dinsdag 25 februari 2025

Pineapple that starts to grow into a plant!
VERANDERING
Vogels zijn de meest ervaren vliegeniers die de wereld ooit heeft gezien. Ze vliegen hoog en laag, met grote snelheid en heel langzaam. Altijd met buitengewone precisie en beheersing.’
- David Attenborough


Met mijn vriendin maakte ik afgelopen week wederom een wandeling door ons bos de Trippelenberg. Voordat we een stuk door het drassige stuk moesten baggeren stonden we al pratend stil bij een meertje met twee kuierende ooievaars vlakbij. De middagzon scheen volop. Zonnebrillen op. We keken naar prachtig grote beesten met gedeeltelijk zwarte vleugels, rode hoge poten en een rode snavel. Ze klapperden luid met hun snavels. Ze liepen om elkaar heen als een dans. Dat luide geklapper met de snavel doen ze wanneer ze elkaar begroeten. Wij hadden het idee dat ze elkaar aan het versieren waren. Nederlandse ooievaars trekken deels weg, maar minstens een vijfde overwintert hier in eigen land. Ze keren vanaf februari terug dus misschien waren ze elkaar inderdaad aan het begroeten? De kou is geen reden voor ze om weg te gaan. Ook bij lage temperaturen kunnen ooievaars overleven, mits ze insecten, muizen en ratten kunnen vinden. Het aantal ooievaars dat de trek overleeft is trouwens maar klein. Al jaren lang blijkt dat slechts vijftien procent van de uitgevlogen jongen met zekerheid de volwassenheid bereikt. Ze kunnen dertig jaar oud worden. Het grootste gedeelte sterft echter tijdens de trek aan de gevolgen van elektrocutie door hoge elektriciteitsdraden, jacht (in Afrika eten ze ooievaars) en verhongering. Wij hebben in de buurt van ons huis een groot hoog nest waar ze afgelopen zomer ook jongen hadden. Ooievaars kunnen trouwens net als flamingo’s op één poot slapen. Met de andere poot in zijn lichaam kan hij veel warmte vasthouden. Toen ik naast mijn vriendin naar de twee dansende en klepperende grote vogels stond te kijken kreeg ik een flashback naar zo’n vijftien jaar geleden. Wij zaten vanuit een gehuurde Defender met de kinderen naar een groep struisvogels te kijken waarvan het mannetje een paringsdans uitvoerde. We waren net met de auto door flinke plassen gereden. Namibië, het derde Afrikaanse land waar we die zomer doorheen reisden met onze drie kleine dochters, waarvan de jongste nog een kleuter. We sliepen in tenten op het dak van onze auto. Na de oorverdovende paringsroep van de mannelijke struisvogel had hij zoveel mogelijk vrouwtjes aangetrokken en raakte hij in de greep van een opwindende paringsdans. Het had best veel weg van de twee ooievaars waar ik nu naar aan het kijken was. Gewoon aan een mooi half bevroren meertje notabene vlakbij mijn huis. Het rook en klonk gewoon naar voorjaar. De lente lijkt gestart. Zondagmiddag was het zo warm en zonnig dat ik naast de wapperende was in de tuin een boek aan het lezen was. Ook bij mij kriebelt het voorjaar net zoals bij de vogels. Ik heb zin om te starten met zaaien dus zocht ik mijn zaden van tropisch fruit uit Singapore en Vietnam op. Alles verpakt in servetten van het desbetreffende restaurant waar we toen het fruit aten. De meeste zaden heb ik geïdentificeerd, behalve één soort grote zaden. Ik ben benieuwd naar wat daar uit gaat groeien later. Ik wacht nog heel even met daadwerkelijk zaaien totdat het voorjaarsweer wat stabieler en warmer wordt. In de tussentijd wil ik in de huiskamer een ananasplant kweken door de kroon te laten groeien in een grote glazen vaas gevuld met water. Stel je voor dat ik straks een ananasplant in de oranjerie heb groeien waar wellicht ooit een ananas van vier kilo aan zal groeien!


Alles in het leven is in beweging. Dat in beweging zijn leerde ik tijdens mijn yogalessen en inmiddels herken ik dat ook in mijn leven. En in dat van anderen. Alles in het leven stroomt, verandert. Groei staat gelijk aan verandering. Tijd is volgens mij daarvoor de sleutel. Door tijd te nemen voor de flow in je leven voorkom je dat energie blokkeert. Door tijd te nemen zorg je voor ruimte in jezelf waardoor je vóelt wat belangrijk is om te voelen. Ik herken dat. Helemaal nu mijn leven, na de ratrace dat in het Erasmus ziekenhuis plaatsvond, weer een stuk rustiger is geworden. Ik heb ruimte in mezelf gekregen door de tijd die ik ervoor heb. Ik ben inmiddels twee jaar gezond. Alhoewel ik nog steeds regelmatig naar Rotterdam rijd voor routinematige controles van mijn tong, mond en hals. Ook erheen voor uitgebreide gebitsreinigingen vanwege mijn tekort aan speekselaanmaak. Ik rijd ook een keer per week naar Utrecht voor gesprekken met mijn psycholoog. Verder heb ik elke twee weken oedeemtherapie voor mijn hals, elke maand een bezoek aan de diëtiste omdat voldoende eten nog steeds voor mij een ding is. Vooral door de tijd die het me kost om het binnen te krijgen is mijn avondeten vaak al afgekoeld voordat mijn bord leeg is. Ik zorg niet voldoende voor mezelf door mijn bord vaak maar af te ruimen ondanks dat ik nog niet voldoende heb gegeten. De tijd nemen om genoeg te eten is zelfzorg. Óndanks de snelheid van het leven. Ik at vaak alleen uit noodzaak. Eten voor mentale verzadiging is echter ook heel belangrijk om de lol erin te houden. Lekkere dingen eten. Zelfliefde. Ondanks al die therapieën en controles - en alles wat er nog extra bijkomt kijken zoals tóch weer extra bloedprikken, tóch weer gips happen voor een bitje of tóch weer met de praktijkondersteuner in gesprek - vind ik tijd en rust. Tijd is belangrijk om geduld, attent zijn of empathie te voelen. De snelheid van het leven houdt onbewust van alles in stand zoals oppervlakkigheid of ongeduld of onaardigheid. We hebben tijd gewoonweg nodig om het leven te verteren, je van stress en haast ontdoen. Voor mij voelde het op een bepaald moment heel natuurlijk om niet meer deel te nemen aan de ratrace. Ik zou het ook niet meer kunnen. Spirituele schrijver Paulo Coelho schreef ooit ‘Verander. Maar begin langzaam, want richting is belangrijker dan snelheid.’ Ik heb nu de tijd. De tijd om optimaal waar te nemen, te voelen en te veranderen. 

dinsdag 18 februari 2025

Me having slowdown time...
KRUIMELDIEF
The mother-child relationship is paradoxical and, in a sense, tragic. It requires the most intense love on the mother's side, yet this very love must help the child grow away from the mother, and to become fully independent.
- Erich Fromm

‘Ooh help, ik word net mijn moeder!’ Uiteindelijk ontdekt elke vrouw dit op een gegeven moment. ‘Ik lijk op mijn moeder…’ Met de gloednieuwe stofzuiger zonder snoer ga ik als een razende door het huis wanneer ik een kruimel zie. Net mijn moeder! Mijn moeder kocht in de jaren tachtig voor zichzelf een zogenaamde kruimeldief. Een donkerbruine wandhouder aan de muur en een handzame beige stofzuiger van Black en Decker zonder snoer, en ook zonder stofzuigerzak trouwens. Ze zoog er álles mee op. Denk aan kattenharen, stof op de grond, asbak leeg, brood- of koekkruimels op het tafelkleed en zelfs de chocolade hagelslag die naast mijn bord viel wanneer ik, als tiener, nog volop aan het ontbijten was! Dat irritante geluid vlak onder m’n snufferd wanneer ze weer iets op moest zuigen. Daarna zag je het ‘opgezogene’ door het bruine doorzichtige opvangbakje draaien of ratelen. Ik denk dat dat haar genoegen schonk en anders wel het legen van het opvangbakje. Ze was er heel blij mee. Een heldere herinnering aan haar is ook dat ze de hal altijd dweilde wanneer mijn zus en ik net uit school kwamen. ‘Niet met je schoenen daar lopen, ik heb nét gedweild!’ gilde ze wanneer we met het touwtje in de brievenbus de voordeur openden. Wat mij altijd zo onlogisch voorkwam, want ze wist hoe laat wij uit school kwamen voor een boterhammetje. Wij hebben onlangs dus óók een draadloze steelstofzuiger gekocht. Draadloze steelstofzuiger is een veel moeilijker woord dan kruimeldief natuurlijk. Kruimeldief, leuke naam. Kruimeldief, kleine crimineel. Één van de mooiste woorden van de afgelopen eeuw. Kruimeldief. De eerste kwam in 1979 op de markt en werd meteen een enorme hit. Niet veel mensen weten dit, maar de kruimeldief is ooit uitgevonden door een man. Hij wilde eigenlijk een föhn maken. De man faalde koninklijk natuurlijk. In feite is een kruimeldief dus niets meer dan een mislukte haardroger. Ik begrijp de liefde van mijn moeder voor haar kruimeldief nu pas nu ik zelf ook een snoerloze stofzuiger heb. Wanneer de accu van onze stofzuiger opgeladen is kun je een uur lang stof of vuil opzuigen. Ik probeerde hem na aankoop meteen op de traploper. In plaats van eerst de onderste helft van de trap met de stekker beneden in de hal te zuigen, en daarna boven in een stopcontact te duwen op één van de slaapkamers, zuig ik nu de onderste én bovenste helft van de traploper met een lichte stofzuiger in mijn hand. Een verademing. Wanneer ik de stofzuiger elke traptrede opsleepte en ik had pech dan drukte ik met mijn knie steeds de aan/uit knop in. Dat zware apparaat hield ik met mijn knieën tegen om te voorkomen dat ie de trap af naar beneden stuiterde. In de voor- en achterkamer moest ik altijd van stopcontact wisselen. Te kort snoer. Ik ben zo blij met mijn nieuwe modelletje. Net zo senang als mijn moeder destijds. Ik wilde heel graag deze vanwege het innovatieve ‘pet’ opzetstuk waarmee ik alle kattenharen tot in detail op kan zuigen van de meubels en vloerkleden. Ideaal met drie katten in huis, waarvan twee dubbel zoveel vacht hebben. Ik heb vorige week ook mijn autootje aan de binnenkant ermee schoongemaakt. Ideaal. Ik moest voor het eerst drie deelnemers van de stichting in mijn eígen kleine autootje vervoeren. Voorste stoelen ver naar voren, op achterste bank de knieën beetje schuin wegzetten en we pasten er alle vier in. Ik heb gelukkig wel vier deuren, stel je voor! Ze vonden het niet eens een probleem om zo ‘krap’ te zitten. Ze waren al blij dat ik ze op kwam halen. Of ík het zélf soms een probleem vond werd me gevraagd. Ik zal eraan moeten wennen. Mijn lief neemt tegenwoordig doordeweeks de grote auto mee naar Duitsland. 


