dinsdag 29 oktober 2024

Proud of our daughter!
ONZE STRATEEG
Je bent zo gelukkig als je minst gelukkige kind.
- Anne Tyler


Het leek wel of ik in het paradijs aan het hardlopen was deze woensdagochtend. De tere, hoge sprietjes van onkruidplanten langs de weilanden waren besprenkeld met glanzende kristallen. De herfstzon scheen er dwars doorheen. Duizenden glitters. Een zachte witte deken lag over de weilanden. Ochtenddauw in de herfst. Kleine waterdruppeltjes zwevend in de lucht. De koeien stonden in de wei te grazen terwijl een vroeg ochtendzonnetje hun ruggen verwarmde.  Er hing een knalblauwe lucht boven ons met een verdwaald spierwit wolkje. Het blad van de loofbomen in het stuk bos waar ik langs rende waren geel, oranje en bruin gekleurd. Sommige stukken van het zandpad waar ik liep waren bezaaid met eikeltjes. Een werkelijk prachtige herfstochtend. Toen ik weer aankwam in onze tuin ben ik na het oprekken van mijn spieren eerst de voortuin gaan aanvegen. De verkleurde, eeuwenoude beukenboom voor onze deur begint al zijn blad te verliezen. Onze oprit ligt vol met gekleurd herfstblad. Altijd oppassen wanneer het gaat regenen dan kan het spekglad worden. Trouwens ook zijn beukennootjes begint hij los te laten. Onder de ruitenwissers van mijn autootje vind ik losse beukennootjes gemengd met hun stekelige schillen. Ik houd van de herfst. Ik houd van hardlopen met zulk prachtig weer. Eenmaal alles opgeveegd ga ik naar binnen en zie ik dat ik een berichtje heb ontvangen op mijn mobiele telefoon. Ik kan het eerst niet plaatsen omdat ik uit de groep met deze afzender gestapt was. Verwarrend, geen naam van de afzender alleen een nummer. ‘Verdrietig nieuws.., eigen vertrouwde omgeving…’ scan ik snel. Mijn hartslag versnelt. Mijn hardloopmaatje Harry waar ik in juni de LoveLife run mee heb gelopen, is overleden. Tijdens het hardlopen kreeg ik het droevige bericht van mijn hardloopmaatje dat hij ons verlaten heeft… Hij had maagkanker gehad en leefde met een ballon in zijn buik in plaats van zijn maag. En dat ging helemaal prima. Hij was schoon. Wij trainden samen met zijn kleindochter Lieke en mijn dochter (beiden zelfde leeftijd) met z’n viertjes elke zondag met de groep, en onze trainer John. Wanneer een training opgeschort werd dan trainden wij tóch gezellig met z’n viertjes in het Mastbos. Aardige kerel. Ik pink wat tranen weg. Het is zo’n flinke confrontatie om iemand, die dezelfde rotziekte heeft gehad als ik, te moeten verliezen. Net als bij Kees, mijn maatje op het bestralingsapparaat, ging het bij Harry ook onverwacht razendsnel. Uitzaaiingen. Ik bel met jongste dochter in Australië, we delen ons verdriet met dikke, betraande ogen op onze schermpjes. Ze stuurt wat foto’s waar we samen met Harry op staan. Ook zij is er enorm van geschrokken. Aardige, altijd vrolijke Harry, zo levendig voor de zomer en nu, na de zomer, heeft hij ons plots verlaten. Een paar dagen later toon ik mijn respect op zijn drukbezochte uitvaart. Ik hoor daar dat hij zelf voor zijn einde heeft gekozen. Dappere man.


Een militair strateeg werden ze keer op keer genoemd. Haar scriptie over de rol van vrouwen in de IS werd geroemd. Onze middelste dochter - die twee jaar geleden haar eerste master in Legal Psychology behaalde aan de universiteit van Maastricht - kreeg vanmiddag haar begeerde master aan de Nederlandse Defensie Academie. Twee jaar terug behaalde zij haar eerste. Tijdens het schrijven van haar scriptie en het wonen in een studentenkamertje, in het voor haar vreemde Maastricht, speelde het virus nog een grote rol. Een groot deel schreef ze dan ook thuis in Breda. Na het inleveren van haar scriptie deed ze haar studentenkamer over aan haar zusje. Zij kwam thuis wonen en startte haar studie op de faculteit Militaire Wetenschappen. Ik werd ziek. Er volgde een operatie. Tot onze grote verrassing kon ik toen onverwacht tóch bij haar feestelijke diploma uitreiking zijn. Tijdens die ceremonie werd ik nog wel gebeld door de oncoloog-internist over waar de bestralingen kort daarna plaats zouden gaan vinden, Delft of Rotterdam. Zo was zij thuis na mijn operatie, tijdens de chemokuren en kon zij me bijna dagelijks naar de bestralingen in Rotterdam rijden. Op deze zonnige herfstmiddag op het Bredase kasteel werden de geslaagden (de helft burger en de andere helft militair) één voor één op het podium geroepen door een oud-generaal en wat hoogleraren. Ze stapte trots - en een tikkeltje zenuwachtig - de trap op, keek nog even onze kant op, nam haar diploma in handen en poseerde voor de fotograaf. Mijn lief en ik zaten, zonder haar zussen natuurlijk, in de zaal. We probeerden tot rust te komen. We waren op de fiets in onze nette kleding naar het kasteel gekomen, maar konden onze fietsen niet meer kwijt in de volle fietsenstalling. We fietsten verder het centrum in om de fietsen ergens te stallen waar het nog mag tegenwoordig. We liepen snel naar de ophaalbrug aan het Kasteelplein om ons met paspoort  te melden. Een militair die net naar huis ging wees ons erop dat de hoofdingang aan het Spanjaardsgat was. Nooit geweten. We liepen snel die kant op waarna we tegen een groot obstakel opliepen. Om namelijk het terrein van de KMA op te komen moet men, nu Nederland in een hogere staat van paraatheid is, opgehaald worden door iemand van Defensie. Onze dochter was al lang binnen, de ceremonie aan het oefenen. Wie moest ons dan ophalen? De tijd begon te dringen. Ik vroeg aan de andere militair in het portiershuisje of hij ons niet kon brengen. Dat mocht niet. Achter ons begonnen anderen genodigden zich aan te sluiten in de rij. Niemand kon zijn familielid bereiken om opgehaald te worden. Mijn lief belde zijn broer, commandant van de KMA. Hij haalde ons persoonlijk op en nam de andere familieleden ook mee. We kwamen precies op tijd. We luisterden naar een verhaal over militaire strategie, hét onderwerp van deze uitreiking en studie. Strategie bestond pas ten tijde van Napoleon leerden wij, waarbij strategie altijd uitmondde in een treffen in oorlog. Doden was het doel. Pas ten tijde van de Koude Oorlog kreeg strategie een nieuw doel namelijk het voorkomen van oorlog vanwege de fatale nucleaire dreiging. Onze dochter is nu een afgestudeerd militair strateeg! Het klinkt als een heel verantwoordelijke rol. Zeker in deze tijd van oorlogsdreiging. Zij gaat met dit diploma echter iets heel anders doen. Ik ben zó trots op haar. Onze enige dochter met maar liefst twee masters! Zo onzeker en verlegen als ze als klein meisje kon zijn, zo voorzichtig begint ze nu te beseffen dat ze erg trots op zichzelf mag zijn. Deze mooie, jonge vrouw vindt haar weg wel.  

dinsdag 22 oktober 2024

Me relaxing under water earlier this month | Indonesia
HELPFUL & CARING
To be successful is to be helpful, caring, and constructive, to make everything and everyone you touch a little bit better.’ 
- Norman Vincent Peale


