De regering verzuimt actie te ondernemen, dus verzuimen wij naar school te gaan.
- Stijn Warmenhoven
“Alle lucht liep heel snel uit mijn fietsband en ik kan nu niet meer fietsen. Ik heb een platte band!” Ik krijg een telefoontje van onze jongste dochter wanneer ik bij een cliënt aan het werk ben. Zij is net van het station weg gefietst. Ze komt uit Den Haag. Van het Malieveld. Onze dochter is een klimaatspijbelaar. Ze gaat na ons telefoontje in haar uppie lopend met de fiets aan haar hand naar huis. Protestbord in haar tas opgevouwen. Bijna een uur lopen. Er was een landelijke oproep uitgegaan naar scholieren om op donderdag 7 februari deel te nemen aan een demonstratie in Den Haag voor een strenger klimaatakkoord. De eerste keer dat we ervan hoorden hebben we onze jongste dochter geen toestemming gegeven. We vonden het risico op relletjes te groot, haarzelf te jong en de treinticket van bijna dertig euro te duur. Toen steeds meer scholieren mee bleken te gaan demonstreren na aandacht in de media, haar school iets van zich liet horen en de prijs van de treinticket gehalveerd werd gaven we toe. Haar school had besloten om geen melding van onwettige afwezigheid bij de ambtenaar leerplicht te doen. Voorwaarden waren een handgeschreven motivatiebrief, ondertekend door ons, en een selfie waarop te zien is dat ze aanwezig was op de demonstratie. Ik ben een romanticus en het leek me geweldig voor haar om later tegen haar kinderen te kunnen zeggen dat ze bij de eerste scholierenstaking voor een stevig klimaatakkoord in Nederland aanwezig was. De opkomst was gelukkig enorm. Ze hadden 3 à 4 duizend scholieren verwacht, maar het werden er 15 duizend! Natuurlijk nog niks vergeleken bij België, maar toch… Wanneer ik die ochtend de foto’s en positieve uitspraken op Twitter lees terwijl ons kind ook op het Malieveld rondloopt ben ik ontroerd. Trots. Ons kind had dinsdagavond hard gezwoegd op haar slaapkamer op een mooie motivatiebrief. Die hebben wij natuurlijk ondertekend. Ik vind het te prijzen als leerlingen willen demonstreren voor een beter milieu. Zij zíjn tenslotte de toekomst. Mijn lief en ik vinden het prima als ze zoiets een keer meemaakt. Haar eerste demonstratie. Ze had dezelfde avond ook een opvouwbaar protestbord aan haar bureau gemaakt. Je mocht namelijk niet met een stok in de trein. ‘There is no planet B’ stond er kleurig op haar beplakte Hello Fresh-karton geschreven. De idealist.
Ze had er zin in. Helemaal niet om het spijbelen, daar is ze veel te serieus voor, maar wel omdat het een probleem is waarvan de rekening bij de volgende generatie wordt gepresenteerd. Zij dus. Tuurlijk waren er ook wat tegengeluiden in de media over dat het nog te vroeg was. Dat het geen zoden aan de dijk zou zetten om alleen in Nederland te protesteren. Elke verandering begint bij jezelf is mijn logo. Met zo’n demonstratie maken we de jeugd maatschappelijk betrokken. Er is deze dagen zoveel aandacht voor wat jíj zelf kunt doen tegen CO2 uitstoot. Minder vlees eten, zuinig met de verwarming in huis, korter douchen, minder het vliegtuig pakken en minder snel je mobieltje vervangen. Deze demonstratie liet goed zien dat jongeren doen waartoe ze opgeleid worden: tot kritische burgers. Ik vind het goed dat ze hun stem laten horen op zo’n democratische en geweldloze wijze. De zon scheen, het was een mooie winterdag voor een wandeling langs het Catshuis. De demonstranten liepen via de Hofvijver en de Mauritskade terug naar het Malieveld. De stoet trok veel bekijks. De scholieren kregen applaus, werden toegezongen en konden rekenen op steun. Dochterlief vond het heel gezellig met alle leeftijdgenoten. Er was muziek, ze was met haar vrienden en er werd regelmatig een wave gedaan op het veld. Saamhorigheid. De treinen zaten gezellig vol. De stemming was heel goed. Het brein achter de schoolstaking voor het klimaat is vwo-leerling Stijn Warmenhoven. Hij zei: ‘De regering verzuimt actie te ondernemen, dus verzuimen wij naar school te gaan.’ Dat vind ik een mooie uitspraak. De politiek reageerde heel positief op deze mars. Premier Mark Rutte vond het fantastisch dat duizenden jongeren zich vanmorgen hadden aangesloten bij de klimaatmars. “Ik heb ze gezien, het waren er heel veel’’, zei de premier. “Ik vind het een belangrijk signaal dat jonge mensen zo betrokken zijn.’’ Volgens hem is de vraag hoe je de ‘energie van de jongeren kan gebruiken om de rest van Europa mee te krijgen in de Nederlandse ambities.’ En zo is het. Wat het aantal klimaatspijbelaars betreft loopt België ver voor op Nederland. Ook daar werd vandaag weer gedemonstreerd voor een beter klimaatbeleid. Het is de vijfde donderdag op rij dat scholieren de straat op gaan. In Leuven werden net als vorige week een kleine 15 duizend deelnemers geteld. De protestmars telde vorige maand 70 duizend mensen. De organisatie achter de marsen, Youth for Climate, heeft opgeroepen tot een wereldwijde staking voor een beter klimaat op 15 maart. Ik ben voor!
zondag 10 februari 2019
zondag 3 februari 2019
Koning winter
Kindness is like snow. It beautifies everything it covers.
- Khalil Gibran
Vanwege een griepje sta ik na twee weken niks doen weer op de atletiekbaan. Er waren voor vandaag stevige weerberichten afgegeven. Er was negen centimeter sneeuw in Limburg gevallen en bij ons in Brabant niks. Het verwachte sneeuwfront bereikte Brabant helemaal niet. De sneeuwbuien verplaatsten zich minder snel dan het KNMI had verwacht. Er was voor deze dag zelfs code geel afgegeven en de NS had minder treinen ingezet. Schiphol had veel vluchten op voorhand al gecanceld. In de ochtend zag ik een enkel sneeuwvlokje naar beneden dwarrelen. Het was een paar graden boven nul, dus er bleef natuurlijk niks liggen. Ik keek wel uit naar een witte wereld zoals de week ervoor. Toen was er een flinke laag sneeuw in Breda neergedaald en deze bleef ook lekker een paar dagen lang liggen. Bovendien ging de zon de volgende dag schijnen waardoor Nederland heel even een wintersportsfeertje had. Heerlijk! Die zonnige dag had ik met mijn clienten door Breda gereden en ze genoten van de Anton Pieck-achtige tafereeltjes in de binnenstad. Het was niet eens glad op de stoep want het vroor. Dus de sneeuw bleef lekker fluffy. En dan dat winterzonnetje erbij! Een paar dagen later was het ineens weg. Zonder prut. Ook zo fijn. Vandaag zou de wereld weer wit kleuren, maar een mooi pak sneeuw viel hier maar niet. Hooguit wat natte sneeuw in de loop van de middag. Ik had deze avond geen zin om te trainen in de natte sneeuw. Het was uiteindelijk niet veel wat er viel en begin van de avond was het zelfs gestopt. Tóch maar op mijn fiets gestapt met lekker warme, gebreide beenwarmers over mijn trainingsbroek. Beenwarmers die ik achterin mijn kledingkast had gevonden. En die later niet zo elastisch meer bleken te zijn… Ook een bodywarmer in mijn fietskrat gepropt voor op de baan. Muts op en handschoentjes aan. Veel groepen gingen van de baan af om te lopen, want ze waren bang voor gladheid. Onze atletiekbaan kán inderdaad spiegelglad worden. Op zo’n moment gaan ze over de fietspaden in de buurt lopen. Mijn trainer had denk ik geen zin om zelf mee te rennen. Onze groep bleef als enige op de baan. De warming-up en looptraining gingen heel goed qua gladheid. Behalve dat mijn beenwarmers dus hun elasticiteit verloren hadden na verloop van jaren. Na elke opdracht looptraining moest ik die grijze dingen weer ophalen, want dan hingen ze op mijn enkels. Mijn trainer had zelfs stoutmoedig gezegd dat ik maar snel eens nieuwe moest gaan breien. Of ik wel kon breien? Ik had deze niet eens zelf gebreid! Ik had het al snel gezien op de baan toen we rondjes moesten gaan lopen. Ik zag de natte baan in no time opvriezen tot een glijbaan. Ik ben bangig aangelegd en dan loop ik niet meer ontspannen. Bang dat ik val. Dat risico op vallen vind ik het ook niet waard. Ik zei tegen mijn trainer dat ik buiten de baan (daar ligt een smal paadje van stoeptegels) ging rennen. Nog geen half uurtje later liep er niemand meer op de baan. Het was spekglad! En tóch is het dan lekker dat je met je billen van de bank afgekomen bent. Dat je lekker buiten in de winterkou aan het trainen bent. Alhoewel het állerlekkerste natuurlijk altijd de warme douche na afloop blijft.
