![]() |
My chemistry teacher almost 40 years later! |
dinsdag 26 november 2024
dinsdag 19 november 2024
![]() |
Salvador and I in the veterinary hospital... |
‘Such short little lives our pets have to spend with us, and they spend most of it waiting for us to come home each day.’
Arme kleine Salvador, wéér met spoed op weg naar het dierenziekenhuis in Waalwijk. Dinsdagavond heel laat vertrokken we in het pikkedonker met grote spoed, met een gevulde poezentas op schoot, in de auto. Ik mocht een week niet autorijden vanwege mijn nieuwe medicijnen dus we hadden zo’n geluk dat mijn lief thuis was. Eigenlijk ook geluk dat er überhaupt een auto voor de deur stond, want mijn lief had de spiegel van zijn Tesla afgereden. Die auto was de dag ervoor door de wegenwacht opgehaald. We kregen na heel veel moeite pas een vervangende auto. Ik zat rustig het journaal op TV te kijken in de voorkamer toen Salvador op schoot kwam liggen. Zijn eerste sprong mislukte en hij viel weer van de bank. Dat verbaasde me maar ik lette er niet bijzonder op. Ik voelde wel een vreemde vibe, hij lag misschien iets te zwaar of té relaxt ofzo. Zijn zus kwam naast mijn benen liggen en Salvador lag met z’n kop helemaal langs mijn been naar beneden gezakt op haar buik. Zij lag op haar rug. Ze was heel lief voor hem, likte hem op z’n duffe koppie. Het journaal was afgelopen en ik wilde eens testen of hij eigenlijk wel oké was. Ik zette hem op de grond. Het arme beest gleed met z’n achterpoot bij elke stap weg. Ojee! Schrikken! Ik riep naar mijn lief in de achterkamer die met een koptelefoon op Netflix zat te kijken ‘Kom gauw, er is iets mis met Salvador!’. We keken naar hem en ik belde meteen de dierenarts en liet me doorverbinden voor een spoedgeval met het dierenziekenhuis. We mochten meteen komen. Ik liep direct door naar de garage om de poezentas te pakken en in de frisse kou daar kreeg ik een ingeving. Ik had die ochtend mijn nieuwe medicijn, in de vorm van een rood-witte dragee, naast mijn bakje yoghurt gelegd en liep terug naar de keuken om mijn theezakje eruit te halen en terug te keren met mijn kop kamillethee. Ik heb mijn pil toen niet meer gezien en ook niet gemist. Pas tijdens de yogales dacht ik eraan of ik nou wel of niet mijn pil had ingenomen. Ik zou eenmaal weer thuis kijken op de eettafel. Daar lag niks. Zou ik hem toch wél ingenomen hebben? Ik heb die middag gestofzuigd, ook de eettafel, en geen opvallend felgekleurde pil gevonden. Hij moet ermee gespeeld hebben. Stel dat…nee, dat zal toch niet? Ik griste die late avond toch maar mijn medicijnendoosje mee in mijn jaszak. Onderweg in de auto besprak ik de ingeving met mijn lief. Hij had die avond gemerkt dat Salvador bij de tuindeur met iets zat te spelen, iets intrigeerde hem daar op de grond. Dat moet achteraf het moment zijn geweest dat hij de pil opat. De lieverd is daarna naar me toegelopen. Dáárdoor konden we vrij snel acteren. Stel dat hij het in de ochtend had gegeten toen er niemand thuis was? De dierenarts wachtte ons op en ik zei meteen dat ik wist wat er aan de hand was, onderwijl het medicijnendoosje in zijn hand drukkend. Hij stelde ons meteen gerust dat hij dit medicijn goed kende: ze geven het namelijk aan dieren - zelfs konijnen - om rustig te worden voor een onderzoekje bijvoorbeeld. De vraag was of mijn dagelijkse dosis toxisch zou zijn voor zijn lijfje van ruim vier kilo. Ze wilden hem de nacht daar houden voor een infuus en om de vier uur norit toedienen om het gif in zijn maag aan te binden. Ik wilde hem niet zijn trauma van twee jaar geleden laten herbeleven. Hij kreeg toen een katheter waarvan ze geen passende zakjes hadden dus ze lieten zijn urine gewoon in het hokje lopen. Hij lag in zijn eigen stank, en een kat is juist heel schoon op zijn vachtje. Erbarmelijk. Hij bleef al die dagen angstig naar de deur kijken die de hele tijd open en dicht ging omdat hun voorraad supplies daar ook lag. Zó schrijnend om te zien. Later heb ik hem laten verplaatsen naar een andere plek. Hij kreeg deze onfortuinlijke nacht een tijdelijk onderhuids infuus om vocht toe te dienen en de eerste shot norit. Thuis gingen we ’s nachts verder met zijn medische verzorging. Hij sliep bij ons op de kamer. We hadden een tijdelijke kattenbak gefabriceerd en een bakje water neergezet. Hij maakte van beiden gebruik. Hij was zo suf. Ik legde een lauwwarme pittenkruikje bij hem neer. Ik sliep niet diep om te luisteren waar hij was en we moesten hem die nacht weer norit geven. Hij kwam goed door de nacht. Ik bleef in de ochtend nog langer in bed bij hem liggen om hem te aaien en warm te houden tegen mij aan. Eind van de middag ging hij lopen, beneden naar de kattenbak, en eten. Hij keek nog wel wat lodderig uit zijn ogen. Tenslotte had hij een enorme trip gemaakt. Salvador die heel vaak ’s nachts de bloemen uit een vaas vist en regelmatig daarbij de hele vaas omgooit. Salvador die wanneer hij buiten natgeregend is lekker met een handdoek afgedroogd wil worden en daar ook om vraagt. Salvador die elke avond na het eten bij mijn lief op schoot kruipt voor een knuffelsessie. Salvador die heel netjes elk brokje dat naast zijn eetbakje valt opeet. Salvador die élke ochtend als hij gestommel hoort naar boven komt om op het grote bed te knuffelen en dan op ons warme plekje blijft liggen. Terwijl ik dit schrijf ligt hij lekker languit op schoot. De meiden waren zich kapot geschrokken na mijn berichtjes in de gezins‘app. We hadden ze pas de volgende ochtend ingelicht toen we zagen dat hij het wel ging redden. Onze allerliefste Salvador, onze allergrootste, harige vriend.
Ik kwam de ruimte in en daar stonden twaalf stoelen in een kring. Op de grond in het midden lagen tientallen fotokaarten. Natuurlijk had ik wel zoiets verwacht. Een tweedaagse training om te mogen werken met mensen die op korte termijn gaan sterven en hun naaste familie. Onszelf voorstellen aan de hand van een gekozen fotokaart, gesprekstechnieken maar vooral luistertechnieken oefenen, situaties aanvoelen, een voorwerp meenemen waaraan je erg gehecht bent, maar ook onze eigen rouwverwerking stond op de agenda. Een heel intieme setting dus met collega’s die ik niet kende. Van zestien jaar oud tot en met zeventig. Sommigen werkten bij mij in het hospice, sommigen in een verzorgingstehuis, sommigen in een ander hospice in Breda en enkelen bij palliatieve thuiszorg. Uiteraard kwam het sterfproces uitgebreid aan bod. Na een lange intense dag van veel praten en luisteren was ik doodvermoeid toen ik weer buiten stond. Ik heb deze week nog een hele opleidingsdag te gaan. De week erna ben ik nog één dagdeel ingepland om te werken en dan kom ik pas in januari weer terug om me volledig in te zetten. Ik kijk er naar uit. Er heerst daar een aangename, rustige sfeer. Fijn om er te mogen zijn voor zes stervende bewoners en hun naasten in ons huis.
dinsdag 12 november 2024
Relaxing eye mask from Singapore |
‘But who can remember pain, once it’s over? All that remains of it is a shadow, not in the mind even, in the flesh. Pain marks you, but too deep to see. Out of sight, out of mind.’