Deze maand was het de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg dat sinds 2005 jaarlijks op de tweede zaterdag in oktober wordt georganiseerd. Rond deze dag wordt de aandacht gevestigd op palliatieve zorg om zo meer bekendheid te geven aan deze zorgvorm. Om die reden had ik deze week op een avond een workshop ‘waken’. Ik heb daar in mijn vorige baan cursussen over gehad maar nu het onderwerp voor mij weer actueel is dacht ik dat het goed was om die informatie op te frissen. Bovendien ontwikkelt de gezondheidszorg best snel op dit gebied qua kennis. Helaas kwam het waken niet zoveel aan bod. In het tasje dat we meekregen aan het eind van de avond zat wel een boekje over waken. De avond ging eigenlijk meer over wat er gebeurt zodra iemand is overleden. Ook dit is een interessant onderwerp voor mij omdat ik sinds vorige maand in het hospice werk als zorgvrijwilliger. Ik heb al diverse keren meegemaakt dat een bewoner overlijdt tijdens mijn dienst. Wat gebeurt er eigenlijk allemaal precies nadat het lichaam opgehaald wordt door de uitvaartverzorging? Het ophalen gebeurt trouwens uiterst respectvol. Of er nu wel of geen familie bij is. Wanneer de rouwtaxi weg rijdt loopt één uitvaartverzorger voorop tot het eind van de straat, de auto volgt stapvoets. Wij als medewerkers staan bij de voordeur om ons laatste respect te tonen. We kregen deze avond een rondleiding vanaf de plek waar de brancard met het lichaam binnenkomt in het rouwcentrum tot aan de zaal van de rouwdienst en het samenzijn daarna. Jaren geleden had ik eens een rondleiding door het crematorium tot aan de ovens aan toe gehad, en reed ik met een gevulde rouwauto over de begraafplaats naast de chauffeur. Dat was destijds voor een opdracht van mijn fotovakopleiding. Ik ben niet bang voor dode mensen. Of voor mensen die bijna kunnen overlijden. Sterker nog, ik geniet van de bijzondere gesprekken die kunnen ontstaan, heel betekenisvol. Zodoende had ik gesolliciteerd bij het hospice toen ik daartoe gevraagd werd tijdens een leuk gesprek met een yogamaatje van mij. Ton had zich na een carrière in de ICT om laten scholen tot verpleegkundige en is werkzaam in het hospice. Hij vond mij goed in het team passen, en ik had er wel oren naar. Eén dagdeel per week warme en liefdevolle zorg aanbieden aan mensen in hun laatste levensfase, én aan hun naasten. Ook zorg dragen voor een warme en huiselijke sfeer in de grote villa door eigenlijk een huishouden te draaien zoals thuis. Wasje draaien, was vouwen, thee en koffie zetten, bed verschonen, helpen met aankleden en eten verzorgen. Er zijn geen vaste tijden voor opstaan, wassen of eten. Dat is zoveel mogelijk afhankelijk van de wens van de bewoner. Net zoals thuis. Er zijn geen vaste bezoekuren. Familie en vrienden kunnen dus de hele dag in en uit lopen, en kunnen ook zelf in de keuken koffie en thee zetten. Net zoals thuis. Wij geven ze de regie. Ik vind het werken als zorgvrijwilliger persoonlijk niet eenvoudig. Ik ben heel moe wanneer ik thuis kom na vier uur werken. Wel geeft het veel voldoening. Daarnaast vind ik het heel fijn om weer in een team te werken. Samen koffiepauze of eten tijdens een avonddienst. Het teamgevoel, dat heb ik lang gemist. Ik zocht vrijheid, openheid, rust en zingeving in een nieuwe werkomgeving en dat heb ik in het hospice gevonden.


Een hospice was oorspronkelijk een instelling die is opgericht om de armen op te vangen. De instelling hielp de behoeftigen, de armen en de zieken. In Nederland wordt de naam gebruikt voor een instelling met een huiselijke sfeer die zich in terminale zorg heeft gespecialiseerd. Ons huis heeft zes kamers die de bewoners nadrukkelijk een eigen accent mogen geven. De standaard-inrichting bestaat uit een bed, een kast, een tafel en een stoel. Bewoners kunnen hier dan bijvoorbeeld een klok, een schilderij, een wandkleed, fotolijstjes of snuisterijen gezellig van thuis, aan toevoegen. In ons huis hebben de bewoners hun eigen huisarts. De dagelijkse zorg wordt verleend door wijkverpleegkundigen van de thuiszorg en vrijwilligers die steeds aanwezig zijn. Zowel op de eigen kamer als in de gemeenschappelijke woonkamer, de grote leefkeuken, het terras boven en in de zeer grote tuin kunnen de bewoners hun gasten ontvangen. Om in een hospice te mogen verblijven is een levensverwachting van minder dan drie maanden nodig. Laatst hadden we een zieke mevrouw binnen gekregen die zó opknapte door onze zorg dat ze na een paar weken en wat fysiotherapie weer naar huis mocht! Ons doel is de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden, of te krijgen, in de allerlaatste periode van hun leven. Wij zijn te gast bij de bewoners. Zij geven aan wat hun wensen zijn en wij proberen dat zo goed mogelijk te regelen. Afgelopen weekend hebben we een dame met bed en al boven op het balkon geplaatst. Zo kon ze genieten van de herfstkleuren en de herfstgeur. ’Ik heb ineens zo’n trek in tomatensoep, in pannenkoeken of een kroket op brood’ is een wens waaraan we makkelijk kunnen voldoen. Alles is in huis. Er zijn twee soepvrijwilligers die ieder één keer per week een pan verse soep brengen. Daar vriezen we een deel van in, zo hebben we altijd verse soep in huis in diverse smaken. We hebben een tuinmanvrijwilliger die ook zorgt dat de eekhoorns en vogels in de tuin voer krijgen zodat de bewoners vanuit bed van zulke dierenvriendjes kunnen genieten. De partner of familie mogen gebruik maken van een aparte logeerkamer, maar vaak zetten we gezellig een extra bed in de kamer. Laatst deden we dat nog voor een echtpaar dat hun trouwdag wilde vieren. De sfeer in ons hospice is, in tegenstelling tot de verwachtingen van velen, allerminst zwaar. Laatst kookte een Indische familie voor hun vader/opa rijst en saté, aten ze gezellig in onze keuken. Het idee dat het er in het hospice alleen maar triest en zielig aan toegaat of dat alles in het teken van de dood staat klopt écht niet. Ons hospice is een huis vol leven, waar gekookt en gewassen moet worden, waar ook gelachen kan worden en waar het zelfs gezellig kan zijn.

dinsdag 15 oktober 2024

Our beautiful young kitten Tossie | 2009
TOSSIE
Cats and humans have been partners for over ten thousand years. And what you realize when you've lived with a cat for a long time is that we may think we own them, but that's not the way it is. They simply allow us the pleasure of their company.’
- Genki Kawamuri


Op de fiets rijd ik door de stad met mijn linkerhand op de poezentas die voorop in mijn fietskrat staat. Die hand voor extra stevigheid. Ookal is de poes al vijftien jaar oud, ze is niet eerder op de fiets mee geweest. In de auto moest ze altijd erg ongelukkig miauwen dus nu, op haar oude dag, neem ik haar eens mee op de fiets. Eerst miauwt ze een paar keer en daarna ligt ze in de tas en kijkt door het raampje van gaas. Ik denk onderweg aan hoe ze in ons gezin kwam. We hadden in Spanje gewoond en hadden als afsluiting van die mooie periode een rondreis van zes weken door het zuiden van Afrika gemaakt met een Landrover Defender en twee tenten op het dak. Tijdens onze reis hadden we onze British Blue kater laten logeren bij zijn fokster. Zij had destijds ook een nest van Silvertabby’s. Hij kon het geweldig vinden met één van de meisjes uit het nest. Jut en Jul samen. Het poesje was eigenlijk al verkocht, maar…zei de fokster, als wij haar mee naar huis wilden nemen voor Woester dan had dat haar voorkeur. We noemden haar Etosha. Naar Etosha Pan, een spierwitte zoutpan in Namibië die we die zomer bezocht hadden. Zij heeft namelijk een spierwitte buik. Haar roepnaam werd Tossie. De reden dat we samen op weg zijn naar de dierendokter is haar wanhopig gemiauw in de nacht. We worden er wakker van en moeten ook iets doen. Meestal ga ik uit bed. Praat in het donker tegen haar, til haar op en krioel een beetje. Vaak neem ik haar mee naar zolder waar ze luid spinnend gelukkig zit te zijn. Andere keer doen we vanuit ons bed het licht boven de zoldertrap aan. Dan trippelt ze meestal naar boven. Soms niet. Ze houdt ons dus uit onze slaap. Op internet vinden we terug dat dit nachtelijk gehuil vooral voorkomt bij een grote verandering. Doof worden, blind worden of vergeetachtig worden. Doof worden is geen optie, ze hoort prima. De dierenarts dacht tijdens het consult aan haar schildklier vanwege ouderdom. Ze is echter in gewicht toegenomen in plaats van afgevallen. De optie viel ook weer af. Ze dacht ook aan haar nieren. Ze eet echter al twee jaar lang dure dieetvoeding speciaal voor nieren omdat onze kater nierproblemen heeft. Ze drinkt en eet voldoende. Dan doet de dierenarts een lichamelijke check-up. Het gebit van onze poes ziet er erg gezond uit. ‘Ze lijkt wel vijf jaar jonger!’, roept de dierenarts blij. Haar darmen zijn oké. De arts draait met de achterpoten in vreemde rondjes om te zien of haar heupjes niet pijnlijk zijn, nee dus. Dan doet ze iets wat tot de diagnose zal leiden. Ze voelt élke ruggenwervel na en bij de ondersten gaan de vachtharen van de kat omhoog staan. Dat wijst op pijn. Onze oude dame heeft last van haar onderste ruggenwervels. Lage rugpijn zoals een oud besje. Katten verstoppen hun pijn altijd zo lang mogelijk. Ze krijgt een pijnstiller voor vierentwintig uur en daarna zal ik een week lang elke dag medicijn in haar natvoer geven dat ze om klokslag zes uur krijgt. Ze is een dier met emoties, wat veel mensen zullen ontkennen. Toen onze grijze kater Woester elf weken lang verdwenen was in Mexico, en ik elke dag zijn naam riep rondom ons huis, liep Tossie dagelijks mee om te zoeken. Onverwachts meldde hij zich aan de voordeur. Zwaar versleten kussentjes onder zijn poten, de helft van zijn vijf kilo gewicht verloren. We waren dolgelukkig. Behalve Tossie. Zij was de eerste dagen echt boos op hem. Hij kreeg een snauw van haar als hij toenadering zocht. Of een klap met haar poot. Zij nam hem kwalijk dat hij zo lang weg geweest was. Kort daarna waren ze gelukkig weer dikke mik. Samen slapen, elkaar liefdevol wassen. Emotie toonde ze ook toen Woester een keer de brandladder opgeklommen was vanuit de patio. Helemaal boven durfde hij niet meer voor- of achteruit. Tossie kwam ons waarschuwen door keihard te miauwen. We móesten wel meegaan om te kijken. Zij wees ons op haar grote vriend in nood. Met een rieten mand heb ik hem van de ladder gered. Onvergetelijk. Toen hij op z’n zestiende moest inslapen omdat hij een kaaktumor had die niet meer te opereren was, namen we hem mee naar huis. De tas lieten we openstaan zodat ze er zelf achter kon komen dat Woester overleden was. Ze sprong een halve meter in de lucht. Ze was die periode écht alleen en verdrietig, ze miste hem. Wij kochten een paar maanden later twee baby British Lilac, zelfde rustige ras als Woester. Ze moest echter niks van die monstertjes hebben. Ik werd er bijna overspannen van. Inmiddels is het vijf jaar geleden dat Sierra en Salvador (roepnaam Sallie) bij ons kwamen wonen. Ze kan ze inmiddels prima dulden in huis, meer niet. Sinds onze senioren dame dagelijks pijnstillers krijgt gaat ze in de ochtend weer de voordeur uit. Op pad. Ze miauwt nauwelijks meer in de nacht. Ze zit gelukkig weer goed in haar vel, letterlijk, ze wast haar vacht weer goed. Onze intelligente gestreepte poes met haar karaktertje. We kunnen haar niet missen. 