Ik krijg een kort, Spaanstalig filmpje over WhatsApp toegestuurd van mijn goede vriendin in Mexico. Over dromen. Kinderdromen. Dromen toen we nog een kind waren. De kinderen op 't filmpje zitten nog vol dromen. De jongvolwassenen in het filmpje reageren dat ze geen tijd, middelen of geld hebben om hun dromen waar te maken. De senioren zeggen spijt te hebben dat ze hun dromen niet hebben nagejaagd. Spijt dat hun dromen niet waar gemaakt zijn. Als ze hun leven over zouden kunnen doen zouden ze wél aan hun dromen werken. Ik stuur het door aan mijn Spaanstalige vriendinnen. Er komen gesprekken op gang over ónze dromen. Ik vraag mijn Mexicaanse vriendin naar haar dromen en zoals het een echte yoga juf betaamt komt ze met een mooi antwoord. Ze droomt ervan nooit haar speelsheid te verliezen. Om de wereld te blijven zien door de ogen van een kleine meid. Om nooit de capaciteit te verliezen om boodschappen uit te natuur te kunnen zien. De meeste van haar dromen zijn trouwens al uitgekomen. Moeder worden, een eigen yoga studio, een paard hebben en trouwen met haar levensgezel. Reizen met een motor en het vliegtuig. Om walvissen, dolfijnen, giraffen en olifanten te zien. Het leven heeft haar dit allemaal al gegeven. Andere vriendinnen van mij hebben een droom om een huisje in Spanje te kopen en dat op te knappen. Heel concreet. Het einddoel mag groots en verheven zijn, ook al moet het wel haalbaar en realistisch blijven. Het is volgens mij vooral belangrijk om je eigen koers te varen. Mijn lief en ik dromen ook wel eens hardop van een huisje in Portugal om te overwinteren. Of zelfs een huisje aan de kust van Mexico waar we samen oud kunnen worden. En eventueel gebrekkig. En dat we dan heel veel hulp in kunnen huren, want dat is daar nog betaalbaar. Ik weet eerlijk gezegd niet of dat reëel voor ons is. Ik weet wel dat mijn droom over gevoel van vrijheid uitgekomen is met de aanschaf van onze antieke VW kampeerbus. Zomers een paar weken als een nomade door Europa rondreizen maakt mij gelukkig. Ook dat ik moeder ben geworden van drie fantastische meiden die mij mogen vergezellen in mijn leven. Na de scheiding van mijn ouders droomde ik van de meest betrouwbare man waar ik mee zou mogen trouwen. Dit jaar worden we beide vijftig. Samen. We hebben verschrikkelijk veel gereisd samen. In het buitenland gewoond met onze kindjes. Allemaal dromen die uitgekomen zijn. Ik zou nog wel eens maandenlang met onze Volkswagenbus naar Tibet willen reizen, samen met mijn lief. Hij ziet het alleen nog niet zitten… De intenties die ik uitspreek tijdens yoga- en meditatielessen zijn vaak van hetzelfde laken een pak: een leven in harmonie, liefde en vrede. En dat heb ik inmiddels gevonden.
- Khalil Gibran
Vanwege een griepje sta ik na twee weken niks doen weer op de atletiekbaan. Er waren voor vandaag stevige weerberichten afgegeven. Er was negen centimeter sneeuw in Limburg gevallen en bij ons in Brabant niks. Het verwachte sneeuwfront bereikte Brabant helemaal niet. De sneeuwbuien verplaatsten zich minder snel dan het KNMI had verwacht. Er was voor deze dag zelfs code geel afgegeven en de NS had minder treinen ingezet. Schiphol had veel vluchten op voorhand al gecanceld. In de ochtend zag ik een enkel sneeuwvlokje naar beneden dwarrelen. Het was een paar graden boven nul, dus er bleef natuurlijk niks liggen. Ik keek wel uit naar een witte wereld zoals de week ervoor. Toen was er een flinke laag sneeuw in Breda neergedaald en deze bleef ook lekker een paar dagen lang liggen. Bovendien ging de zon de volgende dag schijnen waardoor Nederland heel even een wintersportsfeertje had. Heerlijk! Die zonnige dag had ik met mijn clienten door Breda gereden en ze genoten van de Anton Pieck-achtige tafereeltjes in de binnenstad. Het was niet eens glad op de stoep want het vroor. Dus de sneeuw bleef lekker fluffy. En dan dat winterzonnetje erbij! Een paar dagen later was het ineens weg. Zonder prut. Ook zo fijn. Vandaag zou de wereld weer wit kleuren, maar een mooi pak sneeuw viel hier maar niet. Hooguit wat natte sneeuw in de loop van de middag. Ik had deze avond geen zin om te trainen in de natte sneeuw. Het was uiteindelijk niet veel wat er viel en begin van de avond was het zelfs gestopt. Tóch maar op mijn fiets gestapt met lekker warme, gebreide beenwarmers over mijn trainingsbroek. Beenwarmers die ik achterin mijn kledingkast had gevonden. En die later niet zo elastisch meer bleken te zijn… Ook een bodywarmer in mijn fietskrat gepropt voor op de baan. Muts op en handschoentjes aan. Veel groepen gingen van de baan af om te lopen, want ze waren bang voor gladheid. Onze atletiekbaan kán inderdaad spiegelglad worden. Op zo’n moment gaan ze over de fietspaden in de buurt lopen. Mijn trainer had denk ik geen zin om zelf mee te rennen. Onze groep bleef als enige op de baan. De warming-up en looptraining gingen heel goed qua gladheid. Behalve dat mijn beenwarmers dus hun elasticiteit verloren hadden na verloop van jaren. Na elke opdracht looptraining moest ik die grijze dingen weer ophalen, want dan hingen ze op mijn enkels. Mijn trainer had zelfs stoutmoedig gezegd dat ik maar snel eens nieuwe moest gaan breien. Of ik wel kon breien? Ik had deze niet eens zelf gebreid! Ik had het al snel gezien op de baan toen we rondjes moesten gaan lopen. Ik zag de natte baan in no time opvriezen tot een glijbaan. Ik ben bangig aangelegd en dan loop ik niet meer ontspannen. Bang dat ik val. Dat risico op vallen vind ik het ook niet waard. Ik zei tegen mijn trainer dat ik buiten de baan (daar ligt een smal paadje van stoeptegels) ging rennen. Nog geen half uurtje later liep er niemand meer op de baan. Het was spekglad! En tóch is het dan lekker dat je met je billen van de bank afgekomen bent. Dat je lekker buiten in de winterkou aan het trainen bent. Alhoewel het állerlekkerste natuurlijk altijd de warme douche na afloop blijft.
Ik krijg een kort, Spaanstalig filmpje over WhatsApp toegestuurd van mijn goede vriendin in Mexico. Over dromen. Kinderdromen. Dromen toen we nog een kind waren. De kinderen op 't filmpje zitten nog vol dromen. De jongvolwassenen in het filmpje reageren dat ze geen tijd, middelen of geld hebben om hun dromen waar te maken. De senioren zeggen spijt te hebben dat ze hun dromen niet hebben nagejaagd. Spijt dat hun dromen niet waar gemaakt zijn. Als ze hun leven over zouden kunnen doen zouden ze wél aan hun dromen werken. Ik stuur het door aan mijn Spaanstalige vriendinnen. Er komen gesprekken op gang over ónze dromen. Ik vraag mijn Mexicaanse vriendin naar haar dromen en zoals het een echte yoga juf betaamt komt ze met een mooi antwoord. Ze droomt ervan nooit haar speelsheid te verliezen. Om de wereld te blijven zien door de ogen van een kleine meid. Om nooit de capaciteit te verliezen om boodschappen uit te natuur te kunnen zien. De meeste van haar dromen zijn trouwens al uitgekomen. Moeder worden, een eigen yoga studio, een paard hebben en trouwen met haar levensgezel. Reizen met een motor en het vliegtuig. Om walvissen, dolfijnen, giraffen en olifanten te zien. Het leven heeft haar dit allemaal al gegeven. Andere vriendinnen van mij hebben een droom om een huisje in Spanje te kopen en dat op te knappen. Heel concreet. Het einddoel mag groots en verheven zijn, ook al moet het wel haalbaar en realistisch blijven. Het is volgens mij vooral belangrijk om je eigen koers te varen. Mijn lief en ik dromen ook wel eens hardop van een huisje in Portugal om te overwinteren. Of zelfs een huisje aan de kust van Mexico waar we samen oud kunnen worden. En eventueel gebrekkig. En dat we dan heel veel hulp in kunnen huren, want dat is daar nog betaalbaar. Ik weet eerlijk gezegd niet of dat reëel voor ons is. Ik weet wel dat mijn droom over gevoel van vrijheid uitgekomen is met de aanschaf van onze antieke VW kampeerbus. Zomers een paar weken als een nomade door Europa rondreizen maakt mij gelukkig. Ook dat ik moeder ben geworden van drie fantastische meiden die mij mogen vergezellen in mijn leven. Na de scheiding van mijn ouders droomde ik van de meest betrouwbare man waar ik mee zou mogen trouwen. Dit jaar worden we beide vijftig. Samen. We hebben verschrikkelijk veel gereisd samen. In het buitenland gewoond met onze kindjes. Allemaal dromen die uitgekomen zijn. Ik zou nog wel eens maandenlang met onze Volkswagenbus naar Tibet willen reizen, samen met mijn lief. Hij ziet het alleen nog niet zitten… De intenties die ik uitspreek tijdens yoga- en meditatielessen zijn vaak van hetzelfde laken een pak: een leven in harmonie, liefde en vrede. En dat heb ik inmiddels gevonden.
