dinsdag 27 oktober 2020

He made it!

"There is a immense power when a group of people with similar interests gets together to work towards the same goals."

- Idowu Kovenikan

Mijn hart maakt een sprongetje wanneer ik de grote zwarte hoop in het groene gras zie liggen. Aan de overkant van de straat. He made it! We hadden al zo’n twee maanden een mol in de herfstige voortuin. Ik weet nog precies waar de eerste hoop verscheen. Alhoewel ik toen nog niet meteen doorhad dat het om een molshoop ging. Precies op de scheiding van de tuin met de buren lag een grote hoop verse aarde. Ik nam aan dat de buurtjes in de tuin gewerkt hadden. Pas toen een tweede en derde hoop midden in de tuin verschenen ging er een lampje branden. Een mol! Mollen houden de grond in je tuin gezond. Het omwoelen van grond is goed voor afwatering. Het bijna blinde beestje helpt je ook om plagen in toom te houden. Een mol smult bijvoorbeeld van insecten zoals larven en aardrupsen. Ze lusten ook babymuisjes. Ik maakte er dus geen punt van. Nu ben ik erachter dat het ook een woelrat kan zijn. Ook zij graven ondergrondse gangen met de bijbehorende hopen. Woelratten brengen echter ook schade toe aan je planten terwijl mollen je planten lekker met rust laten. Aan de hoop kun je zien of het om woelratten of mollen gaat. Bij de mol zit het gat in het midden en is de aarde heel grof omgewoeld. Een woelrat veroorzaakt hopen met gaten aan de zijkant en de aarde eromheen is fijner. Wij hebben dus een mol. Sowieso heb ik elke verse hoop stevig dichtgetrapt met mijn rubberlaarzen. Zo valt de aarde weer de gang in zodat hij verder moet gaan. Ik heb de aanwezigheid van het nuttige diertje omarmt. Ik fantaseerde er zelfs over dat er een lief, klein, bijna blind beestje met roze snuit druk aan het graven was onder de grond van de buxusvakken. Er bestaan methoden om van mollen af te komen. Heel dieronvriendelijk zoals gifgas in de vorm van tabletten die in de diepe gangen overgaan in voor mollen dodelijk gas. Het gebruik is afschuwelijk dieronvriendelijk, omdat getroffen dieren een langzame en pijnlijke dood sterven. Verschrikkelijk! Een mollenvanger lijkt misschien een meer diervriendelijke optie omdat de mol blijft leven. Een gevangen mol sterft echter toch vaak door de stress tijdens het vangen of omdat hij op de verkeerde plek wordt losgelaten. Als een mol op het territorium van een andere mol komt vechten ze met elkaar tot de dood. Zó zielig voor zo’n diertje met zo’n schattig roze snuitje. Ik hoopte alleen maar heel hard dat hij (of zij) verder zou gaan. Verhuizen graag! Zo’n mol kan namelijk ook onze recent aangelegde oprit onderuit halen met z’n gangenstelsel. Het liefst zag ik hem dus eigenlijk onder de weg door naar de gemeentegrond graven. Onlangs was ik dus blij dat er een grote hoop aan de overkant lag. Hij heeft de overstap gewaagd! Het was sowieso al eigenaardig dat hij in ónze voortuin leefde. Mollen bezoeken namelijk minder snel je tuin als je verschillende soorten planten en bomen hebt. Boomwortels zijn obstakels voor een mol. Onze tuin heeft overal megawortels van de eeuwenoude, nu prachtig gekleurde beukenboom en de oude, kromme magnolia. Bewijs dat zo’n molletje toch echt stekeblind is! 

In samenwerken hebben mijn wederhelft en ik ons na ruim dertig jaar aardig kunnen bekwamen. Vroeger konden wij niet eens samen een tent opzetten zonder elkaar bijna in de haren te vliegen. Na drie decennia krijgen we er intussen steeds meer lol in een project samen aan te pakken. Zaterdagochtend pakten we zo’n leuk voornemen aan. Een oud Mexicaans keukenkastje - waar we ooit voor vielen toen we onze lange eettafel kwamen ophalen bij een timmermansbedrijfje - wilde ik wat aangepast hebben. We waren destijds bij die Mexicaanse timmermannen omdat zij voor ons van twee antieke, afgebladderde deuren - uit een oude haciënda gesloopt - een eettafel fabriceerden. Het afgesleten houten keukenkastje had van die wijnrekken waar precies wijnflessen in zouden passen. Onderop zat een soort geheim laatje. Heel charmant, maar vooral erg stoer. Na de overzeese verhuizing bleken er helemaal geen Europese wijnflessen in te passen. Ze gleden er allemaal weer uit. Iets met te smalle flessenhalzen of zo. Ik stapelde er dus mijn kookboeken op. Dat was best irritant, want zelfs die gleden soms naar beneden. Ik wilde dus graag de wijnrekjes eruit. Boekenplankje erin. Mijn kookboeken netjes op de plank en eronder een ruime sortering aan luxe thee- en koffiedoosjes. Mijn lief zaagde deze herfstige ochtend de wijnrekken eruit. Dat deed hij heel bedachtzaam door de kastwandjes nauwelijks te beschadigen. Ondertussen gooide ik vergeelde, oudbewaarde recepten weg. Onderwijl bedacht ik spontaan dat ik de wijnrekjes wilde hergebruiken als plankensteunen. Mijn lief rekende alles uit. We bepaalden samen de hoogte en hij zaagde het op maat. Ik zette de afgezaagde stukjes in de boenwas. We vonden zelfs samen in de garage een oude plank in precies de juiste maat! Ik schuurde het plankje buiten met een schuurmachientje mooi schoon. Alles liep gesmeerd. Mijn lief legde de gerestaureerde plank in de kast. Hij gaf met zijn platte hand een flinke klap op de plank om hem goed aan te laten sluiten en…de plank brak pardoes in tweeën. We lachten er ontspannen om en ondertussen had hij al een geniaal idee om het plankje weer te repareren. Zo blij met ons gelukte project. Op de plank mijn verzamelingetje opgeruimde kookboeken gezet en daaronder mijn doosjes thee. Zakjes losse thee en theezeefjes op een klein dienbladje. In het verborgen laatje  tabletten pure chocolade. Die middag fietsten we zelfs samen naar Dille & Kamille om een leuk metalen bakje voor de losse theedoosjes te kopen. Samenwerken kun je leren. Fier op ons pronkstuk.

dinsdag 20 oktober 2020

Deeply loved

"Being deeply loved gives you strength; loving deeply gives you courage."

- Lao Tzu


Op het allerlaatste moment valt mijn oog op het plastic bruidspaartje dat bovenop onze bruidstaart had gestaan. Ik heb dat plastic beeldje van een bruidje met een sluier en de bruidegom met een zwart pak nooit weg kunnen gooien. Ik kwam het na elke verhuizing weer tegen. De laatste vijf jaar lag het kitscherige beeldje stof te vangen in de vensterbank in de bijkeuken. Ik stop het beeldje haastig in mijn jaszak. Mijn lief heeft onze bagage al in de auto gelegd. We gaan vanmiddag twee nachten naar een Limburgs nationaal park om ons 25-jarig huwelijk te vieren. De kleine mascotte blijkt het thema van het weekend te worden. Covid is heel erg ver weg in dit mooie boshotel waarin de restaurants en bars gewoon geopend zijn voor gasten. Alle hotelgasten maken even deel uit van één huishouden. De eerste middag brengen we door in de rustige sauna. Er is ook een Finse sauna in de hoteltuin met panorama uitzicht op het bos. Ik wil nog een keer bosbaden zoals ik dat op het hippiefestival geleerd heb. Mijn lief gaat terug naar het zwembad en ik ga in mijn witte hotelbadjas buiten bij een beekje zitten. Ik luister een hele tijd naar de vogels, het gekraak in het bos en het stromen van het bosbeekje. De Finse cabine is nu leeg dus ik doe nog een rondje in mijn uppie. Ik zing zachtjes mantra’s. Meditatie. Het is al bijna etenstijd als we de sauna verlaten en naar de hotelkamer gaan. We dineren samen. De volgende dag ontbijten we samen, genieten we ieder van een massage en maken we samen een boswandeling. Rond lunchtijd komen alle kinderen aan bij het hotel en lunchen we met z’n zesjes. Mijn lief leert ons die middag poolen met veel lol en onkunde. Eind van de middag gaan we met oudste dochter en vriend vijf kilometer hardlopen in het herfstbos. Natuurlijk dineren we die avond gezellig met z’n allen. Aan twee tafels een stukje van elkaar vandaan vanwege covid, maar door de stoelendans na elke gang vind ik het superrelaxt. Met z’n zessen is het altijd net een kippenhok bij ons thuis. Nu was er aandacht. Rustige tafelgesprekken. En ja, ook Sintlootjes trekken. De volgende dag, na een gezamenlijk ontbijtbuffet, maken we een prachtige, urenlange wandeling door nationaal park Meinweg dat steeds over de Duitse grens slingert. We lopen zo’n twaalf kilometer. Langs een kasteel, een bosmeer, weilanden, door een groot gekleurd herfstbos en ploffen daarna met onze doodvermoeide voeten neer voor een lekkere lunch. Laatste keer in het hotel. Halverwege de middag rijden we in twee auto’s rozig weer terug naar Breda en Rotterdam. De mascotte, symbool voor ons huwelijk, was uiteindelijk overal bij en staat op een groot deel van de gemaakte fotootjes. Herinneringen met een glimlach. In deze lockdown hadden we het onverwachtse geluk dat we in een luxe hotel verbleven waar RIVM-maatregelen een rol, maar zeker geen hoofdrol speelden. Een mooie, gemoedelijke plek om onze liefde met elkaar te vieren!


In coronatijd zijn veel mensen eenzaam. Eenzaamheid draait ook om je niet ondersteund en gewaardeerd voelen door je omgeving. Wat een gevoel geeft van buitengesloten, machteloos en onzichtbaar zijn. Daar komt nog bovenop dat we de connectie met onszelf kwijtraken. We zitten midden in een wereldwijde eenzaamheidscrisis. Niemand van ons is er immuun voor. Volgens de leer van de antroposofie komen we uit de totale eenheid met de geestelijke wereld. We hebben ons als mens in de loop van duizenden jaren steeds meer afgesplitst. We denken steeds minder collectief. En dus steeds meer individualistisch. Tijdens mijn yoga lessen leer ik dat er een gemeenschappelijke energie is. We leren in te tunen op deze energie. We zijn een. Op dit moment in de geschiedenis hebben we de bodem bereikt en bewegen we ons weer van een uiterst materialistische en op de buitenkant gerichte cultuur naar een meer spirituele levenshouding. Ik mis nu soms persoonlijk contact. Ik ben namelijk niet zo van de online samenleving. Ik bel bijna nooit. Ik skype eigenlijk maar met één persoon op deze wereld. Met mijn vriendin die in Paramaribo woont. Bijna wekelijks. Online kun je iemands lichaamstaal minder goed zien en elkaar niet in de ogen kijken, terwijl dat juist helpt om je met iemand verbonden te voelen. Toch voel ik me met haar heel erg verbonden. Ook met mijn Mexicaanse vriendin. Wij appen en laten vaak voicenotes voor elkaar achter. Zij in het Spaans voor mij en ik in het Engels voor haar. Zo blijven we verbonden. Zelfs in een tijd waarin we afstand moeten houden, kunnen we toch dichter bij elkaar komen. Ook door de buurt waarin je tijdens deze pandemie meer tijd doorbrengt te koesteren. Met mijn senioren cliënten doe ik boodschappen in lokale winkels. Ik haast me minder. Aangespoord door mijn cliënten moet ik eerlijk toegeven. Met hen stop ik vaker om een praatje met een winkelier te maken. Ik ken in twee winkelcentra in Breda zoveel winkeliers dat ze mijn cliënten zelfs de groeten doen wanneer ik een keer alleen in de winkel ben. Het tegengif voor de eenzame eeuw is simpelweg dat we er voor elkaar zijn, ongeacht wie die ander is. Dat is het minste dat we kunnen doen. Sinds vorige week mag ik bij een echtpaar waar ik altijd overdag kwam voortaan aan het eind van de middag helpen met koken. Ik zet jaren ’50 muziek aan op m’n mobieltje tijdens het koken. De eerste keer hebben ze zelfs een dansje in de keuken gemaakt. Als je jezelf kunt motiveren iemand te helpen, ervaar je een positieve lichamelijke reactie: een helper’s high. De kick van helpen geeft je kracht, warmte en energie. Het tegengif voor de eenzame eeuw is misschien wel simpelweg er voor elkaar zijn. Ongeacht wie die ander is. Dat is het minste dat we kunnen doen.

woensdag 14 oktober 2020

Levenslijnen

"Only an aunt can give hugs like a mother, keep secrets like a sister and share love like a friend...."