Ik arriveerde met een streekbus uit Breda en hoefde alleen maar rechtdoor te lopen tot een leuk Utrechts pleintje waar ik met twee vriendinnen had afgesproken. Op verwarmde kussentjes en onder een terrasverwarmer kletsten we op deze koude herfstdag bij, aten we eind van de middag iets kleins. Om daarna naar een voormalige kerk te wandelen waar we een flamencoshow bijwoonden. Eigenlijk for old times sake omdat wij drietjes, toen we destijds in Madrid woonden, ook wekelijks flamenco danslessen hadden. Samen met veel andere moeders van de Nederlandse school trouwens. Ik had het destijds zelf georganiseerd, in eerste instantie voor de kinderen als naschoolse activiteit. De Argentijnse juf regelde flamencorokken voor de meiden, én voor ons. Ze leerde ons best ingewikkelde pasjes. We schopten met onze voeten en we leerden krachtig en subtiel op de maat te klappen. Flamencodansen zoals we dat zondag tijdens de show zagen was sierlijk en tegelijk stoer, zeer mannelijk én zeer vrouwelijk. De dansers probeerden hun diepste emoties uit te drukken door middel van lichaamsbewegingen en gezichtsuitdrukkingen. Heel opzwepend. Het bracht mijn gedachten zeker terug naar onze mooie, zorgeloze tijd in Madrid.

dinsdag 8 oktober 2024

Aerial Yogaclass in Singapore!
HAAR WERELD
‘Pull up a chair. Take a taste. Come join us. Life is so endlessly delicious.’
Ruth Reichl 


Met nog twee doordeweekse dagen te gaan met onze lieve verre-afstandsdochter in Singapore kies ik ervoor deze middag te zwemmen in een groot hotel. Zij werkt. De allerlaatste dag, morgen dus, zullen we samen in dochter’s lunchpauze een Aerial Yogaclass volgen. Ik had in Nederland een gratis proefmaand aangevraagd van de zogenaamde ClassPass. Het is een wereldwijd lidmaatschap. Tientallen yogascholen in Singapore zijn aangesloten. Oók dochters paaldansschool en daar geven ze Aerial Yoga Stretch lessen in een hangmat. Ik zou op mijn gratis proefabonnement meedoen. Terwijl ik een beetje aan het scrollen ben omdat ik nog veel creditpoints over heb zie ik dat ik voor vijf creditpoints twee uur mag zwemmen in het ‘PARKROYAL hotel on Beach Road’. Dat ga ik na de lunch doen. Tijdens onze laatste lunch kletsen we over onze logeerpartij. Dat het zo gezellig en ontspannen is, dat we elkaar helemaal niet op de lip zitten in haar appartementje, niet eens in haar tweepersoonsbed. Geen gesnurk, geknarsetand of gewoel dat we ‘s nachts merken. We gaan min of meer gelijk slapen, soms leest er één nog iets langer door. Eén avond hadden we zelfs een lachbui in bed. Wanneer zij voor werk vertrekt in de ochtend, stap ik heel rustig uit bed. Ik snijd een dragonfruit doormidden en doe het zoete vruchtvlees in mijn yoghurt. Ik zet kamillethee en eet er wat verse lychees bij die ik zelf pel. Alles op m’n dooie gemakkie. Ik ruim haar appartementje op voordat ik vertrek om haar op te halen tussen de middag. Ook in de avond eten we buiten de deur. Zoveel restaurantjes die ze gezellig met me wil bezoeken. Taiwanees, Vietnamees, Thai, Indonesisch, Japans, Chinees en Turks in de Arabische wijk. We tikken ze allemaal aan. Het eten vind ik overal lekker en daar verras ik haar én mezelf mee. Ik houd niet per se zo van rijstgerechten. Het valt me vooral ook zo mee dat het bijna nooit té pikant is voor mij. Pikant eten was nooit mijn favoriet, maar na mijn tongoperatie en bestralingen kan ik niks pittigs meer verdragen. Pikante sausjes worden gelukkig separaat geserveerd. Wanneer ik smikkel geniet zij. We komen in de avond meestal laat thuis, douchen en gaan lekker in ons bed lezen. Na de lunch zet dochterlief mij vandaag op de bus zoals we dat de laatste week vaker deden. Soms ga ik wandelend door de warme stad. Ik stap pal voor het hotel uit en loop naar de vierde verdieping. Een wellness, een gym en een groot buitenzwembad. Uitzicht over de baai en het bekende Marina Bay Sands hotel. Ligbedjes naast het zwembad. Ik check in met mijn ClassPass en krijg twee grote badlakens mee. Het miezert zachtjes dus ik leg mijn spulletjes onder een grote parasol. Ik ga baantjes trekken. Ik lees mijn nieuwe boek, val in slaap en zwem tenslotte nog wat baantjes voordat ik me in het hotel ga douchen en wassen met luxe zeep aan de wand. Na de handdoeken ingeleverd te hebben pak ik fris en fruitig de bus weer terug. Oudste kind en ik dineren onze allerlaatste avond vervolgens in een hotpot restaurant dat ze me heel graag wil laten zien en proeven. Ze eet er vaker. Een smaakbeleving met bouillon, flinterdun gesneden rundvlees en groenten zoals mais, kool, winterpeen en courgette. We praten over hoe we uitkijken om ons hele gezin weer samen te zien in december, over zeventig nachtjes. Op de terugweg zien we vanuit de bus in haar woonwijk, Little India, een felgekleurde, drukbezochte avondmarkt. We stappen spontaan uit. Een explosie aan kleuren! Veel verse, geurende maar ook plastic bloemenslingers die in de hoogte hangen. Evenals tafels vol felgekleurde Shiva- en Buddhabeelden. Wat een drukte op de markt en zoveel indrukken! Zo blij en dankbaar dat ik dit beleef met dochter in háár wijk, bij haar om de hoek. Het blijken voorbereidingen voor het vrolijke Hindoestaanse lichtjesfeest Divali. Dat feest duurt vijf dagen, en start 1 november. Tijdens dit feest worden door het huis en op de erven lichtjes aangestoken. Symbolisch wordt ‘de overwinning van het goede over het kwade, overwinning van het licht over de duisternis’ gevierd. Ik neem wat souvenirs mee. 


