dinsdag 12 maart 2024

My loving and supporting family - January 2024
HET LEVEN IS VOELBAAR
You need to spend time crawling alone through shadows to truly appreciate what it is to stand in the sun.” 
- Shaun Hick


Een vol jaar is mijn lijf genezen. Vier seizoenen lang is mijn lijf weer gezond als een hoentje. Het is precies twaalf maanden nadat de arts in het ziekenhuis mij het goede nieuws bracht. Het nieuws waar we zo lang naar verlangden, maar ineens toch zo onverwachts kwam. Gewoon bij een routine controle afspraak legde ze het op tafel. We konden het ook niet meteen geloven. ‘Hoe weet u dat dan? Moeten er geen scans ofzo gemaakt worden?’ vroeg mijn lief. Wij wilden toch het liefst door resultaten van een onderzoek zwart op wit zien dat je écht genezen bent. ‘We hebben er alles aan gedaan wat we kunnen, een scan voegt niks toe’ lichtte de arts toe. Mijn lief en ik waren eigenlijk flabbergasted. Na een half jaar in een absurde rollercoaster te hebben gezeten eindigt de rit zo? Dit nieuws moest bezinken. In de auto terug naar huis gingen we het gesprek nog een keer na. ‘Zei ze echt dat ik genezen ben?’ Zó moeilijk om op dat moment - na zo’n zware weg - te geloven dat alles echt voorbij was. Een half jaar na de operatie. Zes weken na de laatste bestraling. Een kort maar hevig traject waar door de artsen nooit vooruit gekeken werd. We leefden in het nu. Een half jaar lang draaide ons leven om het Erasmus ziekenhuis. Daniel den Hoed kliniek. Nu, een jaar na het goede nieuws gesprek, is het nieuws uiteraard bezonken. We geloven het. We wéten het. Er zijn wat controles overheen gegaan. Ik ben mijn lotgenoot Cees een paar maanden na het goede nieuws gesprek verloren. Dat ik er nog ben en me heel goed voel bewijst dat ik inderdaad schoon ben. Nu kijken we als gezin terug op een bijna onwerkelijke, angstige en zeer emotionele periode. Terugkijkend zien we pas de zwaarte, wat het van ons vroeg en wat destijds onze realiteit was. Nu pas hebben we de afstand en ruimte om erop terug te kijken en de betekenis ervan te zien. We vierden de mijlpaal als gezin met een mooie taart van de patisserie en vrienden die ons lief zijn en nu in een erg kwetsbare periode zitten. Samen stilstaan bij het leven doormiddel van een klein gebaar als samen thee drinken, een hapje zoetigheid en mooie gesprekken met onze kinderen aan tafel. Allemaal student die door het leven al (te) vroeg wijs geworden zijn. 


Onlangs had ik de controle die na één jaar hoort plaats te vinden en daar slaagde ik met vlag en wimpel voor. Met de ervaren ogen van de arts die mij destijds opereerde is alles goed gecheckt. Fijn om weer gerust gesteld te worden. Al ben ik steeds minder onzeker. Ik heb meer rust terug gevonden. Het is niet meer nodig steeds in de spiegel mijn tong te inspecteren. Bij twijfel fotootjes naar de arts te sturen om te vragen om feedback. Ik vertrouw weer op mijn lijf dat ik signalen krijg mocht het nodig zijn. Ik heb een levensbedreigende en zeldzame ziekte gehad en ik weet nu dat de dood geen vijand is. De dood is wat ons mens maakt. Het besef dat het leven eindig is. Ik denk dat ik het afgelopen jaar een ander mens geworden ben. Het doel van het leven is liefde en schoonheid halen uit alles wat op je pad komt. Deze les krijg ik steeds bij yogalessen voorgeschoteld. Ik heb zoveel liefde gevoeld toen ik in mijn ziekteproces zat. Mijn gezin en ik wéten dat alles in dit leven vergankelijk is. Alles. Elke vriendschap, iedere liefde, elke emotie, je gezonde lijf. Alles valt uiteindelijk uit elkaar. Verandering is de enige constante factor in ons leven. Daar écht vrede mee kunnen hebben betekent een gevoel van vrijheid en veiligheid dat uit jezelf komt. Niets kan mij breken. Dat gevoel heb ik eraan overgehouden. Bruce Feiler schreef in de bestseller ‘Life Is in The Transitions’ dat het leven vooral voelbaar is tijdens een grote verschuiving. Zoals een scheiding, een nieuwe baan, een geboorte van een kind, het verliezen van een dierbare of een levensbedreigende ziekte. We houden ons vast aan het idee dat zoiets groots een transitie is naar een nieuwe levensfase. Wanneer we onszelf daar doorheen worstelen ontdekken we pas waar het leven om draait. Maar eigenlijk is geen dag, geen uur en zelfs geen minuut hetzelfde. Je lichaam is vandaag ook helemaal anders dan gisteren. Een visie die tijdens mijn yogalessen wordt gedeeld. Het is dus eigenlijk helemaal niet zo dat het leven zich alleen tijdens grote veranderingen ontvouwt. Het leven ontvouwt zich gewoon elke dag, in elk uur en in elke minuut. Ons leven stond helemaal op z’n kop na mijn diagnose. Inderdaad merkten we door in het nu te leven, we konden niet anders, dat bijna elke minuut alles weer anders kon zijn. Na de heling is een nieuwe levensfase voor mij ontstaan. Na het goede nieuws gesprek. Een levensfase met regelmatige controles en vooral wachten op spannende uitslagen. Alles kan zo weer uit elkaar vallen. Eentje waarin gebleken is dat stabiliteit en een gevoel van veiligheid een illusie is. Ik had een allerliefste echtgenoot, drie volwassen dochters die stevig in het leven stonden, een goed salaris van mijn lief elke maand, een net afgeronde studie ergotherapie, een bijna afbetaald koophuis, geld op de spaarrekening, wat sollicitaties voor een nieuwe baan en een geweldige kampeerbus voor de deur. Allemaal zekerheden dácht ik. Maar het leven is zo ongelooflijk onvoorspelbaar gebleken. Welke zekerheid biedt een huis, studie of geld op je bank eigenlijk? Net als in het eeuwenoude geschrift, de Bhagavad Gita, geschreven staat ben je pas écht veilig en geborgen als je iets in jezelf vindt wat onaantastbaar en onbreekbaar is. Ook al verandert alles om je heen, al stort je hele wereld in, jij weet wie je bent en wat je waard bent. Vertrouwen in jezelf. Een vol jaar is mijn lijf nu gezond en het leven is meer dan ooit voelbaar. 

dinsdag 5 maart 2024

Connection!
M'N BUURTJE
We have hundreds of virtual ‘friends’ but no one we can ask to feed the cat. We are a lot more free than our grandparents were, but also more disconnected.”
Esther Perel

Verbinding - op een soort onuitgesproken, vanzelfsprekende manier - met mensen met wie je niet meer deelt dan het straatje waarin we wonen, maakt mij blij. Wij wonen inmiddels meer dan twintig jaar in dit doodlopende straatje aan de rand van de stad. We hebben de oude besjes zien verdwijnen uit hun vooroorlogse woningen en hun huizen ingenomen zien worden door jonge dertigers. Nu we met elkaar iets droevigs hebben meegemaakt, namelijk het verlies van onze graag geziene buurvrouw, is er nog meer gemeenschapszin dan vroeger. Ons buurtje kreeg het trieste nieuws via een warm liefdevol bericht van haar man in onze buurt’app. Een paar dagen nadat wij zelf het tragische nieuws te horen kregen via haar dochter. Oprechte reacties stroomden binnen in de groeps’app. Hartverwarmend. In ons verleden van woonplekjes hebben wij hier het grootste vangnet van behulpzame buurtbewoners. We delen in die twee decennia ook al heel wat met elkaar. Een buurvrouw sliep een nacht in ons huis toen mijn moeder plots overleed en mijn lief, pasgeboren jongste en ik halsoverkop in de nacht naar het ziekenhuis moesten. Zelfde buurvrouw sliep een paar weken eerder ook bij ons toen jongste, tijdens het acht uur journaal, zich aankondigde en in het ziekenhuis geboren werd. Toen één van onze piepkleine kittens ontsnapt was liep de halve buurt, na een klein berichtje in de buurt’app, op straat te roepen en te zoeken. Hartverwarmend. Onze directe buren hebben zelfs eens drie weken lang in de ochtend de achterdeur geopend en vroeg in de avond de tuindeur gesloten en katten gevoerd, omdat we tot vertrek nog steeds geen kattenoppas hadden kunnen vinden. Een noodoplossing. Privé kreeg ik ook meelevende berichtjes van buurvrouwen die graag met me over het treurige nieuws wilden praten. Ik was niet alleen. Ik werd omringd door leden van onze kleine buurtgemeenschap die elkaar opvingen en elkaar nodig hadden, en vertrouwden. Mijn lief werd gebeld door een verhuisde buurman. Iedereen was geschokt en wilde iets kwijt. Verbondenheid is een verworvenheid, een reeks vaardigheden die we in het moderne leven bijna zijn kwijtgeraakt. Terwijl de meeste mensen wel massa’s losse contacten via social media onderhouden. Mijn weggevallen lieve buurvrouw alias vriendin verstond als geen ander de kunst van het contact leggen. Ze was intelligent, zachtaardig en zeer sociaal. Op de jaarlijkse buurtbarbecues en bingo avondjes liep ik uit gemak nog wel eens naar dezelfde bekende buurtjes om een gesprekje aan te knopen. Tegen de nieuwe onbekenden knikte ik aardig en beleefd. Niet perse op zoek naar een vluchtig gesprekje of om kennis te maken. Ik heb de pech namen en gezichten na kennismaking niet eenvoudig te kunnen onthouden. Laat staan de auto’s die erbij horen. Met als gevolg dat ik nooit weet welke auto’s bij m’n straatgenoten horen. Meestal reageer ik dus niet op langsrijdende auto’s langs ons huis. Ookal is het een doodlopend straatje met zo’n zestien huizen. Mijn sociaalvaardige buurvrouw kon ik áltijd om hulp vragen op zo’n borrel, barbecue, bingo of oliebollen borrel op de oprit bij de buren waar ik weer eens geen clou had met wie ik stond te praten. Zij wist bijna altijd de namen, het huis waar ze woonden of bij wie ze hoorden. In mijn ogen een gave. 