- a Spanish proverb

Voor de deur staat een kleine, Turkse man met een heel lieve, vriendelijke uitstraling. Zelfs door zijn mondkapje heen. Hij komt de oude, kapotte stoel van mijn grootouders ophalen. Hasan werkt al twintig jaar als meubelstoffeerder in Breda. Ik ben eerst een keer in m’n uppie gaan kijken wat voor bedrijfje het was. Een heel kleine ruimte op een industrieterrein met een rolluik als voordeur. Als ik aankom is er geen voorpui en zie ik meubels overal waar ik kijk. Als ik roep komt Hasan me te woord staan. Hij laat wat werk zien en ik wat foto’s van de beschadigde stoel. Later laat hij ook de kleurstalen voor het leder zien. Ik mag de stalen zelfs mee naar huis nemen, want op een foto komt het volgens hem niet over. De zomervakantie staat voor de deur en we spreken af in augustus weer contact op te nemen. Eind augustus komt de oude meubelmaker de stoel samen met zijn vrouw Fatma halen. Eenmaal binnen is hij vol lof over de drie meter lange Mexicaanse eettafel. ‘Hoeveel kinderen heeft u, mevrouw?’ vraagt hij geïnteresseerd. Aangezien er tien stoelen om de tafel kunnen kijkt hij een beetje beteuterd als het antwoord ‘drie’ is. We willen de uitstekende houten punten van de stoel af laten zagen. Er komt een enorm kleurverschil in het hout tevoorschijn die hij niet 1,2,3 weg kan werken. Daarom rijden we een aantal keertjes naar zijn atelier. Altijd krijgen we thee aangeboden. Na een aantal weken komt hij de stoel terugbrengen. Prachtig is het resultaat! Zelfs de afgezaagde stukjes zien er nu mooi afgewerkt uit. Zijn vakmanschap is groot. We betalen hem en zodra hij ons huis verlaten heeft zie ik het. Een piepklein sneetje in het leer naast een metalen nagel. Wat erg. Voor hem. Hij heeft zo zijn best gedaan. Snel beslissen. Ik ren naar buiten en houd hem tegen als hij al achter het stuur zit. ‘Komt u alstublieft nog even mee naar binnen’ vraag ik hem beleefd. Dit is een hele stap voor mij. Ik ben heel slecht in mensen aanspreken op hun imperfectie. Ik kan wildenthousiast zijn over mensen hun prestaties, maar een kanttekening slik ik meestal in. Ik laat Hasan het sneetje zien. Hij reageert dat hij tien jaar garantie geeft op het leer én de stoel. Dat ik ook na Kerst de stoel kan laten ophalen voor de hersteloperatie. Ik moet even slikken en zeg dan ‘Ik denk dat het beter is, nu uw bus toch voor de deur staat, dat u de stoel meteen weer meeneemt.’ Pfff,  het is eruit. We pakken de stoel met z’n drietjes weer mooi in met plastic en mijn man sjouwt hem naar zijn bus. Als we weer in de huiskamer staan krijg ik een compliment van manlief én dochter. ‘Dat heb je heel goed aangepakt’ krijg ik te horen. Trots op mezelf. En uiteindelijk ook heel blij met de perfect gerestaureerde stoel.

’Ik houd ook zo van het strand’ zegt ze gemeend. Mijn lief en ik zitten anderhalve meter van haar stoel vandaan bij haar in de huiskamer. We hebben een kop thee met zelf gebakken koekjes op. Ze woont niet ver van het Zandvoortse strand, dus we combineren een bezoek aan haar vaak met een strandwandeling. Dat laatste kan ze niet meer. Ze wandelt tegenwoordig met een rollator. Ze bereikt dit jaar de respectabele leeftijd van negentig jaar. Ze kan natuurlijk wél mee lunchen in het strandpaviljoen. Spontaan nodigt mijn lief mijn tante dan ook meteen uit. Zij accepteert de uitnodiging. Ik pleeg voor de tweede keer vandaag een telefoontje met het paviljoen om de reservering aan te passen. We zouden namelijk oorspronkelijk met vier personen komen, maar dat moesten we vanwege een coronatest en verplichte thuisquarantaine aanpassen naar twee personen. Nu bel ik of we onverhoopt nog met drie personen mogen komen. We zijn gelukkig welkom. De komende vier weken is de horeca weer gesloten… Het is een splinternieuw paviljoen in Bloemendaal met metershoge ramen. We kijken pal op het strand. Door de harde wind zit de zee vol windsurfers. Onze middelste dochter surfte hier ook afgelopen zomer. Golven. Bundels zonlicht. Wat een heerlijk uitzicht. We bestellen eerst een warme chocomel en later delen mijn tante en mijn lief een talbot vis voor lunch. Ik neem makreel. Ze is de oudste zus van mijn jong overleden moeder en het is altijd heerlijk om met haar te praten. Herkenning. Levenslijnen. Ze is heel wereldwijs. En zoveel familieverhalen en anekdotes komen op tafel! Ze heeft destijds ook bij ons een paar weken in Mexico gelogeerd. Een geweldige logée. Ze weet alle oude familieverhalen precies nog na te vertellen. Veel dingen die ik helemaal niet weet of waar ik een andere versie van ken. Ik hoor nog zo vaak iets nieuws van haar over mijn familie. Mijn moeder komt altijd ter sprake. Fotootjes. Dat is aangenaam. We genieten voortdurend van haar gezelschap. Als mijn lief na de lunch én een gezamenlijk fotootje buiten op het terras de auto ophaalt, en mijn tante en ik nog even bij het strand staan te genieten van het uitzicht en de zeewind, zegt ze dat ze het stiekem niet erg vond dat onze oorspronkelijke lunchafspraak met schoonzus en zwager afgezegd moest worden. Zo hebben we meer tijd samen kunnen doorbrengen. Ze vond het fijn. Wij ook.

woensdag 7 oktober 2020

Zo'n lief katertje

"In ancient times cats were worshipped as gods; they have not forgotten this."

- Terry Pratchett


Het verwarmt je hart. Er zijn dagen dat we wakker worden en er zich meteen een vertederde glimlach op ons gezicht tekent. Op zo’n ochtend vind je op je bed, of vlak naast je bed, een speelgoedje van Salvador. Salvador is ons lichtgrijze katertje van anderhalf jaar oud en sjouwt graag met speelgoed ‘prooien’. We hebben een mandje in de voorkamer waarin we zijn ‘prooitjes’ leggen. Het wordt al een hele bonte verzameling. Er ligt een gebreid eierdopje met het prijskaartje er nog aan, een Chinees houten gelukspoppetje, een riempje van het Frequent Flyer pasje, een pompoen door onze jongste dochter geknutseld, een echte veer en zelfs een schaakstuk dat hij zelf uit de spelletjeskast heeft gepikt. Er ligt ook een halve houten knijper die ooit los geschoten is van het wasrek boven het trappengat en een zilverkleurige elastiekje dat sierlijk om een bonbondoos heen zat. Het is zo’n lief gebaar van hem dat we vaak een fotootje ervan maken en die in de familie ‘app plaatsen. Dit lieve katertje kwam van de week op een natte, koude avond niet thuis. Dat vinden we nooit leuk. Het gebeurt een enkele keer. Meestal tijdens hete zomernachten. Om die reden had mijn lief een paar weken terug een hekwerk tegen de grenzende schuurdaken van onze achtertuin getimmerd. Onze tuin is op hun vaste ontsnappingsroutes nu afgebakend met kippengaas. De volgende ochtend heb ik meteen geroepen toen ik wakker werd. Hij kwam niet terug. Ik bleef die regenachtige ochtend roepen aan de voor- en achterkant van ons huis. Ik heb zelfs een fotootje in de buurt ‘app geplaatst. Ik ging naar mijn werk zonder dat ons mannetje lekker veilig thuis was. Halverwege de middag kregen we een berichtje van manlief dat hij aan de achterdeur stond. Toen hij binnenkwam spurtte hij meteen naar de kattenbak. Had hij een nacht en dag niet zijn behoefte kunnen doen? Als snel kwamen we er achter dat als we hem optilden hij miauwde. Van de pijn. Hij kon gelukkig wel lopen. Hij at en dronk ook goed. Toch had hij ergens een pijntje. Zo jammer dat katten niks kunnen vertellen… Een druppeltje bloed in de kattenbak liet ons iets vermoeden. Maandag bij de dierenarts werd ons vermoeden bevestigd. Een blaasontsteking. Met een antibioticakuur en een pijnstiller brachten we hem thuis. Wellicht heeft hij die bewuste, regenachtige nacht in de voortuin doorgebracht. We hebben al acht molshopen in de buxusvakken van de tuin. Het worden er steeds meer. Dat lijkt me natuurlijk superinteressant voor zo’n katertje dat graag met speelgoed ‘prooien’ sleept!


Sinds een half jaar loop ik met een oncharmante gestreepte, doorzichtige sticker op mijn linkerbrilglas. Ik hoopte optimistisch dat dit maar een paar weekjes zou duren… Na de bevalling van de jongste kreeg ik ineens problemen met diepte zien. Ik kreeg mijn fietssleutel nauwelijks in het fietsslot, de draad door de naald of ik schonk iets te drinken zowaar naast mijn glas of beker. De oogarts in het ziekenhuis dacht meteen aan twee oorzaken. Een tumor in de hersenen of een auto-immuunziekte. Mijn lief was op dat moment voor werk in The States en kwam bezorgd naar huis vliegen. Ik kreeg een hersenscan en daar was gelukkig niks op te zien. Ik werd na allerlei oogtesten naar een professor in het universitair ziekenhuis in Maastricht doorgestuurd en daar kreeg ik nóg meer vervelende oogtesten met naaldjes bijvoorbeeld. De gespecialiseerde dokter kon niet onomstotelijk  vaststellen dat ik een oculaire auto-immuunziekte had. Het leek er wel bijzonder veel op, dus moest ik voor de zekerheid een jaar lang prednison slikken zodat het niet erger zou worden. En ik kreeg een bril. Ik heb bijna acht jaar geen onderzoek meer laten doen aan mijn ogen, maar een half jaar terug toog ik toch maar weer eens naar de optometrist in het ziekenhuis. Ik hield mijn hoofd steeds schever om nog enigszins diepte te kunnen zien en de chiropractor adviseerde opnieuw naar mijn ogen te laten kijken. Ik kreeg van de optometrist een prisma op mijn brilglas geplakt. Het kostte helaas maanden om te meten of mijn hersenen de werking van dat prisma nog konden verwerken op mijn leeftijd. Hoera, dat bleken mijn hersenen nog aan te kunnen! Mijn hoofd staat sindsdien een stuk rechter. Ik heb een afspraak gemaakt bij een goede opticien om een nieuwe bril uit te zoeken. Deze opticien legde mij voor het eerst goed uit wat ik eigenlijk precies mankeer. Een verworven lui oog. Dat klinkt niet sexy en komt ook niet vaak voor. Hij had er toevallig een symposium over gehad in The States. Mijn linkeroog doet liever niet mee. Ik kijk voornamelijk met mijn rechteroog. Ik heb daar een mooi montuur uitgezocht, ook een heel relaxt hippie zonnebrilletje met paarse glazen. Diezelfde week ook mijn haar een stuk korter in een ander modelletje laten knippen. Mijn nieuwe ik!


woensdag 30 september 2020

Nokvorst

"Een moeilijke tijd creëert geen helden. Het is tijdens moeilijke tijden, dat we de held in ons ontdekken."