zondag 27 januari 2019
Third culture children
International cooperation is vital to keeping our globe safe, commerce flowing, and our planet habitable.
- Angus Deaton
Een heel mooie lichtgetinte jongeman met rastahaar geeft sinds een paar maanden onze power yoga classes op mijn yogaschool. Uit nieuwsgierigheid had ik hem al eens naar zijn achtergrond gevraagd. Een moeder uit Tanzania en een Hollandse vader. Zijn Engels is onberispelijk. Zijn Nederlands ook, maar er is iets mee. Soms zegt hij dingen een beetje gek. Zoals onze kinderen dat soms ook kunnen doen. Een verkeerde zinsvolgorde of niet op het juiste Nederlandse woord komen. Afgelopen week sprak ik mijn yogaleraar wat langer en kwam ik er achter dat hij een expat-kind is. Precies zoals onze drie kinderen. Net als onze twee oudsten heeft hij ook internationaal IB onderwijs voltooid. Hij noemt zichzelf echter geen expat-kind, maar een Third Cultural Kid. Ik had er nog nooit van gehoord. Doordat hij voor een groot deel in de andere cultuur van Dubai geleefd heeft, voelt hij zich nergens écht thuis. Herkenbaar… Kinderen die met hun ouders in het buitenland hebben gewoond zijn gevormd door andere culturele ervaringen dan hun Nederlandse ouders. Zij voelen zich (bij terugkeer) vaak anders en niet begrepen door kinderen die zijn opgegroeid in Nederland. Ik luister geboeid naar hem. Zijn gevoelens zijn heel herkenbaar voor elk van onze meiden. Als een Third Cultural Kid leef je inderdaad een bijzonder interessant leven. Onze meisjes groeiden op in een Spaanse, Amerikaanse en Mexicaanse cultuur en dat is volstrekt anders dan dat van hun Hollandse ouders. Deze ervaring is vaak erg moeilijk uit te leggen aan degenen die niet in hun situatie zijn geweest. Telkens weer had ikzelf minimaal een jaar nodig om te aarden na terugkomst. Ik kon mijn verhaal niet delen met andere vrouwen (die geen expat geweest zijn). En juíst in dát eerste jaar na terugkeer had ik daar zo’n behoefte aan. Moet je nagaan wat dat betekende voor onze kinderen? Onze middelste kon daar echt gefrustreerd van raken toen ze nog op de lagere school zat. Ik heb ooit eens gedineerd met een man die als expat-kind was grootgebracht. (En destijds nog steeds trouwens als directeur met zijn gezin overal uitgezonden werd.) Hij vertelde me dat de meest zenuwslopende en angstwekkende vraag voor hem was ‘waar kom je vandaan?’. Het antwoord hierop vereist namelijk een uitvoerige uitleg van je levensverhaal. Dat is uitputtend als je bent opgegroeid in drie andere landen en momenteel weer in een geheel ander land woont. Ik ben zijn verhaal nooit vergeten. Ik herkende onze kinderen er indertijd al in.
Ik vertelde mijn yogaleraar laatst dat onze dochters zélf een gevoel bij het concept ‘thuis’ moesten vinden. Thuis is voor hen niet perse in Breda bijvoorbeeld. Na vele jaren buiten je eigen thuiscultuur te hebben doorgebracht en niet helemaal in je gastcultuur te passen, heb je het gevoel dat je overal en nergens in past. Mijn yogaleraar is op z’n gelukkigst als hij geen huissleutel heeft. Onze oudste heeft dat gevoel van niet passen heel sterk. Zeker nu ze weer net terug is uit Korea. Ze heeft niks met Nederland. Ze vindt Nederlanders stom en ze vindt de taal verschrikkelijk. Op haar universiteit vermijdt ze het contact met Nederlandse studenten. Third Cultural children spreken op z’n minst twee talen vloeiend. Wij hebben alleen in Spaans- en Engelstalige landen gewoond waardoor onze kinderen deze twee wereldtalen vloeiend spreken. Ikzelf, als moeder, spreek Spaans echter niet vloeiend. Je zult natuurlijk meteen een paar begroetingen en enkele aanwijzingen moeten leren om de weg te vragen, maar je bent eraan gewend geraakt te leven in een land waar je niet alles kunt begrijpen wat er om je heen wordt gezegd. Mijn eega had dat sterk op zijn werk in Mexico. Onze kinderen zaten op internationale scholen en hebben daarom hun eigen internationale accent. Een accent dat vaak niet uit te leggen valt voor degenen die naar iemands accent luisteren om erachter te komen waar ze vandaan komen. Uiteindelijk raakten we gewend aan belachelijke vragen van mensen die onwetend zijn van het leven in het buitenland. ‘Spreek je nu Mexicaans?’ bijvoorbeeld. Of ‘Het Engels van jullie kinderen is echt heel goed voor kinderen die bijna zes jaar in een Spaanstalig land hebben gewoond.’ Er wordt thuis nog steeds door de kinderen voornamelijk Engels met elkaar gesproken. Ook al zijn we drieënhalf jaar terug in Nederland. De drang om ergens bij te horen is bij onze kinderen kleiner. Soms voel ik me schuldig naar ze, omdat ze zich soms nergens bij voelen horen. Niet in het uitgaansleven in Breda. Niet op een Nederlandse school, of bij een lokale sportclub. Niet tijdens het Brabantse carnaval. Niet bij hun neven en nichten. Gelukkig is meestal hun expat-kind-zijn echter een groot voordeel in deze geglobaliseerde wereld waarin we nu leven. Onze meiden zijn mobiel, flexibel, onafhankelijk en hebben een brede en gekleurde blik op de wereld. Hun internationale achtergrond bracht ze een goede, internationale opleiding en veel kansen op de internationale arbeidsmarkt. Hun meertaligheid en flexibiliteit zijn toegevoegde waarden. Vooral de twee oudsten weten, door hun loskoppeling van groepen en plekken, goed wie ze zijn. En welke principes ze hebben en wat ze belangrijk vinden. Ze houden stand in uitdagende situaties en veroordelen niet snel. Zij zijn de wereldburgers die de broodnodige nuance in het huidige zwart-wit denken kunnen aanbrengen.