Er was een relatieavond voor bedrijven op maandagavond. Ik was uitgenodigd via mijn lief. Samen kwamen we eind van de middag aan in Alblasserdam. We dronken iets tijdens de receptie en de cateraar kwam regelmatig langs met snacks. We hadden zin in de avond en hadden ons voor twee workshops ingeschreven. De eerste lezing voor het diner bood inzichten in eigentijdse manieren om werknemers te binden. Om sollicitanten voor je bedrijf te laten kiezen. Heel belangrijk nu want er zijn meer vacatures dan werknemers op dit moment. Vroeger, na mijn afgeronde studie, speelde loon nog een grote rol om voor een bedrijf te kiezen. Jonge mensen van nu vinden werkelijk heel andere dingen belangrijk. ‘Hoe kun je het werkplezier voor mensen verhogen?’ was de grote vraag. Reuzeinteressant om het verschil tussen generaties te horen. Twee van onze dochters vallen in de doelgroep van jonge werknemers. Zij vinden werk-privé balans het allerbelangrijkste. Dat herinner ik me van mijn eerste banen toen ik jong was helemaal niet. Ik werkte meer dan veertig uur per week, reisde het hele land door in mijn lease-auto en logeerde om de week in een hotel ver weg van huis. Dat vond ik helemaal niet erg, dat hoorde er gewoon bij. Thuis was ons huisje in Amsterdam waar mijn lief en ik samen leefden. Alhoewel hij ook een jaar militaire dienstplicht had en alleen de weekends thuis was. Werk-privé balans speelde bij ons toen geen rol. Groeimogelijkheden zijn ook erg belangrijk voor jonge werknemers. De tijd waarin ik solliciteerde was je gewoon dolblij met een baan. Er was werkeloosheid. Mijn lief is na het jaar verplicht werken als onderofficier in de krijgsmacht redelijk lang werkeloos geweest. Stomme uitzendbaantjes. Hij werkte zelfs een half jaar zonder salaris, met behoud van zijn uitkering. Ik geloof niet dat ik destijds ooit bij sollicitaties naar ontwikkelingsmogelijkheden heb gevraagd. Ik leefde in het nu. Nu een baan. Wat ik wel erg herken van hedendaagse jonge werknemers is dat ze regelmatige waardering belangrijk vinden. Niet in de vorm van een goed salaris, bonus of verhoging maar juist in de vorm van een afdelingsuitje, een cadeau, een werkborrel, een geschreven kaartje of oprechte specifieke complimenten. De zachte kant van personeelszaken wordt dit genoemd. Ik werk weer buitenshuis sinds wij in 2015 terugkeerden uit Mexico. Geen waardering voor mijn inzet of niet gezien worden is voor mij een reden om naar iets anders uit te kijken. Een positieve werkcultuur is momenteel zo belangrijk. Ik heb bij diverse bedrijven gewerkt waar dit ver te zoeken was. Wegwezen daar. Pas bijna helemaal onderaan de eigentijdse lijst staat dat loon en goede secundaire arbeidsvoorwaarden belangrijk zijn. Zinvol werk wordt ook heel belangrijk gevonden. Maakt het bedrijf duurzame producten, draagt het z’n steentje bij aan het milieu? Ik was geïntrigeerd. Vervolgens lekker eten bij diverse buffetten met Hollandse stamppotten, Indische gerechten of gevulde pitabroodjes. Heerlijke toetjes ook. Na de tweede workshop werden we getrakteerd op een inspirerend optreden van Ben van der Burg, oud-schaatser. Regelmatig te gast bij het beruchte TV programma ‘Vandaag Inside’. Een verschrikkelijk intelligente man die erg geïnteresseerd is in tech-ontwikkeling. Hij springt van de hak op de tak wanneer hij vertelt maar verliest zelf, verbijsterend genoeg, het overzicht helemaal niet. Hij heeft absoluut humor, is een futuroloog en helemaal into innovatie en trends. Ik was in anderhalf uur weer helemaal bijgepraat over de laatste innovaties zoals bijna menselijke robots en zelfrijdende auto’s. Geïnspireerd kwamen we thuis. De avond erna moest ik werken in het hospice en at ik natuurlijk daar. De avond erop hadden mijn lief en ik weer een lezing dit keer over moderne (levens)testamenten. De avond daarna at ik alleen thuis, mijn lief ging met jubilarissen op pad. Weer een avond later ontmoetten we mijn zus en partner in hun hotel in Breda voor een gezellig samenzijn in de bar. Borrelplank erbij. De laatste avond op rij deze week reden we naar Leersum voor een etentje bij mijn neef en zijn man. Ik was onlangs voor het eerst in hun grote, vermogende villa tijdens het afscheid van zijn vader, mijn oom. Een kant van mijn vader’s familie waar ik niet veel contact mee had. Een zeer gezellige avond met goede, geanimeerde gesprekken. We vertrokken pas na middernacht. Dit waren de afgelopen avonden tot nu toe. Over ruim twee weken vertrekken we voor een lange reis. Ookal hebben wij geen kinderen in huis, we leven ons leven to the fullest. Op onze manier.
De kaakchirurg stuurde me na haar controle door naar een pijnpoli. Twee jaar nadien heb ik nog dagelijks een branderig gevoel op mijn tong. Elke dag pijn. ‘Hier in het Erasmus hebben we een goed team dat je kan helpen bij pijnbestrijding’ zei ze. Een paar weken en wat vragenlijsten verder zit ik aan de tafel met een arts-assistent op de afdeling pijngeneeskunde. Een heel team van een fysiotherapeut, een neuroloog, een anesthesioloog en een psycholoog werkt achter de schermen met hem. Pijn is eigenlijk niets anders dan een waarschuwingssignaal van het lichaam dat er ergens iets mis is. Foute boel dus. Dat signaal naar de hersenen wordt vertaald naar pijn. Ik voel al heel lang brandende pijn op mijn tong. Eigenlijk kan dat niet, want de zenuwen zijn doorgesneden tijdens de operatie. Verkeerde signalen worden doorgeseind. Een soort fantoompijn eigenlijk. Die chronische pijn heeft natuurlijk geen waarschuwingsfunctie meer, maar veroorzaakt vooral stress en verdriet bij mij. Ik word er zo moe van. Ik ben dezelfde dag van mijn bezoek aan de pijnpoli begonnen met medicijnen die ik langzaam zal opbouwen. De eerste week mag ik niet autorijden. Meteen de eerste dag was mijn mond pijnloos. Zo gelukkig was ik, en ook mijn gezin! De eerste twee weken is uitproberen. Ik heb al een controle belafspraak met het ziekenhuis. Ik kan me gewoon niet voorstellen hoe fijn ik me zou voelen als ik nooit meer pijn in mijn mond zou hebben. Stel je eens voor!
dinsdag 5 november 2024
Ultimate feelings of adventure and freedom! Youngest above Great Barrier Reef! |
‘A nomad I will remain for life, in love with distant and uncharted places.’
De nieuwe generatie ouderen is levendiger en hipper dan ooit tevoren. Ze gaat mee met de tijd en is in voor verandering en nieuwe ontwikkelingen. Buiten het genoemde woord ‘ouderen' herken ik me helemaal in deze groep die ‘youngsters’ wordt genoemd. De komende jaren groeit het aantal mensen ouder dan vijftig jaar in Nederland naar een recordhoogte van zeven miljoen! Het grootste deel daarvan staat overwegend positief in het leven. Daar herken ik me in. Positiviteit. Ik voel me erg aangesproken door de karakteristieken van de youngsters alhoewel ik me liever niet in een hokje laat plaatsen. Leeftijd speelt geen belangrijke rol bij ze, iemand van vijfenvijftig maar ook iemand van tachtig kan zich een youngster voelen. Het draait namelijk om persoonlijkheid. Dat herken ik onder de ouderen waar ik mee omga. Ik herken twee groepen. Sommigen gedragen zich echt oud. Anderen juist jong van geest, de zogenaamde hipsters onder de ouderen. Hun mentaliteit maakt het verschil. Ikzelf geniet heel bewust van het leven. Nog veel bewuster dan voor mijn ziekte. Ik accepteer het ouder worden net als youngsters. Mijn acceptatie of zelfs mijn toejuichen van ouder worden heeft twee aanleidingen. Als eerste natuurlijk de diagnose die ik twee jaar geleden kreeg. Je leven stopt even op dat moment. De wereld staat een seconde stil. Het is ineens helemaal niet meer vanzelfsprekend dat ik oud mag worden. Dat heeft mij gevormd. Mijn moeder heeft maar achtenvijftig jaar oud mogen worden. Ik besef steeds meer hoe verschrikkelijk jong dat eigenlijk is. De oma van mijn vaders kant, naar wie ik vernoemd ben, heeft zelfs maar vijfenvijftig mogen worden. Zo oud ben ik nu! Ik zie ouder worden dus absoluut niet als iets negatiefs. Ik hoop een heel oud besje te mogen worden. Youngsters zijn in balans en zoeken naar uitdagingen en nieuwe invulling van hun leven. Zó herkenbaar. Woorden als eigenzinnig, stijlvol, invloedrijk en intelligent passen hen goed. Ik zie het leven als een groot feest waar ik ultiem van kan genieten. Ik onderneem veel en maak bewuste keuzes. Ik weet inmiddels wat ik wil en waar ik voor sta. Ja, youngsters zijn zelfverzekerd. ‘Nederland vergrijst’ is zo’n oubollige zin. Het doet me denken aan een starre, conservatieve seniorengroep. Een stoffig imago. Ik denk dat ik tot een groep behoor met een positieve mentaliteit. Vrijheid. Vriendschap. Vertrouwen. Gezondheid. Zelfstandigheid. Maar herinneringen horen er zeker ook bij. Ik ben dol op mijn eigen (familie)herinneringen. Ook herinneringen van de ouderen waar ik tijdens mijn werk mee in contact kom. De mooie en minder mooie herinneringen van de deelnemers waar ik mee naar het theater ga, en de warme, emotionele herinneringen van de bewoners in het hospice. De oorlogsherinneringen van tachtigplussers. Oude foto’s. Ik ben ook zo dol op de dikke fotoboeken in onze boekenkast. De oude vergeelde familiefoto’s van generaties voor mij. Foto’s van de fantastische wereldreizen die we met ons gezin maakten. En nog gaan maken. Volgende maand gaan we samen naar Cambodja en Vietnam. Mijn lief wil nog een keer in het buitenland werken voor zijn bedrijf. Avontuur. Vrijheid. Het allerbelangrijkste dat we willen is natuurlijk dat we gezond blijven.