 - Bob Riley

‘Je weet wat ik ga doen, toch?’ vraagt de dame heel vriendelijk aan me. Ze heeft een plastic schort om, plastic handschoentjes aan en een doorzichtig plastic masker op. Ze geeft me een papieren zakdoekje aan als ik mijn autodeur open in de corona teststraat. Drie dagen ervoor werd ik vlak voor ik wilde gaan koken gebeld door mijn werk. Mijn bejaarde client, waar ik om de dag kom, is door een met covid-19 besmette zorgmedewerkster geholpen. Ze heeft hem een week eerder bijgestaan met douchen, aankleden en zijn steunkousen aantrekken. Binnen anderhalve meter dus en zonder mondkapje. Ik was die bewuste ochtend ook wat later in hetzelfde huis. Meneer moet na dit nieuws meteen in thuisquarantaine en ik mag hem daarom niet bezoeken. Ik ga de volgende ochtend nog wel even langs om hem een belegd broodje van de bakker voor zijn lunch te brengen. Ik blijf halverwege de trap staan. Heb mijn mondkapje vanzelfsprekend op en een plastic handschoentje aan om zijn bankpas aan te nemen. Zolang ik geen klachten heb mag ik blijven werken bij mijn andere cliënten. Ik heb echter beginnende keelpijn die vrijdagochtend. Wanneer ik zaterdagochtend weer met keelpijn opsta bel ik naar mijn werk. Ik moet een coronatest laten doen. Wij mogen met kwetsbare senioren geen risico’s nemen natuurlijk. Ik bel het speciale nummer voor zorgmedewerkers en een half uur later heb ik een afspraak voor zondagochtend om kwart over acht. In de tussentijd mag ik niet naar buiten en moet ik natuurlijk anderhalve meter afstand houden van mijn huisgenoten. Afspraken worden afgezegd. Ik heb die nacht slecht geslapen. Ik kleed me heel stilletjes aan, eet mijn ontbijt, poets mijn tanden en stap in de auto. Mijn lief wil graag mee. Beiden een mondkapje op, hij zit achterin. Raampje op een kier. We rijden in het donker weg. Het regent. Het is doodstil op straat. De teststraat bij het NAC stadion gaat nét open. Ons autootje is tweede in de rij. We zien de GGD-medewerkers aan komen lopen. Ik heb de e-mail met de QR code, mijn sofinummer en mijn loonstrookje op mijn telefoon mee om te tonen dat ik in de zorg werk. Het gaat allemaal heel vlot en gestroomlijnd. Voor ik het weet sta ik al met mijn autodeur open bij de dame die me een zakdoekje aanbiedt om mijn neus te snuiten. Vervolgens staat ze met een houten stokje klaar om mijn keel te schrapen. Ik heb nauwelijks tijd om zenuwachtig te worden. Ik kokhals en dan heeft ze alweer ze alweer een ander staafje om in mijn neusgat te prikken. Met een foldertje word ik naar huis gestuurd. Mondkapje weer op. Een diepe zucht om de spanning los te laten zorgt ervoor dat mijn brillenglazen meteen beslaan. Het is nog heel vroeg. Een waterig zonnetje doet hard z’n best door te breken. Na een lange, saaie zondag lees ik de volgende ochtend de uitslag. Ik heb geen corona. Mijn lijstje met alle contacten van de afgelopen dagen kan ik weg gooien. Ik ga gewoon naar mijn werk alsof er niks gebeurd is. Alleen een nulmeting, een schone lei.

Wie komt er wel eens op het dak van een huis? Sinterklaas natuurlijk. En onze schoorsteenveger ook. In onze slaapkamer op zolder kwamen bruine vochtplekken tevoorschijn onder de schoorsteen. Van buiten konden we zien dat de voegen van de schoorstenen er slecht uitzagen. Er miste ook een steentje ergens. Ik had voor de zomer een offerte aangevraagd bij een voegersbedrijf voor gevelonderhoud en we schrokken enorm van de prijs. Er zat ook de huur van een hoogwerker in verwerkt. De schoorsteenveger kwam onlangs langs voor de jaarlijkse schoonmaakbeurt en hij kende mensen die het voor ons wilden doen voor een vriendschappelijk prijsje. Zo kwamen diezelfde week nog een paar stoere knapen aan de deur. Ze klommen vloeiend als freerunners over ons dak. Ze hadden daarbij helaas wel een antieke dakpan laten sneuvelen. Er was veel werk aan de winkel zagen ze. Ook waren ze vertrokken en vergeten één dakpan netjes terug te leggen. Een van de kerels moest op zaterdagavond daarom onverhoopt van zijn camping terugkomen vanwege de voorspelde regen. Ze begonnen een paar weken later aan de klus. Onze buurman deed ondertussen ook mee aan de opdracht. Het zag er eigenlijk nóg slechter uit dan de mannen dachten. Het zink moest bij een schoorsteen vervangen worden. Ze hadden met de hogedrukspuit de drie schoorstenen gereinigd. De ramen en tuin lagen vol modder, stof en gruis van het dak. Niemand had er aan gedacht dat het reinigen bij ons huis, vijfentachtig jaar oud, een kleurverschil zou kunnen opleveren. Het viel uiteindelijk gelukkig mee. Het bleek dat geen van de drie werkmannen kon voegen zoals ons huis gevoegd is. Namelijk met een terug gehouden voeg. Ze voegden de schoorstenen dus met een snijvoeg dat er wel degelijk anders uitziet. Oók op die grote hoogte. Samen afgesproken dat ze de zijde van de schoorsteen aan de lange kant van ons huis niet zouden voegen. Om het verschil in aanzicht zo klein mogelijk te houden. De hele klus kwam mij allemaal een beetje chaotisch over. Niet zo goed voorbereid misschien? Ze deden het allemaal naast hun dagelijks werk. Ze kwamen op de gekste tijden werken. Een dakpan hoorde ik luidruchtig over het dak glijden en kapot vallen naast het huis… Ze hadden wel veel plezier en lol met elkaar. Ze waren supervriendelijk tegen mij. Ik verzorgde ze met kopjes koffie en blikjes cola. Ik zorgde voor elektriciteit en luisterde beleefd naar hun verhalen met Brabantse tongval, waar ik soms de helft niet van verstond. Op onze schoorsteen is een gaasrooster tegen kauwennesten geplaatst. De nokvorst hebben ze opgevuld met pasta zodat er geen regen meer door kan lekken. Na ruim anderhalve week met rommelige werktijden en regen was de klus geklaard. Alleen nog een keer bij droog weer impregneren. De stoere knakkers verzekerden ons dat ze goed werk hadden geleverd, want zo zeiden ze met een glimlach ‘de bevriende schoorsteenveger zou hun werkresultaat volgend jaar bekijken’.


woensdag 23 september 2020

Verdelger

"Gardens are not made by singing 'Oh, how beautiful' and sitting in the shade."

 - Rudyard Kipling


Onze buurman houdt van leuke, nieuwe gadgets. Deze zomer had hij voor zijn vader, die zijn tuin onderhoudt, een elektrische onkruidbrander gekocht. Buurman vond het machtig mooi. Zonder te bukken en zonder gif verdween het onkruid van de oprit. Enthousiast legde hij zijn oude vader uit hoe de gadget werkte. Zijn vader bleef toch liever bij zijn oude vertrouwde methode, zo’n keiharde borstel op een steel. Ikzelf heb van zo’n harde veger nooit het voordeel gezien. Ik hark alleen maar de voegen tussen de tegels vandaan. Chemische onkruidverdelgers zijn een ‘no go’  in onze tuin met poezen en terugkerende padden. De padden eten namelijk van het onkruid en drinken regenwater uit de tuin. Dus kniel ik elk voorjaar op mijn knieën en trek met mijn blote handen de plukjes gras en onkruid uit het terras. Ik moet toegeven: het wordt ook een soort verslaving. Regelmatig zit ik relaxt op mijn tuinstoel, zie wat hoger onkruid groeien en kan het niet laten dat met wortel en al eruit te trekken. Zo ben ik de hele zomer eigenlijk bezig om onkruid te spotten. Mijn lief was nog wel een keer voorzichtig over de gadget van de buurman begonnen, maar daar moest ik niks van weten. Laatst hadden ze dus een elektrische onkruidbrander bij de Aldi in de aanbieding… Ik nam hem toch maar mee. Je hoeft de duurzame brander maar enkele seconden op het onkruid te richten waardoor het onkruid uitdroogt en uiteindelijk afsterft. Heel efficiënt dus. Bij het met de hand verwijderen blijven er vaak sporen van het onkruid achter die ervoor zorgen dat het onkruid weer terugkeert. Dat zie ik wekelijks gebeuren. Vechten tegen de bierkaai. Onkruid kan juist definitief verwijderd worden na enkele behandelingen met een onkruidverbrander. Zeggen ze. Dat je geen chemische verdelger gebruikt vind ik het meest waardevolle pluspunt. En een elektrische heeft dan natuurlijk als voordeel boven een gasbrander dat je niet met gaspatronen of -flessen hoeft te zeulen. De eerste keer was pas een week na mijn aankoop vanwege de regen. Hij mag niet gebruikt worden bij nat weer. Je zag eigenlijk niet veel gebeuren. Ik voelde warmte bij mijn voeten. En soms zag ik iets een beetje gevaarlijk oranje oplichten. Het hielp wel. Nu de zomer al bijna voorbij is en nieuwe klussen liggen te wachten zoals de dakplataan terugsnoeien naar zes kale stompen en de beukenhagen een metertje terugsnoeien ben ik weer begonnen. Een mooie warme, droge dag. Drie klusjesmannen op het dak. Ik beneden in de achtertuin met de duurzame en ecologische onkruidbrander.


Nieuwe studenten hebben het zwaar. Zonder gala en examenfeesten hun diploma op zak gekregen. Zonder sociale introductieweek starten met je nieuwe studie. Nauwelijks contact met de andere eerstejaars. Nauwelijks fysiek aanwezig in het universiteitsgebouw. Onze oudste heeft amper een idee wie haar medestudenten zijn. Wel wordt er geacht samen te werken in projecten…op gepaste afstand natuurlijk. Tweede dochter kent haar studiegenoten wel, maar ziet ze spaarzaam. Er wordt niks sociaals georganiseerd vanwege corona regels en teamsporten komen maar net van de grond. Met online colleges besteedt ze heel erg veel tijd alleen op haar kamertje. Geen zinderend studentenleven… Ons nichtje is dit semester in Breda haar studie gestart. Ze heeft precies één ochtend in de week praktijk op school. Ze kent eigenlijk niemand van haar studie. Ze heeft amper feeling met de studie. Hoe kan dat ook anders? En hoe houd je het dan vol? Op kamers bij een hospita. Voor de zomer waren mijn lief en ik hartstochtelijk doende een studentenhuis te kopen. Ik had een studentenflat te koop gezien op tien minuten fietsen van ons huis. Hoe praktisch als er eens een kraan zou lekken of een deur zou klemmen. Het huis werd al bewoond door drie studentes. Jammer voor ons nichtje. Voor ons juist wel fijn om zo rustig op te starten. Ze kozen sowieso onderling hun medebewoonsters. Met ons kleine hypotheekje waren we aan het rondkijken naar creatieve manieren van beleggen. Dit studentenhuis leek mij het einde. Het huis had drie ruime, lichte slaapkamers, een gezamenlijke huiskamer en ze hielden het goed bij. Breda is sinds een jaar een internationale universiteitsstad. Er is echter een tekort aan studentenhuisvesting. Bredanaars worden gestimuleerd een student in huis te nemen. De gemeente wil geen studentenhuizen in rustige woonwijken. Zo worden nagelnieuwe studentencomplexen gebouwd om de jongelui een beetje te verenigen. Ze geven nauwelijks verhuurvergunningen af. De eigenaresse van het studentenhuis waar wij onze pijlen op gericht hadden had een vergunning en ze beloofde dat ze zonder problemen een verlenging zou regelen voor de komende vijf jaar. Het duurde maar, en duurde maar. Tussendoor hadden we wel contact. Plots kregen we een telefoontje dat het huis aan een belegger verkocht was. Binnen twee dagen verkocht. Ik was even verbouwereerd. Teleurgesteld. Ook boos op de makelaar, want wij hadden toch zeker ook nog een bod mogen uitbrengen als een huis onder bod staat? We gingen op zomervakantie en hebben het van ons af kunnen zetten. Een ander appartement of huis kopen voor dit doel is hier vrijwel onmogelijk. Onlangs reden we langs ‘ons’ studentenhuis. Het bord ‘Te koop’ hangt nog steeds aan het raam. Ik gok dat de eigenaresse tot nu toe helemáál geen verlenging heeft kunnen regelen… 

woensdag 16 september 2020

Ritual and ceremony

"Ritual and ceremony are powerful bonding tools. They result in a sense of community, a feeling of unity far beyond what you might expect."