- Angus Deaton
Een heel mooie lichtgetinte jongeman met rastahaar geeft sinds een paar maanden onze power yoga classes op mijn yogaschool. Uit nieuwsgierigheid had ik hem al eens naar zijn achtergrond gevraagd. Een moeder uit Tanzania en een Hollandse vader. Zijn Engels is onberispelijk. Zijn Nederlands ook, maar er is iets mee. Soms zegt hij dingen een beetje gek. Zoals onze kinderen dat soms ook kunnen doen. Een verkeerde zinsvolgorde of niet op het juiste Nederlandse woord komen. Afgelopen week sprak ik mijn yogaleraar wat langer en kwam ik er achter dat hij een expat-kind is. Precies zoals onze drie kinderen. Net als onze twee oudsten heeft hij ook internationaal IB onderwijs voltooid. Hij noemt zichzelf echter geen expat-kind, maar een Third Cultural Kid. Ik had er nog nooit van gehoord. Doordat hij voor een groot deel in de andere cultuur van Dubai geleefd heeft, voelt hij zich nergens écht thuis. Herkenbaar… Kinderen die met hun ouders in het buitenland hebben gewoond zijn gevormd door andere culturele ervaringen dan hun Nederlandse ouders. Zij voelen zich (bij terugkeer) vaak anders en niet begrepen door kinderen die zijn opgegroeid in Nederland. Ik luister geboeid naar hem. Zijn gevoelens zijn heel herkenbaar voor elk van onze meiden. Als een Third Cultural Kid leef je inderdaad een bijzonder interessant leven. Onze meisjes groeiden op in een Spaanse, Amerikaanse en Mexicaanse cultuur en dat is volstrekt anders dan dat van hun Hollandse ouders. Deze ervaring is vaak erg moeilijk uit te leggen aan degenen die niet in hun situatie zijn geweest. Telkens weer had ikzelf minimaal een jaar nodig om te aarden na terugkomst. Ik kon mijn verhaal niet delen met andere vrouwen (die geen expat geweest zijn). En juíst in dát eerste jaar na terugkeer had ik daar zo’n behoefte aan. Moet je nagaan wat dat betekende voor onze kinderen? Onze middelste kon daar echt gefrustreerd van raken toen ze nog op de lagere school zat. Ik heb ooit eens gedineerd met een man die als expat-kind was grootgebracht. (En destijds nog steeds trouwens als directeur met zijn gezin overal uitgezonden werd.) Hij vertelde me dat de meest zenuwslopende en angstwekkende vraag voor hem was ‘waar kom je vandaan?’. Het antwoord hierop vereist namelijk een uitvoerige uitleg van je levensverhaal. Dat is uitputtend als je bent opgegroeid in drie andere landen en momenteel weer in een geheel ander land woont. Ik ben zijn verhaal nooit vergeten. Ik herkende onze kinderen er indertijd al in.
Ik vertelde mijn yogaleraar laatst dat onze dochters zélf een gevoel bij het concept ‘thuis’ moesten vinden. Thuis is voor hen niet perse in Breda bijvoorbeeld. Na vele jaren buiten je eigen thuiscultuur te hebben doorgebracht en niet helemaal in je gastcultuur te passen, heb je het gevoel dat je overal en nergens in past. Mijn yogaleraar is op z’n gelukkigst als hij geen huissleutel heeft. Onze oudste heeft dat gevoel van niet passen heel sterk. Zeker nu ze weer net terug is uit Korea. Ze heeft niks met Nederland. Ze vindt Nederlanders stom en ze vindt de taal verschrikkelijk. Op haar universiteit vermijdt ze het contact met Nederlandse studenten. Third Cultural children spreken op z’n minst twee talen vloeiend. Wij hebben alleen in Spaans- en Engelstalige landen gewoond waardoor onze kinderen deze twee wereldtalen vloeiend spreken. Ikzelf, als moeder, spreek Spaans echter niet vloeiend. Je zult natuurlijk meteen een paar begroetingen en enkele aanwijzingen moeten leren om de weg te vragen, maar je bent eraan gewend geraakt te leven in een land waar je niet alles kunt begrijpen wat er om je heen wordt gezegd. Mijn eega had dat sterk op zijn werk in Mexico. Onze kinderen zaten op internationale scholen en hebben daarom hun eigen internationale accent. Een accent dat vaak niet uit te leggen valt voor degenen die naar iemands accent luisteren om erachter te komen waar ze vandaan komen. Uiteindelijk raakten we gewend aan belachelijke vragen van mensen die onwetend zijn van het leven in het buitenland. ‘Spreek je nu Mexicaans?’ bijvoorbeeld. Of ‘Het Engels van jullie kinderen is echt heel goed voor kinderen die bijna zes jaar in een Spaanstalig land hebben gewoond.’ Er wordt thuis nog steeds door de kinderen voornamelijk Engels met elkaar gesproken. Ook al zijn we drieënhalf jaar terug in Nederland. De drang om ergens bij te horen is bij onze kinderen kleiner. Soms voel ik me schuldig naar ze, omdat ze zich soms nergens bij voelen horen. Niet in het uitgaansleven in Breda. Niet op een Nederlandse school, of bij een lokale sportclub. Niet tijdens het Brabantse carnaval. Niet bij hun neven en nichten. Gelukkig is meestal hun expat-kind-zijn echter een groot voordeel in deze geglobaliseerde wereld waarin we nu leven. Onze meiden zijn mobiel, flexibel, onafhankelijk en hebben een brede en gekleurde blik op de wereld. Hun internationale achtergrond bracht ze een goede, internationale opleiding en veel kansen op de internationale arbeidsmarkt. Hun meertaligheid en flexibiliteit zijn toegevoegde waarden. Vooral de twee oudsten weten, door hun loskoppeling van groepen en plekken, goed wie ze zijn. En welke principes ze hebben en wat ze belangrijk vinden. Ze houden stand in uitdagende situaties en veroordelen niet snel. Zij zijn de wereldburgers die de broodnodige nuance in het huidige zwart-wit denken kunnen aanbrengen.
zondag 20 januari 2019
Vertederend
It's bad timing, but a lot of kids become teenagers just as their parents are hitting their mid-life crisis. So everybody's miserable and confused and seeking that new sense of identity.
- Laurie Halse Anderson
Veertien jaar is ze geworden. Ons jongste kind blijft echter op de een of andere manier altijd mijn ‘baby'. Of het komt omdat zij via een natuurlijke bevalling ter wereld is gekomen en de andere twee op de wereld zijn gezet door een gynaecoloog. Ik weet het niet. Er zit ook een wat groter leeftijdsverschil tussen haar en haar zussen. Ik weet wel dat ik haar to nu toe als de kleinste zie en haar daarom zo behandel. Zo hebben onze andere meiden vanaf hun dertiende jaar gewerkt door aardbeien te plukken, veelvuldig op te passen, vakken te vullen of een krantenwijk te lopen. Onze jongste dochter heeft geen bijbaantje en wij stimuleren dat gek genoeg ook helemaal niet. Ze heeft wel afgelopen zomer een week een krantenwijkje gedeeld met haar oudere zus. Afgelopen weekend vierde ze haar verjaardagsfeest en bleven er vijf vriendinnen slapen in de huiskamer. Ik kwam er achter dat een aantal van hen al werkt bij de supermarkt, oppas is of in een brasserie achter de bar werkt. Ons kind heeft vorige maand voor het eerst opgepast bij de buren tot tien uur ’s avonds waarna haar oudere zus kwam om de klus af te maken. Zo hebben we haar oudere zussen altijd meegenomen van het ene land naar het andere. Ook tijdens hun middelbare schooltijd. Zonder overleg eigenlijk. Onze jongste daarentegen heeft ons een jaar geleden gevraagd om haar school af te mogen maken in Breda. Ook al staan manlief en ik te trappelen om uitgezonden te worden….we wachten geduldig totdat onze jongste over drieëneenhalf jaar haar schooldiploma heeft behaald. En hopelijk net als haar zussen op kamers gaat wonen in een studentenstad. Dat kan een stad in Nederland zijn of in het land waar wij uitgezonden worden. Mits alles verloopt zoals het wij het graag willen natuurlijk. Haar wens wordt in ieder geval vervuld. Toch kan ze al flink puberen hoor. Haar iets opdragen om te doen, zoals bijvoorbeeld het huisvuil wegbrengen naar de gemeentelijke afvalcontainer verderop in de straat, gaat met heel veel gebrul van haar kant gepaard. Ze vindt het belachelijk dat ze dat moet doen. Het is haar enige taak in het huishouden moet je weten.
Van de week was ik in m’n uppie op haar slaapkamer wasgoed op haar bed aan het vouwen - ik heb minstens tien (vakantie)wassen gedraaid afgelopen twee weken - toen ik later van haar vernam dat de camera van haar laptop de hele tijd aan had gestaan. Ik was dus ongemerkt bespied door haar vriendinnetje. Ze waren ‘samen’ huiswerk aan het maken en onze dochter had de camera aan laten staan toen ze naar beneden liep. Daar heb ik later met haar stennis over gemaakt, dat ik dat niet meer wil hebben. Zo’n verbod stuit haar echter enorm tegen de borst. Ook al zijn wij haar ouders en hebben wij het volste recht dit te verbieden. Wij willen in ons huis niet zo ongemerkt bekeken worden. Zij vindt evenwel dat ik uit haar kamer weg moet blijven. We zijn er gelukkig wel uit gekomen. Zo wordt ze regelmatig overschreeuwd. Dat valt doordeweeks wel mee natuurlijk, want ze is nog de enige thuiswonende dochter. Tijdens onze reis met z’n vijven door Korea viel het wél op. Er wordt heel makkelijk niet naar haar geluisterd. Op haar feest met al haar vriendinnen om zich heen liep ze tegen hetzelfde aan. Terwijl zij buiten om het open vuur heen marshmallows stonden te roosteren - nadat ze een spooktocht door het donkere Mastbos hadden gemaakt - hoor ik haar buiten roepen dat iedereen eens een keer naar háár moet luisteren. Tenslotte is zíj de Birthday girl hoor ik er achteraan denken. Ze heeft veel geduld. Dat had ze als dreumes al. Met twee oudere zusjes die overal nog hulp bij nodig hadden zoals een jas aantrekken, schoenen veteren, tanden poetsen etcetera heeft ze zich dat goed aangeleerd. Zo hebben wij nu ook geduld met haar. Ze is serieus naar internationale studies aan het kijken en wij geloven het allemaal wel nu ze nog steeds zo jong is. Haar zussen stimuleerden wij bijtijds om alvast rond te kijken naar studies en zich in hun toekomst te verdiepen. Bij de derde dochter geloven we dat het allemaal wel losloopt en vast op z’n pootjes terecht komt. Zo spaart ze ook al heel schattig voor een rondreis door The States zodra ze haar diploma heeft. Er wordt zelfs al verhit gediscussieerd met twee vriendinnen naar welke staat de gezamenlijke reis heen moet en welke steden ze aandoen. Ze hebben zelfs een car wash georganiseerd als fundraising in het vorige jaar (geïnspireerd door een van haar zussen) waarbij ze welgeteld twee tientjes verdiend hebben voor hun reis. Ik blijf het allemaal vertederend vinden. Hoe lang zal dat nog duren? Hoe lang kom ik daar nog mee weg?