Met ingevoerde veranderingen in ons dagelijks leven kunnen we bijdragen aan een betere geestelijke gezondheid.  Ook aan je lichamelijke en spirituele gezondheid trouwens mocht deze niet honderd procent zijn. Ik heb tegenwoordig een beetje hulp van een psycholoog. Er zijn praktische hulpmiddelen die me kunnen helpen bij het helingsproces. Dat proces is een gebeurtenis die bij mezelf begint. Het betekent dat ik elke dag het werk moet doen. Ik ben zélf verantwoordelijk voor m’n herstel en ik zal actief moeten deelnemen aan dat proces. Ik heb een wekelijks consult en daar komen ook afspraken uit. Hoewel er een heleboel dingen zijn die ik niet in de hand heb die me overkomen zijn, heb ik gelukkig ook een heleboel andere dingen wél in de hand. De psychologe adviseert me kleine, haalbare veranderingen door te voeren en die vol te houden. Het ongemak dat ik erbij voel, betekent dat er iets aan het veranderen is en dat ik op weg bent naar een diepgaande transformatie. Als kind heb je vaak niet geleerd voor je eigen welzijn te zorgen. Als volwassene kun je alsnog zelfzorg toepassen met soms heel eenvoudige veranderingen. Holistisch gezien bijvoorbeeld door voor verse maaltijden te zorgen (óók als ik voor mezelf kook). Door mediteren wat ik tijdens m’n yogalessen doe. Of door korte momenten van beweging zoals de fiets pakken naar de winkel of een loopje naar m’n yogaschool. Zelfs een dagboek bijhouden, en ik zie mijn wekelijkse blog schrijven als een gelijkwaardige activiteit, is zelfzorg. De natuur intrekken is sowieso heel heilzaam voor lichaam én geest. Afgelopen weekend met vrienden door de blupsie gestapt in ‘ons’ bos de Trippelenberg. Heerlijk. Meteen tijdens het wandelen een goed gesprek onderweg. Je huid in aanraking laten komen met warm zonlicht is voor mij persoonlijk een vorm van zelfliefde en dat kan ook prima in de winter, op dagen met knalblauwe luchten zoals de laatste dagen. 

dinsdag 11 februari 2025

The greenery in wintertime
WINTER ORANJERIE
 ‘For in the true nature of things, if we rightly consider, every green tree is far more glorious than if it were made of gold and silver.’ 
- Martin Luther


Alle wintermaanden was ik niet meer in mijn tuinkas, alias oranjerie, geweest. Ik vond het gewoon te koud om erheen te lopen. Er groeide toch geen fruit of groente meer. Ik had de schuifdeur eind oktober gesloten voor wind en koude en hoopte op het beste. Twee weken geleden had ik een vriendin op bezoek en zij was nog niet in mijn kas geweest. We liepen er samen heen. Het eerste wat me opviel was al het natte, verrotte herfstblad dat zich voor de schuifdeur van de glazen kas flink opgestapeld had. Een windhoek tussen de kruidentafel en de ingang naar de kas. Dat heb ik erna natuurlijk opgeveegd. Het volgende dat me opviel was dat de crème-gekleurde houten servieskast onder de grijze schimmelplekjes zat. Alles had maandenlang potdicht gezeten. Een beetje frisse lucht erbij om het vocht van de ramen te krijgen was helemaal geen luxe. Het was ook koud binnen in de oranjerie. Dat was een ontdekking voor mij, want het glazen huisje staat er pas sinds mei en we hebben dus nog geen vol jaar van alle seizoenen in de tuinkas genoten. Tot nu heeft het niet gevroren binnen, maar het is er wel ijskoud. Het winterzonnetje kan het binnen niet opwarmen. Ik heb een paar dagen later isolerend plastic noppenfolie over het kwetsbare citroenplantje gedaan dat op een tafel staat. Ook de twee avocadoplanten die gestaag doorgroeien heb ik warm ingepakt in een soort schuimfolie. De grote potten die op de grond staan zoals twee met een blauwe bessenplant, een bramenstruik en een struik met vlierbessen heb ik een scheut regenwater gegeven. Buiten krijgen ze natuurlijk ook af en toe een flinke plensbui. Ook de passievruchtplant heb ik een slok gegeven, in de pot was mos gaan groeien maar toch zag ik op de takken knoppen ontstaan - van blad neem ik aan? Nieuw was het ook voor mij om de uitgegroeide tomatenplanten helemaal grijs stoffig uitgeslagen te zien, verdord hangend aan de rekken. De tomatenziekte is een schimmelziekte die vooral in de herfst toeslaat. De schimmel verspreidt zich zomers, in natte periodes, razendsnel door de lucht in de kas. Daar heb ik niks van gemerkt overigens. Als het dan ook nog koud wordt zoals in de herfst, gaat het extra hard. Dat heb ik dus nu gezien op de tomatenplanten én op de kast. ‘Inspecteer je planten tegen het eind van de zomer regelmatig, vooral bij vochtig en warm weer’ is een heel waardevolle tip. Mijn vriendin adviseerde me om zodra het warmer en zonniger wordt de aarde uit de potten te scheppen en de potten goed te soppen en in de zon te laten opdrogen. Schimmel kan niet tegen warm zonlicht. Ik lees ook dat ik volgende seizoenen geen tomaten in dezelfde potten mag laten groeien. Komkommer- of courgettepot wordt dan in het voorjaar tomaat en andersom. Zodra er weer zon en warmte door de oranjerieruiten  binnen komt stromen, verdwijnt de schimmel weer uit het zicht. Alleen uit het zicht, want bijna elke plant heeft rond de wortels een netwerk van schimmels. Dat helpt de plant met het opnemen van water en mineralen. In ruil daarvoor geeft hij er suikers voor terug, wat de schimmel in leven houdt. Win-win dus. Een andere schimmel is meeldauw, een klein beetje meeldauw is helemaal niet erg. De planten kunnen daar best tegen. Nu heb ik geleerd dat bij courgettes en komkommers het heel normaal is dat ze meeldauw (een witte schimmel) aan het einde van het seizoen krijgen, als het vochtig en koud wordt. Deze zomerplanten worden door kou en vocht zwakker en zijn er dan extra vatbaar voor. Ik ben nog een leek, maar ik denk dat ik einde van de zomer (of begin herfst) de groenteplanten er voortaan gewoon uit haal. Ze zijn toch eenjarig. Dan heb ik in de herfst en winter geen gezeur met allerlei schimmels die ik nu tegengekomen ben. De betonnen vloer in de oranjerie is groen aangeslagen door de vochtigheid. Ik zal dus op een mooie voorjaarsdag flink aan de bak moeten om de vloer te schrobben met groene zeep, de potten te schrobben en in de hete zon te zetten. De houten servieskast heb ik inmiddels vrij gemaakt van schimmels en de oude, verdroogde en beschimmelde tomaten- en komkommerplanten heb ik weg gegooid. Wanneer ik straks zaailingen heb zal ik mijn planten nog beter verzorgen. Regelmatig water aan de voet van de plant en niet eroverheen, elke vijf weken een eetlepel extra voeding zodat ze sterk en bestand zijn tegen schimmels en wat steun van stokken of touw als ze dat nodig hebben. Ik heb er al weer helemaal zin in om aan de slag te gaan. Laat het lentezonnetje maar gauw komen!