Ik loop de straat helemaal uit tot aan een T-splitsing en ben nog steeds geen ‘7-Eleven’ supermarktje tegengekomen... Dat betekent dat ik verkeerd gelopen ben. Dochter had het nog zo duidelijk stap voor stap uitgelegd. Ik had het ook nog zo zorgvuldig in mijn notities genoteerd, dacht ik. Ik ben op de juiste metrostop uitgestapt, juiste exit ook nog naar buiten, langs het groene parkje gelopen, ik heb ook de tempel rechts laten liggen maar zie dus geen ‘7-Eleven’. De tijd dringt, we hebben een yogales geboekt. Ik bel haar op, zij is onderweg van kantoor en we ontmoeten elkaar bij een ander metrostation. We lopen door het schattige wijkje met ouderwetse laagbouw naar de studio. We zijn op tijd, kleden ons om en leggen onze lila yogamatjes ieder bij een blauwe hangmat. De Argentijnse juf noemt onze namen op en we kunnen beginnen. We starten op de mat, voor mij bekend terrein. Ademhaling, naar binnen keren en wat nekoefeningen. Heel rustig. Ik geniet dat ik naast onze dochter zit. Vervolgens gaan we de hangmat gebruiken, als hulpmiddel. Been erop leggen om te stretchen, heupen erop leggen voor een downfacing dog. Ik kan dit prima aan, ookal doe ik het niet zo gracieus als dochterlief. Vervolgens worden de oefeningen wat van een hoger niveau en past de juf de hoogte van mijn hangmat aan. Soms is hij te laag, hang ik als lange vrouw bijna op de vloer, soms is hij juist te hoog en krijg ik mijn voet er niet in. De juf is er maar druk mee. Bij de laatste oefening staan we allemaal rechtop in de hangmat, ook ik, en zouden we op de één of andere manier relaxt liggend in een cocon uit moeten komen. Je hoofd achterover hangend om je borstkas en hart goed te openen. De juf helpt mij, maar zelfs dat mag niet baten, ik kom in een zittende positie in de cocon terecht en kan in geen mogelijkheid achterover leunen. Best grappig eigenlijk... Ik dobber wat rond. Dochter is er allemaal heel erg goed in, lenig lijf en stevige buikspieren helpen haar hierbij. Zij doet wekelijks aan paaldansen in deze studio. Een getraind jong lijf. Ze stuurt regelmatig jaloersmakende filmpjes. Ik geniet van het hier zijn, nu naast haar. Haar wereld. Hoe mooi ze dit kan, en dat ik erbij mag zijn. Helemaal in Singapore. 


Singapore | 2 oktober 2024 

dinsdag 1 oktober 2024

Having fun at our boattrip | Indonesia
GESCHIEDENIS VAN SINGAPORE
I love going to the beach and swimming in the ocean. I think it's so relaxing. It's also a great form of active recovery. It's perfect for those rest days when you still want to move a little bit.
- Eugenie Bouchard


‘Oh nee! Onze wetshirts liggen nog op de kelong!’ riep ik uit naar dochterlief toen we onze badhanddoeken over onze strandbedjes spreidden. Ineens dacht ik aan onze natte surfshirts die over de houten reling hingen te drogen op het platform in zee. Deze ochtend werden we om tien uur opgehaald met een klein bootje. We hadden alleen een plastic tasje bij ons met daarin twee flesjes water, twee zoete broodjes en twee snorkelbrillen met onze snorkelpijpjes. We werden na een kwartier varen op de kelong afgezet. Een kelong is iets typisch Indonesisch en Maleisisch, ookal komt het ook wel voor in de Filippijnen. Het is een oorspronkelijk vissershuisje gemaakt van hout, op houten palen in zee. Bij aankomst zag ik een man erop vissen met alleen een draad met aas. Hij ving regelmatig wat. We zagen snorkels en flippers aan de houten wand hangen. Er waren meerdere zithoekjes. We namen plaats. We kregen meteen vier flesjes water, beiden een bril met snorkel. Het was zover. We gingen snorkelen. We daalden een houten trapje af waar twee Indonesische jongemannen ons opwachtten in het warme zeewater. Ze hadden bolletjes voer mee. Honderden tropische vissen zwommen op ons af in het heldere water. Ze beten me in mijn benen. Een gilletje ontsnapte me. Ewan noemde het liefkozend ‘kissing’. We werden met een GoPro onder water gefilmd en gefotografeerd. We zagen zo’n twintigtal verschillende soorten vissen. Allemaal vrolijke kleuren. Koraal. Zee-egels. Ik droeg hun aangeboden bril en snorkelpijp, uit een misplaatste vorm van beleefdheid eigenlijk. Ik was met beiden niet blij. M’n bril liep snel vol met water en de pijp zat te los waardoor hij steeds onder water raakte en daardoor dichtsloeg en ik niet kon ademen. Ik dacht eraan om terug te zwemmen en mijn eigen spulletjes te pakken. Toen ik eindelijk tegen de jongen vertelde wat er mis ging kreeg ik een andere bril en snorkelpijp. Daarna kon ik heerlijk snorkelen! Na een tijd begon het te knagen dat ik onze dochter al een tijdje niet gezien had. Ik riep haar over het water. Ik wachtte geduldig totdat ze boven water zou komen. Ze kwam niet. Ik vroeg aan de jongen waar ze was. Ze was met Ewan mee, zei hij. Ik werd er heel onrustig van. Daar kwam ze aan zwemmen. Ze had telkens achterom gekeken en ze dacht dat ik achter haar aan zwom. Ewan had haar enthousiast een groot schelpdier laten zien, ze had hem met twee handen vastgepakt en de schelp ging wat open. Ze gaf hem geschrokken gauw terug. Hij maakte ondertussen foto’s. De mannen trokken zich terug op de kelong en wij bleven samen gezellig snorkelen. Heel veel feloranje clownvisjes gezien, verstopt in wuivend zeeanemoon. We droogden even op in de zon op het platform, dronken koffie en limonade, aten ons zoete bolletjes en gingen toen weer snorkelen. Ontspannen. Samen. Eenmaal weer op de kelong ontvingen we de werkelijk prachtige digitale foto’s en filmpjes op de mobiel van dochter. Na twee uur op en rond de kelong vertoefd te hebben voeren we terug naar het resort op eiland Bintan. Pas in de middag op het strand dacht ik aan onze wetshirts. Een korte paniek omdat we om vier uur opgehaald zouden worden om naar de ferry gebracht te worden. De baliemedewerker belde met collega’s op de kelong en toen hoorden we dat ze het daar al gezien hadden en dat de wetshirts mee terug kwamen. Vóór vier uur. Ontspannen konden we op onze bedjes neerploffen, lezen en in het zwembad dobberen. Genieten van onze laatste middaguren samen in Indonesië. 


Mijn telefoon had nog elf procent van de batterij. Dochterlief vond dat maar niks, want ik trok er vanmiddag in m’n uppie op uit in haar stad. Zonder telefoon ben ik niks hier in de grote stad met een immens netwerk van metro- en buslijnen. Precies had ik deze ochtend besloten zonder mijn powerbank op stap te gaan. Ze raadde me aan in een café om een oplader te vragen. Dat deed ik niet. Toen ik m’n entreeticket voor The national museum of Singapore kocht vroeg ik waar ik mijn mobiel kon opladen. Bij de entree van het museum stond een machine met powerbanks voor de verhuur. Een grote uitdaging voor mij om er één te huren. Ik moest een QRcode scannen, een website bezoeken om een app te downloaden (wat ik liever niet doe), mijn singapore telefoonnummer (geen idee!) en nummers die via SMS binnenkwamen invoeren op een website, of was het nou de app?, en ondanks dat het eerste uur gratis was moest ik toch een creditcard toevoegen. Ik heb geen creditcard maar voor noodgevallen had ik die van mijn lief mee op reis, en toevallig had ik die in mijn tas mee deze dag. Nóg een QRcode en ook een code dat ik écht een mens ben moest ik invoeren.  Ik had voor dit alles de hulp van, wat later bleek, een Amerikaanse gids. Hij vond mijn tijdelijke nummer, onthield de lange nummers voor me, hij keek mee op m’n mobiel voor elke volgende stap. Hij zag echter ook de tijd dringen, zijn tour begon namelijk om twee uur. Ik bedankte hem voor zijn hulp, ik hoorde hem verderop zijn grote groep toespreken. Het vakje gaf eindelijk licht en ik haalde er een powerbank uit, zonder kabel. Ik sloot me aan bij zijn tour en vroeg hem op een geschikt moment hoe ik aan een kabeltje kwam. Hij pulkte het kabeltje uit de zijkant van de powerbank. Ik bedankte hem opnieuw. Nu zou het goedkomen. Behalve dat ik het kabeltje niet in mijn iPhone kreeg. Ik stond in de groep tijdens zijn intrigerende verhaal alleen maar in het halfdonker te rommelen met dat kabeltje. Ik had al twee keer de powerbank uit mijn inmiddels natte zweethanden laten vallen. Pas toen ik het telefoonhoesje eraf gehaald had paste de oplader eindelijk. De rondleiding was echt zeer boeiend. Over hoe Nederland Singapore verloor in 1819 aan de Engelsen. Het ging ook over 1930, het jaar dat mijn oma hier was. Over de Chinezen die hier wat afzwoegden als drager van een riksja die zes cent per ritje kregen en maar drie dollar per dag verdienden. Vaak gebruikten ze opium om het zware werk vol te houden waar een flink deel van hun loon naartoe ging. De riksja was een luxe manier voor Europeanen om zich te verplaatsen. Comfortabel met rubberbanden, koel in de schaduw en snel want de Chinezen moesten net zo hard rennen als het rustige tempo van een paard. Er stond in het museum een originele riksja tentoongesteld uit 1930. Precíes dezelfde als op de foto van mijn grootmoeder. De geschiedenis van Singapore raakte zo mijn familiegeschiedenis. Ook de broer van mijn oma (hij was kapitein op een groot schip van Shell) is hier ergens op zee door de Japanners gevangen gezet op Borneo tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik zag grote zwartwit foto’s van zulke hongerkampen in het museum hangen waar ook de Singaporezen gevangen gezet werden, of aan de Birmaspoorweg moesten werken. Een indrukwekkende tour van een zeer behulpzame en geduldige Amerikaan.