- Laurie Halse Anderson
Veertien jaar is ze geworden. Ons jongste kind blijft echter op de een of andere manier altijd mijn ‘baby'. Of het komt omdat zij via een natuurlijke bevalling ter wereld is gekomen en de andere twee op de wereld zijn gezet door een gynaecoloog. Ik weet het niet. Er zit ook een wat groter leeftijdsverschil tussen haar en haar zussen. Ik weet wel dat ik haar to nu toe als de kleinste zie en haar daarom zo behandel. Zo hebben onze andere meiden vanaf hun dertiende jaar gewerkt door aardbeien te plukken, veelvuldig op te passen, vakken te vullen of een krantenwijk te lopen. Onze jongste dochter heeft geen bijbaantje en wij stimuleren dat gek genoeg ook helemaal niet. Ze heeft wel afgelopen zomer een week een krantenwijkje gedeeld met haar oudere zus. Afgelopen weekend vierde ze haar verjaardagsfeest en bleven er vijf vriendinnen slapen in de huiskamer. Ik kwam er achter dat een aantal van hen al werkt bij de supermarkt, oppas is of in een brasserie achter de bar werkt. Ons kind heeft vorige maand voor het eerst opgepast bij de buren tot tien uur ’s avonds waarna haar oudere zus kwam om de klus af te maken. Zo hebben we haar oudere zussen altijd meegenomen van het ene land naar het andere. Ook tijdens hun middelbare schooltijd. Zonder overleg eigenlijk. Onze jongste daarentegen heeft ons een jaar geleden gevraagd om haar school af te mogen maken in Breda. Ook al staan manlief en ik te trappelen om uitgezonden te worden….we wachten geduldig totdat onze jongste over drieëneenhalf jaar haar schooldiploma heeft behaald. En hopelijk net als haar zussen op kamers gaat wonen in een studentenstad. Dat kan een stad in Nederland zijn of in het land waar wij uitgezonden worden. Mits alles verloopt zoals het wij het graag willen natuurlijk. Haar wens wordt in ieder geval vervuld. Toch kan ze al flink puberen hoor. Haar iets opdragen om te doen, zoals bijvoorbeeld het huisvuil wegbrengen naar de gemeentelijke afvalcontainer verderop in de straat, gaat met heel veel gebrul van haar kant gepaard. Ze vindt het belachelijk dat ze dat moet doen. Het is haar enige taak in het huishouden moet je weten.
Van de week was ik in m’n uppie op haar slaapkamer wasgoed op haar bed aan het vouwen - ik heb minstens tien (vakantie)wassen gedraaid afgelopen twee weken - toen ik later van haar vernam dat de camera van haar laptop de hele tijd aan had gestaan. Ik was dus ongemerkt bespied door haar vriendinnetje. Ze waren ‘samen’ huiswerk aan het maken en onze dochter had de camera aan laten staan toen ze naar beneden liep. Daar heb ik later met haar stennis over gemaakt, dat ik dat niet meer wil hebben. Zo’n verbod stuit haar echter enorm tegen de borst. Ook al zijn wij haar ouders en hebben wij het volste recht dit te verbieden. Wij willen in ons huis niet zo ongemerkt bekeken worden. Zij vindt evenwel dat ik uit haar kamer weg moet blijven. We zijn er gelukkig wel uit gekomen. Zo wordt ze regelmatig overschreeuwd. Dat valt doordeweeks wel mee natuurlijk, want ze is nog de enige thuiswonende dochter. Tijdens onze reis met z’n vijven door Korea viel het wél op. Er wordt heel makkelijk niet naar haar geluisterd. Op haar feest met al haar vriendinnen om zich heen liep ze tegen hetzelfde aan. Terwijl zij buiten om het open vuur heen marshmallows stonden te roosteren - nadat ze een spooktocht door het donkere Mastbos hadden gemaakt - hoor ik haar buiten roepen dat iedereen eens een keer naar háár moet luisteren. Tenslotte is zíj de Birthday girl hoor ik er achteraan denken. Ze heeft veel geduld. Dat had ze als dreumes al. Met twee oudere zusjes die overal nog hulp bij nodig hadden zoals een jas aantrekken, schoenen veteren, tanden poetsen etcetera heeft ze zich dat goed aangeleerd. Zo hebben wij nu ook geduld met haar. Ze is serieus naar internationale studies aan het kijken en wij geloven het allemaal wel nu ze nog steeds zo jong is. Haar zussen stimuleerden wij bijtijds om alvast rond te kijken naar studies en zich in hun toekomst te verdiepen. Bij de derde dochter geloven we dat het allemaal wel losloopt en vast op z’n pootjes terecht komt. Zo spaart ze ook al heel schattig voor een rondreis door The States zodra ze haar diploma heeft. Er wordt zelfs al verhit gediscussieerd met twee vriendinnen naar welke staat de gezamenlijke reis heen moet en welke steden ze aandoen. Ze hebben zelfs een car wash georganiseerd als fundraising in het vorige jaar (geïnspireerd door een van haar zussen) waarbij ze welgeteld twee tientjes verdiend hebben voor hun reis. Ik blijf het allemaal vertederend vinden. Hoe lang zal dat nog duren? Hoe lang kom ik daar nog mee weg?
zondag 13 januari 2019
Kamsahamnida
Politeness is the flower of humanity.
- Joesph Joubert
Een paar keer heb ik ze gezien. Jonge Koreaanse meisjes met één of twee krulspelden in hun pony. Op straat of in de metro. Oudste dochter legt uit dat de meiden deze krullers tot het allerlaatste moment in hun haar houden. Tot ze bij hun date zijn. Tegen hun vriendje praten ze met een heel hoog stemmetje. We hebben het zelf gehoord als we in de metro vlakbij zo'n stelletje zitten. De jongens vinden het leuk als er zo kinderachtig tegen ze gepraat wordt. Dan voelen ze zich kennelijk mannelijk? Ze gedragen zich heel beschermend naar hun meisje. De jongen laat het meisje geen moment los. Op straat niet, in de metro niet. Hij pulkt de hele tijd in haar haar, houdt haar hand vast of haar rug. Ook op de lange roltrappen in de metrostations. Er mag niet in het openbaar gezoend worden, maar betuttelen mag wel. De Koreaanse mannen vind ik niet mannelijk. Sowieso zijn ze over het algemeen heel klein en iel gebouwd. Ze hebben supersteil zwart haar dat meestal in een lange pony over hun voorhoofd hangt. Soms zetten ze die pony een beetje omhoog met wat gel of maken ze een strakke zijscheiding. Mijn lief valt erg uit de toon hier. Lang postuur, blauwe ogen, zwaar behaard gezicht, krullend haar zonder pony of scheiding dat ook nog eens bij zijn slapen grijs begint te worden! De vrouwelijke monnik kon het niet laten tijdens onze thee ceremonie in haar tempel er iets over te zeggen. Ze vond mijn eega heel erg mannelijk. Ze stelde zich voor dat hij vast veel bier dronk. Ze moest eens weten!