 - Del Suggs


Ik moest echt wel even loskomen van de bubbel waarin ik leefde. Ergens heel ver weg. De bubbel van het spirituele festival. Tijdens de closing ceremony werd er al genoemd dat we na moesten gaan denken over wat we mee wilden nemen naar het échte leven. Ons eigen leven. Toen ik na vier dagen wegreed van het festivalterrein,  in m’n uppie in onze oude Volkswagenbus, begon ik daar direct mee. Mijn vriendin en ik werden beiden gefilmd rijdend in onze oude bussen. Twee stoere vrouwen achter het stuur. Waarschijnlijk beelden voor de laatste scene van de documentaire die gemaakt wordt als promotiemateriaal… Er was zoveel met me gebeurd deze vier dagen. Een reis naar binnen. Emoties. Tranen. Helderheid. Verdriet. Dankbaarheid. Liefde. Zelfconnectie. Inzichten. Zoveel nieuwe ervaringen! Ik ben bij prachtige concerten geweest. Een concert waarbij we ons eigen lied maakten. Een mooi geleide meditatie waarna een ieder tegelijkertijd met gesloten ogen moest zingen wat hij of zij tijdens de meditatie zag. Een geweldige zangeres die daar een geheel van maakte door prachtig klassiek er doorheen te zingen waarbij de tranen over mijn wangen biggelden. Ik vermoed bij ons allemaal. Het raakte mijn ziel. Er is tijdens die dagen zoveel vertrouwelijks en intiems gedeeld met elkaar. Ik ben veel dichter bij mijn gevoel gekomen. Ook de eerste week thuis zaten mijn tranen hoog. Het resoneerde nog lang na…. Ik had daar een massage van een mooie jonge vrouw die heldervoelend is en zij vertelde mij wat ze voelde. Haar massage paste ze daar op aan. Zo helend. Ik heb ook veel praktische inspiratie opgedaan uit de drie vegan maaltijden per dag. Na onze zomervakantie was ik een beetje begonnen met minder brood en aardappelen en juist meer peulvruchten en soepen klaar te maken. Hun heerlijke vegan recepten moedigden mij aan hiermee door te gaan. Na thuiskomst had ik meteen een liter havermelk gekocht en chai thee om hun niet te versmaden Chai Latte van de strandbar na te bootsen. 


Lol hadden we ook natuurlijk. Ik heb daar verschrikkelijk gelachen met m’n vriendin. Ik zat op een smal wiebelig bankje vroeg in de avond te eten en tegenover mij zaten mijn vriendin en een vrijwilligster van het festival. Er speelde iemand muziek op de achtergrond. Ik vertelde hun een ervaring van mij op Texel toen ik met mijn vriendinnetje aan het liften was destijds - we waren zestien jaar. We werden vanuit een auto met open deur bedreigd met een pistool. Ik ging zo op in mijn verhaal dat toen ik vertelde dat ik terugdeinsde ik dat ook deed op het onstabiele bankje. Het bankje wankelde, ik verloor mijn evenwicht en daar lag ik. Op de grond. Met een hoop kabaal, want mijn tasje met bestek en plastic serviesgoed viel ook mee op de grond. Iedereen keek naar me. Ik bleef rustig zitten. De vrijwilligster stond galant op om mij een hand te geven, maar toen ik mijn schoudertas optilde viel alles er pardoes uit. Zij riep al proestend keihard iets over een maandverband, maar het was een lichtblauw papieren mondkapje! Ik heb er een flinke blauwe plek op mijn bil aan overgehouden. Ik heb ook tot tranen toe gelachen toen mijn vriendin en ik thee wilden zetten bij onze bussen en we geen water bij ons hadden. Ik bietste bij de buurman in een pipowagen wat water uit zijn jerrycan. Hij liep heel attent met me mee naar de bus van mijn vriendin. Daar stond de waterkoker. Zij zat binnen. Het gordijntje voor de open geschoven deur was zorgvuldig gesloten. Ineens hoorde ik mijn naam van achter het gordijntje fluisteren. ‘Anja… Ik zit even op m’n WC…’ fluisterde ze zacht. Ik kwam niet meer bij! De buurman trouwens ook niet. Zij zelf ook niet. De hele middag schoten we opnieuw in de lach om dat onhandige incident. En nóg kan ik er om lachen. Minder lachwekkend waren de splinters in mijn voeten. Van het bosbaden vermoed ik. Vieze voeten met zwart eelt op mijn hielen. Ik stelde notabene zélf voor om vier dagen op blote voeten te lopen. Een suggestie van mijn Mexicaanse yogajuf om te blijven aarden daar. Soms zulke koude voeten van het natte gras of blubber… De inrichting van het festival bestond uit tenten met veel dekens, kleedjes en kussentjes. Ik had mijn schapenvacht natuurlijk mee om samen op te zitten tijdens ceremonies en concerten. Ook mijn yogadekentje om warm om me heen te slaan. Vroeg in de ochtend en in de avond kon het nog best fris zijn. Om diezelfde reden had ik ook mijn comfy, dik gebreide Mexicaanse vest met houtje-touwtje sluiting mee. Elke tipitent, yurt, grote tent en hang out op het strand was vergeven van de kleedjes, schapenvachtjes, matrassen en kussens in bonte kleuren. Toch mocht het allemaal niet baten tegen muggenbulten. Ik kwam zelfs thuis met een enorm grote dazenbult op mijn onderbeen… 


woensdag 9 september 2020

Trip

Can you sing with all the mountains?

Can you paint with all the colors of the wind?

 - Judy Kuhn

Alleen lig ik in de hippiebus onrustig te woelen. Er is een mug in de bus die me mateloos irriteert. Ik heb de achterklep dicht deze nacht vanwege de verwachtte regen. Heel onwennig, want dat doen we eigenlijk nooit. Mijn hart gaat onrustig tekeer. Ik ben absurd wakker. De uren ervoor heb ik meegedaan aan een cacaoceremonie. Dit eeuwenoude ritueel, afkomstig uit Midden- en Zuid-Amerika, wordt gezien als de ultieme hartopener en brengt een hele bups voordelen met zich mee. Mijn vriendin en ik grapten giechelig de hele middag dat we flink gingen trippen die avond. Beiden nooit eerder aan zo’n ceremonie mee gedaan. We wisten totaal niet wat we moesten verwachten. Behalve misschien dat een cacaoceremonie een positieve, helende ceremonie is die je kan verbinden met je intuïtie en je hart opent. De ceremonieleider was een charismatische man met lang haar, hoedje op en een gitaar op schoot. Zijn vriendin zong ook mee. Spontaan speelde een violiste ook mee. Prachtig. We zongen gezamenlijk mantra’s om moeder aarde te eren.  Ik kreeg een flashback van de liederen die ik vroeger zong in een klein kerkje toen ik een jonge tiener was. Ik ging daar zonder ouders of vriendinnen heen. Ik vond het een heerlijk gevoel om daar samen te zingen. Ik had op mijn kamertje zelfs een cassettebandje vol christelijke liedjes van Elly & Rikkert.... De verbinding en geborgenheid die ik voelde deze avond deed me terug naar die kindertijd gaan. We kregen allemaal een bekertje uitgereikt met chocolademelk van rauwe cacao. We zongen een mantra met het woord Namaste terwijl we iemand (die we uiteraard niet kenden) diep in de ogen moesten kijken. Sommige aanwezigen stonden op om te dansen. Na de ceremonie gingen mijn vriendin en ik in de hottub die naast het meertje stond. Onder de blote hemel. Daarna gingen we lekker warm en loom ieder in onze eigen kampeerbus slapen. Dachten we. Mooi niet. De volgende ochtend bleek dat we allebei nauwelijks een oog dicht gedaan hadden.... Een dag later kwam de ceremonieleider toevallig bij ons aan de ontbijttafel zitten. Ik complimenteerde hem eerst met de mooie ceremonie en vertelde toen mijn ervaring van niet kunnen slapen. Dat klopte als een bus volgens hem. Stofjes in de cacao zorgen ervoor dat je bloedvaten verwijden en dat je heel helder wordt. Een gevoel van euforie en het boost je creativiteit. De stofjes in de cacao veroorzaken een explosie aan dopamine en serotonine in je hersenen. Het hoge magnesiumgehalte is goed voor je hart, en cacao bestrijdt mogelijk infecties in het lichaam. Hij zei aan de ontbijttafel dat we eigenlijk beter hadden kunnen gaan dansen of bij het kampvuur op het strandje muziek hadden kunnen gaan maken. Hij bedankte me wel dat ik het weer onder zijn aandacht bracht. Hij ging er zonder meer van uit dat alle bezoekers dat ondertussen wel wisten. Dat zal best, behalve die twee groentjes die voor het eerst meededen!

Ik zit in de regen. In m’n uppie. Zonder jas. Zonder schoenen. Mijn benen onder de opgedroogde modder. Mijn armen ook trouwens. Op een boomstronk in het bos. Even daarvoor ging het hard waaien en tuurde ik in stilte lang naar de boomtoppen. In de verte zie ik het contour van een blote man. We zitten niet te mediteren. We nemen waar. De geluiden van het bos. De wind. De regen. De vogels. Het kraken van bomen. Het ruizen van de blaadjes hoog aan de bomen. De diertjes die over de grond kruipen. Ik doe mee aan een workshop bosbaden. Bij een boswandeling wandel je meestal vrij snel en let je niet echt op je omgeving. Tijdens een bosbad vertraag je dus heel bewust en neem je de omgeving op alle mogelijke manieren waar. Ruik de bladeren en de bosgrond, luister naar de vogelgeluiden, voel de boomschors, pak een handje bosgrond en je kunt ook gewoon ergens gaan liggen. Op blote voeten gaan we deze ochtend het bos in. Dat was nog niet zo indrukwekkend, want mijn vriendin en ik hadden voorgenomen alle vier festivaldagen op blote voeten te lopen. We moesten telefoons en horloges achterlaten op de camping.  Eerst smeren we ons aan de rand van een vennetje in met modder. Onze zeepgeur moet weg. Armen, benen. Sommige smeren hun gezicht vol. We mogen door het gras rollen, ons haar erin schrobben. Ik doe mijn hoed af en ga op m’n rug liggen in het gras. We lopen met vossenpasjes (zonder te kraken) door het bos. We mogen eigenlijk niet omlaag naar onze voeten kijken, ‘want dat doen bosdieren ook niet’. Mijn vriendin stapt met haar blote voet prompt op een naaktslak. Ik had al veel slakken waargenomen dus ik spiekte toch af en toe naar beneden. Wanneer we in het bos in een cirkel zitten legt Janneke, de gids uit dat we het best op onze blote kont kunnen gaan zitten. Huid droogt sneller dan kleding. Ik houd mijn lange hippierok lekker aan en vindt gelukkig een plekje op een omgevallen boomstronk. Enkelen trekken inderdaad hun slip uit om op de natte bosgrond te zitten. We verspreiden ons allemaal met vossenpasjes. Janneke stelt voor dat wie écht ultiem wil bosbaden zijn kleding uit doet. Er werd ons gevraagd om iets terug te geven aan de aarde. Als je moet kun je plassen op je plekje, anders kwat spugen. Een jonge moeder laat gekolfde moedermelk achter. Na een tijdje helemaal alleen bosbaden worden we gelokt met het afgesproken pauwengeluid en lopen we daar ieder doodstil op af. We moeten ook iets meenemen voor in het kampvuurtje of op het altaar. Ik neem een broos takje met zaaddoosjes mee. In een sharing circle delen we één voor één onze ervaringen. Ik woon al vele jaren naast een groot bos, ik kom er wekelijks om hard te lopen. Zó bosbaden als Janneke me geleerd heeft had ik nooit eerder gedaan!