Voor mijn huis zie ik ze langslopen, wandelen of fietsen. De weduwe met haar hondje die nu een vriend heeft. De oude buurman aan het eind van de straat die vroeger boer was en altijd iets voor je kan ritselen of dat nou beukenboompjes, een grote pompoen of brandhout is. Hij staat altijd klaar om te helpen snoeien of boompjes te planten. Zijn vrouw is een tijd geleden gevallen. Een blauw oog en beurse plekken. Er komt buurtzorg aan de deur. De kapster in de vrijstaande woning verderop die van alle roddels op de hoogte is. Het stel van om de hoek. Met pensioen. Zij geeft workshops in de schuur van hun tuin om stukjes met groen te maken. Zij hebben geen contact met hun zoon meer en missen hun kleinkind. De buren een paar huizen verderop die net opa en oma zijn geworden en tegenwoordig trots achter een kinderwagen lopen. Ik zwaai meestal alleen maar als er echt oogcontact is. Ik maak hoogstens een vluchtig praatje als ik zelf op straat loop of in onze tuin werk, toch hou ik op een bepaalde manier van ze. Het is vertrouwd om ze te zien. Ze horen bij mijn woonplek. Het meeste contact heb ik met de oude garde die er al langer wonen. Kopjes thee samen of een nieuwe aanbouw of aangelegde tuin bewonderen. Even stoppen op de fiets als je ze op straat ziet. Af en toe een gezellig avondje, een etentje en contact via WhatsApp. Tijdens het afscheid van mijn lieve buuf waar legio mensen hun respect kwamen tonen waren ook heel veel buren, zelfs oude buren. Ik dacht: in deze buurt wil ik wonen. In deze wereld wil ik leven. Vol medeleven. Verbondenheid. Hier ben ik thuis. Ik denk ook vaak aan mijn buurman die weduwnaar is geworden. Een Fransman die nu alleen woont in zijn veel te grote en stille huis. Voelt hij zich op een basaal niveau veilig in ons straatje? Voelt hij zich hier nog thuis en geborgen?  Voelt ons buurtje ook als zíjn buurtje?

dinsdag 27 februari 2024

Very comforting note for me...
EERBETOON
‘I miss you babe
If only I had told you that before

Maybe I would never have to miss you’

- James Arthur


Lieve buuf,

Zo’n negen jaar geleden stond jij op een warme zomerse dag met je jongste dochter bij ons voor de deur. Wij hadden net onze inboedel ontvangen die in een zeecontainer overzee geleverd was. Wij kwamen uit Mexico. Herkenbaar voor jou. Jullie hadden net een aantal jaren in Singapore gewoond en kwamen nieuw in ons straatje wonen. Eén voordeur zat ertussen. Onze jongste meiden van tien jaar oud startten samen op international school niet ver van ons huis. Een jaar later stapten ze samen naar dezelfde Nederlandstalige middelbare school over. Allebei vanwege hun geboortedatum de allerjongsten van hun klas. Een vriendschap ontstond. Hoeveel uren zij na schooltijd niet op de rekstok in onze achtertuin hebben gehangen! Ze besloten samen op wedstrijdzwemmen te gaan. In hetzelfde team. Twee keer in de week trainen in het zwembad in een dorp verderop en in het weekend zwemwedstrijden in de regio. Onze gezinnen raakten steeds meer verstrengeld met elkaar. We verdeelden altijd de zwembadritjes. Buiten voor het huis konden wij heel lang kletsen wanneer we elkaar zagen. Onze mannen ook. Onze vriendschap groeide. We kwamen steeds vaker bij elkaar thuis. Kopjes thee. Tijdens coronatijd wandelden we samen. Onze jongste dochters ook. Bij mooi weer aten we zo nu en dan een lunch op het terras van een croissanterie in de buurt. Jij kwam tussendoor van je werk, ik van thuis. Goede gesprekken. Over grote gevoelens. Op warme zomeravonden liepen we afgelopen zomer samen naar het dorp om een ijsje bij de nieuwe Italiaanse ijssalon te halen. We waren al heel snel erg persoonlijk en intiem. We vertrouwden elkaar volledig. We pasten jarenlang op elkaar’s katten tijdens vakanties en weekendjes weg. In november paste jij hier op toen wij een paar dagen in Maastricht verbleven. We kenden elkaar’s katten goed en leefden altijd mee. Je was zo trots op je kater dat hij buiten met je mee wandelde wanneer je een ommetje maakte. Vorig jaar werd hij op straat overreden. Huilend stond je bij mij aan de deur. Samen belden we met betraande ogen naar de dierenambulance en de politie om meer informatie te verkrijgen over het ongeval. Jij leefde mee met verlies van onze oude kater. De ziekenhuisopname van ons jonge katertje. Ik kwam kijken bij de twee kittens die niet zo lang geleden bij jullie in huis kwamen. Huissleutels werden destijds al snel uitgewisseld. Hoe vaak onze beiden kinderen die sleutels niet hebben moeten gebruiken als redding om het huis binnen te komen. Kort geleden sleepten we samen midden op de dag, op een zelf geknutseld karretje van jullie, een zware marmeren plaat van een failliet restaurant op de hoek naar mijn garage. Ik had mijn zinnen erop gezet als werkblad voor in de tuinkas en jij bood spontaan je hulp aan. Giechelend reden we met dat loodzware ding over de hobbelige straat. Je was een sprankelende vrouw. Altijd goed gekleed, intelligent, meelevend, geïnteresseerd, een luisterend oor. De perfecte buurvrouw.


De laatste jaren kreeg jij het steeds moeilijker. Je wilde niet zo zijn. Je vocht tegen de donkere wolken in je hoofd. Je werd twijfelachtig over beslissingen die je moest nemen. Piekeren. De mening van buitenstaanders werd steeds belangrijker. Wat zouden mensen overal van vinden? Je werd onzeker. Depressief. Eenzaam. Wij bleven praten met elkaar. Kort geleden op een zaterdagochtend appte je of je even langs mocht komen. Ik zat in mijn pyjama de krant te lezen. Alleen thuis. Het ging heel slecht met je, zei je. Ik voelde je wanhoop. We huilden samen. Je zag geen oplossing meer na twee jaar therapie en medicijnen. Neerslachtigheid. Het lege nest nu jullie twee studerende kinderen op kamers wonen. De tijd van het jaar. Je kon je gevoel zo goed beschrijven. Een omhelzing van mij. Een luisterend oor. Je zei me meerdere keren dat je je oude zelf weer wilde worden. Je accepteerde je ziekte niet. Een week voor je bezoek stonden er twee politiemannen voor jullie huis. Ik belde je, je nam niet op, ik sprak een boodschap in. Ik stuurde je een berichtje ‘Moet ik me zorgen maken?’.  Je vertelde bij mij aan tafel dat je gezin en ouders meer dan dertig keer hadden gebeld. Daarom was je weer thuis gekomen. Hoeveel pijn en eenzaamheid moet jij hebben gevoeld? Bij je vertrek stond je bedremmeld bij de voordeur. Je wist niet wat je moest zeggen. Ik stelde voor bij mooi weer samen te lunchen bij de croissanterie. Je was zenuwachtig. Friemelende handen. Een hand door je haar. Ik stapte naar buiten om je nog even stevig vast te houden. Je zag er zo kwetsbaar uit. ’Tot snel’ zei ik uiteindelijk. Ik vermoed nu dat je toen al anders wist. Je liep de tuin uit. Ik keek je na. Je schouders hingen zowat op de grond, zo’n zware last torste je met je mee… Het weekend erna heb je toch voor de nooduitgang gekozen. Om jezelf te bevrijden van die loodzware last. Je hebt vier afscheidsbriefjes nagelaten. Je hebt een mooi leven gehad schreef je. We moeten ons niet schuldig voelen. Ik mis je alleen zo. Ik fiets elke dag langs je deur. Ik vernam het tragische nieuws via een prachtig geschreven brief van jouw dochter aan mijn dochter. Ik heb je dochter die vroege dinsdagochtend lang vastgehouden en getroost. Ik probeer er een beetje voor je gezin te zijn. De afgelopen jaren zijn zo zwaar voor jullie geweest. Ze hadden je nooit los willen laten. Toch gaat het best goed met ze. Ik heb respect voor je allermoeilijkste, dappere keuze. Je kracht. Vriendin, je was zo’n mooi lief mens. Er komen meer dan tweehonderd genodigden op je afscheid. Dat zegt genoeg. Je was geliefd. Voor mij was je een toevoeging aan mijn leven. Dankjewel. Ik wil je op deze manier in het licht zetten, want dat verdien je. En hoe zou ik deze week over iets anders kunnen schrijven? 