Eén van mijn beste vriendinnen is afgelopen weekend trouwjurken gaan passen met haar jongste dochter. Dat roept bij mij meteen herinneringen op aan het uitzoeken van mijn eigen trouwjurk. Een speciaal moment natuurlijk. Dertig jaar geleden nu. Mijn lief en ik woonden in Amsterdam, en logischerwijs winkelde ik voor een jurk in de hoofdstad. Ik herinner me dat ik mijn grote lease-auto vakkundig strak op één van de grachten parkeerde en dat we urenlang in de boetiek vertroeteld werden. Ik kreeg veel aandacht van de lieve verkoopsters, mijn moeder en zus. Ik had zelf al vooraf luxe trouwtijdschriften doorgebladerd. Op het moment dat ik uiteindelijk de juiste jurk aan had, het pashokje uitkwam voor mijn genodigden in luie stoelen tegenover mij, huilde ik al van geluk omdat ik de juiste gevonden had. Ik bekostigde de trouwjurk van de erfenis die ik van mijn grootouders gekregen had. Zo waren ze er toch een beetje bij. Ik weet nog dat ik bijpassende lingerie bij een boetiekje, in een geweldig eeuwenoud klein pandje bijna aan de Dam gelegen, kocht. Ik heb het nu nog, zorgvuldig bewaard in een mooie doos met vloeipapier. Naast de bruidsluier die mijn moeder ook gedragen had. Het lingerieboetiekje is er al lang niet meer. De jurk trouwens ook niet, verkocht en van de opbrengst een gouden ring met diamant gekocht. Een prachtig sieraad. De diamant hebben we later namelijk laten groeien na de geboortes van onze dochters. Na mijn mijmeringen gaan mijn gedachten uit naar eventuele trouwpartijen van onze drie dochters. Onze oudste dochter zegt altijd dat ze niet gaat trouwen en geen kinderen wil. Haar leven nu in Singapore nodigt helemaal niet uit tot settelen met een partner en gezinsuitbreiding. Ze reist veel, werkt aan haar carrière. Ze heeft onlangs een promotie gekregen en heeft plannen om nog in andere landen te wonen en te werken. Onze middelste dochter heeft nu net alle diploma’s op zak en werkt aan haar carrière. Haar aandacht gaat volledig uit naar solliciteren, naast concerten bijwonen. Ze is tevreden in haar leuke appartementje in Rotterdam. Ook met haar huidige werk op loopafstand vlakbij de Erasmusbrug. Ze heeft leuke vriendinnen om zich heen. Een twintiger met een leven vol vrijheid. De jongste wordt volgend jaar twintig. Ze heeft al een paar jaren flinke verkering met een leuke knul. Ze studeren beiden. Zij op dit moment in Australië en ze is al aan het mijmeren over een master in het buitenland. Aankomende zomer al. Zeer zelfstandige meiden die nu van hun vrijheid genieten door veel te reizen. Wanneer ik dit schrijf vertrekt jongste volgende week met een Engelse vriendin van daar om langs de kust van Australië te reizen en vervolgens de Fiji eilanden aan te doen. Middelste is nú met een vriendin op weg naar Berlijn en heeft alweer een wintertripje naar Dublin geboekt met twee internationale schoolvriendinnen. Oudste is ondanks de orkaanstormen met een Italiaanse vriendin, uit haar studententijd, een paar dagen geleden naar de Filipijnen gevlogen en geniet nu van een iets aangepaste strandvakantie daar. Ik zeg het wel vaker, wij zijn een nomadengezin. Nieuwe ontmoetingen. Andere wegen inslaan. We ontmoeten elkaar over een paar weken in Ho Chi Minh!
dinsdag 29 oktober 2024
![]() |
Proud of our daughter! |
‘Je bent zo gelukkig als je minst gelukkige kind.’
Het leek wel of ik in het paradijs aan het hardlopen was deze woensdagochtend. De tere, hoge sprietjes van onkruidplanten langs de weilanden waren besprenkeld met glanzende kristallen. De herfstzon scheen er dwars doorheen. Duizenden glitters. Een zachte witte deken lag over de weilanden. Ochtenddauw in de herfst. Kleine waterdruppeltjes zwevend in de lucht. De koeien stonden in de wei te grazen terwijl een vroeg ochtendzonnetje hun ruggen verwarmde. Er hing een knalblauwe lucht boven ons met een verdwaald spierwit wolkje. Het blad van de loofbomen in het stuk bos waar ik langs rende waren geel, oranje en bruin gekleurd. Sommige stukken van het zandpad waar ik liep waren bezaaid met eikeltjes. Een werkelijk prachtige herfstochtend. Toen ik weer aankwam in onze tuin ben ik na het oprekken van mijn spieren eerst de voortuin gaan aanvegen. De verkleurde, eeuwenoude beukenboom voor onze deur begint al zijn blad te verliezen. Onze oprit ligt vol met gekleurd herfstblad. Altijd oppassen wanneer het gaat regenen dan kan het spekglad worden. Trouwens ook zijn beukennootjes begint hij los te laten. Onder de ruitenwissers van mijn autootje vind ik losse beukennootjes gemengd met hun stekelige schillen. Ik houd van de herfst. Ik houd van hardlopen met zulk prachtig weer. Eenmaal alles opgeveegd ga ik naar binnen en zie ik dat ik een berichtje heb ontvangen op mijn mobiele telefoon. Ik kan het eerst niet plaatsen omdat ik uit de groep met deze afzender gestapt was. Verwarrend, geen naam van de afzender alleen een nummer. ‘Verdrietig nieuws.., eigen vertrouwde omgeving…’ scan ik snel. Mijn hartslag versnelt. Mijn hardloopmaatje Harry waar ik in juni de LoveLife run mee heb gelopen, is overleden. Tijdens het hardlopen kreeg ik het droevige bericht van mijn hardloopmaatje dat hij ons verlaten heeft… Hij had maagkanker gehad en leefde met een ballon in zijn buik in plaats van zijn maag. En dat ging helemaal prima. Hij was schoon. Wij trainden samen met zijn kleindochter Lieke en mijn dochter (beiden zelfde leeftijd) met z’n viertjes elke zondag met de groep, en onze trainer John. Wanneer een training opgeschort werd dan trainden wij tóch gezellig met z’n viertjes in het Mastbos. Aardige kerel. Ik pink wat tranen weg. Het is zo’n flinke confrontatie om iemand, die dezelfde rotziekte heeft gehad als ik, te moeten verliezen. Net als bij Kees, mijn maatje op het bestralingsapparaat, ging het bij Harry ook onverwacht razendsnel. Uitzaaiingen. Ik bel met jongste dochter in Australië, we delen ons verdriet met dikke, betraande ogen op onze schermpjes. Ze stuurt wat foto’s waar we samen met Harry op staan. Ook zij is er enorm van geschrokken. Aardige, altijd vrolijke Harry, zo levendig voor de zomer en nu, na de zomer, heeft hij ons plots verlaten. Een paar dagen later toon ik mijn respect op zijn drukbezochte uitvaart. Ik hoor daar dat hij zelf voor zijn einde heeft gekozen. Dappere man.