Wouwse Plantage - 6 september 2020


vrijdag 4 september 2020

Het grote fijne zomerfestival

Love and compassion are necessities not luxuries. Without them humanity can not survive.

- Dalai Lama


De hele vloer van de hippiebus staat propvol met gevulde shoppers, een heuse koffer, een weekendtas, een doos met planten en nog wat rugzakken en schoudertassen her en der verspreid. Alle spullen die middelste dochter na de lockdown mee naar huis had genomen moeten vandaag weer terug. Ik heb voor ons vertrek nog even hardgelopen in het heerlijke, nazomerse bos. Middelste dochter gaat deze zondag voor de derde (en laatste?) keer verhuizen naar haar studentenkamer in Middelburg. We rijden door enorme regenbuien. We slepen alles naar boven en als alles gedumpt is op haar kamer, waar ik haar kiepraam nog even op de valreep sloop, lopen we naar het marktplein voor een warme lunch. Mijn eega eet de eerste Zeeuwse mosselen. Na het eten leidt dochterlief ons rond langs de abdij gebouwd rond elfhonderd en de oude haven. We lopen langs prachtige panden uit de zestiende eeuw. Van rijke handelaren in tot-slaaf-gemaakten. Middelburg heeft meer dan twaalfhonderd monumenten. Dochter wandelt met ons door de historie. Vooral veel gebouwen uit de Gouden eeuw zijn bewaard gebleven. Grote pakhuizen, imposante herenhuizen, kinderkopjes en kleine steegjes. Elk huis heeft een naam. Door het stadspark slenteren we weer terug naar haar flat. We nemen beneden afscheid. Kind gaat opruimen, herinrichten en landen in haar kamer. Wij rijden met de lege bus naar het Zeeuwse strand. De zon breekt door en ondanks de harde wind is het heerlijk op het strand. We liggen nog even lekker met onze ogen gesloten op ons rug op het warme zand. Op weg naar huis krijgen we een fotootje van dochterlief met een wijd openstaand raam. Gelukkig! Met het sleuteltje van haar vriendin die ook in dezelfde flat woont kon ze tóch het raam, dat ik per ongeluk op slot gedrukt had en zij geen sleutel van heeft, weer openen. Frisse lucht in haar ruime studentenkamer. Het stormt enorm onderweg. Twee handen aan het stuur van onze hoge kampeerbus. Thuis halen we Chinese loempia’s voor mijn zus en haar gezin. Ons nichtje komt in Breda studeren en heeft vandaag intrek genomen op haar gehuurde zolderkamer. Ze hebben de hele dag geklust. Voor het eerst sinds Kerstmis - vanwege de lockdown - zien we elkaar pas weer. Op gepaste afstand natuurlijk. Na een flink stuk appeltaart als toetje rijden zij dat lange stuk naar Friesland terug. Het is even heerlijk stil in huis. Totdat jongste dochter thuis komt van haar bijbaantje in het bosrestaurant…


Deze bijzondere reis begon al toen ik vooraf gevraagd werd door de natuurcamping om de natuur zo weinig mogelijk te belasten. Om alleen biologisch afbreekbare verzorgingsproducten zoals shampoo, tandpasta en zonnebrand te gebruiken. Er mag geen zonnebrand in het zwemmeertje terecht komen vanwege de kwaliteit van het water en de waterplanten. Dat vind ik mooi. Ze gebruiken daar dus alleen biologisch afbreekbaar afwasmiddel. En schoonmaakmiddelen. Dus heb ik een zeepje in een kartonnen doosje aangeschaft om mijn haar te wassen. En tandpastapoeder voor op mijn tandenborstel. Best leuk om zo kennis te maken met zulke natuurlijke producten. Ook werd ik gevraagd mijn yogamatje, extra dekentje en schapenvacht mee te nemen voor tijdens de concerten. Dat klinkt relaxt. Ook mijn eigen bord, bestek en beker vanwege het coronavirus natuurlijk. Kledinghangers vol hippiejurken en yogabroeken hangen in de bus. Ook mijn bikini is mee. Voor een eventuele ochtendduik? Ik ben op een vierdaags zomerfestival. Samen met een vriendin. En ieder met onze eigen oude Volkswagen kampeerbus. Daar komt wel een beetje schuldgevoel om de hoek kijken. Er werd namelijk gevraagd zoveel mogelijk met elkaar mee te rijden of met de trein te komen… We slapen ieder in onze eigen bus vanwege social distance, dát is ook belangrijk. Er is een heel vol programma opgesteld. Veel yoga en mediteren natuurlijk. Maar ook dansen en massages. Gezamenlijk eten. Avondconcerten. Veel workshops zoals djembé of om te leren luisteren. Ook een heuse cacao ceremonie. Ik kan me soms wat nerveus voelen om me open te stellen in een groep, om kwetsbaar te zijn of mijn plek in een groep te vinden. Ik kijk gewoon per activiteit of het wat voor mij zal zijn. Persoonlijke ontwikkeling versterkt je zelfgevoel en maakt je rotsvast. Dat is heel fijn in de tijd waarin we leven. De aarde verhoogt haar frequentie en dat heeft direct invloed op ons mensen. Als we niet met haar mee gaan, voelen we ons steeds meer vastgelopen. Als we meegaan stijgen we hoger dan ooit tevoren. 


Wouwse plantage - 3 september 2020


zaterdag 29 augustus 2020

Salmiakknots in het bos

The sacred place of silent minds and deep souls is the depths of the forest.

Mehmet Murat Ildan


Vakantie vieren in eigen land. Veel Nederlanders hebben dat deze zomer gedaan. Ik heb als kind alle zomers in Drenthe doorgebracht. Een half uurtje rijden van ons huis in Groningen. Een grote boscamping waar geen auto’s op mochten komen. Daar begon het plezier eigenlijk al meteen. Met een grote kar met kleine autobandjes eronder bracht mijn vader onze bagage naar de kampeerplek. Mijn zus en ik wilden dan graag op de kar meeliften. Als ik aan die camping denk herinner ik me zandweggetjes met rul, lichtbruin zand. Dus altijd vieze voeten. Een typische bosgeur vooral na een regenbui. Ik herinner me de aardappel- en graanvelden langs de camping. Mijn vriendinnetje en ik pikten daar wel graanvaren en die graankorrels stampten we tussen twee stenen. Om pap van te maken voor onze babypopjes. De hazelnootbomen langs een fietspaadje waar we knalgroene onrijpe nootjes plukten. Een klein stukje buiten de van-takken-gemaakte toegangspoort was een piepklein winkeltje waar ze los snoep verkochten. Het was een groot feest als we daar voor een dubbeltje een grote smiley van drop mochten kopen, een salmiakknots of een dextrose lollie met twee kleurtjes. De hele zomervakantie waren we op die camping. Onze poes, een siamees ging altijd mee. Ze ving er ’s nachts muizen die ze voor de tent legde. Fietsen gingen ook mee. Naar het buitenland gingen we niet, dat deden we jaren later pas. Mijn zus en ik waren poepiebruin aan het eind van zo’n zomer. Er was een openluchtzwembad met onverwarmd, ijskoud water. Met zonnig weer zaten alle families daar. Met slecht weer was het zwembad gesloten en speelden mijn vriendin en ik stiekem onder de douches aldaar. Omstebeurt een sprong in het koude zwembadwater en dan tien rondjes onder de warme douche. Úrenlang in mijn herinnering. We zongen er ook liedjes bij. We zongen trouwens ook tijdens het urenlang schommelen. Altijd buiten zijn. Mijn moeder bewaarde houdbare levensmiddelen heel primitief in een gegraven gat naast de tent. Daar zat een emmer met koud water in. Knaloranje of gestreepte jaren ’70 windschermen om de tent heen. Mijn vader maakte tijdens hevige regenbuien met een schep openingen waar al het regenwater in weg kon stromen als het te nat werd onder het tentzeil. Ik herinner me zwemmen in een bosmeer waar we op zonnige dagen op de fiets heen gingen. Of pannenkoeken eten in een ouderwets pannenkoekenhuis ergens in het oneindige Drentse bos. Alleen maar fijne herinneringen. Zomer na zomer. Behalve die keer dat ik op mijn buik in een schriftje boomblaadjes en dennennaalden aan het natekenen was. Niet ver van onze tent. In m’n eentje. Er kroop iets in de pijp van mijn broek. Ik ging staan en gilde het uit. Ik stampte met mijn voeten om het te laten verdwijnen. Het fladderde in mijn broekspijp. Ik moest mijn broek uittrekken en toen vloog er iets uit. Waarschijnlijk een vlinder of vliegend kevertje… Traumatisch. Op de camping verzamelden we regelmatig na het eten stevige takken, samen met veel kinderen. In de avondschemer vouwden we dan brooddeeg om die stok om te garen aan een groot kampvuur. Eindeloze zomers waarin we regelmatig barbecueden met vrienden van mijn ouders op die lage,  eenvoudige barbecuetjes. Het regende natuurlijk ook wel eens, dan speelden we gewoon in de modder. Met of zonder regenlaarzen. Of, we verstopten ons dus onder die warme douches van het zwembad…. 


Het valt me eerlijk gezegd best wel tegen. Vóór de vakantie was er nog perspectief. Iedereen keek - misschien tegen beter weten in - uit naar het moment dat de scholen weer zouden beginnen. Dat het leven weer redelijk normaal zou worden. Ik in ieder geval wel. Voor de vakantie ging het goed met het indammen van het coronavirus en we zagen nog uit naar een fijne vakantie. Het was al maanden prachtig zonnig weer. Ik genoot stiekem best wel van de rust. Ik keek ook zoals iedereen uit naar het moment dat de wereld weer enigszins normaal zou worden. Voor mij. Voor onze kinderen. Voor mijn arme, broze cliënten. En met de goede ontwikkelingen van vóór de zomervakantie, rekenden we toch allemaal op een zo normaal mogelijk leven met z'n allen? Niets is echter minder waar. Het aantal besmettingen is de afgelopen weken juist toegenomen. Het kabinet heeft geen versoepelingen aangekondigd maar de broekriem juist weer wat aangehaald. Even geen feestjes in eigen huis of tuin als het kan. Het verrassingsfeestje van mijn 50-jarige vriendin moest ik met pijn in mijn hart afzeggen, omdat er teveel mensen in haar achtertuin zouden komen. Toegegeven, ik ben bang voor corona. Om het zelf te krijgen. Op mijn leeftijd. Ik heb eerder een longembolie gehad. Ik slik de rest van mijn leven bloedverdunners. Ik ben ook bang om mijn gezin te besmetten, of mijn oude cliënten met hun kwetsbare gezondheid. Met de allerergste gevolgen. In het voorjaar had ik nog energie, werd de temperatuur steeds hoger en had ik onze vakantie met de hippiebus in het vooruitzicht. Maar die is inmiddels achter de rug. Het is maar de vraag of wij eind van dit jaar alsnog de reis voor ons 25-jarige huwelijk kunnen vieren. We gaan langzaam afscheid nemen van de zomer, en het besef is bij mij gekomen dat corona voorlopig nog niet verdrongen is. Ik ben moe. Moe van de hittegolf. Moe van het geen uitzicht hebben op een normaal leven. Ik moet volhouden. Wij moeten volhouden als totale samenleving. Langer dan gehoopt en misschien toch ook ergens wel een beetje verwacht.

zaterdag 22 augustus 2020

Normale leven?