dinsdag 20 februari 2024

Basement before renovation
BLINDE VLEK
The objective of cleaning is not just to clean, but to feel happiness living within that environment.’  
- Marie Kondo


Ik heb een blinde vlek gehad. Een psychologische blinde vlek. We hebben ze allemaal. Alleen zijn we ons er niet direct bewust van. Blinde vlekken zijn een soort denkfouten die ervoor zorgen dat we informatie niet helemaal objectief verwerken. Ze zijn trouwens vaak wel zichtbaar voor andere mensen. Ik had een blinde vlek wat betreft onze badkamer. Een paar weken terug stopte het lampje in de plafonnière in de badkamer ermee. Ik ging met het lampje naar de doe-het-zelf zaak en na mij eerst met een een verkeerde vorm lampje naar huis gestuurd te hebben meldde de eigenaar uiteindelijk dat het model lampje niet meer gemaakt wordt. Er zat niks anders op dan de hele armatuur van het plafond te halen en een modernere aan te schaffen. Toen werd duidelijk dat ik niet helemaal een goed oog had wat betreft de witte plafonds en muren in onze badkamer. Er bleef een grijze, stoffige cirkel van de plafonnière achter op het plafond. Toen ik eens kritisch om me heen keek zag ik ineens overal grijze, stoffige plekken. Bij de randen van het plafond en bij de hoekjes tussen de muren. Eigenlijk was geen van de muren meer spierwit schoon. Op naar de lampenwinkel voor drie nieuwe lampen. Heel efficiënt alles maar vervangen voor wat hippere lampen, tenslotte hingen de lampen er al eenentwintig jaar! Het was mij helemaal niet opgevallen dat het inmiddels best wel wat oubollige modellen waren. Toen wij dit vooroorlogse huis kochten in 2003 zat er helemaal geen badkamer in. Elke slaapkamer had een wastafel en in één van de niet-gebruikte schoorstenen was een smalle douchecel gebouwd. Het eerste wat we deden toen we een sleutelovereenkomst met de eigenaresse tekenden was een badkamer bouwen op de plek die de oude bewoonster ons zelf tipte. Namelijk de uniformenkast (van de marechaussee) - waar zij haar bontjassen had hangen - op de hal gebruiken voor het ligbad. Eén van de inbouwkasten van de slaapkamer erbij betrekken om het toilet te plaatsen en ook een kleine meter van de overloop erbij betrekken. Een creatief plan om geen slaapkamer in te leveren voor de badkamer zoals al onze buren hadden gedaan. Wij kregen de huissleutel en de eigenaresse betaalde haar maandelijkse hypotheek door. Wij konden ons geld nog goed gebruiken zei ze heel gul. We startten de bouw van de badkamer. We hebben in die twintig jaar daarna nog wel eens het houten tafeltje waar de wastafel op stond vervangen door een superdikke antieke plank uit een treinwagon. Toen de tegels op de vloer los gingen zitten hebben we een paar jaar terug een gietvloer laten maken. Nooit kwamen we op het idee de muren eens mee te pakken. Mijn blinde vlek. Kort geleden heb ik dus alle muurtjes gewit. Plafond ook. Achter de grote spiegel heb ik het muurtje de kleur klei gegeven. Wat ziet de badkamer er nu schoon en vooral heel wit uit! Mijn lief hing drie bamboe lampjes op. Hij heeft eindelijk de bedrading van één lamp weg gewerkt in de muur. Ooit waren we daar door een elektricien wel op gewezen dat het een zeer gevaarlijke plek was boven het bad, zonder aardedraad…. Toch niks mee gedaan. Heeft mijn lief ook een blinde vlek? Alle muren op de overloop, in het trappengat en in de hal waren een paar jaar terug opnieuw gewit toen we boven na vloerisolatie een nieuwe pvc vloer hebben laten leggen. Het enige dat nu nog steeds origineel is - nooit aangeraakt door ons sinds wij ons huis kochten - is de kelder. 


Aan de behandelingen van mijn ziekte heb ik een droge mond overgehouden. Door de huidtransplantatie op mijn tong, de chemo’s en de bestralingen zijn veel speekselklieren kapot gegaan. Ik heb een heel erg droge mond gehad. Gelukkig is dat het afgelopen jaar voor een deel hersteld. Helaas heb ik tijdens veel praten, stress of na het drinken van zwarte en groene thee een heel droge mond. Heel tegenstrijdig, maar ik krijg zelfs een droge mond van een slokje kraanwater. Niet van mineraalwater uit een flesje. Het kraanwater hier in het zuiden is behoorlijk hard, bevat veel kalk. Kalk droogt je huid en haar uit. En kennelijk ook mijn kwetsbare tong. Daarom hebben wij besloten een waterontkalker te plaatsen in ons huis. Al het water dat ons huis binnenkomt zal zacht worden gemaakt door een apparaat dat vandaag in de kelder geplaatst wordt. Ook gunstig voor de wasmachine, waterkoker, glazen douchedeur en douchekoppen in huis. Nu we vanwege foto’s die we moesten doorsturen naar het bedrijf, met andere ogen naar onze kelder keken, zagen we ineens afgebladderde muurverf op de muren. Versleten betonverf op de vloer. Het houten trapje naar beneden was nagenoeg kaal gelopen. Weer die blinde vlek. Nooit heb ik het verval opgemerkt. Ik heb er in ieder geval geen last van gehad. Ik kom er alleen maar om onze voorraad levensmiddelen te checken en om mijn yogatas te pakken. Mijn lief heeft er wandel- en hardloopschoenen staan. Er hangen wat rugzakken en boodschappentassen die we in de loop van de jaren verzameld hebben. Flessen wijn bewaren we er ook. Met de blokkwasten en rollers nog nat van de badkamer besloten we de kelder ook maar aan te pakken. Na alles eruit gehaald te hebben heeft mijn lief witte betonverf op de muren, en bordeauxrode betonverf op de vloer, gezet. De houten onderkant van onze trap naar boven en het raamkozijn heb ik weer groen gelakt en natuurlijk het houten, versleten trapje in de lakverf gezet. Vandaag wordt er een modern apparaat geplaatst en daarna gaan de houten draagplanken weer terug waar ze nog passen. Na de levensmiddelen allemaal op de houdbaarheid te hebben gecheckt en veel weg gegooid te hebben, zetten we alles weer overzichtelijk en geordend terug. Zo schoon en opgeruimd! Nu begrijp ik die psychologische blinde vlek die nette senioren vaak hebben in hun oude, vertrouwde huisje. Hoe vaak ik niet vergeeld behang aan de muren heb gezien, soms zelfs losgekomen van de muur, niet schoon te krijgen vloerbedekking, platgelopen vloerkleden of sterk verouderde badkamers en keukens? Altijd vroeg ik me af hoe zij dit niet konden zien en hier toch zo fijn en tevreden zelfstandig woonden. Ook welgestelde bejaarden hebben kennelijk een grote blinde vlek. Zoveel is me nu wel duidelijk. 

dinsdag 13 februari 2024

Youngest daughter celebrating carnaval (2009) and still loves it!
INNERPEACE
De ziel stelt ons in staat onze stempel op de wereld te drukken, ook als we er niet meer zijn.’
Myron Hamming