Koreaanse mensen verven massaal hun haar. Grijzende mannen verven het zwart. Je ziet nauwelijks grijsharige mensen hier. Ik val enorm op! Sommige jonge mannen verven ook hun haar, bijvoorbeeld lila of blauw. Ze hebben vrijwel geen baardhaar. Ik heb maar een enkele man met een baard gezien en dat is dan zo'n typisch aziatische lange sik. Ook heb ik flink wat jonge mannen gezien met lange hangoorbellen met zirkoniasteentjes! Veel mannen dragen hier ook hoog water broeken. En dat in die kou! De vrouwen dragen vrijwel allemaal een wit poeder op hun gezicht. Dat is geen geheim, dat werken ze gewoon nog even bij voordat de metrodeuren opengaan. Van een afstandje lijken ze eigenlijk best wel op futuristische, identieke robotjes. Decollete mag hier absoluut niet geshowd worden, maar ze dragen wel piepkorte rokjes met blanke panties eronder. Veel meiden van deze tijd krijgen voor hun achttiende verjaardag een extra vouwtje voor hun ooglid. Een oogcorrectie dus. Ik heb er in Seoul speciaal op gelet. Ook had ik al op groepsfoto's van onze oudste dochter gezien dat haar vriendinnen hun handen langs hun gezicht vouwen. Nu weet ik eindelijk waarom, zo lijkt het of ze een smallere kaaklijn hebben op de foto. Alles draait om uiterlijk en presteren. Er is een hoog percentage zelfmoordpogingen onder jonge mensen. Hun kleding is altijd onberispelijk, ik kan niet anders zeggen. Behalve als ze schoenen met hakjes dragen in plaats van sneakers. Die zijn altijd te groot waardoor ze óf schuifelen over straat of hun hiel komt bij elke stap uit hun schoen. Ik vond dat nogal frappant, maar ik denk dat ik weet waarom dat zo is. Koreanen doen namelijk overal hun schoenen uit zoals in huis, maar ook soms in een restaurant, museum of in een café. Daarom dragen ze vaak slides. Door hun nette schoenen een maatje te groot te kopen stappen ze er makkelijk in en uit. Wat verder natuurlijk enorm opvalt in het straatbeeld zijn de mondkapjes die ze hier in allerlei kleuren en thema's verkopen. Dit dragen ze als ze zelf ziek zijn om anderen niet te besmetten. Of uit voorzorg dat een ander hun niet kan besmetten. Heel beleefd vind ik de manier waarop ze elkaar bedanken. Het eerste dat wij dus ook leerden van onze oudste dochter, toen we in Seoul aankwamen, was “kamsahamnida” als je op formele wijze je dankbaarheid wilt doen blijken. Dit betekent zoiets als heel erg bedankt. Waarbij ze vaak ook hun handen vouwen en hun hoofd een beetje buigen. Als wij het als niet-Koreanen doen reageren ze heel verheugd. Verder zul je Koreanen niet snel luidruchtig horen praten of lachen. Uit fatsoen. In de metro is het dan ook relatief stil. Óf ze kijken op hun mobieltje óf ze slapen. In een overvolle metro kan het dus zijn dat iedereen meekijkt op je mobiel. Dat vind ik dan weer niet zo passen bij hun beleefdheid. Net zoals ze bij een overvolle metro gewoon keihard duwen om erin te komen voordat de deuren weer snel sluiten.
Daegu - 3 januari 2019
- Joesph Joubert
Een paar keer heb ik ze gezien. Jonge Koreaanse meisjes met één of twee krulspelden in hun pony. Op straat of in de metro. Oudste dochter legt uit dat de meiden deze krullers tot het allerlaatste moment in hun haar houden. Tot ze bij hun date zijn. Tegen hun vriendje praten ze met een heel hoog stemmetje. We hebben het zelf gehoord als we in de metro vlakbij zo'n stelletje zitten. De jongens vinden het leuk als er zo kinderachtig tegen ze gepraat wordt. Dan voelen ze zich kennelijk mannelijk? Ze gedragen zich heel beschermend naar hun meisje. De jongen laat het meisje geen moment los. Op straat niet, in de metro niet. Hij pulkt de hele tijd in haar haar, houdt haar hand vast of haar rug. Ook op de lange roltrappen in de metrostations. Er mag niet in het openbaar gezoend worden, maar betuttelen mag wel. De Koreaanse mannen vind ik niet mannelijk. Sowieso zijn ze over het algemeen heel klein en iel gebouwd. Ze hebben supersteil zwart haar dat meestal in een lange pony over hun voorhoofd hangt. Soms zetten ze die pony een beetje omhoog met wat gel of maken ze een strakke zijscheiding. Mijn lief valt erg uit de toon hier. Lang postuur, blauwe ogen, zwaar behaard gezicht, krullend haar zonder pony of scheiding dat ook nog eens bij zijn slapen grijs begint te worden! De vrouwelijke monnik kon het niet laten tijdens onze thee ceremonie in haar tempel er iets over te zeggen. Ze vond mijn eega heel erg mannelijk. Ze stelde zich voor dat hij vast veel bier dronk. Ze moest eens weten!
Koreaanse mensen verven massaal hun haar. Grijzende mannen verven het zwart. Je ziet nauwelijks grijsharige mensen hier. Ik val enorm op! Sommige jonge mannen verven ook hun haar, bijvoorbeeld lila of blauw. Ze hebben vrijwel geen baardhaar. Ik heb maar een enkele man met een baard gezien en dat is dan zo'n typisch aziatische lange sik. Ook heb ik flink wat jonge mannen gezien met lange hangoorbellen met zirkoniasteentjes! Veel mannen dragen hier ook hoog water broeken. En dat in die kou! De vrouwen dragen vrijwel allemaal een wit poeder op hun gezicht. Dat is geen geheim, dat werken ze gewoon nog even bij voordat de metrodeuren opengaan. Van een afstandje lijken ze eigenlijk best wel op futuristische, identieke robotjes. Decollete mag hier absoluut niet geshowd worden, maar ze dragen wel piepkorte rokjes met blanke panties eronder. Veel meiden van deze tijd krijgen voor hun achttiende verjaardag een extra vouwtje voor hun ooglid. Een oogcorrectie dus. Ik heb er in Seoul speciaal op gelet. Ook had ik al op groepsfoto's van onze oudste dochter gezien dat haar vriendinnen hun handen langs hun gezicht vouwen. Nu weet ik eindelijk waarom, zo lijkt het of ze een smallere kaaklijn hebben op de foto. Alles draait om uiterlijk en presteren. Er is een hoog percentage zelfmoordpogingen onder jonge mensen. Hun kleding is altijd onberispelijk, ik kan niet anders zeggen. Behalve als ze schoenen met hakjes dragen in plaats van sneakers. Die zijn altijd te groot waardoor ze óf schuifelen over straat of hun hiel komt bij elke stap uit hun schoen. Ik vond dat nogal frappant, maar ik denk dat ik weet waarom dat zo is. Koreanen doen namelijk overal hun schoenen uit zoals in huis, maar ook soms in een restaurant, museum of in een café. Daarom dragen ze vaak slides. Door hun nette schoenen een maatje te groot te kopen stappen ze er makkelijk in en uit. Wat verder natuurlijk enorm opvalt in het straatbeeld zijn de mondkapjes die ze hier in allerlei kleuren en thema's verkopen. Dit dragen ze als ze zelf ziek zijn om anderen niet te besmetten. Of uit voorzorg dat een ander hun niet kan besmetten. Heel beleefd vind ik de manier waarop ze elkaar bedanken. Het eerste dat wij dus ook leerden van onze oudste dochter, toen we in Seoul aankwamen, was “kamsahamnida” als je op formele wijze je dankbaarheid wilt doen blijken. Dit betekent zoiets als heel erg bedankt. Waarbij ze vaak ook hun handen vouwen en hun hoofd een beetje buigen. Als wij het als niet-Koreanen doen reageren ze heel verheugd. Verder zul je Koreanen niet snel luidruchtig horen praten of lachen. Uit fatsoen. In de metro is het dan ook relatief stil. Óf ze kijken op hun mobieltje óf ze slapen. In een overvolle metro kan het dus zijn dat iedereen meekijkt op je mobiel. Dat vind ik dan weer niet zo passen bij hun beleefdheid. Net zoals ze bij een overvolle metro gewoon keihard duwen om erin te komen voordat de deuren weer snel sluiten.
Daegu - 3 januari 2019
woensdag 9 januari 2019
Toegewijd
De pas vertragen en elke seconde elke ademhaling proeven, dat is genoeg.