Like all young people, you are quite sure that you alone feel and think, you alone recognize danger, you alone are the only one clever enough to realize…

 - J.K. Rowling


Vanwege de warmte en wat tocht staat de bovenkant van onze halve voordeur open. Ik sta zelf in de keuken wat vaat op te ruimen. Jongste dochter komt de keuken in en zegt iets over ‘ze binnen gelaten…lopen naar boven…’ . Ik heb niet goed naar haar opmerking geluisterd. Ik ga even boven kijken. Boven in de slaapkamer van middelste kind, die vandaag jarig is, staan twee schoolvriendinnen met een fototaart in hun handen. Surprise! Wat leuk dat ze er aan gedacht hebben! Toch wel typisch voor ons hondstrouwe, maar verlegen kind. Zelf geen feestje (durven) organiseren om geen mensen te belasten en dat vriendinnen haar toch een klein intiem feestje gunnen. In de voortuin maken we een zitje voor ze klaar. We halen schoteltjes, vorkjes, een kan water, een kan limonade, een groot mes en een luciferdoosje. Ze hebben zelf kaarsjes mee genomen. Jongste dochter heeft zometeen een sollicitatiegesprek bij een gezellige uitbater in het Mastbos. We zouden allemaal meefietsen en op het koele terrasje in het bos met een koud drankje op haar wachten. Natuurlijk gaat de jarige twintiger nu niet meer mee. Ze blijft lekker met haar vriendinnen relaxen in de voortuin. Alleen mijn lief en ik fietsen mee. Op het terras komt meteen een klasgenootje op onze dochter af. “Ik weet dat je komt solliciteren. Er werd net al gevraagd of ik jou kende!” Ze neemt onze jongste mee naar binnen. Naar de eigenaar voor het sollicitatiegesprek. Wij bestellen iets lekkers op het terras. Na een half uurtje komt ze glunderend aanlopen. Ze kan zondag al beginnen. Thuis gekomen gaan de vriendinnen weg met de afspraak dat ze onze jarige job vanavond - na ons dineetje - komen ophalen om te logeren. Wij eten taart, grote stukken, want we hebben onverwachts extra veel taart in huis. Oudste dochter komt naar Breda voor haar jarige zusje. We eten Japans met ons gezin in een restaurant. De eerste verjaardag sinds februari dat we weer buiten de deur vieren. Spontaan sluit nóg een vriendinnetje van de studie aan bij de logeerpartij. De jongelui hebben behoefte aan gezelligheid en lekker bij elkaar zijn. Over een halve maand beginnen hun studies weer in Groningen, Tilburg en Middelburg. Na een half jaar thuis studeren mogen ze hun studentenleventjes weer heel voorzichtig oppakken. Deeltijds online colleges en deeltijds in de collegezaal. Sporten op de uni. Het laatste studiejaar voor haar bachelor diploma. Gelukkig is ze niet voor een half jaar naar Oklahoma vertrokken voor haar uitwisseling. Zodra we in het donker aan komen fietsen uit de stad stapt onze jongedame bij haar studiegenoot in de auto. Ga maar lekker lol trappen met je vriendinnen: roddelen, samen muziek luisteren, giechelen, samen filmpje kijken en geheimen delen. Gewoon zoals het hoort. Zoals het hoort in het ‘normale’ leven van een twintiger. 


Wanneer ik, voordat ik naar mijn werk ga, de oprit aan het vegen ben na de hevige onweers- en regenbui van de avond ervoor vragen buurtjes van een huis verder of dat mijn racefiets is. Er staat een witte racefiets aan een lantaarnpaal vastgemaakt. Het is niet van hun en ook niet van mijn directe buurman. Ookal staat de fiets pal voor zíj́n deur. Ik hoor dat er twee dagen ervoor twee jongemannen foto’s maakten van ons huis. Onder het mom van een selfie werd ons huis vastgelegd. Later in de ochtend ontvang ik foto’s van het verdachte stel in de ‘buurt preventie app’. Een andere buurman had er ook - zelfs van afstand - een foto van gemaakt. Kennelijk een heel argwanend tafereeltje geweest? Dan hoor ik ook dat mijn buurman ze aangesproken had. Ze verstonden geen Nederlands en Engels en gingen daarna ieder een andere kant op. Dat laatste vind ik best verdacht. Ik bel mijn lief en vertel van mijn voorgevoel. Ik heb het gevoel dat het om onze antieke kampeerbus gaat… Manlief komt in zijn lunchpauze naar huis. Hij zet het stuurslot erop en de startonderbreker. Ook meteen maar alle rolluiken van ons huis gesloten. Eind van de middag bel ik bij de buurman aan. Op mijn advies had hij contact opgenomen met de wijkagent. Op advies van zijn huishoudster had hij het voorwiel uit de racefiets gedemonteerd. Een briefje op de fiets geplakt dat het wiel opgehaald kan worden. Hij laat me zien waar de verdachte jongemannen foto’s stonden te nemen. Terwijl ik naar hem kijk en hij vertelt dat ze ook door hun knieën zakten voor foto’s begrijp ik het. Vanaf mijn plek (die van de fotograaf) is onze hippiebus staand net niet te zien door het groen, maar wel als je bukt. In opdracht worden oldtimers gespot en gestolen. De gestolen auto wordt dan verstopt in een loods. De onderdelen verdwijnen vaak naar het buitenland. Mijn autootje staat voor de zekerheid achter de oude bus geparkeerd zodat de bus niet van de oprit gereden kan worden. Dezelfde avond worden drie mannen verderop in de straat opgemerkt. Ze scharrelen tussen de bomen en de struiken langs ons straatje. Buren spreken ze aan. Ze zijn vlierbessen aan het plukken zeggen ze. Ook dit wordt natuurlijk gedeeld in de ‘buurt preventie app’. We zijn allemaal op onze hoede. Er wordt wederom online aangifte bij de wijkagent gedaan. Wij wonen vlakbij de toerit naar de snelweg. Een makkelijke, supersnelle vluchtweg naar België. Na anderhalve dag lees ik in de app dat een student aangebeld had om het wiel terug te vragen van zijn racefiets. Hij had een afspraak om te carpoolen. Recht voor onze deur…

maandag 17 augustus 2020

Extended family

Each day of our lives we make deposits in the memory banks of our children.

Charles R. Swindoll


Mijn eerste werkweek na mijn strandvakantie valt midden in de Hollandse hittegolf. Mijn senioren weten niet (meer) hoe ze er mee om moeten gaan. Mijn eerste cliënt na mijn terugkeer, een meneer van tachtig, heeft op maandagochtend zijn rijdende airconditioner aanstaan. Het is echter nog steeds achtentwintig graden in zijn huiskamer. Ik doe eerst de schuifdeuren en de gordijnen dicht. Ik leg hem uit dat we proberen de hitte zoveel mogelijk buiten te houden. Dan gooi ik twee vriesblokken in het water van de mobiele airco. Ik vul sowieso het water bij. Ik zet een fles met fris koel water en een glas op tafel, binnen handbereik voor hem. Hij draagt netjes zijn dichte schoenen met sokken. Hij heeft geen blote voeten slippers. Ik stel voor dat hij zijn overhemd met lange mouwen verwisselt voor een wit mouwloos katoenen hemd. Hij wil echter als een heer gekleed blijven…. We laten de airco aanstaan wanneer ik hem naar schaken breng. Hopelijk is de temperatuur vanmiddag iets gezakt wanneer hij thuis komt. Mijn andere cliënte, een weduwe van vijfentachtig, zit met winterkleding aan in de huiskamer waar volop zon naar binnen schijnt. Eerst de col uit met lange mouwen. Verwisseld voor een T-shirt met halflange mouwtjes. Haar nek is helemaal nat van het zweet. Dan doe ik het rolluik naar beneden en sluit de rolgordijnen en zware, fluwelen gordijnen. Aan de schaduwkant zet ik een raam wijd open. Het lijkt wel een sauna in huis! Ik neem haar mee naar een koel terras van een hotel - met een zuchtje wind. Daar drinken we wat en lunchen we. Ze wil haar half opgegeten broodje met brie graag mee naar huis. De ober adviseert het niet te doen vanwege de bacteriën. Ze staat erop. Ik neem het mee en dump het stiekem bij de benzinepomp als ik daar een tijdschriftenpakketje voor haar koop. Ik wil geen risico lopen dat ze ziek wordt. Als ik haar broer spreek hoor ik dat hij eerder al twee T-shirts voor haar gekocht heeft. Ze wil ze echter niet aan. Als dame wil ze op deze leeftijd geen blote armen zien… Eenmaal thuis zoek ik ze op. Ik laat haar er tóch een aantrekken. Ook meteen de zwarte pantalon uit en een luchtige, comfortabele pyamabroek aan. Dan zie ik dat ze al die tijd een zwarte lange panty onder haar broek aan had! Mijn oudste cliënte van drieënnegentig woont in een prachtig voormalig klooster. Haar kamer is aan de zonnige kant. Ze delen met veertien kamers acht rollende airconditioners. Vlak voor ik kwam kreeg zij er één op haar kamer. Het was écht niet te harden in die kamer! Haar dochter had een verkoelende shawl opgestuurd. Deze gevulde shawl met gelkorrels heb ik in de wasbak gelegd om vocht op te nemen. Ik bel de verzorging. Ik mag namelijk vanwege corona niet in de algemene ruimten komen. Buiten is het veel te warm om te wandelen. Haar kamer is ongezond heet. Het terras is ook te warm. We mogen samen in de binnentuin zitten. Aan de schaduwkant staat een bankje met een kletsnat kussen erop. Natgeregend door de onweersbui de avond ervoor… Ik leg het zware kussen weg, droog de bank met mijn papieren zakdoekje en daar zitten we dan. We voelen een heel klein briesje. Gelukkig komen ze twee glazen water brengen. We kletsen gezellig bij. Ik laat haar daar na mijn bezoek achter met een tijdschrift. Ik hoop echt dat haar kamer die avond flink afgekoeld is…


We zitten op deze zwoele zaterdagavond aan een moderne ronde tafel naast openslaande balkondeuren. Oudste dochter snijdt sushi rollen aan tafel. Haar lief vult de zeewiervellen met rijst, Philadelphia, komkommer en zalm of krab. Zijn broer, net geland uit de Dominicaanse Republiek, zit naast hem. Het is een bijzonder moment. We zijn voor de eerste keer op bezoek bij het samenwonende stelletje. Tijden onze vakantie op het Franse eiland zijn ze beiden van hun studentenkamer naar deze etage verhuisd. Een sfeervol appartement in een huis uit de 19e eeuw. De Rotterdamse wijk Kralingen heeft karakteristieke vooroorlogse woningen. Ze heeft dezelfde kleuren glas-en-lood schuifdeuren als wij in huis hebben. Ook de schouw is van hetzelfde marmer. We hebben een diner met onze ‘extended family’ zoals middelste dochter zegt. Mijn lief en ik als (schoon)ouders op bezoek. Wanneer zijn wij een generatie opgeschoven? Op een rustig moment overhandigen we onze cadeautjes die een personal touch aan hun huisje mogen geven. Allereerst het naambordje voor onder de deurbel in de vestibule. Dan geven we een ingelijste, lieve foto van hun tweetjes die ik een week geleden bij de ondergaande Franse zon genomen had. Ook heb ik deze ochtend met liefde en wat melancholie twee boekjes ingepakt in mierzoet roze crêpe papier, met een zuurstokroze kaartje eraan met een lieve tekst, gestrikt met een knalroze lint. In de boekjes heb ik volop gedetailleerd anekdotes geschreven tijdens de eerste tien jaar van haar leven. Versprekingen die ze maakte toen ze leerde praten. ‘I need some driverseat!’ riep ze boos naar haar zusje wanneer ze op de WC zat. Ze bedoelde natuurlijk privacy. Haar tekeningen die ze als driejarige op preschool maakte van de Twin Towers die op haar eerste schooldag ingestort waren. Het ongelukje toen ze in onze Bredase achtertuin op de rekstok een gat in haar tong kreeg en naar de eerste hulp moest. Tevens haar grote verdriet na het verlies van haar oma toen ze pas zes jaar oud was. Ook de blijdschap toen we haar vertelden dat we naar Mexico gingen verhuizen toen ze viertien jaar oud was. Onze meiden weten dat ze zulke waardevolle, sentimentele boekjes hebben en dat ze die krijgen als ze écht op hunzelf gaan wonen. Vanavond was zo’n moment. Dochterlief waardeerde het enorm. We hebben hun huisje bewonderd, genoten van de zelfbereide maaltijd en het gezelschap. Een heerlijke, memorabele avond.