Een militair strateeg werden ze keer op keer genoemd. Haar scriptie over de rol van vrouwen in de IS werd geroemd. Onze middelste dochter - die twee jaar geleden haar eerste master in Legal Psychology behaalde aan de universiteit van Maastricht - kreeg vanmiddag haar begeerde master aan de Nederlandse Defensie Academie. Twee jaar terug behaalde zij haar eerste. Tijdens het schrijven van haar scriptie en het wonen in een studentenkamertje, in het voor haar vreemde Maastricht, speelde het virus nog een grote rol. Een groot deel schreef ze dan ook thuis in Breda. Na het inleveren van haar scriptie deed ze haar studentenkamer over aan haar zusje. Zij kwam thuis wonen en startte haar studie op de faculteit Militaire Wetenschappen. Ik werd ziek. Er volgde een operatie. Tot onze grote verrassing kon ik toen onverwacht tóch bij haar feestelijke diploma uitreiking zijn. Tijdens die ceremonie werd ik nog wel gebeld door de oncoloog-internist over waar de bestralingen kort daarna plaats zouden gaan vinden, Delft of Rotterdam. Zo was zij thuis na mijn operatie, tijdens de chemokuren en kon zij me bijna dagelijks naar de bestralingen in Rotterdam rijden. Op deze zonnige herfstmiddag op het Bredase kasteel werden de geslaagden (de helft burger en de andere helft militair) één voor één op het podium geroepen door een oud-generaal en wat hoogleraren. Ze stapte trots - en een tikkeltje zenuwachtig - de trap op, keek nog even onze kant op, nam haar diploma in handen en poseerde voor de fotograaf. Mijn lief en ik zaten, zonder haar zussen natuurlijk, in de zaal. We probeerden tot rust te komen. We waren op de fiets in onze nette kleding naar het kasteel gekomen, maar konden onze fietsen niet meer kwijt in de volle fietsenstalling. We fietsten verder het centrum in om de fietsen ergens te stallen waar het nog mag tegenwoordig. We liepen snel naar de ophaalbrug aan het Kasteelplein om ons met paspoort te melden. Een militair die net naar huis ging wees ons erop dat de hoofdingang aan het Spanjaardsgat was. Nooit geweten. We liepen snel die kant op waarna we tegen een groot obstakel opliepen. Om namelijk het terrein van de KMA op te komen moet men, nu Nederland in een hogere staat van paraatheid is, opgehaald worden door iemand van Defensie. Onze dochter was al lang binnen, de ceremonie aan het oefenen. Wie moest ons dan ophalen? De tijd begon te dringen. Ik vroeg aan de andere militair in het portiershuisje of hij ons niet kon brengen. Dat mocht niet. Achter ons begonnen anderen genodigden zich aan te sluiten in de rij. Niemand kon zijn familielid bereiken om opgehaald te worden. Mijn lief belde zijn broer, commandant van de KMA. Hij haalde ons persoonlijk op en nam de andere familieleden ook mee. We kwamen precies op tijd. We luisterden naar een verhaal over militaire strategie, hét onderwerp van deze uitreiking en studie. Strategie bestond pas ten tijde van Napoleon leerden wij, waarbij strategie altijd uitmondde in een treffen in oorlog. Doden was het doel. Pas ten tijde van de Koude Oorlog kreeg strategie een nieuw doel namelijk het voorkomen van oorlog vanwege de fatale nucleaire dreiging. Onze dochter is nu een afgestudeerd militair strateeg! Het klinkt als een heel verantwoordelijke rol. Zeker in deze tijd van oorlogsdreiging. Zij gaat met dit diploma echter iets heel anders doen. Ik ben zó trots op haar. Onze enige dochter met maar liefst twee masters! Zo onzeker en verlegen als ze als klein meisje kon zijn, zo voorzichtig begint ze nu te beseffen dat ze erg trots op zichzelf mag zijn. Deze mooie, jonge vrouw vindt haar weg wel.
dinsdag 22 oktober 2024
![]() |
Me relaxing under water earlier this month | Indonesia |
‘To be successful is to be helpful, caring, and constructive, to make everything and everyone you touch a little bit better.’
Deze maand was het de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg dat sinds 2005 jaarlijks op de tweede zaterdag in oktober wordt georganiseerd. Rond deze dag wordt de aandacht gevestigd op palliatieve zorg om zo meer bekendheid te geven aan deze zorgvorm. Om die reden had ik deze week op een avond een workshop ‘waken’. Ik heb daar in mijn vorige baan cursussen over gehad maar nu het onderwerp voor mij weer actueel is dacht ik dat het goed was om die informatie op te frissen. Bovendien ontwikkelt de gezondheidszorg best snel op dit gebied qua kennis. Helaas kwam het waken niet zoveel aan bod. In het tasje dat we meekregen aan het eind van de avond zat wel een boekje over waken. De avond ging eigenlijk meer over wat er gebeurt zodra iemand is overleden. Ook dit is een interessant onderwerp voor mij omdat ik sinds vorige maand in het hospice werk als zorgvrijwilliger. Ik heb al diverse keren meegemaakt dat een bewoner overlijdt tijdens mijn dienst. Wat gebeurt er eigenlijk allemaal precies nadat het lichaam opgehaald wordt door de uitvaartverzorging? Het ophalen gebeurt trouwens uiterst respectvol. Of er nu wel of geen familie bij is. Wanneer de rouwtaxi weg rijdt loopt één uitvaartverzorger voorop tot het eind van de straat, de auto volgt stapvoets. Wij als medewerkers staan bij de voordeur om ons laatste respect te tonen. We kregen deze avond een rondleiding vanaf de plek waar de brancard met het lichaam binnenkomt in het rouwcentrum tot aan de zaal van de rouwdienst en het samenzijn daarna. Jaren geleden had ik eens een rondleiding door het crematorium tot aan de ovens aan toe gehad, en reed ik met een gevulde rouwauto over de begraafplaats naast de chauffeur. Dat was destijds voor een opdracht van mijn fotovakopleiding. Ik ben niet bang voor dode mensen. Of voor mensen die bijna kunnen overlijden. Sterker nog, ik geniet van de bijzondere gesprekken die kunnen ontstaan, heel betekenisvol. Zodoende had ik gesolliciteerd bij het hospice toen ik daartoe gevraagd werd tijdens een leuk gesprek met een yogamaatje van mij. Ton had zich na een carrière in de ICT om laten scholen tot verpleegkundige en is werkzaam in het hospice. Hij vond mij goed in het team passen, en ik had er wel oren naar. Eén dagdeel per week warme en liefdevolle zorg aanbieden aan mensen in hun laatste levensfase, én aan hun naasten. Ook zorg dragen voor een warme en huiselijke sfeer in de grote villa door eigenlijk een huishouden te draaien zoals thuis. Wasje draaien, was vouwen, thee en koffie zetten, bed verschonen, helpen met aankleden en eten verzorgen. Er zijn geen vaste tijden voor opstaan, wassen of eten. Dat is zoveel mogelijk afhankelijk van de wens van de bewoner. Net zoals thuis. Er zijn geen vaste bezoekuren. Familie en vrienden kunnen dus de hele dag in en uit lopen, en kunnen ook zelf in de keuken koffie en thee zetten. Net zoals thuis. Wij geven ze de regie. Ik vind het werken als zorgvrijwilliger persoonlijk niet eenvoudig. Ik ben heel moe wanneer ik thuis kom na vier uur werken. Wel geeft het veel voldoening. Daarnaast vind ik het heel fijn om weer in een team te werken. Samen koffiepauze of eten tijdens een avonddienst. Het teamgevoel, dat heb ik lang gemist. Ik zocht vrijheid, openheid, rust en zingeving in een nieuwe werkomgeving en dat heb ik in het hospice gevonden.