- Thich Nhat Hanh
Na het zeer vroege ontbijt, toen de eeuwenoude tempel nog geheel in stilte en donkerte was, wil ons gezin rusten. Bijkomen van de stilte tijdens het vegetarische ontbijt met rijst, soep en fruit. Oudste dochter en ik willen echter het advies van de non opvolgen. De avond ervoor hadden we namelijk een uitgebreide theeceremonie met een alleraardigste, vrouwelijke, kale monnik. Ze haalde gekookt water uit een soort thermoskan en goot dat over een zeefje met verse, losse thee in een glazen theepot. Ondertussen had ze zes kleine theekopjes klaar gezet. Toen de thee getrokken had goot ze de piepkleine kopjes vol. Ze legde ons uit dat we met ons rechterhand het kopje optillen, terwijl we het met ons linkerhand ondersteunen. Ondertussen gebruiken we al onze zintuigen. We ruiken aan de thee, we zien de kleur van de thee, we proeven de thee en denken ondertussen aan het proces hoe de thee nu ingeschonken voor ons op het lage tafeltje staat. Wij zelf zaten ontspannen in lotushouding op een kussen. De monnik stelde ons veel geÏnteresseerde vragen en we hadden een geamuseerd gesprek. Over hoe zij haar pak in de koude winter over warme onderkleding heen draagt. Hoe het vroeger maar één keer in de drie maanden gewassen en gestijfd werd. Met rijstepap. De pap werd er met houten stokken ingeslagen door twee mensen tegelijk en dat proces duurde vrij lang. Ik complimenteerde haar met haar goede beheersing van het Engels. Ze liet echter niks los over waar ze dat geleerd heeft. Ze mocht ook niet vertellen hoe oud ze is. Wel vertelde ze dat ze veertien jaar in een andere tempel in Korea gewoond had. En dat ze een beetje aan sport doet in haar kamer. Tai chi en wat yoga. De monniken wandelen (en mediteren) veel in de bergen waar de tempel gelegen is. En sowieso doen ze dagelijks veel prostraties voor Boeddha. Die buigingen zijn heel gezond voor je lijf. Ik vind ze veel weg hebben van de zonnegroet van yoga. Zij adviseerde ons om de ochtend daarop vroeg voor zonsopgang een 'meditatieve' wandeling naar de top van de berg te doen. Daar is een onwaarschijnlijk mooi uitzicht als de zon opkomt boven zee. Alleen oudste kind en ik gaan vroeg in stilte wandelen. We zien de zon opkomen terwijl we in onze grijze, comfy monnikspakken en op instapschoentjes naar boven wandelen. Geen meditatie maar een filosofisch gesprek. Kind vindt de prostraties voor het beeld van Boeddha, die we de avond ervoor met de monnik hebben uitgevoerd, teveel van bidden weg hebben. Ze deed ze met wat tegenzin. Ze bidt ook niet voor God in een kerk. Ze is namelijk atheïst. Ik vraag haar of ze soms nergens in gelooft. Ook niet in een goede energie die geen specifieke naam hoeft te hebben? Haar antwoord is ontkennend. Het leven is zoals het is en dat is het ook meteen. Niet meer en niet minder. Ik vind het een beetje kil en leeg aanvoelen en vraag of ze niet iets mist in haar leven. Ze is heel nuchter. En daar heb ik respect voor zoals zij respect heeft voor waar ik in geloof.
Als we boven op de berg aankomen zien we een kleine tempel met een ademloos uitzicht. Wanneer we staan te genieten komt er een monnik met zijn kale hoofd buiten de deur. Hij nodigt ons uit voor een theeceremonie. We proberen er onderuit te komen, omdat we niet weten wat er van ons verwacht wordt en hoe lang het gaat duren. De deur gaat weer open en hij komt naar buiten in zijn grijze monnikspak. Een uiterst vriendelijke man. We kunnen zijn uitnodiging niet weigeren. Zo zitten we samen in ons kloffie wederom in lotushouding bij een theeceremonie. Onze schoenen staan buiten. Hij heeft zijn Boeddhabeeld laten zien in een kleine kamer ingericht als Boeddhazaal. Wij hebben drie keer naar Boeddha gegroet zoals dat hoort. We hebben een geanimeerd gesprek met hem. Hij blijkt een paar uur per dag Engels te leren en vindt het heerlijk om met ons Engels te praten. Elke keer als kind en ik elkaar heimelijk seinen dat dit ons laatste kopje thee is schenkt hij hem weer vol. Koekjes worden aangeboden. Wanneer de theepot leeg is proberen we beleefd aan te geven dat we willen gaan. Hij heeft echter weer nieuw water gekookt en laat ons trots de super-de-luxe doos met losse thee van het Koreaans eiland Jeju zien. We kunnen niet weigeren en gaan beleefd door met thee drinken. Wanneer we aangeven dat de rest van ons gezin beneden in de tempel op ons wacht laat hij ons gaan. Wat een uiterst aardige man. Ook de monniken die we later nog tegenkomen tijdens wandelingen in de bergen lachen ons alleraardigst toe wanneer we ze respectvol groeten met onze handen gevouwen voor ons hart en met een lichte buiging. Ze stralen iets heel harmonieus en vredelievends uit. Dat is ook een offer dat ze doen voor Boeddha legde de non ons op de avond van de ceremonie uit. Veel principes van het boeddhisme spreken mij aan zoals de meditaties, innerlijke rust, het concentreren op het positieve, het mindful zijn en een stiller leven. Meer dan een toegewijde yogi zal ik echter niet worden ben ik bang.
Istanboel - 6 januari 2019
- Thich Nhat Hanh
Na het zeer vroege ontbijt, toen de eeuwenoude tempel nog geheel in stilte en donkerte was, wil ons gezin rusten. Bijkomen van de stilte tijdens het vegetarische ontbijt met rijst, soep en fruit. Oudste dochter en ik willen echter het advies van de non opvolgen. De avond ervoor hadden we namelijk een uitgebreide theeceremonie met een alleraardigste, vrouwelijke, kale monnik. Ze haalde gekookt water uit een soort thermoskan en goot dat over een zeefje met verse, losse thee in een glazen theepot. Ondertussen had ze zes kleine theekopjes klaar gezet. Toen de thee getrokken had goot ze de piepkleine kopjes vol. Ze legde ons uit dat we met ons rechterhand het kopje optillen, terwijl we het met ons linkerhand ondersteunen. Ondertussen gebruiken we al onze zintuigen. We ruiken aan de thee, we zien de kleur van de thee, we proeven de thee en denken ondertussen aan het proces hoe de thee nu ingeschonken voor ons op het lage tafeltje staat. Wij zelf zaten ontspannen in lotushouding op een kussen. De monnik stelde ons veel geÏnteresseerde vragen en we hadden een geamuseerd gesprek. Over hoe zij haar pak in de koude winter over warme onderkleding heen draagt. Hoe het vroeger maar één keer in de drie maanden gewassen en gestijfd werd. Met rijstepap. De pap werd er met houten stokken ingeslagen door twee mensen tegelijk en dat proces duurde vrij lang. Ik complimenteerde haar met haar goede beheersing van het Engels. Ze liet echter niks los over waar ze dat geleerd heeft. Ze mocht ook niet vertellen hoe oud ze is. Wel vertelde ze dat ze veertien jaar in een andere tempel in Korea gewoond had. En dat ze een beetje aan sport doet in haar kamer. Tai chi en wat yoga. De monniken wandelen (en mediteren) veel in de bergen waar de tempel gelegen is. En sowieso doen ze dagelijks veel prostraties voor Boeddha. Die buigingen zijn heel gezond voor je lijf. Ik vind ze veel weg hebben van de zonnegroet van yoga. Zij adviseerde ons om de ochtend daarop vroeg voor zonsopgang een 'meditatieve' wandeling naar de top van de berg te doen. Daar is een onwaarschijnlijk mooi uitzicht als de zon opkomt boven zee. Alleen oudste kind en ik gaan vroeg in stilte wandelen. We zien de zon opkomen terwijl we in onze grijze, comfy monnikspakken en op instapschoentjes naar boven wandelen. Geen meditatie maar een filosofisch gesprek. Kind vindt de prostraties voor het beeld van Boeddha, die we de avond ervoor met de monnik hebben uitgevoerd, teveel van bidden weg hebben. Ze deed ze met wat tegenzin. Ze bidt ook niet voor God in een kerk. Ze is namelijk atheïst. Ik vraag haar of ze soms nergens in gelooft. Ook niet in een goede energie die geen specifieke naam hoeft te hebben? Haar antwoord is ontkennend. Het leven is zoals het is en dat is het ook meteen. Niet meer en niet minder. Ik vind het een beetje kil en leeg aanvoelen en vraag of ze niet iets mist in haar leven. Ze is heel nuchter. En daar heb ik respect voor zoals zij respect heeft voor waar ik in geloof.