woensdag 12 augustus 2020

Wit eierdopje

Traveling is a brutality. It forces you to trust strangers and to lose sight of all that familiar comforts of home and friends. You are constantly off balance. Nothing is yours except the essential things - air, sleep, dreams, the sea, the sky - all things tending towards the eternal or what we imagine of it. 
- Cesare Pavese 

De oude bus was deze vroege, nog frisse ochtend tot zijn nok gevuld met kampeerspullen, onze bagage en óók nog een backpack en grote koffer van oudste dochter en haar lief. We zaten er zelf ook met onze zes zongebruinde lijven in. Ons ontbijt, in de vorm van verse croissants en chocoladebroodjes, in papieren zakjes op schoot. Een thermoskan gevuld met hete thee bij mijn voeten. We waren op weg naar het station van La Rochelle waar we oudste kind en haar lief op de sneltrein zetten naar Bordeaux. Met z'n viertjes onderweg naar Orléans werd het steeds heter. Regelmatig waarschuwingen boven de weg dat we genoeg moesten drinken. We hadden de koelbox aangesloten tussen de voorstoelen staan. Flessen met liters water ernaast. De meeste ramen stonden open, gordijntjes dicht om de zon buiten te houden. Ik had een wit hemd van mijn lief naast de passagiersstoel aan het raam gehangen. Het werd niet, of net wél, oncomfortabel heet in de bus. We reisden deze dag gelukkig maar vijf uurtjes. Rond tweeën kwamen we al aan bij de prachtige villa uit de 18e eeuw in Orléans waar we zouden overnachten. We wandelden richting het oude centrum waar we onderweg, en ondertussen kletsnat van het zweet, eerst gingen lunchen in een restaurant. Na onze heerlijke salades en veel glazen met ijsklontjes liepen we verder naar het prachtige centrum met als middelpunt de Sainte-Croix kathedraal. De bouw startte al in 1278. Binnen was het heerlijk koel. In de gebrandschilderde ramen was het verhaal van Jeanne d’Arc uitgebeeld. De Franse heldin is geassocieerd met deze kerk en heeft als bijnaam Maagd van Orléans. Jeanne was een meisje van eenvoudige komaf en speelde een beslissende rol in de honderdjarige oorlog tijdens de Middeleeuwen. Ze viel als zeventienjarige gehuld in mannenkledij - een metalen ridderpak! - succesvol de Engelsen aan. Terwijl wij de expositie bekeken kwamen er steeds meer dames op hoge hakjes de kerk binnen. Ik ging me bijna ongemakkelijk voelen op mijn praktische Birkenstocks.... Er bleek een bruiloft te beginnen. Buiten met een ambachtelijk ijsje in ons hand bekeken we de feestelijke kleding van de gasten en het bruidspaar. De temperatuur was ondertussen al opgelopen naar veertig graden. We kochten drie waterflessen voor de terugwandeling van vier kilometer die leeg waren toen we het boetiek hotel bereikten. We hebben heerlijk onderuit gerelaxt op de stijlvolle, koele kamers met airco. De volgende dag na een uitgebreid buffetontbijt in de ochtendfrisse grote tuin reden we in dezelfde hitte terug naar huis. Zeven uur lang de ramen wijd open, gordijntjes gesloten. Een ventilator op de achterbank. Zolang de hippiebus reed was het prima te doen. Halverwege stopte de volgepropte koelbox er echter ook nog mee. We hebben het gered met de redelijk koel gebleven drank tot thuis. Met nat geplakte haren in onze hals stapten we de voordeur binnen. 

Anders dan het plan was om een maand met backpack’s door Colombia te reizen met ons hele gezin - door de jungle en bergen te trekken afgewisseld met snorkelen in de azuurblauwe oceaan - werd het nu een tweeweekse kampeervakantie met z’n viertjes. Op een klein Frans eilandje met de antieke hippiebus die twee weken op dezelfde plek op een camping bleef staan. Dat was heerlijk en ontspannen. Ook door de overzichtelijkheid. Geen dichtgetimmerd reisschema, verre vlucht of jetlag. Wel de spontane komst van oudste dochter met aangehaakte vriend. Het spannendst waren eigenlijk de fietstochtjes over het eiland op zoek naar een leuk dorp, strand of markt. Het allerspannendst was misschien wel de heen- en terugreis. Op de heenreis reed mijn lief onoplettend in Parijs bijna een tunnel in die te laag was voor onze bus. Onze bus lijkt een beetje op het kuikentje Calimero - het hoofdpersonage van een tekenfilmserie - met een wit eierdopje op z’n koppie. Ons busje heeft ook een wit dopje. En die paste niet door de tunnel. Gelukkig hadden ze aan een escape route gedacht die we natuurlijk namen en daardoor middenin de stad Parijs terecht kwamen. Een heel avontuur om er weer uit te komen. Op de terugweg naar huis in de stad Orléans, waar we een overnachting hadden gepland, liep ik tegen hetzelfde euvel aan. We waren er bijna toen ik door een soort fietstunneltje moest dat natuurlijk helemaal niet paste. Mijn lief zag gelukkig dat er verplaatsbare hekken stonden en zo konden we nog ontsnappen. Allemaal heel adrenaline verhogend! De situatie bij een slagboom om de Franse tolweg op te rijden was ook best hilarisch. De Volkswagenbus heeft dus een hefdak en dat werd elektronisch geregistreerd bij de slagboom. Daardoor kwam de ticket niet gewoon op ooghoogte van de bestuurder, maar op ooghoogte van een vrachtwagenbestuurder. Het duurde even voordat we dat doorhadden. We reden achteruit een stukje terug en probeerden een kaartje te krijgen bij een andere automaat. Zelfde verhaal. Mijn lief drukte op de bel en vroeg om hulp. De Franse dame door de luidspreker sprak, zei iets in de trant van ‘Oppúh’ en wij dachten aan ‘open’ met een zwaar Frans accent. Middelste dochter keek vanaf de achterbank mee en snapte ineens wat ze bedoelde toen ze de ticket helemaal bovenin het apparaat zag wapperen. De dame zei ’Up’ in onverstaanbaar Engels! Een lesje in erkennen dat de wereld niet maakbaar is en je overgeven aan wat er op je pad komt. Ons reisje was dus best verrassend.

zaterdag 8 augustus 2020

Zeevruchten

The ocean stirs the heart, inspires the imagination and brings eternal joy to the soul.

Robert Wyland


Nieuwsgierig liepen manlief en ik op een grote groep gebogen mensen af. Mensen die stuk voor stuk voorover gebogen naar het zand keken. Overal lagen bootjes droog op strand. Het was eb. Het aguamarijne zeewater had zich terug getrokken. We hadden het strand nog niet zo breed gezien. De volle maan van gisternacht heeft voor een extreem lage waterstand gezorgd. Er kwamen allemaal rotsen bloot te liggen. Deze leken op afstand groen door al het zeewier wat was achtergebleven. Wat deden al die Franse mensen daar? Ze hadden stuk voor stuk een pot zout in hun handen en een emmertje of een netje aan hun arm hangen. Daar zaten langwerpige schelpen in leek het wel. Ik had ondertussen wat mooie schelpjes opgeraapt. We hadden ook lege oesterschelpen en mosselen zien liggen. En gesloten kokkels.  Er werd naar zeevruchten gezocht zoveel was duidelijk. We bekeken het proces eens van dichtbij. Als er twee gaatje naast elkaar in het zand te zien waren dan strooiden ze daar een hoopje zout op. Even wachten op de luchtbelletjes en geborrel en dan zag je een lang scheermesje-schelp naar boven komen. Met z’n uitstekende slijmerige kop als eerste. Je pakt het weekdier op en trekt hem met z’n lange lijf uit het zand. Aan de onderkant van het scheermesje hangt ook nog een eetbaar slijmerig deel. Deze zeevruchten zijn een ware Franse lekkernij. In Nederland zie je veel scheermesjes, of mesheften, op het strand liggen. Ik heb echter nog nooit iemand met een pot zout die weekdieren boven het zand zien lokken. De activiteit is hier op het eiland erg geliefd. La pèche á pied heet het. Vissen vangen ter voet. Ze koken de schelpdieren dezelfde avond en maken ze klaar met knoflook. Vast heel smakelijk. Het zeewater begon halverwege de dag terug te stromen. We speelden lekker beachball aan het waterfront. We waren niet eerder bij dit strand in La Couarde geweest. Zo’n twaalf kilometer van onze camping vandaan. Een leuk strand. Een gezellige opgang met openbare douches en terrasjes. Een ijscokar waar we op weg naar de kampeerbus lekker van Italiaans ijs genoten hebben. Voor ons geen zeevruchten op het menu maar een forse pan pasta voor ons grote gezin van zes!

We zitten op een terrasje op de kade. Het zeewater in de haven glinstert in het licht van de lantaarnpalen. De maan is nog altijd heel groot. Het kwik blijft boven de vijfentwintig graden hangen. Mijn lief en ik zippen op ons gemak van een glas sangria. De vier kinderen van hun frisdrank. Geweldige muziek luistert het plaatje op. Elke avond is er live muziek op dit podium pal aan de haven. Dit is onze eerste keer dat we er op de late avond op uit getrokken zijn. Andere avonden koelde het teveel af op het eiland. Deze zwoele avond brengen drie muzikanten voornamelijk hits van U2 en Bon Jovi ten gehore. Ik kan bijna niet stil blijven zitten. We zingen mee. Ik applaudiseer luid. De kinderen kaarten onderwijl. Niet lang hiervoor hebben we over een gezellige avondmarkt geslenterd. We hebben de warme zon met een oranje gloed in de koele Atlantische Oceaan zien zakken. Het dorp La Flotte ziet er in het avondlicht net zo charmant en levendig uit als overdag. Als we nog even staan te dansen op de laatste toegiften van de band loopt de basgitarist al spelend door het publiek. Omdat iedereen een meter van elkaar afstaat en mondkapjes draagt is dat goed te doen. Als de laatste klanken weg ebben lopen we naar de fietsen. In de donkere nacht met heel veel sterren en alleen verlicht door de maan fietsen we terug. Door het donkere pijnbos en over open stukken met struiken. Manlief houdt z’n telefoon erbij om het pad te verlichten. De fietslampjes op onze fietsen zijn namelijk belabberd. Alle meegebrachte Hollandse fietslampjes liggen vergeten in de deur van onze Volkswagenbus... 

Saint-Marie de Ré - 7 augustus 2020 

woensdag 5 augustus 2020

Surprise bezoek!

Good company in a journey makes the way seem shorter.