Een hospice was oorspronkelijk een instelling die is opgericht om de armen op te vangen. De instelling hielp de behoeftigen, de armen en de zieken. In Nederland wordt de naam gebruikt voor een instelling met een huiselijke sfeer die zich in terminale zorg heeft gespecialiseerd. Ons huis heeft zes kamers die de bewoners nadrukkelijk een eigen accent mogen geven. De standaard-inrichting bestaat uit een bed, een kast, een tafel en een stoel. Bewoners kunnen hier dan bijvoorbeeld een klok, een schilderij, een wandkleed, fotolijstjes of snuisterijen gezellig van thuis, aan toevoegen. In ons huis hebben de bewoners hun eigen huisarts. De dagelijkse zorg wordt verleend door wijkverpleegkundigen van de thuiszorg en vrijwilligers die steeds aanwezig zijn. Zowel op de eigen kamer als in de gemeenschappelijke woonkamer, de grote leefkeuken, het terras boven en in de zeer grote tuin kunnen de bewoners hun gasten ontvangen. Om in een hospice te mogen verblijven is een levensverwachting van minder dan drie maanden nodig. Laatst hadden we een zieke mevrouw binnen gekregen die zó opknapte door onze zorg dat ze na een paar weken en wat fysiotherapie weer naar huis mocht! Ons doel is de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden, of te krijgen, in de allerlaatste periode van hun leven. Wij zijn te gast bij de bewoners. Zij geven aan wat hun wensen zijn en wij proberen dat zo goed mogelijk te regelen. Afgelopen weekend hebben we een dame met bed en al boven op het balkon geplaatst. Zo kon ze genieten van de herfstkleuren en de herfstgeur. ’Ik heb ineens zo’n trek in tomatensoep, in pannenkoeken of een kroket op brood’ is een wens waaraan we makkelijk kunnen voldoen. Alles is in huis. Er zijn twee soepvrijwilligers die ieder één keer per week een pan verse soep brengen. Daar vriezen we een deel van in, zo hebben we altijd verse soep in huis in diverse smaken. We hebben een tuinmanvrijwilliger die ook zorgt dat de eekhoorns en vogels in de tuin voer krijgen zodat de bewoners vanuit bed van zulke dierenvriendjes kunnen genieten. De partner of familie mogen gebruik maken van een aparte logeerkamer, maar vaak zetten we gezellig een extra bed in de kamer. Laatst deden we dat nog voor een echtpaar dat hun trouwdag wilde vieren. De sfeer in ons hospice is, in tegenstelling tot de verwachtingen van velen, allerminst zwaar. Laatst kookte een Indische familie voor hun vader/opa rijst en saté, aten ze gezellig in onze keuken. Het idee dat het er in het hospice alleen maar triest en zielig aan toegaat of dat alles in het teken van de dood staat klopt écht niet. Ons hospice is een huis vol leven, waar gekookt en gewassen moet worden, waar ook gelachen kan worden en waar het zelfs gezellig kan zijn.
dinsdag 15 oktober 2024
![]() |
Our beautiful young kitten Tossie | 2009 |
‘Cats and humans have been partners for over ten thousand years. And what you realize when you've lived with a cat for a long time is that we may think we own them, but that's not the way it is. They simply allow us the pleasure of their company.’
Op de fiets rijd ik door de stad met mijn linkerhand op de poezentas die voorop in mijn fietskrat staat. Die hand voor extra stevigheid. Ookal is de poes al vijftien jaar oud, ze is niet eerder op de fiets mee geweest. In de auto moest ze altijd erg ongelukkig miauwen dus nu, op haar oude dag, neem ik haar eens mee op de fiets. Eerst miauwt ze een paar keer en daarna ligt ze in de tas en kijkt door het raampje van gaas. Ik denk onderweg aan hoe ze in ons gezin kwam. We hadden in Spanje gewoond en hadden als afsluiting van die mooie periode een rondreis van zes weken door het zuiden van Afrika gemaakt met een Landrover Defender en twee tenten op het dak. Tijdens onze reis hadden we onze British Blue kater laten logeren bij zijn fokster. Zij had destijds ook een nest van Silvertabby’s. Hij kon het geweldig vinden met één van de meisjes uit het nest. Jut en Jul samen. Het poesje was eigenlijk al verkocht, maar…zei de fokster, als wij haar mee naar huis wilden nemen voor Woester dan had dat haar voorkeur. We noemden haar Etosha. Naar Etosha Pan, een spierwitte zoutpan in Namibië die we die zomer bezocht hadden. Zij heeft namelijk een spierwitte buik. Haar roepnaam werd Tossie. De reden dat we samen op weg zijn naar de dierendokter is haar wanhopig gemiauw in de nacht. We worden er wakker van en moeten ook iets doen. Meestal ga ik uit bed. Praat in het donker tegen haar, til haar op en krioel een beetje. Vaak neem ik haar mee naar zolder waar ze luid spinnend gelukkig zit te zijn. Andere keer doen we vanuit ons bed het licht boven de zoldertrap aan. Dan trippelt ze meestal naar boven. Soms niet. Ze houdt ons dus uit onze slaap. Op internet vinden we terug dat dit nachtelijk gehuil vooral voorkomt bij een grote verandering. Doof worden, blind worden of vergeetachtig worden. Doof worden is geen optie, ze hoort prima. De dierenarts dacht tijdens het consult aan haar schildklier vanwege ouderdom. Ze is echter in gewicht toegenomen in plaats van afgevallen. De optie viel ook weer af. Ze dacht ook aan haar nieren. Ze eet echter al twee jaar lang dure dieetvoeding speciaal voor nieren omdat onze kater nierproblemen heeft. Ze drinkt en eet voldoende. Dan doet de dierenarts een lichamelijke check-up. Het gebit van onze poes ziet er erg gezond uit. ‘Ze lijkt wel vijf jaar jonger!’, roept de dierenarts blij. Haar darmen zijn oké. De arts draait met de achterpoten in vreemde rondjes om te zien of haar heupjes niet pijnlijk zijn, nee dus. Dan doet ze iets wat tot de diagnose zal leiden. Ze voelt élke ruggenwervel na en bij de ondersten gaan de vachtharen van de kat omhoog staan. Dat wijst op pijn. Onze oude dame heeft last van haar onderste ruggenwervels. Lage rugpijn zoals een oud besje. Katten verstoppen hun pijn altijd zo lang mogelijk. Ze krijgt een pijnstiller voor vierentwintig uur en daarna zal ik een week lang elke dag medicijn in haar natvoer geven dat ze om klokslag zes uur krijgt. Ze is een dier met emoties, wat veel mensen zullen ontkennen. Toen onze grijze kater Woester elf weken lang verdwenen was in Mexico, en ik elke dag zijn naam riep rondom ons huis, liep Tossie dagelijks mee om te zoeken. Onverwachts meldde hij zich aan de voordeur. Zwaar versleten kussentjes onder zijn poten, de helft van zijn vijf kilo gewicht verloren. We waren dolgelukkig. Behalve Tossie. Zij was de eerste dagen echt boos op hem. Hij kreeg een snauw van haar als hij toenadering zocht. Of een klap met haar poot. Zij nam hem kwalijk dat hij zo lang weg geweest was. Kort daarna waren ze gelukkig weer dikke mik. Samen slapen, elkaar liefdevol wassen. Emotie toonde ze ook toen Woester een keer de brandladder opgeklommen was vanuit de patio. Helemaal boven durfde hij niet meer voor- of achteruit. Tossie kwam ons waarschuwen door keihard te miauwen. We móesten wel meegaan om te kijken. Zij wees ons op haar grote vriend in nood. Met een rieten mand heb ik hem van de ladder gered. Onvergetelijk. Toen hij op z’n zestiende moest inslapen omdat hij een kaaktumor had die niet meer te opereren was, namen we hem mee naar huis. De tas lieten we openstaan zodat ze er zelf achter kon komen dat Woester overleden was. Ze sprong een halve meter in de lucht. Ze was die periode écht alleen en verdrietig, ze miste hem. Wij kochten een paar maanden later twee baby British Lilac, zelfde rustige ras als Woester. Ze moest echter niks van die monstertjes hebben. Ik werd er bijna overspannen van. Inmiddels is het vijf jaar geleden dat Sierra en Salvador (roepnaam Sallie) bij ons kwamen wonen. Ze kan ze inmiddels prima dulden in huis, meer niet. Sinds onze senioren dame dagelijks pijnstillers krijgt gaat ze in de ochtend weer de voordeur uit. Op pad. Ze miauwt nauwelijks meer in de nacht. Ze zit gelukkig weer goed in haar vel, letterlijk, ze wast haar vacht weer goed. Onze intelligente gestreepte poes met haar karaktertje. We kunnen haar niet missen.
Ik arriveerde met een streekbus uit Breda en hoefde alleen maar rechtdoor te lopen tot een leuk Utrechts pleintje waar ik met twee vriendinnen had afgesproken. Op verwarmde kussentjes en onder een terrasverwarmer kletsten we op deze koude herfstdag bij, aten we eind van de middag iets kleins. Om daarna naar een voormalige kerk te wandelen waar we een flamencoshow bijwoonden. Eigenlijk for old times sake omdat wij drietjes, toen we destijds in Madrid woonden, ook wekelijks flamenco danslessen hadden. Samen met veel andere moeders van de Nederlandse school trouwens. Ik had het destijds zelf georganiseerd, in eerste instantie voor de kinderen als naschoolse activiteit. De Argentijnse juf regelde flamencorokken voor de meiden, én voor ons. Ze leerde ons best ingewikkelde pasjes. We schopten met onze voeten en we leerden krachtig en subtiel op de maat te klappen. Flamencodansen zoals we dat zondag tijdens de show zagen was sierlijk en tegelijk stoer, zeer mannelijk én zeer vrouwelijk. De dansers probeerden hun diepste emoties uit te drukken door middel van lichaamsbewegingen en gezichtsuitdrukkingen. Heel opzwepend. Het bracht mijn gedachten zeker terug naar onze mooie, zorgeloze tijd in Madrid.
dinsdag 8 oktober 2024
![]() |
Aerial Yogaclass in Singapore! |
‘Pull up a chair. Take a taste. Come join us. Life is so endlessly delicious.’