Singapore | 30 september 2024

zondag 29 september 2024

Our wonderful resort on Bintan island | Indonesia
TROPISCHE STRANDEN
‘I have traveled a fair amount, and I have visited some great cities. I love architecture and museums and castles and ruins and central markets and even double-decker bus tours. But, I am a sucker for a tropical beach.
- Chelsea Cain


Met de snelle veerboot voeren oudste dochter en ik op vrijdagochtend van Singapore, in ruim een uur, naar het Indonesische eilandje Bintan. Zoals we ook vorige zomer met ons gezin met de veerboot van Singapore naar het Indonesische eiland Batam voeren. De taxichauffeur van het resort, gekleed in een typisch batik overhemd, stond ons met een bordje op te wachten buiten de aankomsthal. De tropische zon scheen volop. Onderweg naar het resort, een rit van een uurtje, waren er vele aha-momentjes van onze eerdere reis naar het Indonesische eiland Borneo dat overigens vlakbij ligt. De felgekleurde huisjes langs de weg met een verhoogd houten terras ervoor. De was die buiten hangt te drogen. De vele plastic jerrycans benzine voor de deur, voor de brommers en motorbootjes. De aangeharkte grond rondom het huis. De brommers over straat met een ouder en een klein kind achterop, of soms beiden ouders en het kind ertussen. De dames gesluierd. Brommers met grote rieten manden achterop. Aapjes langs de weg. De jungle. De dieprode aarde waar ik vorige zomer zo diep in wegzakte. De lichtblauwe zee. Oude houten visserboten dobberend op zee. Lange half vervallen houten steigers tot ver in zee. Zo fotogeniek! De banner voordat je een dorpje binnenrijdt met ‘Selamat’ erop, hallo. Vooral de stilte op straat en het vele tropische groen langs de weg vallen me deze keer op na een paar dagen in de grote stad van onze dochter vertoefd te hebben. We worden hartelijk ontvangen met een glaasje meloensap. Het niet al te grote resort is heerlijk stil in het naseizoen. Misschien zes bezette kamers, van de vijfentwintig? We kleden ons om en lopen naar het witte strand. Bedjes, parasols en handdoeken van het hotel. We wandelen bij laag tij naar het piepkleine eilandje voor ons. Klimmen op de schommels aldaar.  Eenmaal terug plonsen we meteen in het verlaten, lauwwarme zwembad. We genieten van het water, en de omgeving die te zien is vanuit het zwembad. Het strand, de zee, de bootjes in de zee, de typische houten huisjes op palen, de palmbomen en de kleine eilandjes in de verte. De tropische ambiance. De rust. We dobberen en kletsen wat. Vallen na de lunch, die uit lokale vis bestaat, beiden in slaap op ons ligbedje in de schaduw onder de rieten parasol. We drinken tropische vruchtensapjes zoals van zuurzak. We bellen natuurlijk even met het thuisfront, alhoewel één dochter (zus) in Australië is. Zij vertrekt volgende week met vriendinnen juist naar Cairns, naar de Great Barrier Reef. Snorkelen en skydiving. Wat is dit voor abnormaal reislustig nomadengezin? Wij houden ieder van onderweg zijn. Wij houden ieder van avontuur en natuur. En wij houden ieder van nieuwe indrukken.  Wij houden vooral van vrijheid. Verre-afstandsdochter en ik genieten hier in onze bikini’s, van onze tijd samen, het tropische zeebriesje en de zon, maar zeker ook van onze luister- en leesboeken. Ik geniet van haar aanwezigheid. Haar energie. 


De volgende middag zouden we gaan snorkelen. Een bootje zou ons erheen brengen. We hadden twee verse sapjes, gebakken uienringen en kipnuggets to go besteld. Om daar te lunchen. Een kwartier voor vertrek barst er echter een hevige tropische regenbui los. De baliemedewerker komt naar ons toe om te zeggen dat het snorkelen nu niet door kan gaan. Misschien later op de middag nog. Terwijl we onze snacks op het resort eten, en de regen met bakken uit de lucht komt vallen, komt dochter met een heel goed idee. We gaan vanmiddag naar de geboekte massages van morgen en gaan morgen snorkelen. Dat is precies wat we uiteindelijk deden. In de massagesalon, gelegen in een houten huis op palen boven zee, hadden we beiden een hair spa van maar liefst een uur lang. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Als eerste mochten we een soort makkelijke strapless jurk aantrekken van batikstof. Daarna mochten we plaatsnemen op zachte stoelen met ons hoofd achterover in een spoelbak. Deze ruimte had geen glazen ramen. Volledig uitzicht op zee. Haren kammen en haren wassen, schedel masseren, shampoo, crème, weer masseren, haren spoelen, schouder- en nekmassage, armen en handen ook. Masker in ons haar gemasseerd en met handdoek omgevouwen wat minuten onder een warme kap. Kopje gemberthee. Geluid van tropische vogels in de buurt, aanspoelende golven. Ik concentreer me op de stilte. Nog een keer kammen, haarolie erin gemasseerd en daarna met lauwe lucht drogen met de föhn. Vingers door mijn haar. Ongelofelijk relaxt. De zon gaat onder. 


Bintan, Indonesië | 28 september 2024

donderdag 26 september 2024

Sharing a milk tea after Thai dinner!
SOLITUDE
‘But I need solitude - which is to say, recovery, return to myself, the breath of a free, light, playful air.’
- Friedrich Nietzsche


Onder een groepje palmbomen zit ik aan een bijna verlaten strand. Ik kijk uit over de zee, Straat Singapore, en zie in de verte naast kleine eilandjes met tropische bebossing ook grote containerschepen voorbij varen naar verre bestemmingen. Singapore is één van de drukste havens ter wereld. Ooit stond onze hele inboedel ook in zo’n zeecontainer opgeslagen om over zee naar onze nieuwe bestemming, of terug naar huis, te worden gebracht. Maar liefst vier keer. Altijd een avontuur. Singapore is bij uitstek een expat-bestemming. Een overvolle stad met vijfenhalf miljoen inwoners, waarvan onze dochter er één is. Meer dan een kwart van de bevolking woont hier tijdelijk. Het eiland is van oudsher bevolkt geweest door immigranten. Eén van de meest vooruitstrevende landen ter wereld met torenhoge, moderne zakengebouwen. Financial district is de plek waar ook onze dochter werkt en waar we elke dag afspreken om samen te lunchen. In haar wereld. Een wereld vol zakelijk geklede Singaporezen, luxe gebouwen en winkelcentra en honderden eetgelegenheden. Dochter komt met de roltrap uit het gebouw waar ze werkt naar beneden en ik sta haar daar op te wachten. We zwaaien naar elkaar. Een kus. Ook zij ziet er elke dag prachtig gekleed uit. Het wemelt er van de mensen die in hun anderhalf uur durende lunchpauze tegelijk gaan eten. Ook wij. De eerste dag in een foodcourt waar we eerst ons tafeltje reserveren door er, volgens Singaporese traditie, een pakje tissues op te leggen en de sleutelkoord van dochterlief. Daarna bestellen we ieder bij een andere kraam onze Aziatische maaltijd. Ik wring me langs de bezette stoeltjes om weer bij ons tafeltje terecht te komen. Hier eet ons kind dus regelmatig. Lekker eten. Gezellig met dochter. Wel écht druk om ons heen. Na haar pauze zet ze mij op de bus richting het strand. Zij loopt terug naar kantoor. De tweede dag zelfde ritueel. Deze keer eten we in een restaurantje dat minder druk is. Weer zet ze me op de bus naar het strand. Om bij het strand te komen stap ik over op een soort sneltram rechtstreeks naar het strand. Gisteren wandelde ik naar rechts, vandaag naar links. Het water is heerlijk warm, ik zwem er graag. Er schijnen wel medusa’s, zeeschildpadden en otters te zwemmen. Daarnaast lees ik in mijn boek. Juist in zo’n volle stad heb ik ruimte nodig om verstilling te vinden. Volgens mij is het strand de enige plek. Ik stel me voor dat het hier in het weekend ook beredruk is. Bij aankomst is een plein met veel eettentjes, er is feestverlichting voor de avond, er zijn veel sportieve activiteiten zoals bungee jumpen en volgens mij zag ik ook iets van een kermis. Gelukkig ligt het strand er op doordeweekse dagen verlaten bij. Alleen wat verdwaalde toeristen, zoals ik. 