Vlakbij ons huis ligt de Trippelenberg waar ik wekelijks hardloop. De Trippelenberg is geen berg maar een bosgebiedje aan de meanderende rivier de Aa. Het is een bosgebied dat deel uit maakt van het oude Mastbos hoewel het er eigenlijk helemaal los van ligt. Het kleine bos kenmerkt zich door vele varens. Het bos was eeuwen geleden naaldhout, maar thans meer en meer gemengd bos. Met sneeuw is het er fantastisch. We hebben in de late avond hazen over het veld zien springen. Er zijn ook veel wilde vogels te zien zoals een buizerd, sperwer, torenvalk of een boomvalk. Zelf zie ik vaak de Canadese ganzen in het veld, wilde eenden en een blauwe reiger. Meerkoeten en waterhoentjes zie ik in het water tijdens het joggen. Ik hoor spechten tikken tegen de bomen en dat zouden de grote bonte specht, groene specht en zwarte specht kunnen zijn. Veel lawaai maar kleine vogeltjes. Verder eigenlijk gewone vinkjes, koolmeesjes, pimpelmeesjes, en roodborstjes. Er is veel leven in het stukje bos dus. Het is ook al van oudsher een bewoond gebied. In de middeleeuwen stond hier een houten burcht ‘Ten Houte’, rond 1287 gebouwd. In 1975 is er archeologisch onderzoek gedaan waarbij oude grachten en middeleeuws aardewerk is aangetroffen. En nu…, nu wil de gemeente dat bos omkappen voor industriepanden. Nóg meer kantoorgebouwen. Dat vind ik echt niet kunnen. Wanneer er eenmaal stenen gebouwd worden kun je het nooit niet meer terugdraaien dus ben ik met een handtekeningenlijst van het burgerinitiatief langs de deuren in ons straatje gegaan. Heel gezellig om de buurtjes weer te spreken. In plaats van mijn handtekening op iemand’s lijst te zetten ben ik zelf met een lege lijst langs de deuren gegaan. Ik heb bijna vijftig handtekeningen opgehaald. Er zijn er zestienhonderd nodig om een extra onafhankelijk onderzoek te laten doen. Onderzoek naar de noodzaak van een nieuwe bedrijventerrein in relatie tot werkgelegenheid. Gelukkig hebben meer mensen er hier een warm hart voor dus fingers crossed dat het ons gaat lukken!

dinsdag 4 februari 2025

I enjoyed 'Film van ome Willem' so much!
RADICAAL
Vader was een mooie held
Vader was de baas

Vader was een duidelijke mengeling van Onze Lieve Heer en Sinterklaas’

- Annie M.G. Schmidt


Eenenvijftig jaar geleden startte het kinderprogramma ‘De film van ome Willem’ op televisie. Iedere woensdagmiddag zat ik op m’n knietjes trouw te kijken. In onze kleine woonkamer in Groningen. ’Deze vuist op deze vuist’. Ik kan me niet meer herinneren of het zwart-wit TV was? Als kleuter keek ik met m’n zusje na het avondeten de Fabeltjeskrant in ons pyjamaatje. Later waren Tita Tovenaar, Swiebertje en Pipi Langkous een reden om op woensdagmiddag thuis te blijven. Of het spannende Q & Q vlak voor etenstijd. Toen woonden we al in Hoorn, mijn moeder stond dan in de open keuken te koken. Een echt thuisgevoel. We moesten het toen doen met maar twee televisiekanalen. Overdag testbeeld behalve in de ochtend SchoolTV wanneer je een keertje ziek thuis was van school. Mijn geliefde kinderprogramma van ome Willem had een fantastisch orkestje. Ik was vijf toen het programma op de buis kwam en ben inmiddels een wat ouder geworden rakker van ome Willem! Het orkest van de geitenbreiers bestond uit hoofdgeitenbreier Harry Bannink op piano, een grote grijze geitenbreier op accordeon en een papjesgeitenbreier op bas. Hoe verzin je die namen van  de geitenbreiers? Ik denk dat het gegrift staat in ons collectieve geheugen. Er zijn verschrikkelijk veel liedjes gemaakt door de hoofdgeitenbreier. Hij componeerde liedjes voor Sesamstraat, De Stratemakeropzeeshow, J.J. De Bom voorheen De Kindervriend en Ja zuster, nee zuster. Trouwens ook veel liedjes op de teksten van Annie M.G. Schmidt die ik later met onze meiden zong. Harry Bannink is vijfentwintig jaar geleden overleden en daarom is er nu een theatertour om hem te eren. Twee mannen doken in Harry’s muzikale erfenis. Natuurlijk ging ik er op een middag, afgelopen week, heen met drie dames die ik ophaalde voor de stichting waar ik voor werk. Ik had geen idee wat ik moest verwachten van zo’n concert. Een theaterzaal vol opgewekte senioren. De sfeer was snel gezet. Het concert was een verrassende mix van vrolijke nummers die ze allemaal mee zongen en onbekende verstilde, weemoedige liedjes. Omlijst met mooie, nu nog steeds actuele teksten van onder anderen Annie M.G. Schmidt, Willem Wilmink en Hans Dorrestijn. ‘Zeg maar ja tegen het leven’ heette de show en dat deden de ouderen deze middag. Het liedje van Tommy uit Sesamstraat over heimwee was prachtig klein en heel gevoelig. Ik zou niet zeggen dat het uit Sesamstraat kwam. Mooie tekst. Natuurlijk eindigde het concert met ‘Op een mooie Pinksterdag’ ook geschreven door Annie M.G. Schmidt. Destijds gezongen door Leen Jongewaard en Andre van den Heuvel, nu door alle senioren in de zaal. Het lied werd uitgebracht in 1967 en stond destijds meer dan twintig weken in de Nederlandse Top 40. Iedereen zong luidkeels mee. Ik luisterde voor het eerst in mijn leven aandachtig naar de tekst. Het gaat over een vader die de fases van het groter groeien van zijn dochter beschrijft. Heel herkenbaar met drie dochters en mijn lief als hun vader. Nu ik wat ouder ben komen de teksten anders over. Serieuzer, filosofischer of weemoediger. Die goede oude tijd…


Wanneer ik niet belangrijke dingen erg belangrijk ga maken of als ik rusteloos word van wat ik allemaal nog moet doen is dat meestal het signaal dat ik rustiger aan moet gaan doen. De afgelopen maand dat ik terug ben in Nederland word ik geleefd door afspraken in mijn agenda. Elke dag een alarm in mijn telefoon omdat ik ergens op tijd moet zijn. Vriendinnenafspraken tel ik niet eens mee. Dan heb ik het over elke week een dagdeel naar het hospice, soms voor de stichting iets doen, workshops voor mijn werk, veel zorgafspraken in verschillende steden en soms zelfs twee steden op één dag zoals afgelopen week. Tussendoor probeer ik mijn yogalessen te blijven volgen. Ik heb sinds de terugkeer uit Vietnam nog geen bladzijde uit een leesboek opengeslagen. Dan wordt het tijd voor mij om even te verdwijnen. Me terug te trekken, onbereikbaar te zijn, onzichtbaar te worden. Dat lukt me aardig door mijn telefoon weg te leggen. Geen nieuwe afspraken erbij, in elk geval. Tóch weer een cadeautje in de stad halen om attent te zijn, tóch weer langs het station om een dochter af te halen, toch met de kat naar de dierenarts, toch een kop thee na de yoga of tóch weer even met de buurvrouw kletsen. Alles rimpelt na als een steentje in het water. Je neemt het mee, denkt er nog een keer over na, moet het nog van je af schudden. Het kost tijd en energie. Ik besefte dat het weer zover was om wat rustiger aan te doen toen de coördinator van de stichting waar ik voor werk me voor de tweede keer had gevraagd haar opvolger te worden. Ik bladerde eens terug door de afgelopen weken in mijn agenda of ik daar überhaupt tijd voor zou hebben of kunnen maken. Niet dus. Ik heb helemaal geen tijd voor een nieuwe verplichting. Ik heb dus wederom beleefd bedankt. Soms is het gewoon belangrijk om onzichtbaar te zijn. Lekker zonder telefoon ergens heen gaan. Anoniem en onbereikbaar. Zonder scrollen door je telefoon, zonder foto’s kijken of maken, zonder berichtjes lezen of beantwoorden. ’Zonder je telefoon een wandeling maken, is zo’n beetje het radicaalste wat je nu kunt doen’ zei een Britse dichter onlangs. Ach, radicaal… 

dinsdag 28 januari 2025

My picture from 1973
FAMILIE MAGNEET
“We are connected to other human beings on this earth– genetically, historically,' Winn says. 'It's like magnets, I may not know where the other end of the magnet is, but I'm being pulled to it. How can we answer anything about ourselves if we don't know what our roots are, if we don't know who are people are?” 
- Libby Copeland