Met nog twee doordeweekse dagen te gaan met onze lieve verre-afstandsdochter in Singapore kies ik ervoor deze middag te zwemmen in een groot hotel. Zij werkt. De allerlaatste dag, morgen dus, zullen we samen in dochter’s lunchpauze een Aerial Yogaclass volgen. Ik had in Nederland een gratis proefmaand aangevraagd van de zogenaamde ClassPass. Het is een wereldwijd lidmaatschap. Tientallen yogascholen in Singapore zijn aangesloten. Oók dochters paaldansschool en daar geven ze Aerial Yoga Stretch lessen in een hangmat. Ik zou op mijn gratis proefabonnement meedoen. Terwijl ik een beetje aan het scrollen ben omdat ik nog veel creditpoints over heb zie ik dat ik voor vijf creditpoints twee uur mag zwemmen in het ‘PARKROYAL hotel on Beach Road’. Dat ga ik na de lunch doen. Tijdens onze laatste lunch kletsen we over onze logeerpartij. Dat het zo gezellig en ontspannen is, dat we elkaar helemaal niet op de lip zitten in haar appartementje, niet eens in haar tweepersoonsbed. Geen gesnurk, geknarsetand of gewoel dat we ‘s nachts merken. We gaan min of meer gelijk slapen, soms leest er één nog iets langer door. Eén avond hadden we zelfs een lachbui in bed. Wanneer zij voor werk vertrekt in de ochtend, stap ik heel rustig uit bed. Ik snijd een dragonfruit doormidden en doe het zoete vruchtvlees in mijn yoghurt. Ik zet kamillethee en eet er wat verse lychees bij die ik zelf pel. Alles op m’n dooie gemakkie. Ik ruim haar appartementje op voordat ik vertrek om haar op te halen tussen de middag. Ook in de avond eten we buiten de deur. Zoveel restaurantjes die ze gezellig met me wil bezoeken. Taiwanees, Vietnamees, Thai, Indonesisch, Japans, Chinees en Turks in de Arabische wijk. We tikken ze allemaal aan. Het eten vind ik overal lekker en daar verras ik haar én mezelf mee. Ik houd niet per se zo van rijstgerechten. Het valt me vooral ook zo mee dat het bijna nooit té pikant is voor mij. Pikant eten was nooit mijn favoriet, maar na mijn tongoperatie en bestralingen kan ik niks pittigs meer verdragen. Pikante sausjes worden gelukkig separaat geserveerd. Wanneer ik smikkel geniet zij. We komen in de avond meestal laat thuis, douchen en gaan lekker in ons bed lezen. Na de lunch zet dochterlief mij vandaag op de bus zoals we dat de laatste week vaker deden. Soms ga ik wandelend door de warme stad. Ik stap pal voor het hotel uit en loop naar de vierde verdieping. Een wellness, een gym en een groot buitenzwembad. Uitzicht over de baai en het bekende Marina Bay Sands hotel. Ligbedjes naast het zwembad. Ik check in met mijn ClassPass en krijg twee grote badlakens mee. Het miezert zachtjes dus ik leg mijn spulletjes onder een grote parasol. Ik ga baantjes trekken. Ik lees mijn nieuwe boek, val in slaap en zwem tenslotte nog wat baantjes voordat ik me in het hotel ga douchen en wassen met luxe zeep aan de wand. Na de handdoeken ingeleverd te hebben pak ik fris en fruitig de bus weer terug. Oudste kind en ik dineren onze allerlaatste avond vervolgens in een hotpot restaurant dat ze me heel graag wil laten zien en proeven. Ze eet er vaker. Een smaakbeleving met bouillon, flinterdun gesneden rundvlees en groenten zoals mais, kool, winterpeen en courgette. We praten over hoe we uitkijken om ons hele gezin weer samen te zien in december, over zeventig nachtjes. Op de terugweg zien we vanuit de bus in haar woonwijk, Little India, een felgekleurde, drukbezochte avondmarkt. We stappen spontaan uit. Een explosie aan kleuren! Veel verse, geurende maar ook plastic bloemenslingers die in de hoogte hangen. Evenals tafels vol felgekleurde Shiva- en Buddhabeelden. Wat een drukte op de markt en zoveel indrukken! Zo blij en dankbaar dat ik dit beleef met dochter in háár wijk, bij haar om de hoek. Het blijken voorbereidingen voor het vrolijke Hindoestaanse lichtjesfeest Divali. Dat feest duurt vijf dagen, en start 1 november. Tijdens dit feest worden door het huis en op de erven lichtjes aangestoken. Symbolisch wordt ‘de overwinning van het goede over het kwade, overwinning van het licht over de duisternis’ gevierd. Ik neem wat souvenirs mee.
Ik loop de straat helemaal uit tot aan een T-splitsing en ben nog steeds geen ‘7-Eleven’ supermarktje tegengekomen... Dat betekent dat ik verkeerd gelopen ben. Dochter had het nog zo duidelijk stap voor stap uitgelegd. Ik had het ook nog zo zorgvuldig in mijn notities genoteerd, dacht ik. Ik ben op de juiste metrostop uitgestapt, juiste exit ook nog naar buiten, langs het groene parkje gelopen, ik heb ook de tempel rechts laten liggen maar zie dus geen ‘7-Eleven’. De tijd dringt, we hebben een yogales geboekt. Ik bel haar op, zij is onderweg van kantoor en we ontmoeten elkaar bij een ander metrostation. We lopen door het schattige wijkje met ouderwetse laagbouw naar de studio. We zijn op tijd, kleden ons om en leggen onze lila yogamatjes ieder bij een blauwe hangmat. De Argentijnse juf noemt onze namen op en we kunnen beginnen. We starten op de mat, voor mij bekend terrein. Ademhaling, naar binnen keren en wat nekoefeningen. Heel rustig. Ik geniet dat ik naast onze dochter zit. Vervolgens gaan we de hangmat gebruiken, als hulpmiddel. Been erop leggen om te stretchen, heupen erop leggen voor een downfacing dog. Ik kan dit prima aan, ookal doe ik het niet zo gracieus als dochterlief. Vervolgens worden de oefeningen wat van een hoger niveau en past de juf de hoogte van mijn hangmat aan. Soms is hij te laag, hang ik als lange vrouw bijna op de vloer, soms is hij juist te hoog en krijg ik mijn voet er niet in. De juf is er maar druk mee. Bij de laatste oefening staan we allemaal rechtop in de hangmat, ook ik, en zouden we op de één of andere manier relaxt liggend in een cocon uit moeten komen. Je hoofd achterover hangend om je borstkas en hart goed te openen. De juf helpt mij, maar zelfs dat mag niet baten, ik kom in een zittende positie in de cocon terecht en kan in geen mogelijkheid achterover leunen. Best grappig eigenlijk... Ik dobber wat rond. Dochter is er allemaal heel erg goed in, lenig lijf en stevige buikspieren helpen haar hierbij. Zij doet wekelijks aan paaldansen in deze studio. Een getraind jong lijf. Ze stuurt regelmatig jaloersmakende filmpjes. Ik geniet van het hier zijn, nu naast haar. Haar wereld. Hoe mooi ze dit kan, en dat ik erbij mag zijn. Helemaal in Singapore.
Singapore | 2 oktober 2024
dinsdag 1 oktober 2024
![]() |
Having fun at our boattrip | Indonesia |
‘I love going to the beach and swimming in the ocean. I think it's so relaxing. It's also a great form of active recovery. It's perfect for those rest days when you still want to move a little bit.