Onze dochter in Singapore werkt de laatste weken dagelijks over tot middernacht. Ook op zaterdag is ze de klos. Iedereen op kantoor is inmiddels moe en prikkelbaar. Onze dochter was de laatste dagen vooral erg geïrriteerd, zelfs woest, en veroordeelde haar manager. Slecht humeur, gespannen, moeilijk in slaap vallen en verhoogde hartslag. Bijslapen in het weekend is nauwelijks mogelijk. Haar vriendinnen hadden daarom een rage room voor haar gereserveerd. De kans om al haar woede en stress eruit te slaan. Al het glaswerk en serviesgoed in de kamer moet kapot. Je mag erbij schreeuwen. Het personeel ruimt alles op. Ze was daarna heel relaxt, vertelde ze. Op maandagochtend was haar frustratie echter weer heel snel terug. Gelukkig was ze afgelopen weekend vier dagen vrij vanwege Chinees nieuwjaar. Wanneer je je veilig voelt en in verbinding bent met je omgeving, plus je voelt je rustig dan ben je in balans. Je merkt dat aan je lichaam. Een rustige hartslag, diepe rustige ademhaling en gefocuste blik. In tegenstelling tot wanneer je je gestresst voelt. Ikzelf kan dan kijken alsof blikken kunnen doden of ik heb ’s nachts last van knarsetanden. Sommigen maken voortdurend vuisten van hun handen, of ze maken beukende gebaren. Spieren zijn gespannen. Ademhaling snel. Uit balans. Dit is allemaal een vecht reactie op stress. Bij vluchten wil je het liefst de kamer uit gaan. Je ogen kijken scannend de kamer rond, waar en hoe kan ik ontsnappen? Je voelt je geïrriteerd en je hebt een nerveuze energie. Je hebt een gevoel van gevangen zijn. Zoals onze dochter, zij voelt zich gevangen in het overwerk. Vluchten en vechten zijn primaire reacties, dierlijk bijna. Als deze emoties steeds weer terugkeren na een zelfde soort aanleiding, wil je er vanaf. Terug naar balans. Mijn Amerikaanse yogajuf noemt dat altijd resilience. Veerkracht. Onlangs maakte ik kennis met de ‘polyvagaal theorie’. Ik had er niet eerder van gehoord. Ons zenuwstelsel is verbonden met emoties. Het verklaart waarom je op sommige triggers heel heftig en snel kunt reageren. Zoals bijna ontploffen van woede. Dit wordt aangestuurd vanuit het sympathisch zenuwstelsel. Deze veranderingen gaan razendsnel. Zo snel, dat je er helemaal geen erg in hebt dat ze er zijn. Prikkels kunnen voor mij bijvoorbeeld onmacht zijn, me onzeker voelen, leugens of simpelweg op straat de weg kwijt zijn. Mijn lichamelijke reactie is dan een koud gevoel krijgen, rillerige ledematen, snelle hartslag en geen oogcontact meer maken. Interessant om dat van je zelf te herkennen. De ‘polyvagaal theorie’, ontwikkeld door Stephen Porges, gaat uit van vechten, vluchten of bevriezen als oeroude verdedigingsstrategie. Iedereen kiest zo’n reactie onbewust door het sympathisch zenuwstelsel. De dorsale vagus is het oudste deel van het centraal zenuwstelsel. Reptielenbrein. Een verdedigingsreactie ontstaat op basis van allerlei factoren die jou onveilig deden voelen in je verleden. In je jeugd bijvoorbeeld. De ouder beïnvloedt het zenuwstelsel van het kind. Zoals niet geruststellend opgepakt worden door je ouders toen je je als baby (uiteindelijk in slaap) huilde omdat je iets nodig had. Geen troost bij pijn krijgen of als kind niet gehoord of gezien worden. Veel factoren zitten trouwens ook in onze cultuur ingebakken. Het gros van de mensen in Nederland voelt zich tegenwoordig vrijwel altijd onveilig. Door altijd bereikbaar te zijn, altijd aan te staan, altijd moeten presteren, haasten of door social media. Bij deze theorie kun je jezelf nieuwe patronen aanleren van veiligheid en verbinding, die het gevoel van onveiligheid vervangen. De focus ligt op het invullen van wat jou juist weer in het positieve, veilige systeem brengt. Opnieuw kennis maken met je veerkracht dus. Dit lukt jezelf door zelfregulatie. Bij mij is dat rustig vanuit de buik ademhalen, iets lekker zoets eten of m’n huis opruimen. Waarna ik weer ruimte krijg voor anderen, me energiek en ontspannen kan voelen en positieve gedachten heb. Innerpeace. Dit lukt ook door co-regulatie samen met een ander.  Bij mij kan dat samen een kop thee drinken, een yogales volgen, samen lachen om een grap, een massage of een echte ontmoeting zijn. We hebben allemaal zoveel liefde nodig, terwijl we er alles aan doen om die gevoeligheid te beschermen. Ons juist niet open te stellen. Als we allemaal onze emoties en kwetsbaarheden meer zouden tonen zou er veel meer verbinding met je partner, je kinderen, je vrienden en je collega’s zijn. En zouden we ons allemaal veiliger en meer ontspannen voelen.


Afgelopen weekend barstte het carnaval weer los in onze stad. In tegenstelling tot onze jongste die jaarlijks alle dagen viert heb ik er zelf geen zin meer in. Die drukte, drank, harde muziek en oppervlakkig contact. Al zie ik het niet meer perse als simpelweg een verkleedpartij en een grote, feestelijke optocht kijken. Ik zie ook traditie. Carnaval was vroeger het laatste moment in de winter waarop je dat allemaal mocht doen. Daarna begon de vastentijd, die duurde bijna zeven weken tot Pasen. Dan moest je sober leven. Je mocht bijvoorbeeld geen alcohol, minder zoetigheid en geen vlees eten. Het woord 'carnaval' betekent onder andere 'carne vale’: vlees vaarwel. Je zou het vlees ook als je lijf kunnen vertalen. Dan draait dit feest om de ziel, of zelfs reïncarnatie. In Breda heeft het carnaval vrolijke gewoontes. In optochten met mooie praalwagens versierd in een thema worden de machthebbers, zoals burgemeester Depla en wethouders, belachelijk gemaakt. Zij zijn even niet meer de baas. Dat is Prins Carnaval. Daarnaast kennen we hier de traditie om tijdens carnaval de naam Breda aan te passen naar Ut Kielegat en ons dorp heeft tijdelijk het bord ’t Aogje bij de toegangswegen staan. Traditioneel gezien begon het echte carnavalsfeest pas op zondag waarbij de symbolische sleutel - en daarmee ook het bestuur - officieel overgedragen werd aan Prins Carnaval. De ceremonie staat symbool voor een middeleeuwse traditie, waarbij de sociale orde werd omgedraaid en de arme bevolking tijdelijk de macht overnam. Tegenwoordig stroomt de stad echter al op donderdagavond vol. Grotendeels met toeristen van boven de rivieren, de zogenaamde bovensloters. 

dinsdag 6 februari 2024

My new yoga studio
DE MANIER WAAROP JE DENKT
Ik geloof in het vertellen van verhalen.
- Gabriel García Márquez

‘Ik kan je uitnodigen voor een proefles’ zei een yogamaatje tegen mij toen we samen na de yogales een eindje opliepen over straat. Er heeft de laatste jaren een verzachting plaatsgevonden op mijn yogaschool. Er wordt tijdens de les langer gesproken door de yogadocent over inspiratie of over een thema voor de les. Wat zeker heel veel stof tot nadenken geeft en ook zeker een deel van yoga mag zijn. Het neemt echter steeds meer tijd van de les in beslag. De houdingen zelf worden zachter en duren langer. Er is eigenlijk minder flow en inspanning nodig tijdens de les. Wanneer je ouder wordt, zoals ik, dan is het belangrijk je spieren te blijven gebruiken en ook best wat krachttraining te doen voor onderhoud van je botdichtheid. Ik ga bijna dagelijks naar mijn yogalessen als therapie voor mijn hals. Dan zou ik graag meer input in de lessen terugzien in de vorm van wat meer power. Er leeft nu onder de oudere garde van mijn yogaschool waartoe ik behoor - ik kom er al zeventien jaar - wat onvrede. Onvrede over de hoeveelheid mildheid. Voor mij is dit onbehagen een heel actueel onderwerp waarover ik veel nadenk. Afgelopen week kreeg ik onverwachts een invallende docent vanwege ziekte. Een leraar uit India die nu drie maanden in Nederland is vanwege zijn vriendinnetje. Het was een heel actieve les waarbij veel spieren werden gebruikt maar ook gebeden in Sanskriet werden gezongen. Ik herkende veel Ashtanga houdingen die ik jaren terug wel vaak deed maar nu eigenlijk niet meer. Ik mis deze houdingen eigenlijk wel in de huidige lessen. Ik heb dus van die voorgestelde proefles van mijn yogamaatje gebruik gemaakt bij de nieuwe yogaschool. Opgericht in een dorpje verderop door een vroegere yogajuf van mijn huidige school. De nieuw gestarte juf bood in haar les veel actieve houdingen, verhoogde hartslag en de volgende dag spierpijn. Echt weer een goede les. Na lang wikken en wegen heb ik nu een strippenkaart gekocht bij de nieuwe school voor twee verschillende lessen. Mijn onbeperkte abonnement houd ik ook nog wel even aan, want ik blijf ook bij mijn ‘oude’ yogaschool meerdere lessen volgen. Zo heb ik altijd de vrijheid om eens in het weekend een extra lesje te volgen. Bovendien hebben zij een coffeecorner waar ik regelmatig met vriendinnen wat drink na de les. Beiden yogascholen zijn even ver lopen voor mij. De nieuwe school wel een veel groenere route door de weilanden en heeft zelf een prachtige, immens grote tuin naast de yogastudio. In de zomer worden de lessen buiten gegeven. Nu pak ik van beiden yogascholen wat het beste is voor mij. Een heel yogische gedachte trouwens.