In de avond doen we rustgevende dingen zoals een massage. Dochter had een voucher gewonnen op een familiedag van het werk. Deze avond gingen we hem inwisselen voor twee rugmassages. In een luxe en serene massagestudio. Niet uitgekleed onder een handdoek op een massagetafel, maar voorgebogen zittend op een stoel. Naast elkaar. Over onze kleding werd een papieren kleedje gelegd. Ik had er even mijn twijfels bij moet ik toegeven. Het was verrukkelijk! Een half uur lang genoten we van een echt goede massage. Eenmaal weer beneden genoot dochter nog met een gemberthee na,  en ik met een flesje water. De volgende avond genoten we in een heuse Singaporese nagelstudio. Op een soort overdekte markt met allemaal kleine winkeltjes kwamen we in een zijvleugel terecht met alleen maar drukke nagelstudiootjes.  Relaxstoelen links en rechts tegen de wand. We liepen er langs een paar en kozen diegene die twee stoelen naast elkaar vrij had. Ik koos voor het klassieke pakket met vinger- en teennagels. Dochterlief liet haar gelnagellak vervangen. Het startte voor mij allemaal met een lekker warm voetenbadje. Kussentje in de rug en op schoot, handdoekjes erbij. Daarna knippen, vijlen, nagelriem verzorgen. Wij kozen onderwijl met stalenkaarten, al kletsend en overleggend, uit honderden kleurtjes. Teveel keuze! Het eelt op mijn voeten werd geraspt en gevijld. We maakten een keuze. Mijn vingernagels werden maar liefst vier maal gelakt. Tijdens het drogen scrubde en masseerde Abigail mijn voeten en onderbenen. Ik vond het écht een feestje. Ik observeerde ondertussen de andere dames om mij heen. Iedereen koos kleurtjes, vriendinnen kletsten honderduit, het publiek liep langs ons kraampje en het personeel rende rond met hun gereedschapskoffertjes, flesjes nagellak en handdoekjes. Mijn teennagels werden gelakt. Mijn handen met crème ingesmeerd. Na het drogen met een ventilator werden mijn voeten ingesmeerd. Als laatste hielp ze me uiterst voorzichtig in mijn sandaaltjes. Het resultaat was een verschil van dag en nacht. 


Singapore | 26 september 2024 

dinsdag 24 september 2024

A happy reunion with my oldest daughter | Singapore
LONG-DISTANCE DAUGHTER
‘In the end, the silent battles of a long-distance daughter are not fought in vain. Instead, they are a testament to the depth of our love, the strength of our spirit, and the enduring bond between parent and child - a bond that transcends miles, time, and the trials of life’s journey.’
- Sukriti Taneja


‘Heb jij vanaf 23 september een week beschikbaar voor je moeder?’ appte ik twee weken geleden naar oudste dochter in Singapore. Het kwam bij haar koud uit de lucht vallen. We waren immers aan het aftellen naar december om elkaar in Vietnam te zien. ‘Anders kan ik deze vlucht pakken en kom ik jouw kant op?’ ‘Heb je een plekje in je grote bed voor mij?’ Er kwam meteen een antwoord van haar. ‘Snel boeken!!! Ik ben echt zeer excited mams!’ Nadat ik de ticket in een opwelling gekocht had kreeg ik meer blije berichtjes. ‘Mama wat een feest!!’ Het was zo spontaan, snel en plotseling gegaan. Toen het indaalde wat ik had gedaan kreeg ik tranen in mijn ogen. We hebben elkaar sinds 6 januari niet meer gezien. Meer dan negen maanden. De langste periode ooit. Ik miste haar maar liet het gevoel uit zelfbescherming niet toe. ‘Wwwoooohoo! Mama wat een feest!’ berichtte ze weer.  Nu voelde ik het gemis. Heimwee naar haar. Ondanks dat ik haar om de paar dagen spreek en elke maand trouw een lange brief stuur. Mijn lief had het voorgesteld. Waarom ik haar niet op ging zoeken? Ik had er tenslotte tijd voor en vermaak me prima in m’n uppie. Ook daar. De lange vlucht met lange overstap hielden me aanvankelijk tegen. Na het vinden van een goede vlucht ging ik overstag. Toen begon het aftellen… en het boodschappen doen voor de Nederlandse gravings van het kind. Pepernoten en taaitaai liggen natuurlijk alweer in de winkel. Een lang Sinterklaasgedicht erbij geschreven dat ze pas lang na mijn vertrek, na aankomst van de Heiligman, mag lezen natuurlijk. Haar vader en zus schreven haar een brief die meeging in de koffer. Zelfs een brief voor mij. Op de vroege zondagochtend, op de dag van mijn vertrek, nog even in m’n pyjama - met een colbert erover om het te verbergen - naar een bakkertje gereden in een dorp verderop om zo vers mogelijk brood, croissants en volkoren bolletjes in te slaan. Meer dan de helft van mijn grote, zware koffer zat vol met Hollandse boodschappen. Een heel klein beetje nam mijn zomerkleding, slippers en snorkel in beslag. Mijn dikke boeken gingen in mijn handbagage mee. Die zonovergoten middag van mijn vertrek brachten mijn lief en ik door in het warme Amsterdam. Het begint bijna op een traditie te lijken om voor een bezoek aan Schiphol eerst de hoofdstad aan te doen. We wandelden onder het Rijksmuseum door, lunchten pal aan de Herengracht die druk bevaren werd door bootjes met bezoekers en bewoners. Op het Spui was een tijdelijke kunstenaarsmarkt. We vielen allebei voor een zelfde naturel tekening. We namen hem spontaan ingelijst mee. Na ons gebruikelijke ijsje van bakkerij van der Linde begaven we ons terug naar de P+R waar middelste dochter na een bezoek aan een vriendin op ons wachtte. Op naar Schiphol. Ik was niet zenuwachtig. Helemaal niet. Ik had tenslotte alles goed geregeld en niets zo ontspannen als alleen reizen. Bij het inchecken van mijn zware koffer bleek echter dat ik onverhoopt geen bagage ingekocht had. Ik moest élke kilo van de bijna drieëntwintig kilo gewicht separaat betalen. Jammer. Nu begreep ik dus wel meteen waarom dit retourtje een koopje was. 


Inmiddels hebben dochter en ik elkaar op de luchthaven stevig en lang omhelsd, ben ik mijn mobiel verloren in de luchthaventaxi en weer terug gekregen, en hebben we de cadeaukoffer samen uitgepakt.  Ook heb ik een nachtje bij onze dochter thuis geslapen. Zwevend tussen twee tijdzones.


Singapore | 24 september 2024 

dinsdag 17 september 2024

3 million visitors at the flea market in Lille | France
LILLE
Happiness is not something you postpone for the future; it is something you design for the present.’ 
- Jim Rohn


Voor zijn vijfenvijftigste verjaardag kreeg mijn lief dit jaar van mij een septemberweekendje Lille. Ieder jaar staat deze Franse stad namelijk één weekend in september volledig op haar kop tijdens de enorme brocantemarkt die daar plaatsvindt. Ik koos een charmant boutique hotel liggend aan de Deûle rivier uit. Het lag pal aan het bos, bois blanc. Perfecte uitvalshoek voor onze antiekjacht. We konden in een kwartier teruglopen naar het hotel om gekochte spullen weg te leggen. Dat hebben we op zaterdag één keer gedaan. We waren goed voorbereid met een grote rugzak voor m’n lief en een grote schoudertas voor mij. Daarin weer kleine opgerolde tasjes voor noodgevallen. Portemonnee met veel contant geld in de aanslag. Uit alle omringende landen trekken zo’n drie miljoen antiek- en brocanteliefhebbers dit weekend naar deze mooie, oude stad om de talloze kramen af te lopen. Op zoek of er iets van hun gading bij is. We waren dus zeker niet de enige! Om enig idee te krijgen, het totale lint van ruim tienduizend kramen langs straten en trottoirs is bijna honderd kilometer lang. Tweeëndertig duizend stappen hebben we in twee dagen afgelegd! Uit voorzorg hadden we dus onze relaxt zittende hardloopschoenen maar aangetrokken. We keken de eerste dag werkelijk onze ogen uit. Het is een paradijs voor koopjesjagers en schatzoekers. Door het park gelopen kwamen we op een open ruimte uit met alleen maar antiekmarkt. Je kunt niet iets bedenken of het lag er in alle soorten en maten. Onze interesse ging vooral uit naar pentekeningen, houten snijwerken voor in onze tuinkamer, oude tuinpotten, antiek serviesgoed, een barometer, een oud houten kastje en mijn lief zocht naar een bronzen beeldje van een mooi vrouwenlichaam. Laatste vonden we inderdaad maar er hing een prijskaartje aan van maar liefst zeshonderd euro. Een geschikte pentekening vonden we niet. Een oude barometer die werkte vonden we ook niet. De rest wel. Als extraatje twee Frans antieke terracotta dennenhars oogstpotjes voor een spotprijsje en ook een prachtig linnen tafelkleed voor twee euro! De hele stad zwierven we rond. Rond de historische Grote Markt was het te druk naar onze zin. Zoveel bezoekers. En wat voor mensen… Al zou je de hele dag op een muurtje aan de kant zitten kijken, dan nog zou je nog een geweldige dag hebben. Ik vond het trouwens teleurstellend hoe weinig Fransen Engels spreken, en hoeveel Fransen roken. Oorspronkelijk werd in Lille trouwens Nederlands gesproken. Er waren duizenden kramen, sommige met alleen maar gedragen kleding maar ook met hele bijzondere spullen. Je ziet daar antiek wat je in Nederland niet tegenkomt. Frankrijk heeft in dat opzicht toch een ander verleden en cultuur dan Nederland. Tijdens deze gigantische zolderopruiming zagen we veel militaire helmen, volgens mij uit de Eerste Wereldoorlog. Antieke motoren. Extreem veel zilveren bestek maar ook wijnglazen, wijnkaraffen en Franse glazen spuitflessen. Plus megagrote wijnflessen of gistflessen, vaak ingepakt voor transport in nog originele metalen mand mét stro erin, werden verkocht. Met zoveel kramen vonden we allicht veel leuks voor in ons huis, én kas, we namen alles tevreden mee terug naar Breda.