‘Oh nee! Onze wetshirts liggen nog op de kelong!’ riep ik uit naar dochterlief toen we onze badhanddoeken over onze strandbedjes spreidden. Ineens dacht ik aan onze natte surfshirts die over de houten reling hingen te drogen op het platform in zee. Deze ochtend werden we om tien uur opgehaald met een klein bootje. We hadden alleen een plastic tasje bij ons met daarin twee flesjes water, twee zoete broodjes en twee snorkelbrillen met onze snorkelpijpjes. We werden na een kwartier varen op de kelong afgezet. Een kelong is iets typisch Indonesisch en Maleisisch, ookal komt het ook wel voor in de Filippijnen. Het is een oorspronkelijk vissershuisje gemaakt van hout, op houten palen in zee. Bij aankomst zag ik een man erop vissen met alleen een draad met aas. Hij ving regelmatig wat. We zagen snorkels en flippers aan de houten wand hangen. Er waren meerdere zithoekjes. We namen plaats. We kregen meteen vier flesjes water, beiden een bril met snorkel. Het was zover. We gingen snorkelen. We daalden een houten trapje af waar twee Indonesische jongemannen ons opwachtten in het warme zeewater. Ze hadden bolletjes voer mee. Honderden tropische vissen zwommen op ons af in het heldere water. Ze beten me in mijn benen. Een gilletje ontsnapte me. Ewan noemde het liefkozend ‘kissing’. We werden met een GoPro onder water gefilmd en gefotografeerd. We zagen zo’n twintigtal verschillende soorten vissen. Allemaal vrolijke kleuren. Koraal. Zee-egels. Ik droeg hun aangeboden bril en snorkelpijp, uit een misplaatste vorm van beleefdheid eigenlijk. Ik was met beiden niet blij. M’n bril liep snel vol met water en de pijp zat te los waardoor hij steeds onder water raakte en daardoor dichtsloeg en ik niet kon ademen. Ik dacht eraan om terug te zwemmen en mijn eigen spulletjes te pakken. Toen ik eindelijk tegen de jongen vertelde wat er mis ging kreeg ik een andere bril en snorkelpijp. Daarna kon ik heerlijk snorkelen! Na een tijd begon het te knagen dat ik onze dochter al een tijdje niet gezien had. Ik riep haar over het water. Ik wachtte geduldig totdat ze boven water zou komen. Ze kwam niet. Ik vroeg aan de jongen waar ze was. Ze was met Ewan mee, zei hij. Ik werd er heel onrustig van. Daar kwam ze aan zwemmen. Ze had telkens achterom gekeken en ze dacht dat ik achter haar aan zwom. Ewan had haar enthousiast een groot schelpdier laten zien, ze had hem met twee handen vastgepakt en de schelp ging wat open. Ze gaf hem geschrokken gauw terug. Hij maakte ondertussen foto’s. De mannen trokken zich terug op de kelong en wij bleven samen gezellig snorkelen. Heel veel feloranje clownvisjes gezien, verstopt in wuivend zeeanemoon. We droogden even op in de zon op het platform, dronken koffie en limonade, aten ons zoete bolletjes en gingen toen weer snorkelen. Ontspannen. Samen. Eenmaal weer op de kelong ontvingen we de werkelijk prachtige digitale foto’s en filmpjes op de mobiel van dochter. Na twee uur op en rond de kelong vertoefd te hebben voeren we terug naar het resort op eiland Bintan. Pas in de middag op het strand dacht ik aan onze wetshirts. Een korte paniek omdat we om vier uur opgehaald zouden worden om naar de ferry gebracht te worden. De baliemedewerker belde met collega’s op de kelong en toen hoorden we dat ze het daar al gezien hadden en dat de wetshirts mee terug kwamen. Vóór vier uur. Ontspannen konden we op onze bedjes neerploffen, lezen en in het zwembad dobberen. Genieten van onze laatste middaguren samen in Indonesië.
Mijn telefoon had nog elf procent van de batterij. Dochterlief vond dat maar niks, want ik trok er vanmiddag in m’n uppie op uit in haar stad. Zonder telefoon ben ik niks hier in de grote stad met een immens netwerk van metro- en buslijnen. Precies had ik deze ochtend besloten zonder mijn powerbank op stap te gaan. Ze raadde me aan in een café om een oplader te vragen. Dat deed ik niet. Toen ik m’n entreeticket voor The national museum of Singapore kocht vroeg ik waar ik mijn mobiel kon opladen. Bij de entree van het museum stond een machine met powerbanks voor de verhuur. Een grote uitdaging voor mij om er één te huren. Ik moest een QRcode scannen, een website bezoeken om een app te downloaden (wat ik liever niet doe), mijn singapore telefoonnummer (geen idee!) en nummers die via SMS binnenkwamen invoeren op een website, of was het nou de app?, en ondanks dat het eerste uur gratis was moest ik toch een creditcard toevoegen. Ik heb geen creditcard maar voor noodgevallen had ik die van mijn lief mee op reis, en toevallig had ik die in mijn tas mee deze dag. Nóg een QRcode en ook een code dat ik écht een mens ben moest ik invoeren. Ik had voor dit alles de hulp van, wat later bleek, een Amerikaanse gids. Hij vond mijn tijdelijke nummer, onthield de lange nummers voor me, hij keek mee op m’n mobiel voor elke volgende stap. Hij zag echter ook de tijd dringen, zijn tour begon namelijk om twee uur. Ik bedankte hem voor zijn hulp, ik hoorde hem verderop zijn grote groep toespreken. Het vakje gaf eindelijk licht en ik haalde er een powerbank uit, zonder kabel. Ik sloot me aan bij zijn tour en vroeg hem op een geschikt moment hoe ik aan een kabeltje kwam. Hij pulkte het kabeltje uit de zijkant van de powerbank. Ik bedankte hem opnieuw. Nu zou het goedkomen. Behalve dat ik het kabeltje niet in mijn iPhone kreeg. Ik stond in de groep tijdens zijn intrigerende verhaal alleen maar in het halfdonker te rommelen met dat kabeltje. Ik had al twee keer de powerbank uit mijn inmiddels natte zweethanden laten vallen. Pas toen ik het telefoonhoesje eraf gehaald had paste de oplader eindelijk. De rondleiding was echt zeer boeiend. Over hoe Nederland Singapore verloor in 1819 aan de Engelsen. Het ging ook over 1930, het jaar dat mijn oma hier was. Over de Chinezen die hier wat afzwoegden als drager van een riksja die zes cent per ritje kregen en maar drie dollar per dag verdienden. Vaak gebruikten ze opium om het zware werk vol te houden waar een flink deel van hun loon naartoe ging. De riksja was een luxe manier voor Europeanen om zich te verplaatsen. Comfortabel met rubberbanden, koel in de schaduw en snel want de Chinezen moesten net zo hard rennen als het rustige tempo van een paard. Er stond in het museum een originele riksja tentoongesteld uit 1930. Precíes dezelfde als op de foto van mijn grootmoeder. De geschiedenis van Singapore raakte zo mijn familiegeschiedenis. Ook de broer van mijn oma (hij was kapitein op een groot schip van Shell) is hier ergens op zee door de Japanners gevangen gezet op Borneo tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik zag grote zwartwit foto’s van zulke hongerkampen in het museum hangen waar ook de Singaporezen gevangen gezet werden, of aan de Birmaspoorweg moesten werken. Een indrukwekkende tour van een zeer behulpzame en geduldige Amerikaan.
Singapore | 30 september 2024
zondag 29 september 2024
![]() |
Our wonderful resort on Bintan island | Indonesia |
‘I have traveled a fair amount, and I have visited some great cities. I love architecture and museums and castles and ruins and central markets and even double-decker bus tours. But, I am a sucker for a tropical beach.’
Met de snelle veerboot voeren oudste dochter en ik op vrijdagochtend van Singapore, in ruim een uur, naar het Indonesische eilandje Bintan. Zoals we ook vorige zomer met ons gezin met de veerboot van Singapore naar het Indonesische eiland Batam voeren. De taxichauffeur van het resort, gekleed in een typisch batik overhemd, stond ons met een bordje op te wachten buiten de aankomsthal. De tropische zon scheen volop. Onderweg naar het resort, een rit van een uurtje, waren er vele aha-momentjes van onze eerdere reis naar het Indonesische eiland Borneo dat overigens vlakbij ligt. De felgekleurde huisjes langs de weg met een verhoogd houten terras ervoor. De was die buiten hangt te drogen. De vele plastic jerrycans benzine voor de deur, voor de brommers en motorbootjes. De aangeharkte grond rondom het huis. De brommers over straat met een ouder en een klein kind achterop, of soms beiden ouders en het kind ertussen. De dames gesluierd. Brommers met grote rieten manden achterop. Aapjes langs de weg. De jungle. De dieprode aarde waar ik vorige zomer zo diep in wegzakte. De lichtblauwe zee. Oude houten visserboten dobberend op zee. Lange half vervallen houten steigers tot ver in zee. Zo fotogeniek! De banner voordat je een dorpje binnenrijdt met ‘Selamat’ erop, hallo. Vooral de stilte op straat en het vele tropische groen langs de weg vallen me deze keer op na een paar dagen in de grote stad van onze dochter vertoefd te hebben. We worden hartelijk ontvangen met een glaasje meloensap. Het niet al te grote resort is heerlijk stil in het naseizoen. Misschien zes bezette kamers, van de vijfentwintig? We kleden ons om en lopen naar het witte strand. Bedjes, parasols en handdoeken van het hotel. We wandelen bij laag tij naar het piepkleine eilandje voor ons. Klimmen op de schommels aldaar. Eenmaal terug plonsen we meteen in het verlaten, lauwwarme zwembad. We genieten van het water, en de omgeving die te zien is vanuit het zwembad. Het strand, de zee, de bootjes in de zee, de typische houten huisjes op palen, de palmbomen en de kleine eilandjes in de verte. De tropische ambiance. De rust. We dobberen en kletsen wat. Vallen na de lunch, die uit lokale vis bestaat, beiden in slaap op ons ligbedje in de schaduw onder de rieten parasol. We drinken tropische vruchtensapjes zoals van zuurzak. We bellen natuurlijk even met het thuisfront, alhoewel één dochter (zus) in Australië is. Zij vertrekt volgende week met vriendinnen juist naar Cairns, naar de Great Barrier Reef. Snorkelen en skydiving. Wat is dit voor abnormaal reislustig nomadengezin? Wij houden ieder van onderweg zijn. Wij houden ieder van avontuur en natuur. En wij houden ieder van nieuwe indrukken. Wij houden vooral van vrijheid. Verre-afstandsdochter en ik genieten hier in onze bikini’s, van onze tijd samen, het tropische zeebriesje en de zon, maar zeker ook van onze luister- en leesboeken. Ik geniet van haar aanwezigheid. Haar energie.