Alle yogadocenten van mijn ‘oude’ school hebben een Amerikaanse leraar die een paar keer per jaar naar Nederland komt. Hij is hun inspiratie. Robert geeft al meer dan vijftig jaar yogales, heeft zelfs een eigen vorm van yoga ontwikkeld (Pralaya) en lijkt soms wel een goeroe. Wanneer hij workshops geeft komen er ineens honderden yogi’s overal vandaan en is er een podium in de grote zaal. Een heel andere vibe in mijn yogaschool. Ik heb afgelopen jaren meerdere lessen van hem gevolgd. Eigenlijk is hij dus ook mijn leraar. Afgelopen week gaf Robert in de avond een lecture over de Bhagavad Gita, één van ‘s werelds beroemdste en oudste spirituele boeken. Ik stapte in mijn spijkerbroek (wat heel vreemd voelde) en een notitieboekje met een stift de yogazaal in en nam plaats op een yogablokje. Een lezing van twee uur volgde. Dit oerboek van het hindoeïsme is één van de mooiste boeken uit de wereldliteratuur. Na de Bijbel het meest vertaalde boek ter wereld. Hoewel haar roots in India liggen, is dit heilige geschrift voor iedereen - in elke tijdsperiode en op elke plaats in de wereld - relevant. De Bhagavad Gita gaat namelijk over fundamentele levensvragen. Wat is de oorzaak van menselijk lijden? Hoe kunnen we ons hieruit bevrijden? En wie ben ik? Het is het eeuwenoude lijfboek van yogi’s. Alles draait in dit enorme verhaal om een conflict binnen een koninklijke familie zo’n vijfduizend jaar geleden. Wanneer dit conflict uitloopt op een oorlog, twijfelt de heldhaftige boogschutter Arjuna of hij wel moet vechten. Hij ziet zijn eigen familie en vrienden op het slagveld staan en beseft dat hij ze zal moeten doden om de oorlog te winnen. Arjuna en Krishna, die op dat moment de menner op zijn wagen is, staan tussen beide legers in. Aan de ene kant staat Arjuna’s leger, die de goede kwaliteiten symboliseert, en aan de andere kant staat het leger van zijn neef, die alle slechte kwaliteiten uitbeeldt. Overmand door verdriet en verward over zijn plicht vraagt hij Krishna om hem te onderwijzen. Zo begint de wonderlijke dialoog; de Bhagavad Gita. Krishna openbaart Arjuna de schoonheid van het leven en de zin van de strijd. Leraar Robert vertaalde het naar ervaringen en levenslessen uit zijn eigen leven. Als de lezing vordert krijg ik een stijve kont van op het harde yogablokje zitten. Een deel van de luisteraars is inmiddels gaan liggen op de grond. Voor mij geen optie, ik maak aantekeningen. Het verhaal staat symbool voor het leven. Het leven naast de yogamat. Er zijn vele lessen te halen uit dit verhaal. Bijvoorbeeld dat je je leven pas ten volste kunt leven wanneer je je steeds aan kunt passen aan nieuwe situaties om nieuwe oplossingen te zien. Alles in het leven is aan verandering onderhevig. Robert’s levensmotto is dat je ervoor moet zorgen dat jouw acties, groot en klein, bijdragen aan een betere wereld. Doe dingen vanuit liefde en verbinding. Ga op zoek naar jouw unieke levenspad. Robert hamerde erop dat wij ons dienstbaar opstellen en leven volgens ons eigen persoonlijke doel. Dat je overigens kunt ontdekken door stil te zijn, door yoga en mindfulness. Alles wat gebeurt, gebeurt met een reden.

dinsdag 30 januari 2024

Forever in my heart
MIJN MOEDERTJE
“Like a deep sad note, played beneath the ocean
the memories of you, the bittersweet echoes

infixed forever in my heart” 

- Pawan Mishra


Mijn gedachten zijn de laatste tijd wat vaker bij mijn lieve moeder. Er zijn recent wat triggers geweest. Ik ben daarom weer eens door haar fotoalbum gelopen. Een levensalbum dat ik zelf samengesteld heb na haar overlijden. Eerdaags negentien jaar geleden. Zo lang alweer. De gevoelens die bij een emigrerende oudste dochter horen doen mij vaker aan mijn eigen zachtaardige moeder denken. Ook háár oudste dochter besloot in het buitenland te gaan wonen. Zij heeft nooit een greintje teleurstelling laten blijken. Ze was positief en goedhartig over ons besluit ‘dan hebben wij een mooi vakantieadresje’ en ik heb geen herinnering aan tranen die ze heeft gelaten anders dan op Schiphol. Nu denk ik dat ik mijn jonge zelf er ook helemaal niet open voor stond. Ik rook avontuur en nam mijn kleine gezinnetje met me mee. Een tweede kindje in mijn buik. Niks aan de hand. Het buitenlandavontuur zou voor drie jaar zijn. Dat leek me heel overkomelijk. Voor iedereen. Mijn moeder zou naar ons toe vliegen na de geboorte van onze tweede, en wij zouden met onze prachtige baby naar Nederland vliegen zodra overzees vliegen mocht. Zo geschiedde. Ik herinner me één sentimentele opmerking van mijn moeder toen we ruim een jaar na ons vertrek met onze baby twee weken voor vakantie naar Nederland kwamen. Mijn moeder liet bij ons vertrek op Schiphol weten dat ze me te weinig gezien had. Ze was teleurgesteld. Destijds ben ik daar (te) makkelijk overheen gestapt en heb waarschijnlijk iets gezegd in de trant van dat we ons vreselijk moesten opsplitsen in die twee weken, om iedereen te kunnen zien. Iedereen betekende ál onze vrienden, en familie. In mijn onderbuik voel ik daar, sinds de Kerstvakantie met onze oudste, een steekje van. Nu ik zelf het gemis ondervonden heb hoe het voelt als je dochter weer terug naar het verre oord vertrekt. Mijn moeder is vierenhalf jaar na de geboorte van onze tweede dochter plotseling overleden aan een hersenbloeding. Wij woonden toen alweer in Nederland dus ze heeft gelukkig de laatste twee jaar regelmatig kunnen genieten van onze dochters. Ons derde dochtertje was echter pas vijf weekjes oud toen mijn moeder ons plots verliet. Zij heeft amper de kans gekregen haar te leren kennen. Ik heb daar echt veel verdriet van gehad. Rouw is geen kwestie van alleen maar verdrietig zijn. Dat kan ook niet negentien jaar lang. Gevoelens wisselen elkaar in de loop van de tijd af en bestaan ook heel vaak naast elkaar. Soms wordt het gemis onverwachts getriggerd. Zoals bij mij de laatste tijd.


Nu mijn goede vriendin haar vader recentelijk verloor, en ik daar best nauw bij betrokken was, komen herinneringen aan mijn moeder’s afscheid terug. Ik had nauwelijks afscheid kunnen nemen. Toen we op Valentijnsdag in de besneeuwde nacht in het splinternieuwe ziekenhuis in Hoofddorp aan geracet kwamen was ze na reanimatie overleden. Ze hielden haar hart kloppend vanwege haar donorcodicil. Een belangrijk deel van mijn leven, van mijn zijn, viel ineens weg. Ik heb die nacht nog wel tegen haar gesproken, haar warme hand vastgehouden, de volgende ochtend haar gezichtscrème op mogen doen en haar haren gekamd.  Daarna werd ze naar een kil uitvaartcentrum gebracht. Ze zou die week naar Friesland verhuizen dus haar huis vol dozen en losgetrokken vloerbedekking was niet geschikt voor haar opbaren. We hebben met haar geen persoonlijke wensen voor haar plotselinge afscheid kunnen bespreken. Er was ook niks door haar op papier gezet, althans we hebben niets tussen de verhuisdozen kunnen vinden. Dit moment kwam gewoon veel te vroeg. Een keuze of ze begraven of gecremeerd wilde worden. Wel of geen volgauto’s. Een open of gesloten kist bij de condoleance. Muziekwensen? Gastenlijst? Veel beslissingen werden verdrietig genoeg anders genomen dan ik dacht zoals mijn moeder het had gewild. Ik herinner me dat mijn zus en ik rouwpostzegels gingen kopen en toen we terugkwamen had iemand anders ongevraagd alvast adressen op de rouwenveloppen geschreven. Niet mijn handschrift stond op de enveloppen maar van heel iemand anders. Heel pijnlijk. Wat een verschil met de afscheidsceremonie van mijn vriendin’s vader. Ik troost me met het idee dat mijn moeder veel te jong was en er zelf nog niet eens over nagedacht had. De nare scheiding van mijn ouders en haar tweede huwelijk, die haar heel gelukkig had gemaakt, maakte samen beslissen soms heel ingewikkeld. Zo werd de beslissing wat er met haar as moest gebeuren ook heel onhandig pas veel later genomen. We hebben haar as tenslotte een jaar later uitgestrooid bij ons familiegraf. Dit familiegraf is jaren geleden geruimd. Ik heb hartverwarmende herinneringen aan de knusse overvolle vooroorlogse koepel met glas in lood waar haar afscheid plaatsvond. De wandeling in een stoet naar boven, en dat ik omkeek naar al die mensen die achter ons liepen om haar een laatste groet te brengen. De rozen van mijn moeder’s rozenstruik die langs ons huis groeit - die elk jaar heel wonderlijk in een hartvorm bloeien! - geven mij telkens ook een heel warm gevoel. Het verdriet om haar niet ideale afscheidsceremonie slijt. Herinneringen aan haar afscheidsbijeenkomst verdampen. Met mijn zus, en met mijn goede vriendin, haalde ik onlangs herinneringen op aan het afscheid van mijn moeder. Stukjes bleek ik helemaal kwijt te zijn… Ik merkte dat de liefdevolle uitvaart van mijn vriendin’s vader mij vertroosting bracht. Ik kan met meer zachtheid naar mijn moeder’s proces kijken. Ik ben iemand anders geworden na het verlies van mijn moeder. Ik zat toen middenin in mijn kraamweken. Volop in het kraambezoek. Geboorte en dood zo dicht op elkaar. Ik was bijna twintig jaar jonger. Bizarre periode. Ik heb weer een stapje gemaakt in mijn rouwproces. Rouwen kost tijd. Ik heb inmiddels meer diepe dalen leren kennen, maar ook ontdekt hoe ik er weer uit opkrabbel. Ik heb meer mildheid in mezelf gevonden. 