Mijn moeder is volgende maand twintig jaar geleden overleden. Terwijl ik dit opschrijf en teruglees lijkt het heel lang geleden. Toch voelt het niet écht als heel lang omdat mijn moeder nog levende wordt gehouden door verhalen over haar, over haar ouders of het gezin waarin ze opgroeide. De meeste verhalen over dat gezin hoorde ik van mijn oudste tante, de zestien jaar oudere zus van mijn moeder die vorig jaar overleden is. Zij was jarenlang mijn surrogaatmoeder voor familie- en reisverhalen. Zij herinnerde de verkeringstijd van mijn ouders, hun (ongewenste) zwangerschap, hun huwelijk en hun scheiding. Plus de fotoboeken vol familiefoto’s van mijn groot- en overgrootouders. Uiteraard stonden er in mijn tante’s achtergebleven appartement vele familiestukken, overgeleverd van mijn voorouders aan mijn oude tante. Van mijn moeder heb ik buiten wat sieraden niet veel geërfd omdat haar tweede echtgenoot nog leeft. Elke afwikkeling kent vaste elementen. Ook mijn tante’s erfenis. Allereerst het rouwen om haar, een vrouw die mijn leven mede een beetje heeft bepaald na mijn moeder’s verlies. Zij was én is een voorbeeld voor mij. Vervolgens het inventariseren van nagelaten spullen die onvermijdelijk herinneringen wekten bij haar twee kinderen. Mijn tante liet een propvol koopappartement achter. Restanten van een heel leven lagen opgeslagen bij haar thuis en op zolder. Ze bewaarde nagenoeg alles. Voor nabestaanden hebben nagelaten spullen nooit de betekenis die ze hadden voor de overledene. In het huis van mijn tante stelde ik me voor hoe zij in haar eentje elke ochtend opnieuw de dag begon. In de woonkamer, zittend in haar stoel aan de tafel, terwijl haar ogen langzaam de muren en meubels met herinneringen streelden. Haar spullen weerspiegelden haar bestaan. Met haar dood verloren ze de betekenis die zij hen ooit gaf. Dingen zijn eenzaam zonder mensen die er ooit waarde aan hechtten. Haar spullen zijn een stukje mijn tante, maar ook mijn moeder of mijn grootouders. Voor de meeste van haar kleren was weinig interesse. Het leeuwendeel van de spullen die ze een leven lang vergaard en bewaard had, verdween volgens mij uiteindelijk naar de kringloopwinkel. Dit weekend haalde ik met mijn lief de nagelaten kast op. De secretaire die al generaties lang in mijn oma’s familie is (van vrouw op vrouw). We reden met onze oude VW kampeerbus. Bed plat ingeklapt gleed de antieke secretaire er zo in. Ook een groot boeddhistisch beeld voor in mijn tuinkas, net zoals een typisch jaren ’70 bamboe tafeltje. Een Chinese kist. Tussen de spullen voor de kringloop vond ik nog veel prachtige wijnglazen die nu hip zijn met gekleurde voetjes. Ook een doosje met champagneglazen waar ik er altijd te weinig van heb, want proosten doe je meestal met velen. Wat nu overblijft zijn herinneringen, normen en waarden die zijn overgedragen, woorden en gezegdes die alleen onze familie kent zoals ‘asem’ en ‘mantel’. En levensmotto’s die van generatie op generatie overgaan. Zoals later bleek toen wij na afloop van het inladen bij mijn moeder’s ándere zus een kop thee gingen drinken. Het vertrouwen dat alles goedkomt, het positieve in nare tijden blijven zien heeft zij precies hetzelfde. Ze vroeg me er specifiek naar. Een levensmotto van generatie op generatie. Zij had weer heel andere herinneringen aan mijn moeder’s jeugd en het gezin waarin ik opgroeide. Ze vertelde levendige familieverhalen. In gezinnen met veel familieverhalen zoals mijn moeder’s familie zijn kinderen minder van slag door traumatische gebeurtenissen. Mijn hele familie kenmerkt zich door vele buitenlandse verhuizingen. Mijn opa en oma woonden twee periodes in het voormalig Indië. Mijn opa was een held tijdens de Tweede Wereldoorlog; in het sinds kort openbare Nationaal Archief staat hij genoemd met de beschrijving van zijn heldendaad. Ondanks dat mijn oma er niet in staat vind ik haar ook een stoere oorlogsheld. Het heeft er alle schijn van dat een kind op moeilijke momenten stressbestendiger is als het weet dat eerdere generaties ook het hoofd hebben geboden aan tegenslagen. Familieverhalen zijn belangrijk dus. Mijn tante had trouwens de lekkerste ragout gemaakt voor de lunch. Het was heel gezellig. We willen dit vaker gaan doen. Ondanks dat mijn moeder bijna twee decennia terug onverwacht is overleden blijft ze door onze verhalen heel levend. Nu de spulletjes uit mijn familie in ons huis staan voelt mijn familie dichterbij. Als een tastbaar symbool van hun aanwezigheid in mijn leven.


De dag ervoor reed ik ook, toen in m’n uppie, naar Noord-Holland. Deze keer voor de andere kant van mijn familie. De aangetrouwde tante van vader’s kant was overleden. Een reünie van nichten en neven. We hadden elkaar een paar maanden terug ook gezien tijdens een afscheid van een oom. De periode waarin de generatie oom’s en tante’s boven ons, allemaal tachtigers, komen te overlijden is aangebroken. Er zijn nog twee tante’s over. De één heeft dezelfde voornaam als ik. Beiden vernoemd naar mijn oma, haar moeder. Zij is de enige zus van mijn vader en ook de langstlevende telg. De andere levende tante is Zuid-Afrikaans en getrouwd geweest met mijn vader’s broer. Mijn vader en zijn broer zouden beiden in 1973 (ik was vier jaar oud) naar Zuid-Afrika emigreren. Mijn moeder kreeg echter koudwatervrees anders was ik daar opgegroeid en had ik nu Afrikaans gesproken. Ik heb nog steeds het zwartwit pasfotootje dat op mijn visum zou komen. Met een typisch voor die tijd, zelfgemaakte paperclip ketting om mijn hals van gekleurde, plastic paperclips. Mijn oom die wél vertrok trouwde dus met mijn tante. Zij woont nog niet zo heel lang in Nederland bij haar zoon en dochter. Ik heb door omstandigheden niet veel contact gehad met mijn vader’s kant van de familie. Het contact met mijn neven en nichten komt langzaam op gang. Er is herkenning qua uiterlijke kenmerken en we delen familieverhalen. We komen uit hetzelfde nest. Wanneer je zoals ik boven de vijftig komt is er een neiging om je familieachtergrond beter te leren kennen. Je weet niet wie er aan de andere kant van de magneet is maar je wordt er als het ware naartoe getrokken.

dinsdag 21 januari 2025

Together we make it | in Vietnam this month!
WOLFMAAN
‘Is dat natuurlijke vergankelijkheid die je ziet in de spiegel, of is dat het punt waar je zou moeten zijn op dát moment?
- Marieke Saan


Op maandagochtend een week geleden kom ik in de schemer naar beneden in de woonkamer en zie ik in de achtertuin een heel grote, felle volle maan boven de daken hangen. Wolfmaan. De eerste volle maan dit jaar. Deze maan is wispelturig en zet de toon voor de rest van het jaar. Niet heel lang daarna komt de zon op aan de andere kant van ons huis, door het raam van de voorkamer. Prachtig roze, oranje, paars en lila blinkt er achter de hoge kale bomen. Wat een cadeau zo’n mooie kleurige zonsopkomst als een schilderij door ons raam. Astrologen schreven dat door de Wolfmaan het een week zou worden waarin emoties alle kanten op zouden gaan. Dat wist ik die bewuste maandagochtend nog niet toen ik naar Utrecht reed voor een eerste intake gesprek met een psycholoog. Emoties waren er zeker. Ik was doorverwezen door mijn oncologisch kaakchirurg. Gelukkig stond er een doosje met tissues daar naast me. Thuis las ik pas dat de grote Wolfmaan met alle kanten opgaande emoties te maken heeft. De volle maan van die maandag had meer psychologische betekenis dan de andere volle manen van dit jaar. Astrologen waarschuwden om op je hoede te zijn. Innerlijke conflicten konden ontstaan. Zéker. Mijn lief was namelijk die week voor het eerst een paar dagen in Duitsland om ingewerkt te worden voor zijn nieuwe functie. Hij heeft best onverwachts een totaal nieuwe baan aangeboden gekregen. Een baan waarbij hij verantwoordelijk zal zijn om een nieuw proces te implementeren in fabrieken in Noord-Europa. Alles is nog nieuw voor hem. Een nieuwe werkplek in Duitsland, reizen naar fabrieken in Noord-Europa maar ook het product waar hij mee gaat werken. Hij werkt in een internationaal team. Geen eigen fabriek meer om te leiden. Innerlijk conflict deze eerste dagen in Duitsland. Zal hij dit werkelijk leuk kunnen gaan vinden? Haalt hij er voldoening uit? Hij heeft tijdens onze expat-uitzendingen en de laatste acht jaar in Nederland altijd productiefabrieken geleid. Wat houdt zo’n nieuwe functie precies in? Wat betekent het om doordeweeks in Duitsland te zijn? Voor mij is deze wending in zijn carrière welkom. In plaats van een verhuizing naar de andere kant van de wereld (waar ook sprake van was) blijf ik met de poezen namelijk thuis wonen en kan ik regelmatig naar mijn controles in Erasmus. Bij de arts die mij zelf geopereerd heeft. Dat is heel belangrijk voor mij. Mijn gezondheid is nog wankel de komende drie jaar. Deze week is het precies twee jaar geleden dat ik de laatste bestraling had. Geen garanties zeiden ze toen. Vijf jaar lang regelmatige controles door mijn arts in het Erasmus. Een ver expat-avontuur zie ik om die reden niet zitten. Het is nog te vroeg. Met z’n tweetjes een expat-avontuur aangaan is ook nog niet ideaal voor onze jongste dochter die aankomende zomer weliswaar haar bachelor afrondt in Maastricht maar ook nog twee jaar een masteropleiding in Nederland gaat doen. Gelukkig is de nieuwe werkplek van mijn lief voor zo’n drie jaar. Niet langer. We leven in het nu. We bewegen met de flow mee. De grote Wolfmaan biedt trouwens ook een kans om na te denken over hoe je relaties beter kunt managen en om goed voor jezelf, je huis en je gezin kunt zorgen. Heel actueel omdat het nu vooral gaat om een veilige ruimte voor onszelf te creëren. De nieuwe baan voor mijn lief zorgt ervoor dat ik in mijn eigen omgeving goed voor mezelf kan zorgen. Met hulp van een diëtiste om goed met voeding om te leren gaan, mijn yogaschool, een psycholoog voor begeleiding, met hulp van mijn vriendinnen en wellicht een ergotherapeut om mijn (weinige) energie goed te managen. Ook is het nu belangrijk om goed voor ons gezin te zorgen. Het zijn de naweeën van mijn ziekte. De jongste twee komen regelmatig thuis en we vinden het fijn om dichtbij elkaar te zijn. Na alles wat er gebeurd is, hebben we elkaar nu opnieuw nodig. Het lijkt wel of nu, na twee jaar, alle stof gedaald is en we pas zien wat het betekend heeft voor ons gezin. Voor ieder van ons. Ik zelf besef eigenlijk nu pas wat de blijvende verliezen voor mij zijn. Nu wil ik aan de slag met de gevoelens die daarbij horen. De Wolfmaan gaat me hierbij helpen. Dit is de juiste tijd.


