ze de betekenis die zij hen ooit gaf. Dingen zijn eenzaam zonder mensen die er ooit waarde aan hechtten. Haar spullen zijn een stukje mijn tante, maar ook mijn moeder of mijn grootouders. Voor de meeste van haar kleren was weinig interesse. Het leeuwendeel van de spullen die ze een leven lang vergaard en bewaard had, verdween volgens mij uiteindelijk naar de kringloopwinkel. Dit weekend haalde ik met mijn lief de nagelaten kast op. De secretaire die al generaties lang in mijn oma’s familie is (van vrouw op vrouw). We reden met onze oude VW kampeerbus. Bed plat ingeklapt gleed de antieke secretaire er zo in. Ook een groot boeddhistisch beeld voor in mijn tuinkas, net zoals een typisch jaren ’70 bamboe tafeltje. Een Chinese kist. Tussen de spullen voor de kringloop vond ik nog veel prachtige wijnglazen die nu hip zijn met gekleurde voetjes. Ook een doosje met champagneglazen waar ik er altijd te weinig van heb, want proosten doe je meestal met velen. Wat nu overblijft zijn herinneringen, normen en waarden die zijn overgedragen, woorden en gezegdes die alleen onze familie kent zoals ‘asem’ en ‘mantel’. En levensmotto’s die van generatie op generatie overgaan. Zoals later bleek toen wij na afloop van het inladen bij mijn moeder’s ándere zus een kop thee gingen drinken. Het vertrouwen dat alles goedkomt, het positieve in nare tijden blijven zien heeft zij precies hetzelfde. Ze vroeg me er specifiek naar. Een levensmotto van generatie op generatie. Zij had weer heel andere herinneringen aan mijn moeder’s jeugd en het gezin waarin ik opgroeide. Ze vertelde levendige familieverhalen. In gezinnen met veel familieverhalen zoals mijn moeder’s familie zijn kinderen minder van slag door traumatische gebeurtenissen. Mijn hele familie kenmerkt zich door vele buitenlandse verhuizingen. Mijn opa en oma woonden twee periodes in het voormalig Indië. Mijn opa was een held tijdens de Tweede Wereldoorlog; in het sinds kort openbare Nationaal Archief staat hij genoemd met de beschrijving van zijn heldendaad. Ondanks dat mijn oma er niet in staat vind ik haar ook een stoere oorlogsheld. Het heeft er alle schijn van dat een kind op moeilijke momenten stressbestendiger is als het weet dat eerdere generaties ook het hoofd hebben geboden aan tegenslagen. Familieverhalen zijn belangrijk dus. Mijn tante had trouwens de lekkerste ragout gemaakt voor de lunch. Het was heel gezellig. We willen dit vaker gaan doen. Ondanks dat mijn moeder bijna twee decennia terug onverwacht is overleden blijft ze door onze verhalen heel levend. Nu de spulletjes uit mijn familie in ons huis staan voelt mijn familie dichterbij. Als een tastbaar symbool van hun aanwezigheid in mijn leven.


De dag ervoor reed ik ook, toen in m’n uppie, naar Noord-Holland. Deze keer voor de andere kant van mijn familie. De aangetrouwde tante van vader’s kant was overleden. Een reünie van nichten en neven. We hadden elkaar een paar maanden terug ook gezien tijdens een afscheid van een oom. De periode waarin de generatie oom’s en tante’s boven ons, allemaal tachtigers, komen te overlijden is aangebroken. Er zijn nog twee tante’s over. De één heeft dezelfde voornaam als ik. Beiden vernoemd naar mijn oma, haar moeder. Zij is de enige zus van mijn vader en ook de langstlevende telg. De andere levende tante is Zuid-Afrikaans en getrouwd geweest met mijn vader’s broer. Mijn vader en zijn broer zouden beiden in 1973 (ik was vier jaar oud) naar Zuid-Afrika emigreren. Mijn moeder kreeg echter koudwatervrees anders was ik daar opgegroeid en had ik nu Afrikaans gesproken. Ik heb nog steeds het zwartwit pasfotootje dat op mijn visum zou komen. Met een typisch voor die tijd, zelfgemaakte paperclip ketting om mijn hals van gekleurde, plastic paperclips. Mijn oom die wél vertrok trouwde dus met mijn tante. Zij woont nog niet zo heel lang in Nederland bij haar zoon en dochter. Ik heb door omstandigheden niet veel contact gehad met mijn vader’s kant van de familie. Het contact met mijn neven en nichten komt langzaam op gang. Er is herkenning qua uiterlijke kenmerken en we delen familieverhalen. We komen uit hetzelfde nest. Wanneer je zoals ik boven de vijftig komt is er een neiging om je familieachtergrond beter te leren kennen. Je weet niet wie er aan de andere kant van de magneet is maar je wordt er als het ware naartoe getrokken.