dinsdag 23 januari 2024

Enjoying a walk in the snow with my friend
WAKKER WORDEN IN EEN WITTE WERELD
‘The important thing is to be able to sit and gaze upon the sun as it sets. When evening falls, take a moment to look up at the sky. Feel gratitude for having made it through another day. The moment will warm your spirit.’ 
- Shunmyō Masuno


Ik schrijf dit stukje op een dag met wederom versgevallen sneeuw. Onze achtertuin, waar ik op uitkijk, is weer helemaal bedolven. Fantastisch. Toen ik begin van de week vroeg in de ochtend in een witte wereld naar mijn yogaschool wandelde bewoog alles vertraagd: auto’s, fietsers, voetgangers. Vlokken bedekten mijn hele jas, mijn haar, mijn handschoenen. De wereld onder een witte deken gelegd. Ik besef hoe bijzonder het is om op een doordeweekse dag dat de meeste volwassenen naar hun werk gaan, ik kan besluiten om wandelend naar mijn yogales te gaan. De tijd te nemen voor dit winterwonder. Tijdens de yogales bleef het sneeuwen. Terug besloot ik een omweg te maken door het park. Alles maagdelijk wit. Een waterig zonnetje spiegelde in een half bevroren half ontdooide sloot. Hoe anders alles dan ineens lijkt. De tijd leek te vertragen, de stilte leek bijna tastbaar. Sneeuw doet iets met me. Ik voel het in mijn hart. Sneeuw is geen vanzelfsprekendheid meer in Nederland. Een momentje van bezinning. Eenmaal thuis liet ik de drie katten in de besneeuwde achtertuin. De vlokken dwarrelden naar beneden, zo groot als wattenbolletjes. Ze wilden ze vangen. Ze renden als gekken over het grasveld. Ik moest er om lachen. Zo speels als ze ineens bleken te zijn. Zelfs onze oude poes van veertien jaar oud liep voorzichtig buiten en snuffelde wat aan de versgevallen sneeuw. De volgende dag weer wandelend door de sneeuw naar mijn yogales. Nu knerpte de sneeuw bij elke voetstap. Het had gevroren de nacht ervoor. Het is goed om af en toe zo’n dag met sneeuw te hebben. Zodat je weer voelt dat de wereld een onbegrijpelijk wonder is. Die middag reed ik eind van de dag terug van een vriendin waarbij ik een heel stuk snelweg moest nemen. Besneeuwde weilanden afgebakend met een zwart slootje of een rij wilgen. In de verte soms het silhouet van een kerktorentje. Boerderijtjes met besneeuwde daken. Wat is het Nederlandse winterlandschap toch mooi. Ik pakte heel wat files mee op weg naar het zuiden maar de zonsondergang van deze dag had ik niet willen missen. Een grote gouden bal aan de hemel. Prachtige wolken er omheen. De koperen zon kleurde de wolken oranje. Wat een cadeau. De winter is gemaakt voor stilte, innerlijke rust en ontspanning. Dankbaar dat ik van deze mooie winterse energie mocht profiteren. De volgende dag had ik een winterwandeling met een vriendin in het Mastbos gepland. Wij wandelen regelmatig samen. In alle seizoenen. We laten ons nooit weerhouden door wolkbreuken, koude of sneeuw. Wij kleden ons erop. Deze middag beiden in snowboots met dikke sokken. Ik had zelfs mijn warme skibroek aan. Muts op en handschoenen aan. In het bos was het feeëriek. De zandgrond was wit. Op boomtakken lag zeker een centimeter bevroren sneeuw. Spierwit gekleurde, smalle bospaden. Witbevroren kreken en meertjes. Door juist naar buiten te gaan, ontdek je in de winter dat januarileegte en geluk goed samengaan. Het zit ‘m in de kleine dingen: de zuivere winterlucht, de gedempte geluiden door een dik pak sneeuw. Thuis de vogels die in de tuin komen snoepen van vetbollen en vogelzaad. Het vele licht dat een pak sneeuw met zich meebrengt. Zo welkom in januari. Niet voor niets staat sneeuw in de kleurenleer voor vreugde, vrede en een licht gevoel. Alles verdwijnt onder een glinsterende witte deken. En daar kan ik op veel manieren van genieten.


Inmiddels was in de loop van de week ons doodlopende straatje spekglad geworden. Er wordt hier niet gestrooid door de gemeente. Het ziet er sprookjesachtig uit zo’n spierwit straatje met besneeuwde bomen en huizendaken. Toch is het verraderlijk. Gisteravond mocht ik drie deelnemers ophalen voor een try out van een toneelstuk met drie bekende TV actrices. De deelnemers wonen in dezelfde straat en tijdens mijn telefoontjes vooraf werd steeds gesproken over witte flats, luxe flats, een donkere flat en de voor- en achterkant van een flat. En dan heeft zo’n flat verschillende ingangen. Tenslotte liet één dame nog vallen dat niemand haar ingang ooit kon vinden. Het stond verkeerd in de GPS en daarom legde ze het nog maar een keer uit. Ik was de draad al lang kwijt, had geen enkel idee waar ze het over had. Ik vertrouwde nog steeds op mijn GPS. Over de spekgladde straatjes in die woonwijk reed ik stapvoets ondanks de winterbanden. Ik zag nergens huisnummers. Ik zag diverse flats en kantoorgebouwen. Ik was totaal de kluts kwijt. Vroeg het aan iemand op straat en belde uiteindelijk één van de dames op. Zij loodste mij een stuk verder dan de plek waar ik omgekeerd was en daar rees een witte flat op in de bocht. Twee dames bij één ingang glibberend in laten stappen, de derde dame verderop, en toen gauw naar het theater. Daar hadden ze helaas alleen vlak voor de ingang sneeuw geruimd. Ik parkeerde mijn auto zo dicht mogelijk bij de ingang. Het was glibberen en glijden geblazen. Elke dame aan de arm naar binnen geloodst. Ik was als de dood dat ze zouden vallen. Weer naar buiten om mijn auto fatsoenlijk te parkeren. Ik bleek eenmaal binnen de eerste vrijwilliger van de stichting dus moest alle kaarten op mijn telefoon laten scannen. Gehoorondersteuning regelen. Een nieuwe vrijwilliger welkom heten en beetje wegwijs maken. Eenmaal op weg naar de zaal had ik nog geen slok van mijn thee kunnen nemen. Toen iedereen in de zaal zat ben ik nog snel naar het toilet geslopen. Hoe anders was de dynamiek van deze avond dan de eerdere twee. De actrices kwamen na de voorstelling aan onze tafel zitten om te vragen hoe we het vonden. Het was tenslotte een try out. Ik was erg laat thuis. Een cadeau was het dan ook toen ik de volgende ochtend verrast werd door een nieuwe, verse laag sneeuw. Weer wandelend naar mijn yogaschool. Een ijzige zon begon uitbundig te schijnen dus met mijn lief een winterwandeling gemaakt door een wit bos met knalblauwe luchten. Mijn zoveelste geluksexpeditie deze week.

dinsdag 16 januari 2024

Summer does sing in me - Borneo summer 2023
MAKING MUSIC
‘If summer doesn’t sing in you, then nothing sings in you, and if nothing sings in you, then you can’t make music.’
Edna St. Vincent Millay