Ik ben al járen niet meer naar een nieuwjaarsreceptie geweest. Heel lekker gevoel om er bij te horen en een borrel van het ‘werk’ te hebben. Ik dacht van vroeger te herinneren dat je wat later binnenkomt. Je wilt niet de eerste zijn. Ik was een kwartiertje later en toen bleek ik al veel speeches gemist te hebben. Iedereen stond in een kring met een champagneglas in zijn hand. Ik kwam de grote, warme keuken van het hospice binnen en mijn koude brillenglazen (van het fietsen rond vriespunt) begonnen meteen te beslaan. Mensen zeiden mij gedag maar ik zag door de nevel niet goed wie het waren. Ik ken sowieso nog niet alle namen bij de gezichten en ik heb ook nog niet met alle verpleegkundigen en vrijwilligers gewerkt. In mijn mist nam ik een glas prosecco aan die ik weer onopvallend weg moest zetten, want ik drink geen alcohol. Ik ben heel pro-actief geweest en heb me voorgesteld bij groepjes collega’s staande aan borreltafels. Ik heb zelfs een praatje gemaakt met de ‘grote’ manager van ons bedrijf. Ik sprak de verpleegkundige, uit mijn yogaklas die mij vorig jaar geïntroduceerd had, voor het eerst in het hospice zelf. Hij wees me op een kerstpakket voor mij die boven op kantoor stond. Ik heb al jaren geen kerstpakket meer gehad! Weer vroeg naar huis. Thuis bij het avondeten hebben we hem opengemaakt. Een flinke cadeaubon, echt leuk! Op zaterdag ben ik met mijn lief naar de stad gewandeld en heb daar lekker de tijd genomen om me mezelf te verwennen met Rituals producten. Oók een vorm van zelfzorg. 

dinsdag 14 januari 2025

Old Chinese temple in Ho Chi Minh city we've visited
GEBED
Give yourself a gift of five minutes of contemplation in awe of everything you see around you. Go outside and turn your attention to the many miracles around you. This five-minute-a-day regimen of appreciation and gratitude will help you to focus your life in awe.’
- Wayne Dyer 


Aan mijn eerste yogales afgelopen week was ik zó toe. Een maand lang in een fijne gezinsbubbel met z’n vijven met elkaar is heel fijn, maar is bij tijd en wijlen ook vol. Ookal ben je op reis en hoef je niks. Drie meiden die kletsen, lachen, kibbelen en vol energie zitten kan soms een beetje veel zijn voor mij. Ik ben het allereerst niet meer gewend. Ook ben ik heel erg ziek geweest en dat heeft nog steeds veel impact op mijn leven. Ik moet meer rusten dan vroeger. Dat geeft helemaal niet, ik ben gezond en dat is het allerbelangrijkste. Ik heb mijn leven anders ingericht en ik heb meer tijd nodig om op te laden. Dat is anders dan vroeger toen ik zelf vaak de enthousiaste plannenmaakster was. Grappen en grollen. Met de nieuwe medicijnen tegen de fantoompijn voelt het soms alsof ik onder een stolp van glas leef. Sommige emoties vlakken af, ik kan het tempo van gesprekken niet meer aan wanneer ik moe ben of soms lijkt het of ik vlagen niet eens hoor. Natuurlijk heb ik het daar met mijn gezin over gehad. De meiden merkten het eigenlijk niet aan mij en mijn lief herkende het niet bijhouden van het gesprekstempo van zichzelf. ‘Waar gaat dit gesprek nu over?’ denken we beiden af en toe als ze druk in gesprek zijn. Soms zocht ik bevestiging en maakte ik van een samenvatting een vraag. Dan bleek dat hun gesprek al lang ergens anders over ging. Wat ik fijn vond is dat mijn lief dan met zijn ogen liet weten dat hij ook al lang afgehaakt was. Wij samen hadden daar dan weer een lolletje over. We worden natuurlijk ook ouder. Mijn vriendin, die wat ouder is en oudere kinderen heeft, kwam jaren terug ook al met zulke ervaringen met haar kinderen. Een geruststelling. Mijn eerste yogales na de reis ging over jezelf voelen. Je lijf écht voelen. Ik zat daar in de zaal op een blokje in lotushouding in stilte en voelde me terplekke weer thuis komen in mijn eigen lijf. Een heerlijk gevoel. Alsof ik me zelf de laatste weken voorbij gerend was. Ookal hoefde ik niks, ik was per slot van rekening op reis, ik leefde meer in mijn hoofd dan in mijn lijf. Er is op reis een wereld te ontdekken. Een wereld buiten jezelf maar ook binnenin. Hoe word ik een ontdekkingsreiziger in mijzelf? Stilte is mijn sleutelwoord. Als een toerist in m’n eigen bestaan. Meditatie. In een overvolle geest kan niets nieuws meer naar binnen, er is gewoonweg geen plaats voor. Ik merkte niet eens dat tijdens onze reis door Vietnam en Cambodja mijn geest overvol zat. Alles was tenslotte leuk, interessant, avontuurlijk en supergezellig. Ik ging maar door. Pas thuis maakte ik mijn hoofd leeg tijdens yoga. Zoals vandaag, stil zitten en mijn aandacht te richten op mijn ademhaling en de geluiden ver weg van mij. Leegte. Ik kom langzaam tot stilstand en voel van alles wat al een tijdje zit te dringen. Restjes oude pijn zoals de gevolgen van mijn ziekte komen naar de oppervlakte. Deze week heeft de laatste bestraling twee jaar geleden plaats gevonden. Binnenkort heb ik daarom een laatste afspraak met de bestralingsarts in het Erasmus ziekenhuis. Kans op terugkeer wordt kleiner. Minder controles. Aandacht hiervoor. Ook een steek van heimwee in mijn buik naar het samenzijn met mijn complete gezin. Heb ik genoeg genoten van de drie meiden samen? Nieuwe dingen waar ik nog aan moet wennen komen ook naar de oppervlakte. Zoals mijn werk bij de hospice, waar ik mijn blik nog niet goed op heb laten vallen, hengelen naar mijn aandacht.


Donderdag was mijn tweede dag werken tijdens onze eerste week thuis. De eerste werkdag was dinsdag in het hospice geweest waar het gelukkig heel rustig was. Daar veel huisartsenpraktijken gesloten waren tijdens de Feestdagen zijn er weinig doorverwijzingen naar ons hospice geweest. Ik kon heel rustig opstarten. Donderdag werkte ik dus voor de stichting die eenzame ouderen mee uit neemt naar het theater. In een witte wereld haalde ik twee dames op die ik al vaker meegenomen had in mijn auto. We gingen deze ochtend met winterse sneeuw naar de lange film over Charles Aznavour. Aangekomen bij het theater verzamelde een grote groep van onze stichting waar we altijd gezellig een kop koffie vooraf aan de voorstelling mee drinken. Ik had zo’n honger (of trek) dat ik op eigen kosten een warme chocomel bestelde. De dame achter de bar zei ‘Nou zeker iets vullends bestellen, want de film duurt maar liefst twee uur en een kwartier!’ ‘Oh doe er dan maar een Twix chocoladereep bij’ reageerde ik alert. Sinds we terug zijn uit Vietnam heb ik zo’n honger, of trek. Misschien door de kou? Ik was heel tevreden in de donkere zaal toen de heerlijke film startte en ik lekker met mijn Twix genoot van het levensverhaal van meneer Charles Aznavourian. Ik houd van intrigerende levensverhalen van mensen. Het pad van zanger Aznavour bleef bezaaid met tegenslag, tragiek en twijfels. We luisterden naar zijn prachtige evergreens. Hij was in zijn jonge jeugd met zijn ouders, zigeuners, uit Armenië naar Parijs gevlucht. Ze overleefden met zingen en optreden. Charles debuteerde in het door de nazi’s bezette Parijs. Hij beleefde zijn eerste concertsuccessen met Edith Piaf. Hij offerde, heel tragisch, zijn gezinsleven op aan zijn ambities. Zijn zoon pleegde zelfmoord. Een eenzaam bestaan, en Charles werd heel oud. (1924-2018) Ook de ouderen in de zaal waren onder de indruk geweest. Zij kenden hem natuurlijk veel langer dan ik. Na een gezellige lunch met elkaar bracht ik de deelneemsters weer thuis tot aan de deur. Zoals altijd waren ze weer zo dankbaar. Ik was eind van de middag ook dankbaar, vooral omdat ik alleen thuis was. Even onverdeelde aandacht voor mezelf. Even tot stilstand komen. Een diepe zucht. Volledige aandacht voor mezelf voelde bijna als een gebed.