Tijdens het weekend van de brocantemarkt staan bij vrijwel elk restaurant in Lille mosselen met friet (moules frites) op het menu. Volgens traditie stapelen restaurants de lege schelpen van de mosselen op voor de deur. Zo zie je direct welk restaurant populair is en dus de lekkerste mosselen verkoopt! Mijn lief is dol op mosselen. Tijdens zijn cadeauweekend heeft hij er twee keer van mogen genieten. De mosselen zijn misschien iets kleiner dan in Zeeland, maar heerlijk. De terrassen zijn tijdelijk mega uitgebreid met inklapbare lange tafels. De menukaart is niet meer van toepassing, eten wat de pot schaft. Dat is dus mosselen met friet of twee andere simpele alternatieven. Rijen lang wachtenden om het terras op te mogen. De eerste keer at ik twee Franse crêpes van de dessertkaart als lunch terwijl mijn lief zat te smullen van mosselen. De tweede keer at ik een linzensalade met burrata en pesto. Dat was minder succesvol voor mij omdat er slierten winterpeen en kool tussen zaten die ik niet weg gekauwd kreeg. Ook de drankkaart was beperkt tot bier, cola of mierzoete icetea.  Ik begrijp dat je met drie miljoen bezoekers snelle maaltijden in elkaar draait. Er heerste overal, ook op de overvolle terrassen, een feestelijke sfeer mede dankzij diverse straatartiesten, muzikanten en entertainers. Toch was ik zondagochtend wel heel blij met onze zeer uitgebreide, werkelijk heerlijk en kakelvers ontbijt. Veel fruit, gedroogde vijgen en dadels, verse croissants en stokbrood, zalm en droge ham. Verse jam in verschillende smaken. Verse grapefruitsap en heerlijke losse, groene thee. Je mocht zelf je eitje koken in een ingenieus apparaat met kokend water dat ik nog nooit eerder gezien had. Zo kregen we onze halfzachte eitjes, precies zoals wij het wensen, heerlijk warm op onze bordjes. Dat maakte de simpele menu’s op straat een beetje goed. Balans. We liepen langs een barbier waar ik mijn lief naar binnen duwde. Voor twintig euro werd zijn haar goed, en met veel aandacht geknipt. Ook zijn baard geschoren en verzorgd. Hij werd verwend en gepamperd met honderd crèmes voor huid en haar, en (warme) behandelingen voor z’n baard. Tot slot werd hij ingespoten met aftershave van zijn eigen merk. Twee dagen hebben we genoten van de Franse zon, van elkaar en van het mooie Franse universiteitsstadje Lille met prachtige zeventiende eeuwse gebouwen en kerken. 

dinsdag 10 september 2024

Young teenager me
WIE BEN IK?
“To shine your brightest light is to be who you truly are.”
 
-Roy T. Bennett


‘Weet jij eigenlijk wie je bent?' vroeg mijn yogalerares laatst aan de groep in de les. ‘Wie ben jij?’ ‘Dat meisje dat veertig jaar geleden in de spiegel keek, zag zij hetzelfde persoontje, als die jij nu ziet wanneer je in de spiegel kijkt?’ Mmm, daar moest ik eens even over nadenken. In de kern zie ik dezelfde vijftienjarige Anja. Ik ben namelijk niet mijn verleden. Ik ben ook niet mijn werk. Ik ben niet eens m’n uiterlijk. Wanneer ik al mijn lagen afpel zie ik dezelfde meid als die ik vier decennia terug in de spiegel zag. In ieder geval dezelfde kernkwaliteiten. Mijn allerdiepste zijn is een oerkracht en is onveranderd gebleven. Natuurlijk heb ik nu vaardigheden die ik in de loop van mijn leven mezelf aangeleerd heb. Zijn die vaardigheden dan wat ik diep van binnen bén? Onze kwaliteiten zijn uniek en horen bij ons DNA. Vaardigheden leren we later. Je wordt pas vaardig als je dingen moet leren die bij je passen. Wie was dat meisje eigenlijk veertig jaar geleden? Een meisje van vijftien die zich soms anders gedroeg dan dat ze eigenlijk was. Met kleine en grote zorgen. Ze hoorde graag bij haar vriendengroepen op de middelbare. Ze groeide de eerste negen jaar van haar leven op als verlegen meisje in het ouderwetse Groningen. Daar moest ze in de derde klas alle lieve vriendinnetjes achterlaten om naar het moderne Hoorn te verhuizen. Je kunt je anders gedragen dan hoe je eigenlijk bent. Ik deed me daar soms anders voor dan hoe ik de dingen voelde en ervaarde. Ik transformeerde van een plat Gronings pratend, verlegen meisje naar een hip, met Amsterdams accent pratend meisje. Arm kind. Dat zal best gevolgen hebben gehad voor mijn communicatie en hoe ik overkwam op anderen. Na de (v)echtscheiding van mijn ouders, dat startte toen ik dertien jaar was, kwam ik als vijftienjarige in de derde klas van het atheneum terecht. Nu dus veertig jaar geleden. Met een keuzepakket dat alleen uit bèta vakken bestond. Waarom eigenlijk? Ik koos er vervolgens voor om scheikunde te gaan studeren. Puur alleen omdat meneer van Werkhoven zo’n inspirerende scheikundeleraar was, dacht ik. Ik kwam er gisteren op de uitvaart van de broer van mijn vader achter dat hij ook chemie had gestudeerd, en zijn kleinzoon ook. Is het dan toch misschien iets in mijn DNA…? Hoe zulke ogenschijnlijk kleine beslissingen eigenlijk heel levensbepalend kunnen zijn… Dit najaar is er een reünie van mijn middelbare school. Ik hoop zo dat mijn scheikundeleraar komt, dan zal ik hem vertellen hoe beslissend hij was voor mijn verdere leven. Ik ontmoette mijn lief namelijk op de universiteit in Amsterdam. Vermoedelijk was ik met de scheikundestudie gestopt als hij me niet door de moeilijke vakken heen geholpen had. Vooral de eerste twee jaar uitdagende wiskunde op universitair niveau… Mijn moeder ging in die tijd samenwonen in een andere plaats en ik raakte daardoor mijn ouderlijk huis plus buurtje en weer een hartsvriendin kwijt. Als jonge moeder en dertiger ben ik uiteindelijk mijn beiden ouders verloren. Wie was ik tóen eigenlijk? En ben ik dat nu ook nog? Een zeer intrigerende vraag tijdens mijn yogales… Ik heb er de laatste tijd over nagedacht. Wat zijn eigenlijk mijn kerneigenschappen, die van mijn échte ik? Ik denk dat ik belangstellend ben, en ook altijd ben geweest. Ik houd van mensen en hun (levens)verhalen. Oprechte interesse. Echt luisteren en willen verstaan wat de ander zegt en bedoelt. De diepste zielenroerselen van de ander aanvoelen. Ik denk ook dat ik gezellig en sympathiek ben. Ik wen snel in een nieuwe omgeving en zoek meteen aansluiting. Die eigenschap moest ik al vroeg aanwenden als kind. Ook later in nieuwe situaties en tijdens de vele expat-verhuizingen. Nieuwe situaties gaan me makkelijk af omdat ik me gedraag naar de omstandigheden. Ik ben flexibel, sociaal en kan me gemakkelijk schikken. Ik heb die eigenschappen ook moeten aanboren toen ik in Hoorn naar school moest. Hoe ik met mijn schriftje onder mijn arm verlegen bij de hoofdmeester van klas 6 in zijn klaslokaal me moest melden voor taal- en rekenlessen. Die stoere kleine meid. Ook houd ik van harmonie en saamhorigheid. Dat was met tijd en wijlen een moeilijke eigenschap, zoals tijdens de scheiding van mijn ouders. Ik heb een hekel aan spanningen en tegenstellingen. Of nog erger, aan trammelant, ruzie en gedoe. Door yoga heb ik inmiddels geleerd harmonie in mezelf te zoeken, niet in de wereld om me heen. Keuzes maken die fijner voor míj zijn. Door mijn inlevingsvermogen heb ik veel aandacht voor de ander. Altijd gehad. Ik kan een ander uit laten praten en probeer ze ruimte te geven. Sommige mensen némen al hun ruimte in. De kunst om écht terug te gaan naar mijn wezenlijke, natuurlijke gedrag heb ik pas na mijn ziekte geleerd. Toen heb ik pas ontdekt dat ik trouw ben. Een trouwe vriendin. Dat ik graag diepergaand contact wil en niet van oppervlakkige relaties houd. Ik ben zorgvuldig in het omgaan met elkaar en wil graag iets voor de ander betekenen. Ik durf na mijn ziekte ook écht mezelf te zijn in mijn vriendenkring. Dat zijn mijn kernkwaliteiten, dat is wie ik ben wanneer ik toen én nu in de spiegel kijk. 