Izaak Walton


In een dorpje anderhalve kilometer van onze kampeerbus vandaan vond ik online een plek voor modelage, en bien-étre. Op reis vind ik zo’n wellness spa liever ter plekke. Met de juiste vibe. Hier op het eiland was ik nog niks tegen gekomen. Tot de dag dat we een ander strand wilden bezoeken. Plage Gros Jonc ligt iets dichterbij op de fiets. Het strand had echter een surf- en zeilschool en er lag een grote strandcamping pal in de duinen. De meiden vonden het andere strand fijner. Ik zag echter wél dat er bij het terrasje met zwembad een spa verscholen zat. Voor we weg zouden fietsen glipten mijn lief en ik even naar binnen. En jawel, ik kon een massage voor de volgende dag reserveren! De volgende - best frisse - ochtend fietsen we na ons ontbijt eerst naar La Flotte. Uitgeroepen tot één van de mooiste stadjes van heel Frankrijk. Zo’n vier kilometer van onze camping. Eerst een bezoekje aan de markt natuurlijk. Eeuwen geleden was dit charmante stadje een handelspost. Op het authentieke marktplein is het eigenlijk te druk. Een meter afstand is net wel, of net niet, te doen. We hebben altijd mondkapjes bij ons. We togen door de smalle winkelstraatjes naar de haven. Op het terras met onze drankjes zien we de bootjes door het tij langzaam uit het slik opgetild worden. Over de kade lopen we naar de vuurtoren. Prachtig uitzicht op het witte stadstrand, de aquagroene oceaan en zelfs witte stranden aan het vaste land. Over de boulevard slenteren we langs terrasjes en besluiten spontaan te lunchen bij een visrestaurantje. Manlief eet de lokale specialiteit oesters en andere schelpdieren. We zetten de meiden na de lunch en een ijsje af op de camping. Mijn lief en ik fietsen door naar de spa aan het strand. Als ik het trapje afloop komen de geuren van de etherische oliën me al tegemoet. Ik word door de masseuse naar een kamertje geleid met schemerlicht. Ik kies een lotusbloem olie uit en ga met mijn gezicht naar beneden ontspannen liggen. Een half uur later word ik door mijn lief opgehaald. Hij zou op een terrasje gaan relaxen met een koude Orangina maar werd min of meer meteen gestoord door het bericht dat er een coronabesmetting op de fabriek is geconstateerd. Samen maken we nog een strandwandeling met onze blote voeten in de branding. Het waait hard. Er wordt veel gesurfd. Het is druk. De meiden hebben gelijk: óns strandje is veel rustiger en fijner. 


Ik werd vroeg wakker van het zachte geluid van vallende regendruppels op de blaadjes van de droge struiken achter mijn hoofd. Wij slapen in de oude kampeerbus altijd met de achterklep open. Ons bed opengeklapt met de hoofdkussens naar de achterklep toe. Ik stap uit bed en haal snel onze handdoeken en badhanddoeken van de waslijn. Onder de luifel blijft alles droog. Vandaag staan we vroeg op om met de kampeerbus over de brug terug naar het vasteland te rijden. We brengen de dag door in de oude zeehavenstad La Rochelle. Dit schilderachtige stadje met prachtige booggewelven is gesticht in de tiende eeuw. We gaan eerst naar de overdekte markthallen Les Halles. We hadden een grote markt verwacht. De markthal draagt een authentieke grote oude klok aan de buitenkant en is zeer stijlvol, maar de markt is niet groot. We slenteren verder naar de haven. Tijd voor een warme chocomel op een leuk terras met uitzicht op de werkelijk prachtige, authentieke haven met drie torens. Midden van de stad gelegen. Het wordt warm, de lucht breekt open. De haven stroomt vol met lichtblauw zeewater. De ambiance wordt kleuriger en vrolijker. Helemaal als we een moment stoppen bij een flinke groep jongelui op de kade die op blaasinstrumenten geweldige jazzy liedjes ten gehore brengen. Ze dansen, zingen en spelen muziek met z’n allen. Hun vriendschap en enthousiasme spat er van af. Na het middaguur lopen we op het treinstation af. Op het eerste perron komt de sneltrein uit Bordeaux aan. Onze oudste dochter stapt met haar vriend uit. Ze komen onverwachts de laatste week samen met ons vakantie vieren. Wat een leuke verrassing! Ze hebben een klein tentje en een grote koffer mee in het vliegtuig genomen. We zetten hun bagage in onze hippiebus en lopen geanimeerd naar de haven terug om gezamenlijk te lunchen. Daarna nemen we ze mee in de bus naar ‘ons’ eiland. Raampjes open. De zeewind waait door onze haren.


Saint Marie de Ré - 3 augustus 2020

zaterdag 1 augustus 2020

Formidable!

Once a year, go someplace you’ve never been before.

- Dalai Lama


Snikheet is het vandaag. En gortdroog ook. Hier in het Franse pijnbomenbos waar onze Volkswagenbus op de camping staat. Er komt een heerlijke geur van de naalden af. Dat er gewoon geen muggen op het eiland zijn vind ik de grootste verrassing. Het fietsen door een verdroogd eilandlandschap met heerlijke geuren zoals lavendel en pijnboomnaalden is heel rustgevend. Zodra we van het strand komen springen we eerst het zwembad in. Verkoeling! Manlief had vanmorgen al een extra parasol gekocht om erbij te plaatsen op het strand. We passen met vier volwassen lijven niet meer samen in de schaduw van een strandparasolletje. Schaduw is een must op zo’n hete stranddag. Het drinkwater in ons koelboxje ging zó snel op vandaag dat manlief halverwege de dag van het strand naar ‘t kustdorpje fietste om meer flessen te halen. De ene dag hangen we in heel hoge golven in de zee. Vandaag dobberen we in het ondiepe op heel zachte, lieve golfjes. Soms lummelen we met een balletje in de zee. We lezen veel. Aan het eind van zo’n hete dag op het strand vind ik het altijd heerlijk om in de branding te zitten. De zon brandt dan niet meer zo fel. Het lauwe aquagroene water rolt ritmisch over mijn benen. Heerlijk ontspannend. Het enige dat je op dat moment kunt doen is mindful om je heen turen wat er om je heen ligt aan kiezeltjes en gebroken schelpjes. En wat er om je heen gebeurt. Ouders met kleine kindjes aan hun hand, hun kleine lijfjes verkoelend in het zeewater. Stelletjes lekker dicht bij elkaar. En tieners aan het volleyballen met hun voeten tot enkelhoogte in het water. Ik geniet van het moment. We nemen elke dag  baguettes mee naar het strand, een stuk brie en een avocado. De broodjes smeren we op het strand. In een van de waterflessen giet ik een zakje Mexicaanse, oplosbare lemonada. De flessen leg ik in de avond vooraf in de vriezer van de camping. Een simpel moment van geluk als je daar op je strandlaken een ijskoude slok van neemt! 


De marktjes op dit eiland zijn formidable! Je hebt natuurlijk de markt met artistieke handgemaakte sieraden, Franse stijlvolle jurkjes en linnen overhemden, hippe zonnehoeden en lederen tassen. Heerlijk om overheen te drentelen en tot ergenis van mijn lief even te kijken, soms langdurig te passen en vaak toch niets te kopen. Onze dochters en ik genieten volop van al het aanbod. Zeepjes, espadrilles, zout en oesters gewonnen op het eiland of Franse worsten. Prachtige strandlakens en natuurlijk weer wat kleurige armbandjes hebben we deze keer meegenomen. We fietsen het eiland af voor dit soort gezellige marktjes. Met mijn lief ga ik echter ook graag naar de gewone dagelijkse markt. Na het ontbijt stappen we samen meteen op onze fietsjes zoals alle Fransen hier doen. De Fransen zijn in het zomerse hoogseizoen vooral Parijzenaars die hier een idyllisch wit huisje in hun familiebezit hebben. Je herkent ze aan de espadrilles aan hun voeten en de rieten manden aan hun arm waar ze hun boodschappen indoen. We kopen meloenen, sjalotjes, komkommers, avocado’s, een krop sla, paprika, tomaten, een pot zeezout en een potje lokale honing. Op de hoek van het typisch Franse pleintje kopen we bij het bakkertje twee baguettes voor de lunch en bij het kaaswinkeltje op de andere hoek staan we buiten in de rij voor twee stukken heerlijke, romige brie. Alles doen we in ons stoffen, Hollandse fietsmandje en een losse tas die we, goed voorbereid, mee hebben. Net zoals onze mondkapjes die je verplicht op elke markt moet op doen. 


Saint Marie de Ré - 31 juli 2020

dinsdag 28 juli 2020

Pijnbomen

The sea, once it casts its spell, holds one in its net of wonder forever. 

- Jacques Yves Cousteau


Mijn hart zakt in m’n schoenen als we afslaan en er wéér een zanderig ruiterpad voor me ligt. Met diep rul zand. Bijna niet door te komen op slippertjes en met een vouwfietsje aan de hand. Het mandje voorop vol met boodschappen geladen. Een grote krop sla steekt uit mijn mand. Het is de eerste keer dat we boodschappen halen op het eiland. Bij de receptie antwoordde het meisje op mijn vraag waar de supermarkt was of we te voet of op de fiets gingen. Ik concludeerde daar uit dat het supermarktje lekker dichtbij was. Tien minuutjes op de fiets zei ze. Ze legde de route in rap Frans uit. Mijn lief en ik bleken ieder een andere versie te begrijpen. Dat schoot alvast niet op. Heen deden we er een half uur over. Hopeloos verdwaald in al die supersmalle straatjes en steegjes geplaveid met zwerfkeitjes. Elk straatje bestond uit dezelfde spierwit gekalkte huisjes met groene luiken en knalroze en rode stokrozen langs de muren. Na een rondje door de kleine Carrefour Express stapten we weer op de fietsjes. Mijn lief met een zware, volle tas over zijn schouder en ik een fietsmand vol boodschappen. We volgden dit keer hoopvol een betere route op de telefoon van mijn lief. Een kwartiertje zou het duren. In no time fietsten we in een pijnbos en al snel konden we niet eens meer fietsen. We ploegden ons door de zandweggetjes. Ik zat voortdurend te schelden en geergerd te puffen. Hopende dat de volgende afslag weer een harde ondergrond zou hebben. Op de heenweg hadden we overal fietsers gezien. Hier was niemand. ‘Heb je soms op ruiterpad geklikt in plaats van fietspad?’ sneerde ik hem toe. Hij liep steeds sneller en ik daarentegen was steeds langzamer gaan lopen. Mijn kreunen en steunen was ondertussen al overgegaan in giechelen. Toen ik twee tegenliggers in de verte zag veronderstelde ik dat we weer in de buurt van de bewoonde wereld kwamen. Van dichtbij bleken het twee sportieve mannen met baarden op stoere mountainbikes. Toen kwam ik helemaal niet meer bij van het lachen. Wat moesten zij wel niet denken! Twee toeristen met een suf vouwfietsje en volgeladen met boodschappen in the middle of nowhere? Zwoegend door het rulle zand. Na een uurtje kwamen we uiteindelijk met pikzwarte, zanderige voeten bij de camping aan. Onze meiden zaten nog steeds relaxt te kaarten op het zonnige terrasje bij het zwembad. Ze maakten zich wel ongerust. Ze hadden al berichtjes gestuurd. Gebeld. Tja, jullie ouders hadden ergens even een afslagje gemist.... 


De zon was op het strand onbaatzuchtig geweest voor ons. Mijn lief had zijn buik, en ik mijn rug rood verbrand. Meiden hadden zich gelukkig beter ingesmeerd dan wij. De volgende dag was het strand echt even verboden terrein voor ons. Na de lunch bij de kampeerbus reden we in een half uurtje, op twee gehuurde en twee vouwfietsjes, naar het schattige havenstadje Saint Martin. Ons doel was de gezellige avondmarkt. Met name de sieradenkraampjes. We wandelden wat over de stadsmuren met uitzicht op de smaragdgroene oceaan. We slenterden het haventje in. Het was eb. De boten lagen in het slik te wachten op het tij dat zeewater zou laten terugstromen. Op een terrasje zaten we met koude drankjes te genieten van alle reuring om ons heen. Eeuwenoude huizen met groene luiken keken toe. We struinden ook naar de oude kerk. Onderweg doken we wat boetiekjes in. Lekker uit eten in de haven. Enkelbandjes, armbandjes in alle soorten en kleuren en ook nog twee zilveren ringetjes waren onze buit op de markt. Het was daarna zo lekker om met een avondzonnetje door pijnboombossen op ons gemakkie weer terug naar de camping te fietsen. 


Saint Marie de Ré - 28 juli 2020