dinsdag 7 januari 2025

A rainy day with hot chocolate | Hôi An
UITDAGINGEN
‘Old friends pass away, new friends appear. It is just like the days. An old day passes, a new day arrives. The important thing is to make it meaningful: a meaningful friend - or a meaningful day.’
- Dalai Lama


Onze lange vliegreis waarbij we tijdens een krappe overstaptijd in China van maar een klein uurtje, waarin een paspoortcontrole én een security check met rijen plaatsvond, tóch nog op tijd bij het boarden waren lukte. Zélfs onze bagage was mee, en dat was heel veel met twee zware koffers van jongste die ze uit Australië meegenomen had. Koffers die we opgeslagen hadden in één van de eerste geboekte hotels in Ho Chi Minh stad. We hadden voor de zekerheid spulletjes die we thuis nodig hadden al in onze handbagage gedaan. We werden in Amsterdam opgehaald door het vriendje van onze jongste dochter. Zij kwam tenslotte na een half jaar studeren in Australië - gevolgd door reizen - weer thuis. Dat was een bijzonder moment voor hen natuurlijk. Zoals we allemaal van ons gezin onze momenten hadden. Een maand lang er helemaal tussenuit zonder connecties met je omgeving of werk is eigenlijk heel raar. Zo was mijn lief zijn wachtwoord vergeten van zijn werkcomputer en kon dus op zijn eerste werkdag eerst naar de digitale ondersteuning voordat hij in zijn werkmail kon komen. Ik was gewoon de pincodes van mijn twee betaalpassen compleet vergeten. Zelfs mijn handtas heb ik gewoon gedachteloos ergens laten staan. Gelukkig kon de vinder mij bereiken! Het geeft wel aan hoe wij in een bubbel geleefd hebben daar in Azië. Het draaide alleen maar om ons en de drie meiden, het samenzijn. En de avontuurlijke reis natuurlijk. Reizen zorgt voor uitdagingen en die konden we samen aan. Uitdagingen, grote en kleine, waren er namelijk in Vietnam en Cambodja. Om te beginnen de taalbarrière. Alles werd vertaald met de mobiele telefoon. Ze drukten op het microfoontje en wij spraken iets in dat voor hen werd vertaald en zo reageerden wij weer op hun reactie. Daar zat een ruime afwijking in waardoor we regelmatig miscommunicaties hadden. Meestal werkte dat in hun voordeel. Zoals de bestelling op het strand waarbij ik zélf met pen opschreef, met de menukaart ernaast, wat we wilden bestellen zoals bijvoorbeeld een portie patat. Ik schreef zelfs de prijs erachter zodat er geen twijfel mogelijk was. Toch kregen we dan ‘fish and chips’ geserveerd in plaats van friet. ‘Laat maar zitten, we eten het wel op.’ Soms kwamen ze met een gerecht dat we écht niet besteld hadden en dat lieten we dan terugbrengen. Vervolgens stond het dan wel op de bon. Of ze vergaten een gerecht te serveren, wanneer iedereen al gegeten had en lieten we die bestelling maar cancelen. Dat gerecht stond dan wel op de bon… Ach. Een heel grote uitdaging was het inreisvisum van jongste vanuit Australië. Ik had hem aangevraagd en kreeg dat visum na een dag of vier in mijn mailbox. Dochter stond er mee op het vliegveld van Sydney en daar bleek dat er een fout nummertje in het paspoortnummer stond. Met spoed terplekke (voor ons midden in de nacht in Vietnam) een spoedvisum aangevraagd voor driehonderd euro. Die kreeg ze na uren wachten op het vliegveld in Ho Chi Minh eindelijk in haar paspoort geplakt. Echter een eenmalige toegang. Dezelfde avond meteen weer een nieuw visum aangevraagd, want we zouden een paar dagen later naar Cambodja vertrekken. Pas na een paar dagen kreeg ik een antwoord dat een visum alleen buiten Vietnam aangevraagd kon worden. Dus vlak voor vertrek, vanuit Cambodja wéér een visum aangevraagd. Op de ochtend van ons vertrek nog steeds geen visum ontvangen. Dus wéér een spoedvisum van tweehonderd euro aangevraagd waar we vier uur op mochten wachten. Na betaling kwamen we er pas achter dat je hiervoor alleen op de luchthaven in Ho Chi Minh het land mocht binnenkomen. Wij reisden met een bus via een landgrens. Dus kochten we in de bus voordat we in Phnom Penh waren online een vliegticket voor jongste dochter voor iets van honderdtwintig euro. Zij vloog daar vandaan naar Vietnam, wij reisden verder met de bus. We kwamen tegelijk aan op de luchthaven. Dat visum was dus een pittige uitdaging. Kleinere uitdagingen waren het aanhoren van vieze geluiden zoals rochelen van mensen, kwatten op straat of keihard ongecontroleerd niezen. Echt goor vond ik dat. Of het opgelicht worden in een nep Grab taxi. Tijdens een rit in een limousine taxi zomaar op straat gezet worden om te wachten op de volgende. Ook de stukken gehakte kip met de botten er nog in waren een uitdaginkje.


Een behoorlijk grote uitdaging vond ik de manier waarop ze in Vietnam met dieren omgaan. Talloze opgestapelde, levende kippen opgehokt in opgestapelde metalen kooien op straat. Een soort slagerij denk ik. Verschrikkelijk om te zien en te horen. Na een paar dagen werd zo’n hok opnieuw gevuld… Ook vond ik het rot om hanen op een erf in een rond hokje van kippengaas te zien zitten in plaats van rond te scharrelen op het erf. Zo vaak teveel vissen, haaitjes, garnalen of kreeften in een veel te klein aquarium of plastic teil zien leven. Ook zagen we in de lodge waar we een week verbleven op het eiland Phú Quôc een stekelvarken in een klein hok met zijn pootjes op de tralies van het hok, zonder bakje water. Elke dag dertig graden… Hij bewoog maar met zijn kop heen en weer. Zo’n groot knaagdier zou de hele nacht scharrelend op zoek moeten zijn naar eten en overdag moeten slapen. Wat hij kreeg aan tomatenplakjes of zoete aardappel viel vaak door de tralies op de grond en dat rook hij wel, maar hij kon er niet bij. Erbarmelijk. Ik heb voorzichtig gevraagd of hij geen bakje water zou moeten hebben in zijn hok, en een dag later stond er wel een leeg bakje. Ik kon er helaas niet bij om het met water te vullen. Dus plukte ik dagelijks grote bladeren van een plant en doopte ze in water en gaf ze aan het beestje. We spaarden komkommerplakjes om stuk voor stuk te voeren. We voerden ook de piepjonge kitten op de lodge bij wie we zijn ribbetjes onder zijn vacht konden tellen. Garnalen, vissenkop of een doorbakken biefstuk. Andere uitdagingen in Vietnam waren de buikkrampen vanwege het eten van verkeerd voedsel of nachten spugen. We zijn uiteindelijk alle vijf wel ziekjes geweest. Nu ben ik dus met beiden benen in Breda geland. Alhoewel ik er nog niet helemaal bij ben gezien alles dat ik vergeet. Wel terugkijkend op een geweldige decembermaand met mooie indrukken, veel tijd met de kinderen en prachtige ervaringen. Ik hield van de vele nuances zoals de rust in de vroege ochtendmist en de hectiek op straat wanneer de dag begon. Ik hield van elke zachte magische zonsondergang en de glitters van de avondlichtjes en lantaarns in de avond. Het album vol wondermooie foto’s heb ik al besteld.

donderdag 2 januari 2025

Saô strand | Vietnam
HAPPY NEW YEAR!
‘To escape and sit quietly on the beach - that’s my idea of paradise.’
Emilia Wickstead