Vandaag is het op de dag af exact een jaar geleden dat ik mijn allerlaatste medische behandeling kreeg. Een dag waar ik heel lang naar uitkeek. Door wat feestdagen en een dag onderhoud aan het apparaat was de laatste dag opgeschoven en viel het heel ongelukkig op een maandag. Erg zwaar. Een weekend ertussen waarvan ik, doodziek, wist dat ik nóg een dag naar het Erasmus moest. Nog één dag meer straling op mijn verbrandde huid. Ik spuugde tijdens dat laatste ellendige autoritje in de auto. Zo ziek. Een dag later moest ik zelfs zo hard spugen dat ik de sondevoeding slang eruit had gespuugd. Wéér terug naar het ziekenhuis. Als je zoals ik fentanyl als sterke pijnstilling krijgt moet je elke dag een zakje vezels innemen om zo je darmen actief te houden. Zij mogen niet stil komen te liggen. Ik kreeg zo’n glas met opgelost poeder nauwelijks naar binnen. Die citroengeur alleen al. Ik hield het meestal ook niet binnen. Rond de laatste dag van mijn behandeling lagen mijn darmen stil. Ik kreeg in het ziekenhuis een klysma. Daarna zat ik in mijn rolstoel op de zorgpost met een incontinentieluier te wachten totdat mijn darmen aan het werk gingen. Krampen. Kotsen. Diarree. Zo beroerd op het toilet. Heel lieve verpleegkundigen. Zij hadden zo’n medelijden met me. Uiteindelijk weer naar huis. Zes dagen voor de laatste behandeling had ik mijn vijfde chemokuur afgezegd. Ik kon niet meer. Ik was inmiddels twaalf kilo verloren en was zo moe van het vechten tegen het spugen. Psychisch gebeurt er dan ook iets met je. Ik werd zwakker. Ik zag het einde van de tunnel minder duidelijk. Ik kon niet meer bij mijn kracht komen. Ik had mijn stem al verloren. Mijn lief moest bellen dat ik niet naar het ziekenhuis zou komen voor de kuur. Zij protesteerden. Ik móest komen en me melden. Er werd nog een keer terug gebeld met de boodschap dat ik ‘gewoon’ moest komen. Zulke moeilijke gesprekken voor mijn lief. Hij zag mij ook het liefst gaan, maar hij moest míj́n mening verdedigen ookal had hij zelf veel twijfels. Ik ben die keer niet gegaan, en de andere twee keer ook niet meer. Pas tijdens nagesprekken met de arts, de diëtiste, de logopediste en de lieve oncologisch verpleegkundige kreeg ik van hen bijval. Ik had mijn energie nog nodig om te herstellen, zeiden ze. Die therapie is ooit in de jaren ’50 opgezet en er is nooit meer naar gekeken of alle zeven behandelingen echt nodig zijn, hoorde ik. Of, de eerste therapieën doen het meeste werk. De arts zou mijn case bespreken met zijn team. Hij vond het belangrijk ook te kijken naar de mens en niet alleen naar de ziekte. Een meer integrale benadering dus. Ik was zo blij met hun reacties. Nu de behandelingen gestopt waren werd ik eerst nog zieker en daarna mocht ik in februari steeds vaker de sondepomp uitzetten. Bijvoorbeeld voor een uurtje yoga in de achterkamer. Ik kon de fentanyl geleidelijk gaan afbouwen. Mijn smaak begon terug te komen, als eerste de smaak van zoet fruit(sap). Mijn stem begon voorzichtig terug te komen. Logopedie. Ik kwam weer in gewicht aan. Ik heb inmiddels tien kilo van de twaalf verloren kilo’s terug. Ik heb gelukkig geen nierschade opgelopen. Ik heb wel nog steeds wekelijks oedeemtherapie voor mijn hals. Komende 3 maart is de grote dag dat het precies een jaar geleden is dat ik ‘genezen’ werd verklaard door mijn internist oncoloog. Ik leef door. De zomer zingt in mij. Ik maak muziek.


Het was min zes graden toen ik halverwege de ochtend in de elektrische auto naar de andere kant van Breda reed. Ik mocht twee dames ophalen en meenemen naar de verrassingsfilm in een plaatsje naast Breda. Ik was ruim op tijd bij het theater en er stonden al twee tafels gereserveerd voor onze stichting. Koffie en thee. De film ‘Rocco & Juul’ was gevoelig, herkenbaar en goede acteurs speelden de hoofdrollen. Prachtig verhaal over herkenbare emoties van een moeder op latere leeftijd die een nieuwe liefde vindt en de overtuiging van haar dochters. Na de film stond de bestelde lunch al klaar op tafel. Ik zat aan een tafel met drie andere deelnemers. Niet de deelnemers die in mijn auto zaten. Mooie gesprekken vonden er plaats. Startend met hun eigen ervaringen met het onderwerp van de film. Na de lunch liepen mijn twee deelnemers zelf mee naar de geparkeerde auto. Ze zijn nog goed ter been. In de auto weer gezellig gekletst en je voelde de goede sfeer. Hun gemoed. Ze waren blij weer een dagje uit te zijn geweest. Nieuwe mensen hadden ontmoet, of juist weer dezelfde mensen hadden ontmoet. Het grootste voordeel vonden ze het van huis opgehaald en thuisgebracht worden. Dat maakt het heel drempelverlagend om de deur uit te gaan. Ze waren allemaal gewend om in het verleden met hun echtgenoot uit te gaan naar theater of museum. De deelneemsters vind ik dapper dat ze in deze vorm uit blijven gaan. Je kunt tijdens zo’n uitje niet in je schulp blijven zitten. Je zult gesprekken moeten aangaan met andere mensen en dat begint al in de auto. Extraverte, ruimdenkende vrouwen. Moedig, intelligent en ondernemend. Op zoek naar verbinding en wat vertier. De zomer zingt in ze. Zij maken muziek.

dinsdag 9 januari 2024

Happy see again at Schiphol
ALS GEVOUWEN PAPIEREN BOOTJES
“It was a strange time in their lives: the children like paper boats they were releasing into the water and watching float away.”
 
- Fatima Farheen Mirza


Hier staan we, als dochters in een lange lijn van grootmoeders en moeders. Moeder en dochter samen in de keuken. Aan het aanrecht. Zij met haar handen in het bruine speculaasdeeg. Ik met de speculaasplank vol bloem ernaast. De oven staat voor te verwarmen. Oudste - geëmigreerde - dochter en ik. Haar moeder. We zijn al zoveel dagen als gezin samen. Vanaf het moment dat oudste dochter landde in Amsterdam. De eerste ochtend samen was heerlijk met onze drie meisjes om ons heen naast de Kerstboom. Met z’n vijfjes samen eten. De tweede dag net zo. Intimiteit. Gezelligheid. Vanzelfsprekendheid. We maakten een wandeling op de Belgische grens. Grote, diepe modderplassen. Over de heide. Een voorzichtig winterzonnetje. Warme chocomel als afsluiter. Dochter uit Singapore had behoefte aan wandelingen in een oud loofbos. Wintergevoel. Daar waar zij woont hebben ze alleen tropische bossen, palmbomen. We maakten nog een boswandeling in Wageningen. Over heuvels. Deze keer rubberlaarzen aan. Minder natte voeten. Een andere winterse wandeling langs de volgestroomde uiterwaarden, ook op rubberlaarzen. Warme chocomel’s. Mijn lief en ik maakten zelfs onze strandwandeling, met alleen oudste, ook op rubberlaarzen. Pal langs de waterlijn. Tussen de buien door. Prachtig licht. Weer warme chocomel als afsluiter. De natuur is een uitstekend toneel voor een goed gesprek. We hebben de afgelopen twee weken veel tijd in de winterse natuur doorgebracht. Met het complete gezin. Nu sta ik met haar in de keuken speculaaspoppen te bakken. Saampjes. Vertrouwde gesprekken aan het aanrecht. Ik vertel haar dat ik het oudhollandse recept in mijn handen van een workshop uit Friesland heb. November 1999 staat erop geschreven… Het was destijds mijn afscheidscadeau aan mijn moeder. Een hele middag ambachtelijk speculaas en borstplaat maken voordat ik een paar weken later naar Amerika zou emigreren. De geschiedenis herhaalt zich. Behalve dat ik nu degene ben die achterblijft… Destijds was ik zelf degene die het avontuur op zocht. Het reizen. Zonder heimwee. Nu is dat het verhaal van onze dochter. Ik ben de achterblijver. Ik voel het gemis. Ik miste haar al voordat ze vertrokken was. Ineens was de laatste ochtend aangebroken dat ze bij Albert Heijn de laatste boodschapjes zou gaan doen. We reden er samen heen. Grijs nat weer. Ons verbazend over haar verblijf dat in een flits voorbij was gegaan. Ik miste haar terwijl ze nog naast me in de auto zat. Mijn lief en ik hebben afgesproken dat we met haar verjaardag in juni saampjes die kant op vliegen. Dat betekent vijf maanden zonder haar. Ik wéét dat ik dat kan. Dat heb ik nu ook gedaan. Vijf maanden contact via briefpapier, Whatsapp en videobellen. De eerste handgeschreven brief zat al in haar tas mee in het vliegtuig. 


