![]() |
Back in Amsterdam to celebrate Koningsdag! |
“It does not matter where you go and what you study, what matters most is what you share with yourself and the world.”
Het boszand is superdroog en rul. Ik ruik de zanderige droogte. Naast het zandpad komen de vele felgroene stengels van de nieuwe bosvarens uit de grond. Op een zonnig plekje zijn de bladeren van de varens zelfs al tevoorschijn gepiept. We rennen dicht langs een lange naaldboom waar een specht met z’n snavel aan het hakken is. Je hoort de boomstam trillen en veren. Normaliter loop ik zondags in het Mastbos. Soms loopt mijn lief mee, vaak fietst hij mee. Op zondagochtend zijn er meestal al jonge gezinnen aan het wandelen. Elke woensdagochtend loop ik in m’n uppie langs de weilanden aan de rand van het bos. Deze woensdagochtend gaat mijn lief mee. Daarna gaat hij naar kantoor. We lopen dus extra vroeg in het bos. Op een doordeweekse dag. Een heel andere beleving. Er is vrijwel niemand, nóg meer natuurgevoel. Een orkest aan vogelzang. Na het douchen kruip ik fris achter de computer. ’s Morgens, als je een nacht lekker hebt geslapen, is de hippocampus in je brein lekker fris en opgeruimd. De hippocampus is de ‘inbox’ van je hersenen, het gebiedje waar informatie binnenkomt en dat zorgt dat je nieuwe dingen kunt leren. Je neemt in de ochtend nieuwe informatie extra goed op. Hét moment om te leren dus. Ik heb alleen op dit moment geen examens om te leren. Ik heb wel veel schrijfopdrachten af te maken: de geleerde informatie uit de colleges en studieboeken toepassen in een casus. Ik heb twee maanden terug mijn eerste scriptie over een mevrouw die met de gevolgen van een hersenbloeding kampt, ingeleverd. Onlangs kreeg ik hem terug met het bericht dat ik geslaagd was voor deze moduleopdracht. Ik was ondertussen al aan een tweede scriptie begonnen dus zat best wel te wachten op feedback van de eerste. Kan ik na zoveel jaren nog steeds een goede scriptie schrijven? Zit ik op de juiste weg qua opbouw, schrijfstijl en literatuurverwijzingen? Dat blijkt dus gelukkig zo te zijn.
Het begin van mijn tweede scriptie heb ik even opzij moeten leggen. Ondertussen was ik namelijk aan een nieuw studievak begonnen. Colleges in Rotterdam. Heel fijn qua reistijd. Ook een heerlijk interessant onderwerp. Innovaties in de zorg. En reken maar dat die er zijn! De groei van de groep ouderen is explosief. De babyboomers en de mens wordt steeds ouder. Over twintig jaar is er niet voldoende zorg meer voor alle senioren. Niet in deze vorm althans, onbetaalbaar. De zorg is achter de schermen al flink aan het nadenken en innoveren. Denk aan robotten voor eenzame ouderen die al uitgetest worden en heel goed bevallen bij de oudjes. Camera’s, pratende klokken en horloges, slimme agenda’s en een digitaal matras voor bedlegerige mensen of dwaaldetectie voor mensen met dementie met een gps tracker. Heel veel contact met artsen en huisarts gaat al via beeldbellen of een ‘app op je telefoon. De pandemie heeft deze ontwikkelingen ook nog eens erg versneld. De wachtkamers van de huisartsen zijn bijna leeg. Ook monitoren van bloedsuikers, bloeddruk enzo doen mensen zelf thuis of op hun werk. De uitkomsten worden via hun mobieltje gecommuniceerd. Eigen regie. Vroeger ging je naar een arts, nu bewegen de artsen digitaal om de patiënt heen. Het verloop onder zorgpersoneel is heel groot. Zorgpersoneel van nu wil graag menselijk contact hebben, daar hebben ze ooit het vak voor gekozen. Het zorgpersoneel van de toekomst zal juist digitaal goed geschoold moeten zijn om alle data die uit de computers rolt goed te interpreteren. Een heel ander vak! Tijdens een TED talk van een inspirerende man die jarenlang bij de Erasmus aan innovatie-onderzoek deed vertelde dat het in de nabije toekomst zo kan gaan dat de ambulance al aan je deur staat en jij zelf nog niet eens weet dat je een hartaanval gáát krijgen. Na het verkwikkende rondje hardlopen in het bos rond ik mijn module, een adviesrapport over mijn innovatie, af. Mijn innovatie, bedacht voor ouderen met dementie die zelfstandig wonen en last hebben van nachtelijke onrust (symptoom van gevorderde dementie) en daardoor overdag meer risico op valgevaar en verlies van initiatief hebben. Met een frisse kijk lees ik het nogmaals kritisch door en leg ik het opzij. De rest van de dag heb ik aandacht voor mijn tweede scriptie over een kindje met schrijfproblemen. Ik mag zelf binnenkort een schrijftest bij een jongetje afnemen. Ik vind eigenlijk alle onderwerpen in de ergotherapie interessant. Ik leer zoveel uit de colleges die goddank weer fysiek zijn - in Utrecht of Rotterdam. Als je leert, sla je de nieuwe informatie eerst op in je kortetermijngeheugen. Tijdens je slaap verplaatst je brein de inhoud van je kortetermijngeheugen naar je langetermijngeheugen, zodat je bij het wakker worden weer ‘ruimte vrij hebt’ voor nieuwe informatie. Heel vroeger werd er nog wel eens geadviseerd een studieboek onder je kussen te leggen voordat je gaat slapen, waardoor je ’s morgens een examen heel goed zou kunnen maken. Helaas een fabeltje, zó simpel is het ook weer niet. Toch is slapen voor je hersenen ongelofelijk belangrijk. Slaap betekent veel meer dan ‘niet wakker zijn’. Het is als het ware een complete reset voor je lichaam en je geest. Terwijl je slaapt krijgt je lichaam (dus ook je brein) de kans om te herstellen. Slapen kan ik gelukkig prima. Mijn studie gaat tot nu toe heel goed. Misschien is het één het gevolg van het ander?