Mijn lief kwam al vanaf het strand met de snorkelbril aanrennen. Ik bewoog niet van m’n plek in de azuurblauwe zee. De plek waar ik mijn armbandje met rode agaatsteentjes van mijn pols voelde glijden. Ik kon van bovenaf zo door het doorzichtige water naar de spierwitte zandbodem kijken. Er glinsterde niets roods... Jongste en oudste dochter zochten mee met de stroming van de zee. We waren met z’n vieren aan het stoeien geweest in de zee. Ik zat bij oudste op de rug en mijn lief zat bij jongste op haar rug. We wilden elkaar omtrekken. De grootste lol. Tot ik dus onderwater het armbandje van mijn hand voelde glijden. We kwamen proestend boven water. Na mijn alarmerende nieuwtje bleef ik op mijn plek staan en ging de rest het zand afspeuren. Mijn lief liep dus naar onze bedjes om snel de duikbril te halen. Hij zocht onderwater. Tot middelste dochter aan kwam lopen en vroeg wat er aan de hand was. Eerst hoorde ze ons een hoop kabaal met gelach en gegil maken. Daarna was het stil. We deden ons verhaal. ‘Zit ie dan niet aan je bikini?’ vroeg ze opmerkzaam aan oudste zus. Nu had zij toevallig een agaatrode bikini aan. Ze checkte haar bikinibroekje maar helaas. Om vervolgens ‘Oh tóch!’ te roepen. Op haar rug, aan haar bovenstukje, hing de armband te bungelen!  We hadden inmiddels al een paar heerlijke dagen op het mooie, witte Saô strand achter de rug. Lichtblauwe zee, het strand omzoomd met groene jungle. Wat groene paraboolvormige eilandjes in het water. Kromgewaaide palmbomen hangend  over het strand voor een enorm tropisch en zeer fotogeniek effect. Ligbedjes te huur onder parasols. Op een paar honderd meter afstand van onze lodge. We werden steeds met een elektrisch golfkarretje gebracht en gehaald. Eén dag waren we naar het verder gelegen Khem strand gegaan, om daarna alle dagen weer naar ons ‘eigen’ rustige strandje te gaan. We hadden een routine. Eind van de ochtend haalde mijn lief vijf koude vruchtensapjes op. Lychee, limoen of passievrucht. Begin van de middag lunchten we bij een restaurantje. Eind van de middag kwam het golfkarretje onze zanderige, zongebruinde lijven weer ophalen. Onze lodge was een heerlijke groene oase van bananen-, papaja- en palmbomen. Allemaal houten hutjes en huisjes en een groot zwembad. Een keer kregen we twee papaja’s van Sôn, de manager, om bij het zwembad op te snijden en soms gaf de kokkin ons dragonfruit als dessert of zoete aardappel als extraatje bij het ontbijt. Ze sprak geen woord Engels maar ze kon goed koken en runde haar toko met geplastificeerde foto’s van de gerechten en drankjes, plus handen en voeten. Buiten liepen twee katten rond met hun paar weken oude katertje die we Scheetje genoemd hadden. Je kon de ribbetjes van Scheetje tellen. Dus kreeg hij bij het ontbijt ei van ons en wanneer we op de lodge dineerden ook wat stukjes garnaal. We kroelden hem elke dag en de één na laatste dag leerde hij in ons bijzijn spinnen. De hond was zijn vijand, hij probeerde indrukwekkend tegen hem te blazen. In een kooi in de schaduw zat een stekelvarken. Die was een paar maanden terug op het terrein terecht gekomen als verdwaald jonkie en een straathond ging vreselijk tegen hem tekeer. Wij noemden het knaagdier Edward. Hij had geen bakje water in zijn kooi en onder de tralies lagen vieze stukjes tomaat die er doorheen gevallen waren. Ons hart brak. Elke ochtend spaarden we onze komkommerstukjes van het ontbijt op en voerden het stuk voor stuk aan Edward die het té schattig met zijn voorpootjes opknaagde. Ook plukte ik soms een groot blad, dompelde het onder water en voerde het aan hem. Van de gekregen papaja sneed ik een derde af en legde het met schil in zijn kooi. Een feestmaal! Het grootste feestmaal was echter voor Scheetje op de allerlaatste ochtend van ons vertrek. We hadden de avond ervoor de kop van de vis die we gegeten hadden en de doorbakken biefstuk in laten pakken. Die ochtend legden we alles in de voerbak. Scheetje kwam als eerste kijken en was zo enthousiast over de vissenkop dat hij trilde op zijn kleine pootjes en al grommend van de vis zat te smullen. Zijn vader mocht een stukje, maar de vissenkop was zijn verovering! De hond kwam de biefstuk halen. Edward kreeg weer onze komkommerplakken. Echter, zagen we later, zat hij schuddend met zijn kop in de kooi en de meeste komkommerstukjes lagen er nog. Wat was er aan de hand? Ik liep erheen en zijn knaagtanden zaten vast in een stuk aardappel. Hij kon zichzelf niet verlossen van die droge, gekookte aardappel! Ik heb hem zo goed en zo kwaad geholpen hiermee en toen schoot de aardappel los. Meteen weg gegooid die droge aardappels. Hij vloog meteen op onze verse komkommer af en smakte en knaagde er op los.  Zo hebben we de dierenboel die laatste ochtend achtergelaten. Stekelvarkens zijn een lekkernij hier in Vietnam. Geen idee hoe lang het arme beestje gevangen gehouden zal blijven.


De laatste avond van het jaar wilden we in stijl afsluiten met z’n vijven. Oudste had veel moeite gedaan om een restaurant die lang open bleef te reserveren in het stadje. We hadden ons mooi aangekleed en de heuvel naar beneden afgelopen om een Grab te bestellen. Het was gezellig druk op het terras pal aan zee. Jongste had wat buikpijn en oudste was een beetje misselijk. We wilden desondanks lang tafelen dus bestelden we voorgerechtjes en daarna hoofdgerechten. Om tien uur werd vuurwerk boven zee afgestoken. We hadden kaartjes met levensvragen mee, een gezellige avond. Toen ze geen desserts bleken te hebben zijn we opgestapt. Mijn lief hield een golfkarretje op straat aan en deze bracht ons naar het uitgaansleven. Het was nog geen twaalf uur en de muziek klonk overal bij bars uit de boxen. Druk op straat. We dansten op straat, kochten ijs. Bij toeval kwamen we in een palmenbos aan het water terecht. Iedereen zat op de grond naar de zwarte zee te kijken. Klokslag twaalf uur kwam er een countdown en brak er een werkelijk prachtige vuurwerkshow boven zee los. Iedereen reageerde erop. Daar stonden we met z’n vijven op het strand. Toevallig precies op de juiste plek. We genoten van het stijlvolle Vietnamese vuurwerk. Onze dochters en ik met tranen in onze ogen. Gelukkig Nieuwjaar! 


Phu Quoc, Vietnam | 1 januari 2025

maandag 30 december 2024

A day spent at sea | Phu Quoc
ONSTUIMIG
‘Let us permit nature to have her way. She understands better her business than we do
.’
- Michel de Montaigne


Binnen een paar tellen hadden we met grote spoed onze strandspullen ingepakt en liepen we wat versneld langs de kustlijn naar de autoweg. Onderwijl naar de donkere lucht boven zee kijkend die gevaarlijk snel naar ons eiland bewoog. Er waren meer mensen die inpakten of de zee uit liepen maar wij waren verbaasd hoe weinig mensen eigenlijk reageerden op de dreigende lucht. Een klein eilandje dat voor de kust lag was ineens helemaal uit zicht verdwenen door de heftige tropische regen. Wij liepen inmiddels met stevige pas door. Toen begon het flink te waaien. Doodeng. Iedereen kwam ineens toch uit de zee. Mensen stonden allemaal op uit hun zitzakken en van bedjes op het strand. De zwarte lucht was bijna recht boven ons. Het bewoog zo snel. Ik ging een beetje rennen. Ook omdat mijn lief en oudste inmiddels een stuk vooruit liepen en steeds meer mensen ook naar de weg gingen lopen. Ik wilde ze onder geen beding kwijtraken. Ik vond dit zo angstaanjagend. Achter me zag ik jongste blijven filmen met de GoPro. Toen we vlakbij de autoweg kwamen moesten we eerst door een stukje palmbomenbos. Het witte zand vloog omhoog en de wind suizde luid door de bomen. Moeders renden met kleine kinderen aan de hand. Mensen botsten tegen mij op. Ik keek maar weer eens achterom en de twee jongsten zag ik blijven filmen terwijl ze doorliepen. Ik riep nog dat ze de zee achter zich moesten filmen, die was van licht aquagroen plots naar pikzwart gekleurd. Golven. Eenmaal bij de weg liepen we met z’n vijven met de stroom mensen mee. Bestelde taxi’s kwamen aanrijden. Mijn lief had onderwijl ook een Grab besteld deze stopte echter bovenaan de weg. Opgelucht waren we toen we er eenmaal in zaten. Bij de lodge gelegen boven op een groene heuvel was helemaal niks gebeurd. Lichtblauwe lucht. Vredige witte wolkjes. We doken het zwembad maar in, opgewonden napratend wat er nou precies was gebeurd en hoe we het allemaal beleefd hadden. In de avond namen we een Grab om heerlijk te eten bij een klein Vietnamees restaurantje in het stadje waar je zelf je loempia’s van rijstpapier kon vullen. Na het eten ging mijn lief met jongste poolen.  Oudste en ik lieten ons haar maar weer eens stevig wassen en nek en schouders masseren terwijl middelste haar voeten liet masseren, ontspannen voor een paar euro. 


De volgende ochtend werden we bij onze lodge boven op de heuvel opgehaald voor een drie eilanden dagtrip met een boot. Snorkelen, en lunch op de boot. Er waren meer mensen dan alleen in ons busje die opgehaald werden, bleek eenmaal in de haven. Een drukte aan busjes, toeristen, mannetjes die iedereen de weg wezen naar de juiste boot en tussendoor verkopers die heel snel nog hun waar aan de man wilden brengen en je daarbij voor de voeten liepen. Een volle boot dus. Ongeveer een derde toeristen uit Europa en Australië en verder Aziaten. De eerste stop na een tijdje varen was drie kwartier snorkelen. Er werd gevraagd zwemvesten aan te doen dat ons gezin natuurlijk niet deed. Hoe kun je anders lekker naar beneden duiken? Mijn bijgeleverde snorkelpijpje deed het natuurlijk weer eens niet. Continue zeewater ingeslikt dus ik heb hem niet meer gebruikt. Tóch jammer, want het állerlekkerst vind ik lang snorkelend hangen boven een groepje vissen of boven een spleet in het koraal waar altijd visjes verstopt zitten. Meedeinend genieten van de wereld onder me. Nu moest ik natuurlijk af en toe boven water ademhalen. Toch was ‘gewoon’ ontspannen zwemmen in het mooie aquagroene lauwwarme water natuurlijk ook heerlijk. Tijdens de tweede stop bij een ander eiland was het drie kwartier lang wat fijner snorkelen. Veel mooi koraal, ondiep water en meer kleuren tropische vissen. Toch vond ik deze snorkelplekken, zogenaamd de mooiste in de wereld, niet de mooiste die ík gezien heb. Ik denk dan meer aan Cuba in de Varkensbaai waar ik het gevoel kreeg gewoon in een aquarium te zwemmen. Zoveel soorten en zóveel kleuren vissen! In Belize rond Tobacco Caye vond ik de onderwaterwereld ook fantastisch! Grote roggen, kleine schildpadden. Daar vonden we van die zalmroze megagrote schelpen. In Mexico tussen de supergrote zeeschildpadden zwemmen was magisch. Vorig jaar zomer zwommen we met zeven reuze manta rays bij het Indonesische eilandje Maratua. Ik geef het toe, ik ben verwend wat betreft mooiste snorkelplekken op de wereld. Deze van vandaag hoorden er niet bij. Het derde eiland was een stop van anderhalf uur op een wit strandje van een onbewoond eiland. Ik had daar veel te romantische beelden bij dan de werkelijkheid zou blijken. Een behoorlijk vol strand en nog vollere zee waar iedereen probeerde zijn mooiste Instagram foto te schieten. Wij vonden een plekje tussen de palmbomen waar we onze surfshirts konden laten drogen en waar we lekker ons boek lazen. Mijn lief ontdekte échte cornetto ijsjes wat genieten was, want die hadden we in alle weken ervoor in Vietnam nooit ontdekt. Een heerlijk snoepmomentje. De terugweg op de boot zat ik met twee dochters op het bovendek in ligstoeltjes. De late middagzon werd langzaam oranje en kleurde alles zacht. De boot deinde op de golven. Een heerlijk ontspannen uur als afsluiting van deze toch ergens best drukke dag. 