Op de negentiende verjaardag, waar haar oudste zus speciaal langer voor gebleven was, gaan we de meegebrachte gezichtsmaskers uit Singapore gebruiken. Na de jarige job wakker gezongen te hebben en ze haar cadeautjes uitgepakt heeft op het grote bed, zingen we eerst in de versierde huiskamer een verjaardagslied waarbij we altijd luid zingend een polonaise doen. Zoveel tradities bij het vieren van onze verjaardagen. Ze lijken steeds meer waard te worden nu we verder uit elkaar wonen. Elkaar minder zien. Na het ontbijt pakken we onze Aziatische gezichtsmaskertjes uit de verpakking. Ik kies voor bird nest. Daar zit veel collageen in dat goed is tegen veroudering. Een verjongingskuurtje. Ook verbetert het je immuunsysteem. In China eten veel mensen deze vogelnestjes. In Europa is het inmiddels een heel kostbaar goedje. Niet om te eten maar verwerkt in luxe crèmes. Op Borneo zagen we veel hoge gebouwen waar vogelgekwetter uit de kieren klonk. Die vogels, die daar gehouden worden, brengen veel geld op. Wat namelijk zo uniek is, is dat ze - in plaats van nesten te bouwen van twijgen - ingewikkeld geweven draden vormen uit hun kleverige speeksel. Deze draden worden vervolgens hard. De nesten worden geoogst voor verkoop aan de cosmetica industrie, en aan China dus. Onze gezichtsmaskers moeten we twintig minuten laten intrekken. We besluiten in onze pyjamaatjes met witte gezichten een aflevering van de Meilandjes te kijken. Ondertussen masseren we de lekker geurende crème in onze gezichtshuid. Een fijne, relaxte ‘moeder-driedochters’ activiteit. Die verjaardagsavond gaan we lekker uit eten om de volgende ochtend vroeg op te staan. Op naar Schiphol. Een dynamische plek waar mensen vertrekken en arriveren. Iedereen is onderweg. Waar gaan ze heen? Ons vallen natuurlijk vooral de groepjes en gezinnen op die afscheid nemen van een jonge reiziger, vaak met volle backpack. Zo ook onze eigen dochter. Een propvolle backpack die tot z’n nok gevuld is met Hollandse etenswaren die ze gemist had de laatste vijf maanden. Op de valreep zelfs nog zes kaneelstokken bij de HEMA op Schiphol gescoord. Na een warme chocomel bij La Place moeten we toch echt afscheid nemen. Knuffels en er komt altijd een weerzien. Daar sta ik weer met haar winterjas over mijn arm en tranen in mijn ogen. Ze belooft volgende Kerstdagen weer met ons door te brengen. Het was zó fijn, warm en liefdevol geweest. Zondagavond vertrok jongste weer terug naar Maastricht. Maandagochtend heel vroeg vertrok middelste dochter naar Rotterdam. Als papieren gevouwen bootjes drijven ze weg. Ons grote huis is leeg. Mijn hart is vol. Vol liefde. Vol dankbaarheid dat ze alledrie zó graag thuis komen.  

dinsdag 2 januari 2024

Extreme high tide at the ferry!
OH, WAT EEN JAARAFSLUITING!
I feel it in my fingers, I feel it in my toes
The love that’s all around me

And so the feeling grows

It’s written on the wind

It’s everywhere I go

Reg Presley


We zitten feestelijk gekleed aan een net te kleine, gedekte tafel aan het voorgerecht. De amuse met heerlijke garnaaltjes hebben we al achter de rug. Er is live muziek. We zitten echter net om de hoek zodat we niks zien van het optreden. De twee koppels naast ons tafeltje zitten net te dichtbij.  Eén van de heren hoor ik zeggen dat hij hun gesprek niet goed kan volgen door het omgevingsgeluid. De andere heer deelt aan het personeel mede dat ze specifiek gevraagd hadden om een rustige tafel. Hij wil een andere tafel. ‘Alles is op naam gereserveerd, meneer. Dat gaat helaas niet.’ Ik zie ze balen. Vier gladgestreken gezichten aan het tafeltje. Stiekem baal ik ook wel een beetje. We kunnen als gezin nog wel eens uitbundig lachen of enthousiast onze stem verheffen bij bijvoorbeeld een leuke anekdote. We wilden eigenlijk een spelletje aan tafel doen dat we snel vijf antwoorden moeten geven op een vraag. We twijfelen of we dat nu wel kunnen doen. We beloven elkaar dat we zacht blijven praten. Dan gaat het geluid van mijn telefoon ineens af. We zijn allemaal verbaasd. Ten eerste omdat ik bijna nooit m’n telefoon meeneem, deze avond is een uitzondering. Ik gebruik hem namelijk als fototoestel. Onbekend nummer, het kengetal is van de locatie waar we nu zijn. Ik neem op en het blijkt het hotel te zijn waar we aan de dis zitten. Waar we nu zijn? Ze zijn ons kwijt. Ik vertel dat we om het hoekje van de keuken zitten, vlakbij de uitgang. Onder een koude luchtstroom uit het plafond. Zonder zicht op het optreden. Ze zegt dat er een tafel dubbel gereserveerd is voor ons. De andere tafel in de serre. Ik vraag of die tafel een betere plek is voor ons. Ze komt naar ons toe zegt ze door de telefoon. Op afstand zegt ze dat nu alles oké is en loopt weer weg. We kijken elkaar onthutst aan. Ik loop ogenblikkelijk naar de receptie. Wat is hier aan de hand? De andere tafel blijkt de beste tafel van de serre te zijn zegt de dame. ‘Mag ik hem dan zien?’ vraag ik. Een mooie ronde tafel gedekt voor vijf personen aan de grote ramen die over de volgelopen uiterwaarden uitkijken. Door het raam is vuurwerk aan de overkant van de rivier te zien. Geen knietjes tegen elkaar aan. Geen buren die meeluisteren. Uitkijk op de live band. Geen koude lucht uit het plafond. ‘Mogen wij hierheen verhuizen?’ vraag ik beleefd. Ze gaat het vragen en zegt dat het akkoord is. We pakken onze volle bordjes en glazen op en verplaatsen ons. Middelste dochter vertelt later dat de buurman heel verbolgen keek toen bleek dat wij wél konden verplaatsen. Kortstondig zijn we nog verbaasd waarom we moesten vrágen om tafels te ruilen. Blij dat we dat gedaan hadden vergeten we het voorval snel. We genieten we van alle gangen van het menu, onze spelletjes aan tafel en zingen luid mee met de zangeres. Het dessertbuffet overtreft al onze verwachtingen. Smullen. Uiteindelijk verplaatsen we ons naar de danszaal waar een goede DJ al begonnen is, mensen op de dansvloer. Tot de laatste minuutjes van het jaar dansen we uitbundig en zingen alle lyrics mee van de ‘70 en ‘80 liedjes. Zoveel plezier. Mijn lief zegt in mijn oor dat het moeilijk te geloven is dat ik ditzelfde jaar nog zo ziek was. Het enige wat eraan herinnert is dat ik na elk liedje meezingen water moet drinken. Droge mond. Vlak voor twaalf uur worden gevulde champagneglazen uitgedeeld, schalen oliebollen komen tevoorschijn, de deuren naar het terras worden geopend en er wordt hardop afgeteld totdat we elkaar veel geluk wensen. Het vuurwerk aan de andere kant van de rivier barst los. Mensen kijken ernaar vanaf het buitenterras. Binnen speelt de DJ verder. Ik dans vol energie nog een uurtje door. 


Voor het eerst van haar leven reden we, na vierentwintig jaar, langs het huis waar oudste dochter geboren is. Althans, in het ziekenhuis in Wageningen. De meiden zagen voor het eerst ons eerste koophuis. Het huis waar we vanuit Amsterdam naar verhuisden, ons eerste kindje kregen en van waaruit we naar Amerika emigreerden. Oudste destijds een klein meisje van anderhalf jaar. We reden door het beeldige stadje aan de Nederrijn. Ze hadden geen idee hoe klein en gemoedelijk dit stadje was. We reden langs de volgelopen uiterwaarden van de Nederrijn. Historisch moment zulke extreme hoogwaters op de rivieren. De parkeerplaats van het veertje naar de overkant was compleet ondergelopen. Grote schepen lagen nu pal naast het restaurant. Uniek deze buitensporig gestegen waterstanden. We dronken warme chocomel en aten een stuk appeltaart in het restaurant. Aan de andere kant van het raam het buiten de oevers getreden hard stromende rivierwater. Ondergaande zon. Ondertussen deelde ik herinneringen. Aan de pannenkoekenboot die hier terplekke op de rivier lag waar we een afscheidsetentje hadden met dochter’s eenjarige vriendje en zijn ouders, onze vrienden. Dat we een jaarabonnement hadden op Ouwehands Dierenpark waar ik met dochterlief bijna wekelijks heen fietste om de beren te bezoeken. Fietstochtjes met haar voorop naar Wageningen om een Italiaans ijsje te halen of naar de weekmarkt. Hoe ik kennismaakte met ons nieuwe stadje, na een sneeuwbui, en meteen zo verliefd raakte dat ik tegen een paaltje aanreed. Eenmaal ingecheckt in het hotel nemen we onze rubberlaarzen mee en gaan wandelen. Een route in het bos waar mijn lief jarenlang hardliep. We gaan een middag naar Arnhem. Een middag in de sauna van het hotel. Op de eerste ochtend van 2024 maken we een wandeling langs het hoge rivierwater wederom op rubberlaarzen. We zijn onder de indruk van het hoog tij, ons land gelegen onder Amsterdams peil. De straat die ondergelopen is, afgesloten wegen, ondergelopen wandelpaden. Een verdronken molletje zelfs. Imponerend. Historisch.