dinsdag 21 januari 2025

Together we make it | in Vietnam this month!
WOLFMAAN
‘Is dat natuurlijke vergankelijkheid die je ziet in de spiegel, of is dat het punt waar je zou moeten zijn op dát moment?
- Marieke Saan


Op maandagochtend een week geleden kom ik in de schemer naar beneden in de woonkamer en zie ik in de achtertuin een heel grote, felle volle maan boven de daken hangen. Wolfmaan. De eerste volle maan dit jaar. Deze maan is wispelturig en zet de toon voor de rest van het jaar. Niet heel lang daarna komt de zon op aan de andere kant van ons huis, door het raam van de voorkamer. Prachtig roze, oranje, paars en lila blinkt er achter de hoge kale bomen. Wat een cadeau zo’n mooie kleurige zonsopkomst als een schilderij door ons raam. Astrologen schreven dat door de Wolfmaan het een week zou worden waarin emoties alle kanten op zouden gaan. Dat wist ik die bewuste maandagochtend nog niet toen ik naar Utrecht reed voor een eerste intake gesprek met een psycholoog. Emoties waren er zeker. Ik was doorverwezen door mijn oncologisch kaakchirurg. Gelukkig stond er een doosje met tissues daar naast me. Thuis las ik pas dat de grote Wolfmaan met alle kanten opgaande emoties te maken heeft. De volle maan van die maandag had meer psychologische betekenis dan de andere volle manen van dit jaar. Astrologen waarschuwden om op je hoede te zijn. Innerlijke conflicten konden ontstaan. Zéker. Mijn lief was namelijk die week voor het eerst een paar dagen in Duitsland om ingewerkt te worden voor zijn nieuwe functie. Hij heeft best onverwachts een totaal nieuwe baan aangeboden gekregen. Een baan waarbij hij verantwoordelijk zal zijn om een nieuw proces te implementeren in fabrieken in Noord-Europa. Alles is nog nieuw voor hem. Een nieuwe werkplek in Duitsland, reizen naar fabrieken in Noord-Europa maar ook het product waar hij mee gaat werken. Hij werkt in een internationaal team. Geen eigen fabriek meer om te leiden. Innerlijk conflict deze eerste dagen in Duitsland. Zal hij dit werkelijk leuk kunnen gaan vinden? Haalt hij er voldoening uit? Hij heeft tijdens onze expat-uitzendingen en de laatste acht jaar in Nederland altijd productiefabrieken geleid. Wat houdt zo’n nieuwe functie precies in? Wat betekent het om doordeweeks in Duitsland te zijn? Voor mij is deze wending in zijn carrière welkom. In plaats van een verhuizing naar de andere kant van de wereld (waar ook sprake van was) blijf ik met de poezen namelijk thuis wonen en kan ik regelmatig naar mijn controles in Erasmus. Bij de arts die mij zelf geopereerd heeft. Dat is heel belangrijk voor mij. Mijn gezondheid is nog wankel de komende drie jaar. Deze week is het precies twee jaar geleden dat ik de laatste bestraling had. Geen garanties zeiden ze toen. Vijf jaar lang regelmatige controles door mijn arts in het Erasmus. Een ver expat-avontuur zie ik om die reden niet zitten. Het is nog te vroeg. Met z’n tweetjes een expat-avontuur aangaan is ook nog niet ideaal voor onze jongste dochter die aankomende zomer weliswaar haar bachelor afrondt in Maastricht maar ook nog twee jaar een masteropleiding in Nederland gaat doen. Gelukkig is de nieuwe werkplek van mijn lief voor zo’n drie jaar. Niet langer. We leven in het nu. We bewegen met de flow mee. De grote Wolfmaan biedt trouwens ook een kans om na te denken over hoe je relaties beter kunt managen en om goed voor jezelf, je huis en je gezin kunt zorgen. Heel actueel omdat het nu vooral gaat om een veilige ruimte voor onszelf te creëren. De nieuwe baan voor mijn lief zorgt ervoor dat ik in mijn eigen omgeving goed voor mezelf kan zorgen. Met hulp van een diëtiste om goed met voeding om te leren gaan, mijn yogaschool, een psycholoog voor begeleiding, met hulp van mijn vriendinnen en wellicht een ergotherapeut om mijn (weinige) energie goed te managen. Ook is het nu belangrijk om goed voor ons gezin te zorgen. Het zijn de naweeën van mijn ziekte. De jongste twee komen regelmatig thuis en we vinden het fijn om dichtbij elkaar te zijn. Na alles wat er gebeurd is, hebben we elkaar nu opnieuw nodig. Het lijkt wel of nu, na twee jaar, alle stof gedaald is en we pas zien wat het betekend heeft voor ons gezin. Voor ieder van ons. Ik zelf besef eigenlijk nu pas wat de blijvende verliezen voor mij zijn. Nu wil ik aan de slag met de gevoelens die daarbij horen. De Wolfmaan gaat me hierbij helpen. Dit is de juiste tijd.