Deze maand is het theaterseizoen begonnen en dus ook mijn werk voor de stichting. Vrijdagavond had ik mijn eerste theaterconcert met de deelnemers. Herman van Veen. Ik mocht maar liefst twee splinternieuwe deelnemers ophalen die voor de allereerste keer meegingen. Ze vonden álles leuk. Het ophalen. Het afzetten recht voor de deur van het theater. Het nieuwe theater waar ze nog niet eerder geweest waren. De drankjes die vooraf en in de pauze voor ze geregeld werden. De bonbons vooraf en de snacks in de pauze. Het contact met de andere deelnemers. Van de show hadden ze zeker genoten. Ikzelf ook hoor. Herman is een rot in z’n vak. Dat ze na afloop geen gedoe hadden met een parkeermeter, maar lekker zorgeloos naar huis gebracht werden. Tot aan de voordeur zelfs, dát vonden ze het toppunt. Wat blijft het toch heerlijk werk om te doen. Het weekend kampeerden we voor de allerlaatste keer dit jaar met onze bus, en een klein tentje deze keer, voor onze dochter. Met z’n drieën genoten we van elke warme zonnestraal op het Zeeuwse strand, twee dagen lang.

dinsdag 3 september 2024

Medieval citywall | Amersfoort
ONTDEKKINGSREIZEN
Ga je mee’ vroeg de giraffe. ‘Waarheen?’ ‘Op ontdekkingsreis’ 
‘Om wat te ontdekken?’ ‘Ja, als ik dat wist was het geen ontdekkingsreis meer.’ De eekhoorn zuchtte opnieuw. Hij werd zo moe van ontdekkingsreizen. Het waren er zoveel. En elke keer ontdekte je weer iets nieuws. Het was altijd hetzelfde.

- Toon Tellegen


Het is de maand september en vanaf nu zit de R weer in de maand. Hallo herfst daar ben je dan! ‘Als de R is in de maand, is het weer niet altijd meegaand’ is een oude spreuk. Alhoewel het weer nog best lang zomers lijkt te blijven, betekent die R praktisch voor mij toch dat het openluchtzwembad per deze maand gesloten is. Mijn lief en ik kunnen niet meer eind van de middag baantjes trekken tussen de bomen van het Ulvenhoutse bos. Niet meer na thuiskomst koken en laat aan de tuintafel in onze zwemkleding (ik een makkelijk jurkje eroverheen) eten in de avondzon. Dit hebben we dit zomerseizoen maar liefst zeventien keer gedaan. En net zo vaak van genoten. Het betekent ook dat mijn vroege yogalessen op woensdag om zeven uur in de ochtend gestopt zijn. Het werd ’s ochtends al koeler en er was minder daglicht zo vroeg op de fiets naar de yogaschool. Ik voel letterlijk het einde van de nazomer. Ik had de flow echter al goed te pakken na drie maanden dus dat zal ik wel een beetje gaan missen. Alhoewel ik natuurlijk thuis in de achterkamer door zou kunnen gaan met mijn self practise. De R in de maand betekent ook dat het mosselseizoen weer aangebroken is. Tot grote vreugde van mijn lief. Van oudsher betekenen deze maanden ook dat de vitaminen weer uit de kast gehaald mogen worden. Heel vroeger betekende de R in de maand namelijk dat er minder verse groenten en fruit beschikbaar waren. Tegenwoordig zijn verse groenten en fruit natuurlijk het hele jaar door verkrijgbaar. Doordat ze na de oogst direct ingevroren worden blijven de meeste vitaminen ook nog eens behouden. Zo krijgen we een gezonde voeding, dus ook tijdens de herfst en wintermaanden. De R betekent óók dat in onze tuinkas achter het huis de herfst zijn intrede doet. Van de komkommerplant heb ik afgelopen week zijn zesde en allerlaatste komkommer geoogst. Zijn grote bladeren beginnen nu geel te kleuren. Zo ook van de courgetteplant die twee vruchten gegeven heeft. De tomaten kleuren echter nu pas volop rood. Grote pruimtomaten en vele trossen kleine knalrode tomaatjes. Er groeien nog vier groene paprika’s gestaag door. De paprikaplanten hebben zelfs nog bloesem. Ik ben al bezig de orangerie met tropische planten te vullen voor de winter. Ik heb drie afgesneden bladeren van de aloë vera plant gestekt om later het vocht uit de bladeren te kunnen oogsten voor lichte, snel absorberende gel. De gel kalmeert, koelt en verzacht de geïrriteerde huid. Toen ik zwanger was van onze eerste dochter en destijds met mijn zus op het tropische Jamaica was, hadden wij iets te lang in de zon gezeten. Ik werd op het strand gemasseerd door een dame die het verfrissende pure aloë vera sap ter plekke uit de bladeren haalde en op mijn huid smeerde. Het aloë vera sap kan trouwens ook puur (of gemengd met water) worden gedronken om je cholesterolgehalte te verlagen. De plant past dus in de bestemming van onze orangerie waarin alle planten eetbaar of bruikbaar zijn. Ik heb ook zes zaden van de tropische cactusvijg gezaaid om in een aantal jaren een grote cactus in pot te kweken waarvan ik de heerlijke cactusvijgen kan oogsten. Zoals deze ook in Mexico groeien en wij er destijds van smulden. Ik heb inmiddels al twee avocadoplanten uit pit groeien: eentje in water gekweekt met satéprikkers en één direct in de zwarte grond. Ook heb twee zelfgekweekte mini citroenboompjes. En mijn één-meter hoge passievruchtplant, die hopelijk eens vrucht zal dragen, wil ik in de hoek van de orangerie laten klimmen. Er groeien drie grote sponskomkommerplanten waarvan ik hopelijk straks loofah sponzen mag oogsten. Dat lijkt me zo leuk! Ook dit nazomerseizoen genoeg te doen dus in onze gezellige buitenkamer. Terwijl buiten de bomen langzaam veranderen van kleur en hun bladeren verliezen aan de wind, de bloemen in de tuin verwelken en hun zaden in de aarde laten vallen, maak ik me klaar voor de eerste herfst en winter in onze glazen orangerie.


Het was zó warm dat we de puzzeltocht alias ontdekkingsreis door het middeleeuwse stadje Amersfoort maar achterwege lieten. Na het terrasbezoek waar we na negen maanden mochten bijkletsen, en in de schaduw iets kouds dronken, zwalkten we toch maar door historische binnenstad met schilderachtige klinkerstraatjes, een heuse stadsmuur en stadspoorten. We wandelden onder één poort door, wandelden door het park langs de stadsmuur en net toen we ons afvroegen wat muurhuizen nou eigenlijk zijn zagen we een bordje. Het bleken de huizen uit de late middeleeuwen die op de funderingen van de muur gebouwd zijn. Heel charmante straatjes. Na een heerlijk diner op de barbecue en superzoete toetjes bleven we laat op de avond hangen op het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof waar een levendig muziekspel gehouden werd met oude meezing hits. Na een nachtje in ons hotel zagen we elkaar weer bij het uitgebreide ontbijt. We pakten de draad gewoon weer op. We reden vervolgens naar Doorn waar we het in 1322 platgebrande kasteel - dat weer opgebouwd en later ingrijpend verbouwd werd - en uiteindelijk bewoond werd door de laatste keizer van Duitsland, Wilhelm II, bezochten. We kregen een rondleiding van een gids door met name de compleet ingerichte personeelsvertrekken in de kelder en op zolder. We waanden ons terug in de tijd toen we over de smalle gietijzeren diensttrap naar de vertrekken klommen. Trappen die verborgen lagen achter de rijke interieurs. Een ontdekkingsreis waarbij we alles kwamen te weten over de personeelsleden, hun werkzaamheden in de grote keuken en in de zilverpoetskamer. De tour door de kasteeltuinen sloegen we vanwege de zengende hitte over. In plaats daarvan koude limonades en frisdrank op het terras van de eeuwenoude orangerie. Naderhand volgde het onvermijdelijke afscheid na een fijn weekend.