Phu Quoc, Vietnam | 29 december 2024

woensdag 25 december 2024

Pottery in Hoi An | Vietnam
MOESSON
Thousands of candles can be lighted from a single candle, and the life of the candle will not be shortened. Happiness never decreases by being shared.’
- Buddha


Regen, regen, regen. De natte moesson is hier nét op zijn eind in Hôi An. Er hangt een hurricane hier vlak voor de kust boven de Zuid-Chinese zee. Minstens vier dagen tropische regen werd er voorspeld toen we drie dagen geleden aankwamen. Gelukkig is het niet koud. De mensen hier zijn er op ingespeeld. Scootertjes volgeladen met regenponcho’s en doorzichtige parapluutjes rijden langs je door de grote regenplassen. Of je nu een paraplu draagt of niet, ze stoppen allemaal even om te vragen of je een paraplu wilt kopen. De tweede dag in Hôi An maakten we de fout om bij slecht weer onze gympen, of ik dan mijn lederen sandalen, aan te doen. Drijfnat. Gelukkig hebben we een föhn in onze hotelkamers. Nu dragen we juist, net als iedereen, teenslippertjes. Ook handiger bij het winkelen waarbij het meestal de bedoeling is je schoenen uit te doen bij de voordeur en in huisslippers van de winkel te stappen. Hôi An is de stad van de kledingmakers. In elk straatje zitten er wel een paar. Binnen vierentwintig uur maken ze een kostuum voor je, een avondjurk, linnen lange broek of een colbert. We stelden onze dagtrip naar het platteland uit in de hoop op een droog dagdeel. De derde dag gingen we toch maar met een privétaxi op weg naar drie plattelandsdorpjes. Het eerste dorp staat bekend om z’n pottery. De klei halen ze uit de rivier, pal naast het dorp. Ze maken onder andere terracotta fluitjes in de vorm van de Chinese dierenriem. Het meest verdienen ze aan de mooi geschilderde mokken, theeserviezen en kleine houders om je eetstokjes op te leggen naast je bord. We werden onverwacht uitgenodigd om zelf te komen pottenbakken. Draaiende plateau, een kom water voor natte handen ernaast en een bonk klei. Allevijf maakten we er iets moois van. Het werd in vijf minuten afgebakken. Voor twee euro per persoon mochten we ons aardewerk ook zelf schilderen. We gingen ervoor. Met onze kunstwerkjes goed ingepakt trokken we verder in het dorpje en toen ontdekte ik het allerleukste winkeltje ooit, hier in Vietnam. Op tafels uitgestald, onder het rode stof vond ik het allerfijnste Chinese porselein. Een kleine maar zeer vriendelijke man zat zich op een laag plastic stoeltje te vervelen. Hij liet mij me gang gaan. Pas toen ik vroeg wat een theekopje zou moeten kosten en hij een paar euro vroeg zag hij iets glinsteren in mijn ogen. Hij snapte zonder woorden wat ik zocht en kwam met prachtig antiek beschilderde schaaltjes. Hij liep me niet in de weg wat Vietnamese verkopers veelal doen. Als ik met m’n vinger wat rood stof zat weg te poetsen rende hij met het schaaltje naar een waterslang om het al zingend voor me schoon te maken. Iets later kwam hij met z’n mobiel om een vertaling te laten zien. Dit servies was een paar honderd jaar oud stond er geschreven. Uit de Ming periode. Keihard gestolen, dachten wij. Mijn lief noemde hem een bandiet. Ik hield van zijn koopwaar! Ik vond ook nog een oude gong. Prachtige oude vazen en plantenpotten, maar helaas te groot en kwetsbaar om mee te slepen. Nog even samen op de foto, zo’n bijzondere man. Daarna gingen we naar een dorp wat verderop waar ze ecovriendelijk aan het boeren waren. Ik was wat teleurgesteld. Ik had gehoopt op rijstvelden, mensen aan het werk en heel misschien een waterbuffel. We kregen heerlijke limonade van citroengras, wat zaad en limoen. We lunchten er ook. Toen vroeg ik de chauffeur of hij onderweg even wilde stoppen bij rijstvelden. Ze stonden in deze periode van het jaar allemaal blank tussen lage modderdijkjes bij zoveel regen dat er gevallen was. Een boer liet zijn buffel net in het gras wat grazen. We mochten foto’s maken. De meiden mochten het touw omstebeurt vasthouden. We mochten hem aaien. Wát een spierbundel, maar met de vriendelijkste paar ogen. Ik praatte wat tegen hem, keek hem aan. Hij kwam steeds dichter bij me staan met die grote hoorns. Wat een goedzak dit grote sterke beest! Nog een laatste stop deze dag voor de bamboo basket boats op the kanalen van het Nipa bos. In plaats van een kalm tochtje door het onderwatergelopen palmenbos een verplicht nummer voor ons. De muziek spatte uit de boxen. Wel honderd ronde bootjes in de kokosnotenboomgaard. Per twee in het mandje en je werd door een lokaal iemand door een stok vooruit in de stroom gedreven. Soms gaf zo’n stoere vent een show hoe hij z’n mandje keihard rond kon laten draaien. Gejoel en geklap. Een visser showde in zo’n bootje hoe hij zijn visnetten prachtig uitgooide in het rivierwater. Het regende. Al dat regenwater zorgde er voor dat deze rivier goed gevuld was, de natuur met de meest spectaculaire kleuren groen. Misschien een stukje beter dan de droge dorre boel op de piek van het droge seizoen. We blijven hier in elk geval vijf regenachtige dagen.


De oude stad Hôi An is bijzonder omdat deze traditionele handelshaven in Zuidoost-Azië volledig en uitzonderlijk goed bewaard is gebleven. Het merendeel van de gebouwen hier zijn  gebouwd in de traditionele negentiende en twintigste eeuwse bouwstijl. Houten balkons, luiken, okergele of bakstenen muren en betegelde vloeren. Zowel de gebouwen als het stratenplan en de kade weerspiegelen inheemse en Japanse en Chinese invloeden. De gebouwen liggen tegenover de straten voor gemakkelijke toegang tot klanten. De achterkant van de gebouwen komt uit op de Thu Bon rivier, waardoor het gemakkelijk kan worden geladen en gelost van goederen van boten. Ik ging een ochtend alleen op pad voor het ontbijt. Door de rust op straat voelde ik die tropische sfeer in de straten. Meer dan duizend originele huizen naast elkaar gerangschikt in strakke, ongebroken rijen langs smalle voetgangersstraatjes. Ik zag de levendige handel als het ware op de kade gebeuren. De stad kent ook pagodes en tempels. Er is ook de houten Japanse brug, met een pagode erop. De Chua Cau pagodebrug uit 1593. Hij werd gebouwd door Japanse kooplieden om de Chinese en Japanse wijken van deze toen bloeiende havenstad aan de zijderoute met elkaar te verbinden. De brug diende daarom niet alleen als brug over het water, maar ook als symbool van samenwerking en verbondenheid. De brug is overdekt, een typisch kenmerk van Japanse bruggen uit die tijd. De uiteinden van de brug worden bewaakt door twee paar beelden, die aan de ene kant honden voorstellen en aan de andere kant apen. Ze herdenken het jaar van de start en het einde van de bouw van de brug, respectievelijk het jaar van de Hond en het jaar van de Aap in de Chinese dierenriem. Normaliter moet je een kaartje kopen om over de brug te gaan maar ik waagde het erop en liep eroverheen. De bewaker was zo vroeg nog niet wakker geloof ik. Het werd avond en we liepen door het kletsnatte stadje om een restaurantje te zoeken. Overal gingen mooi gekleurde lantaarns aan, op de rivier verschenen steeds meer lantaarnbootjes, als lotusbloem gevouwen gekleurde lantaarntjes met brandende kaarsjes erin werden in het water gezet, het zag er sereen uit. Binnen een half uur trad de rivier echter buiten z’n oevers. De straten liepen vol. Mensen zetten de brandende kaarsjes nu in het water in de straten. Wij keken vanuit ons restaurantje aan de kade onze ogen uit.


Hôi An, Vietnam | 24 december 2024