Ik ben al járen niet meer naar een nieuwjaarsreceptie geweest. Heel lekker gevoel om er bij te horen en een borrel van het ‘werk’ te hebben. Ik dacht van vroeger te herinneren dat je wat later binnenkomt. Je wilt niet de eerste zijn. Ik was een kwartiertje later en toen bleek ik al veel speeches gemist te hebben. Iedereen stond in een kring met een champagneglas in zijn hand. Ik kwam de grote, warme keuken van het hospice binnen en mijn koude brillenglazen (van het fietsen rond vriespunt) begonnen meteen te beslaan. Mensen zeiden mij gedag maar ik zag door de nevel niet goed wie het waren. Ik ken sowieso nog niet alle namen bij de gezichten en ik heb ook nog niet met alle verpleegkundigen en vrijwilligers gewerkt. In mijn mist nam ik een glas prosecco aan die ik weer onopvallend weg moest zetten, want ik drink geen alcohol. Ik ben heel pro-actief geweest en heb me voorgesteld bij groepjes collega’s staande aan borreltafels. Ik heb zelfs een praatje gemaakt met de ‘grote’ manager van ons bedrijf. Ik sprak de verpleegkundige, uit mijn yogaklas die mij vorig jaar geïntroduceerd had, voor het eerst in het hospice zelf. Hij wees me op een kerstpakket voor mij die boven op kantoor stond. Ik heb al jaren geen kerstpakket meer gehad! Weer vroeg naar huis. Thuis bij het avondeten hebben we hem opengemaakt. Een flinke cadeaubon, echt leuk! Op zaterdag ben ik met mijn lief naar de stad gewandeld en heb daar lekker de tijd genomen om me mezelf te verwennen met Rituals producten. Oók een vorm van zelfzorg. 

dinsdag 14 januari 2025

Old Chinese temple in Ho Chi Minh city we've visited
GEBED
Give yourself a gift of five minutes of contemplation in awe of everything you see around you. Go outside and turn your attention to the many miracles around you. This five-minute-a-day regimen of appreciation and gratitude will help you to focus your life in awe.’
- Wayne Dyer 


