Italian Eolic archipel |
- Oksana Rus
Het lichte zand bewoog in prachtige figuren over het strand. Door de harde wind en het prachtige zonlicht zag het er uit alsof we op een futuristische filmset liepen. De komende dagen werd onstuimig winterweer voorspeld dus togen wij deze zonnige zaterdagmiddag naar Scheveningen. Mijn lief en ik. Nog even genieten van het mooie weer. Lekker een heel stuk over het strand wandelen. De wind stak echter al eerder op dan verwacht en zo liepen we bij een storm van zo’n vijftig kilometer per uur langs de waterkant. Heerlijk om je over te geven aan de natuur. Kou bestaat alleen in je hoofd. Gebreide muts op, handschoenen aan en dikke sokken in mijn wandelschoenen. Door het stevig wandelen voelden we de kou niet meer. We werden helder in ons hoofd. Een gesprek was echter onmogelijk met die harde wind langs onze oren. Hand in hand ploegden we verder door het zand. Op zee waren er bijzonder veel windsurfers. Zon en wind maakte ze enthousiast ookal is het winter. Iedereen op het strand en in zee gaf zich over aan de storm. De zuurstof die we inademden zo goed voor ons brein. Toch dwaalden mijn gedachten veel af naar een andere zee… De warme Tyrreense Zee. Deze kobaltblauwe zee maakt deel uit van de Middellandse Zee. Ten noorden van Sicilië. Ons gezin had in januari écht een lichtpuntje nodig. Iets leuks om naar uit te kijken. De zomervakantie. De jubileumreis van ons zilveren huwelijk hebben we al vaak genoeg uitgesteld. Aankomende zomer moet het er gewoon van komen. Om de kans zo groot mogelijk te maken dat het echt door kan gaan moet de rondreis toch maar niet in Colombia plaatsvinden maar in Europa. Zonder onze antieke kampeerbus. Daar kunnen we niet ver genoeg mee reizen. Ik heb dus de afgelopen weken zelf een rondreis gepland: eiland hoppen in de Tyrreense Zee. Ik heb vliegtickets gekocht, veel reisblogs gelezen en nog veel meer recensies uitgeplozen op Airbnb en booking.com. Zo’n kleine vier weken gaan we met ons gezin een rondreis maken over Sicilië en de zeven Eolische eilanden. Eilanden die hun naam danken aan Aiolos, de Griekse god van de wind. Het zijn zeven zeer verschillende eilandjes, met als grote gemene deler hun vulkanische oorsprong. De eilanden archipel staat op de lijst van UNESCO. De groep bestaat uit de eilanden Lipari, Salina, Vulcano, Stromboli, Filicudi, Alicudi en Panarea. Afgelegen stranden met kleine baaitjes en een ongelofelijk helderblauwe zee. De natuur is ruig met prachtige vergezichten en leent zich goed om te wandelen. Op het moment dat je voet aan wal zet voel je het meteen. De minuten verstrijken daar langzamer. Het tempo van leven op de eilandjes ligt vele malen lager dan op Sicilië. Op Sicilië zelf reizen we ook rond met de trein en de bus. Backpacks mee. Misschien een bezoek aan de beruchte vulkaan Etna? Een schattig Mama Mia huisje gehuurd alleen voor ons, pal aan zee. Een ander antiek huisje gehuurd in een eeuwenoud stadje uit de decoratieve barok periode. Luxe hotelovernachtingen op eiland Lipari met een infinity pool met uitzicht over zee en de meest actieve vulkaan ter wereld, Stromboli. We gaan genieten van de ontspannen sfeer, het heerlijke Italiaanse eten en geven ons over aan het eilandleven en al het moois wat deze eilanden te bieden hebben. De foto’s die ik zag van de kust en de knalblauwe zee zijn fantastisch. Zo anders dan de grijze, koude Noordzee… Ik fantaseer over snorkelen waar ik zo blij van word. Ik fantaseer over de deinende ferry's die we nemen van het ene naar het andere eiland. Een zwoele zeewind in plaats van de onstuimige storm waar we deze middag in wandelen. De volgende ochtend stormt het nog steeds krachtig. De storm is zelfs aangetrokken met windstoten tot tachtig kilometer per uur. Regen. Mijn lief en ik trekken onze hardloopkleding aan. Regenjas er overheen. Pet met klep op mijn hoofd om mijn bril een beetje droog te houden. Er is nauwelijks iemand in het natte, oude Mastbos. Een sportieve uitdaging. Ik stap al snel met mijn droge, warme sportschoen in een koude regenplas. Sok nat. Wanneer mijn brillenglazen nat en een beetje beslagen raken zie ik geen diepte meer en hol ik overal maar doorheen. Alles is bedekt met bruin herfstblad of er nu blubber, regenwater of droge grond onder zit. Soms zijn er modderplassen van wel honderd meter lang, een ondergelopen drassig bospad. Dan loop ik ernaast door de verdorde bramenstruiken of over het groene zompige mos te stampen. Een keer ging ik bijna gestrekt doordat ik m’n voet in een lus van een lange bramentak zette. Het is koud, nat en het stormt en toch hebben we het naar ons zin. Het lijkt wel of we mee doen aan een spartanenrace met hindernissen. We slalommen zoveel mogelijk om de bagger heen. Soms gebukt voor een laaghangende tak. Ik zie niet waar ik mijn voeten neerzet, wat een spannend effect geeft dat aan het hardlopen. Soms ontsnapt er een gilletje als ik behoorlijk wegzak in de derrie. Als we bij de auto aankomen zien we er in ieder geval wel uit alsof we meegedaan hebben aan een stoere spartanenrace. Broekspijpen vol blupsie, doorweekte kleding, modderige sportschoenen, beslagen brillenglazen en natte plukken haar steken onder m’n doordrenkte pet uit.