De volgende middag zouden we gaan snorkelen. Een bootje zou ons erheen brengen. We hadden twee verse sapjes, gebakken uienringen en kipnuggets to go besteld. Om daar te lunchen. Een kwartier voor vertrek barst er echter een hevige tropische regenbui los. De baliemedewerker komt naar ons toe om te zeggen dat het snorkelen nu niet door kan gaan. Misschien later op de middag nog. Terwijl we onze snacks op het resort eten, en de regen met bakken uit de lucht komt vallen, komt dochter met een heel goed idee. We gaan vanmiddag naar de geboekte massages van morgen en gaan morgen snorkelen. Dat is precies wat we uiteindelijk deden. In de massagesalon, gelegen in een houten huis op palen boven zee, hadden we beiden een hair spa van maar liefst een uur lang. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Als eerste mochten we een soort makkelijke strapless jurk aantrekken van batikstof. Daarna mochten we plaatsnemen op zachte stoelen met ons hoofd achterover in een spoelbak. Deze ruimte had geen glazen ramen. Volledig uitzicht op zee. Haren kammen en haren wassen, schedel masseren, shampoo, crème, weer masseren, haren spoelen, schouder- en nekmassage, armen en handen ook. Masker in ons haar gemasseerd en met handdoek omgevouwen wat minuten onder een warme kap. Kopje gemberthee. Geluid van tropische vogels in de buurt, aanspoelende golven. Ik concentreer me op de stilte. Nog een keer kammen, haarolie erin gemasseerd en daarna met lauwe lucht drogen met de föhn. Vingers door mijn haar. Ongelofelijk relaxt. De zon gaat onder.
Bintan, Indonesië | 28 september 2024
donderdag 26 september 2024
![]() |
Sharing a milk tea after Thai dinner! |
‘But I need solitude - which is to say, recovery, return to myself, the breath of a free, light, playful air.’
Onder een groepje palmbomen zit ik aan een bijna verlaten strand. Ik kijk uit over de zee, Straat Singapore, en zie in de verte naast kleine eilandjes met tropische bebossing ook grote containerschepen voorbij varen naar verre bestemmingen. Singapore is één van de drukste havens ter wereld. Ooit stond onze hele inboedel ook in zo’n zeecontainer opgeslagen om over zee naar onze nieuwe bestemming, of terug naar huis, te worden gebracht. Maar liefst vier keer. Altijd een avontuur. Singapore is bij uitstek een expat-bestemming. Een overvolle stad met vijfenhalf miljoen inwoners, waarvan onze dochter er één is. Meer dan een kwart van de bevolking woont hier tijdelijk. Het eiland is van oudsher bevolkt geweest door immigranten. Eén van de meest vooruitstrevende landen ter wereld met torenhoge, moderne zakengebouwen. Financial district is de plek waar ook onze dochter werkt en waar we elke dag afspreken om samen te lunchen. In haar wereld. Een wereld vol zakelijk geklede Singaporezen, luxe gebouwen en winkelcentra en honderden eetgelegenheden. Dochter komt met de roltrap uit het gebouw waar ze werkt naar beneden en ik sta haar daar op te wachten. We zwaaien naar elkaar. Een kus. Ook zij ziet er elke dag prachtig gekleed uit. Het wemelt er van de mensen die in hun anderhalf uur durende lunchpauze tegelijk gaan eten. Ook wij. De eerste dag in een foodcourt waar we eerst ons tafeltje reserveren door er, volgens Singaporese traditie, een pakje tissues op te leggen en de sleutelkoord van dochterlief. Daarna bestellen we ieder bij een andere kraam onze Aziatische maaltijd. Ik wring me langs de bezette stoeltjes om weer bij ons tafeltje terecht te komen. Hier eet ons kind dus regelmatig. Lekker eten. Gezellig met dochter. Wel écht druk om ons heen. Na haar pauze zet ze mij op de bus richting het strand. Zij loopt terug naar kantoor. De tweede dag zelfde ritueel. Deze keer eten we in een restaurantje dat minder druk is. Weer zet ze me op de bus naar het strand. Om bij het strand te komen stap ik over op een soort sneltram rechtstreeks naar het strand. Gisteren wandelde ik naar rechts, vandaag naar links. Het water is heerlijk warm, ik zwem er graag. Er schijnen wel medusa’s, zeeschildpadden en otters te zwemmen. Daarnaast lees ik in mijn boek. Juist in zo’n volle stad heb ik ruimte nodig om verstilling te vinden. Volgens mij is het strand de enige plek. Ik stel me voor dat het hier in het weekend ook beredruk is. Bij aankomst is een plein met veel eettentjes, er is feestverlichting voor de avond, er zijn veel sportieve activiteiten zoals bungee jumpen en volgens mij zag ik ook iets van een kermis. Gelukkig ligt het strand er op doordeweekse dagen verlaten bij. Alleen wat verdwaalde toeristen, zoals ik.
In de avond doen we rustgevende dingen zoals een massage. Dochter had een voucher gewonnen op een familiedag van het werk. Deze avond gingen we hem inwisselen voor twee rugmassages. In een luxe en serene massagestudio. Niet uitgekleed onder een handdoek op een massagetafel, maar voorgebogen zittend op een stoel. Naast elkaar. Over onze kleding werd een papieren kleedje gelegd. Ik had er even mijn twijfels bij moet ik toegeven. Het was verrukkelijk! Een half uur lang genoten we van een echt goede massage. Eenmaal weer beneden genoot dochter nog met een gemberthee na, en ik met een flesje water. De volgende avond genoten we in een heuse Singaporese nagelstudio. Op een soort overdekte markt met allemaal kleine winkeltjes kwamen we in een zijvleugel terecht met alleen maar drukke nagelstudiootjes. Relaxstoelen links en rechts tegen de wand. We liepen er langs een paar en kozen diegene die twee stoelen naast elkaar vrij had. Ik koos voor het klassieke pakket met vinger- en teennagels. Dochterlief liet haar gelnagellak vervangen. Het startte voor mij allemaal met een lekker warm voetenbadje. Kussentje in de rug en op schoot, handdoekjes erbij. Daarna knippen, vijlen, nagelriem verzorgen. Wij kozen onderwijl met stalenkaarten, al kletsend en overleggend, uit honderden kleurtjes. Teveel keuze! Het eelt op mijn voeten werd geraspt en gevijld. We maakten een keuze. Mijn vingernagels werden maar liefst vier maal gelakt. Tijdens het drogen scrubde en masseerde Abigail mijn voeten en onderbenen. Ik vond het écht een feestje. Ik observeerde ondertussen de andere dames om mij heen. Iedereen koos kleurtjes, vriendinnen kletsten honderduit, het publiek liep langs ons kraampje en het personeel rende rond met hun gereedschapskoffertjes, flesjes nagellak en handdoekjes. Mijn teennagels werden gelakt. Mijn handen met crème ingesmeerd. Na het drogen met een ventilator werden mijn voeten ingesmeerd. Als laatste hielp ze me uiterst voorzichtig in mijn sandaaltjes. Het resultaat was een verschil van dag en nacht.
Singapore | 26 september 2024