Aan mijn eerste yogales afgelopen week was ik zó toe. Een maand lang in een fijne gezinsbubbel met z’n vijven met elkaar is heel fijn, maar is bij tijd en wijlen ook vol. Ookal ben je op reis en hoef je niks. Drie meiden die kletsen, lachen, kibbelen en vol energie zitten kan soms een beetje veel zijn voor mij. Ik ben het allereerst niet meer gewend. Ook ben ik heel erg ziek geweest en dat heeft nog steeds veel impact op mijn leven. Ik moet meer rusten dan vroeger. Dat geeft helemaal niet, ik ben gezond en dat is het allerbelangrijkste. Ik heb mijn leven anders ingericht en ik heb meer tijd nodig om op te laden. Dat is anders dan vroeger toen ik zelf vaak de enthousiaste plannenmaakster was. Grappen en grollen. Met de nieuwe medicijnen tegen de fantoompijn voelt het soms alsof ik onder een stolp van glas leef. Sommige emoties vlakken af, ik kan het tempo van gesprekken niet meer aan wanneer ik moe ben of soms lijkt het of ik vlagen niet eens hoor. Natuurlijk heb ik het daar met mijn gezin over gehad. De meiden merkten het eigenlijk niet aan mij en mijn lief herkende het niet bijhouden van het gesprekstempo van zichzelf. ‘Waar gaat dit gesprek nu over?’ denken we beiden af en toe als ze druk in gesprek zijn. Soms zocht ik bevestiging en maakte ik van een samenvatting een vraag. Dan bleek dat hun gesprek al lang ergens anders over ging. Wat ik fijn vond is dat mijn lief dan met zijn ogen liet weten dat hij ook al lang afgehaakt was. Wij samen hadden daar dan weer een lolletje over. We worden natuurlijk ook ouder. Mijn vriendin, die wat ouder is en oudere kinderen heeft, kwam jaren terug ook al met zulke ervaringen met haar kinderen. Een geruststelling. Mijn eerste yogales na de reis ging over jezelf voelen. Je lijf écht voelen. Ik zat daar in de zaal op een blokje in lotushouding in stilte en voelde me terplekke weer thuis komen in mijn eigen lijf. Een heerlijk gevoel. Alsof ik me zelf de laatste weken voorbij gerend was. Ookal hoefde ik niks, ik was per slot van rekening op reis, ik leefde meer in mijn hoofd dan in mijn lijf. Er is op reis een wereld te ontdekken. Een wereld buiten jezelf maar ook binnenin. Hoe word ik een ontdekkingsreiziger in mijzelf? Stilte is mijn sleutelwoord. Als een toerist in m’n eigen bestaan. Meditatie. In een overvolle geest kan niets nieuws meer naar binnen, er is gewoonweg geen plaats voor. Ik merkte niet eens dat tijdens onze reis door Vietnam en Cambodja mijn geest overvol zat. Alles was tenslotte leuk, interessant, avontuurlijk en supergezellig. Ik ging maar door. Pas thuis maakte ik mijn hoofd leeg tijdens yoga. Zoals vandaag, stil zitten en mijn aandacht te richten op mijn ademhaling en de geluiden ver weg van mij. Leegte. Ik kom langzaam tot stilstand en voel van alles wat al een tijdje zit te dringen. Restjes oude pijn zoals de gevolgen van mijn ziekte komen naar de oppervlakte. Deze week heeft de laatste bestraling twee jaar geleden plaats gevonden. Binnenkort heb ik daarom een laatste afspraak met de bestralingsarts in het Erasmus ziekenhuis. Kans op terugkeer wordt kleiner. Minder controles. Aandacht hiervoor. Ook een steek van heimwee in mijn buik naar het samenzijn met mijn complete gezin. Heb ik genoeg genoten van de drie meiden samen? Nieuwe dingen waar ik nog aan moet wennen komen ook naar de oppervlakte. Zoals mijn werk bij de hospice, waar ik mijn blik nog niet goed op heb laten vallen, hengelen naar mijn aandacht.


Donderdag was mijn tweede dag werken tijdens onze eerste week thuis. De eerste werkdag was dinsdag in het hospice geweest waar het gelukkig heel rustig was. Daar veel huisartsenpraktijken gesloten waren tijdens de Feestdagen zijn er weinig doorverwijzingen naar ons hospice geweest. Ik kon heel rustig opstarten. Donderdag werkte ik dus voor de stichting die eenzame ouderen mee uit neemt naar het theater. In een witte wereld haalde ik twee dames op die ik al vaker meegenomen had in mijn auto. We gingen deze ochtend met winterse sneeuw naar de lange film over Charles Aznavour. Aangekomen bij het theater verzamelde een grote groep van onze stichting waar we altijd gezellig een kop koffie vooraf aan de voorstelling mee drinken. Ik had zo’n honger (of trek) dat ik op eigen kosten een warme chocomel bestelde. De dame achter de bar zei ‘Nou zeker iets vullends bestellen, want de film duurt maar liefst twee uur en een kwartier!’ ‘Oh doe er dan maar een Twix chocoladereep bij’ reageerde ik alert. Sinds we terug zijn uit Vietnam heb ik zo’n honger, of trek. Misschien door de kou? Ik was heel tevreden in de donkere zaal toen de heerlijke film startte en ik lekker met mijn Twix genoot van het levensverhaal van meneer Charles Aznavourian. Ik houd van intrigerende levensverhalen van mensen. Het pad van zanger Aznavour bleef bezaaid met tegenslag, tragiek en twijfels. We luisterden naar zijn prachtige evergreens. Hij was in zijn jonge jeugd met zijn ouders, zigeuners, uit Armenië naar Parijs gevlucht. Ze overleefden met zingen en optreden. Charles debuteerde in het door de nazi’s bezette Parijs. Hij beleefde zijn eerste concertsuccessen met Edith Piaf. Hij offerde, heel tragisch, zijn gezinsleven op aan zijn ambities. Zijn zoon pleegde zelfmoord. Een eenzaam bestaan, en Charles werd heel oud. (1924-2018) Ook de ouderen in de zaal waren onder de indruk geweest. Zij kenden hem natuurlijk veel langer dan ik. Na een gezellige lunch met elkaar bracht ik de deelneemsters weer thuis tot aan de deur. Zoals altijd waren ze weer zo dankbaar. Ik was eind van de middag ook dankbaar, vooral omdat ik alleen thuis was. Even onverdeelde aandacht voor mezelf. Even tot stilstand komen. Een diepe zucht. Volledige aandacht voor mezelf voelde bijna als een gebed.