Als we boven op de berg aankomen zien we een kleine tempel met een ademloos uitzicht. Wanneer we staan te genieten komt er een monnik met zijn kale hoofd buiten de deur. Hij nodigt ons uit voor een theeceremonie. We proberen er onderuit te komen, omdat we niet weten wat er van ons verwacht wordt en hoe lang het gaat duren. De deur gaat weer open en hij komt naar buiten in zijn grijze monnikspak. Een uiterst vriendelijke man. We kunnen zijn uitnodiging niet weigeren. Zo zitten we samen in ons kloffie wederom in lotushouding bij een theeceremonie. Onze schoenen staan buiten. Hij heeft zijn Boeddhabeeld laten zien in een kleine kamer ingericht als Boeddhazaal. Wij hebben drie keer naar Boeddha gegroet zoals dat hoort. We hebben een geanimeerd gesprek met hem. Hij blijkt een paar uur per dag Engels te leren en vindt het heerlijk om met ons Engels te praten. Elke keer als kind en ik elkaar heimelijk seinen dat dit ons laatste kopje thee is schenkt hij hem weer vol. Koekjes worden aangeboden. Wanneer de theepot leeg is proberen we beleefd aan te geven dat we willen gaan. Hij heeft echter weer nieuw water gekookt en laat ons trots de super-de-luxe doos met losse thee van het Koreaans eiland Jeju zien. We kunnen niet weigeren en gaan beleefd door met thee drinken. Wanneer we aangeven dat de rest van ons gezin beneden in de tempel op ons wacht laat hij ons gaan. Wat een uiterst aardige man. Ook de monniken die we later nog tegenkomen tijdens wandelingen in de bergen lachen ons alleraardigst toe wanneer we ze respectvol groeten met onze handen gevouwen voor ons hart en met een lichte buiging. Ze stralen iets heel harmonieus en vredelievends uit. Dat is ook een offer dat ze doen voor Boeddha legde de non ons op de avond van de ceremonie uit. Veel principes van het boeddhisme spreken mij aan zoals de meditaties, innerlijke rust, het concentreren op het positieve, het mindful zijn en een stiller leven. Meer dan een toegewijde yogi zal ik echter niet worden ben ik bang.
Istanboel - 6 januari 2019
zondag 6 januari 2019
Perfect day
Travel isn't always pretty. It isn't always comfortable. Sometimes it hurts, it even breaks your heart. But that's okay. The journey changes you: it should change you. It leaves marks on your memory, on your consciousness, on your heart and on your body. You take something with you. Hopefully, you leave something good behind.
- Anthony Bourdain
Eenmaal terug in Seoul gaan we een dag met z'n viertjes op pad. Oudste kind gaat namelijk nog een middag schaatsen en uit eten met een vriendinnetje. Wij besluiten een bergpiek in National Park Bukhansan te beklimmen. Helemaal niet ver van de hoofdstad. Dochter zoekt vooraf uit welke bus we moeten pakken en die blijkt echt vlakbij ons Airbnb huis te stoppen. 'Wat een toeval!' roep ik uitgelaten. Dochter kijkt verbaasd op van haar mobieltje. 'Ik dacht dat je dit huis er speciaal voor uit gezocht had!' Dit had ik echter vooraf nooit zo perfekt kunnen plannen. Na ruim een half uurtje rijden stappen we bij de voet van de berg uit. Er zijn verschillende bergpieken en we kiezen een makkelijk te bereiken top uit. Een wandeling van zo'n vier kilometer. Professioneel gekleedde Koreaanse wandelaars wijzen ons de juiste weg. De afstand blijkt onderweg gekgenoeg steeds meer te worden. Als wij na uren klimmen op de bewegwijzering zien dat het nóg steeds anderhalve kilometer is naar de top, geven we het op. Het is ijskoud daarboven met een hard ruizende, straffe wind. In onze winterjassen zweten we van de inspanning, maar onze wangen en handen koelen heel snel af. Een vervelend gevoel. De meiden willen niet meer verder. Het is ook al vrij laat en we willen voor de zon ondergaat zeker terug zijn. We keren om en zijn net voor zonsondergang beneden. Als we onze shawls, mutsen en jassen uit trekken in een koffietentje vlak bij de ingang van het park, blijken onze jassen en truien helemaal klam te zijn! We krijgen het ineens ijskoud. Na de warme chocomel pakken we de bus terug, stappen precies bij de juiste bushalte uit, nemen streetfood mee van de markt, friet en een hamburger voor ons jongste kind. Melk en brood van een supermarktje vlakbij het huis. We eten 'thuis' heel relaxt aan de keukentafel in plaats van in het zoveelste restaurant. Oudste kind is de volgende ochtend helemaal onder de indruk van onze zelfredzaamheid. Zij is twee weken lang onze gids geweest wat betreft openbaar vervoer, struinen naar een restaurantje of lopend op weg naar onze bestemming. Zij is náást onze gids, ook een zelfstandige, volwassen jonge vrouw geworden.
We rennen met z'n vijven keihard achter elkaar de trap af in het drukke metrostation in Seoul. De metro staat er al. Zodra we het perron op komen hollen zijn de deuren al gesloten, en kort daarna de metro vertrokken. 'Mensen hebben we 't gehaald?' vraagt onze jongste afwezig maar hoopvol. We komen niet meer bij van het lachen. 'De metro is weg. Wij staan nog op het perron. Wat denk je zelf?' reageer ik. We kunnen voorlopig niet meer stoppen met lachen! Onze jongste is jarig vandaag. Ze is veertien jaar geworden. We hebben haar vanmorgen wakker gezongen. Cadeautjes op bed. Slingers en ballonnen. Tijdens het ontbijt in onze Airbnb mocht zij beslissen wat we gingen doen vandaag. Onze laatste dag in Seoul. Onze laatste dag in Korea. Ze wil taart eten in een theme cafe. Keuze genoeg hier. Een kattencafé, een stokstaartjecafé, een karaoke café, een Hello Kitty café of een Harry Potter café. Ze koos voor de laatste - ook omdat we al eerder een kattencafé en karaoke café bezocht hadden. Het Harry Potter café bleek een soort museum rond het thema uit J.K. Rowlings' boeken en films. De meiden herkenden alle details, ik niks. De taart was echter heerlijk daar. Ik had veertien kaarsjes en een aansteker meegenomen. Zo zongen we zachtjes voor de jarige job. Ze genoot. Daar het onze laatste dag was bezochten we daarna Insa-dong, een craft market, waar we leuke souvenirs voor ons zelf hebben gekocht. De aller-allerlaatste middag hebben we doorgebracht in het eeuwenoude paleis Changdeokgung. De jarige job wilde graag in originele Koreaanse hanbok kleding door het paleis lopen. Je hoeft dan trouwens ook geen entree te betalen. Dus werd ze heel liefelijk in haar lievelingskleuren paars en roze aangekleed als een Aziatische prinses, maar dan met grote blauwe ogen. De zon stond al heel laag zo laat in de middag waardoor we heel zacht licht hadden in het mooie paleis om te fotograferen. Na een stop bij een coffee shop pakten we de metro naar het treinstation waar we als compleet gezin samen gegeten hebben. De eigenaar van de Airbnb was zo galant onze bagage daar aan ons af te leveren. Oudste kind ging deze avond naar haar afspraak met een vriendinnetje en wij viertjes pakten de trein naar de luchthaven. Deze dag had nooit zo perfekt kunnen verlopen als we dit vooraf zo geprobeerd hadden te plannen. Oudste dochter krijgt nu de kans mindful afscheid te nemen van een heel fijne periode in haar leven. Wij zien haar morgen weer in Breda!
5 januari 2019 - Seoul
- Anthony Bourdain
Eenmaal terug in Seoul gaan we een dag met z'n viertjes op pad. Oudste kind gaat namelijk nog een middag schaatsen en uit eten met een vriendinnetje. Wij besluiten een bergpiek in National Park Bukhansan te beklimmen. Helemaal niet ver van de hoofdstad. Dochter zoekt vooraf uit welke bus we moeten pakken en die blijkt echt vlakbij ons Airbnb huis te stoppen. 'Wat een toeval!' roep ik uitgelaten. Dochter kijkt verbaasd op van haar mobieltje. 'Ik dacht dat je dit huis er speciaal voor uit gezocht had!' Dit had ik echter vooraf nooit zo perfekt kunnen plannen. Na ruim een half uurtje rijden stappen we bij de voet van de berg uit. Er zijn verschillende bergpieken en we kiezen een makkelijk te bereiken top uit. Een wandeling van zo'n vier kilometer. Professioneel gekleedde Koreaanse wandelaars wijzen ons de juiste weg. De afstand blijkt onderweg gekgenoeg steeds meer te worden. Als wij na uren klimmen op de bewegwijzering zien dat het nóg steeds anderhalve kilometer is naar de top, geven we het op. Het is ijskoud daarboven met een hard ruizende, straffe wind. In onze winterjassen zweten we van de inspanning, maar onze wangen en handen koelen heel snel af. Een vervelend gevoel. De meiden willen niet meer verder. Het is ook al vrij laat en we willen voor de zon ondergaat zeker terug zijn. We keren om en zijn net voor zonsondergang beneden. Als we onze shawls, mutsen en jassen uit trekken in een koffietentje vlak bij de ingang van het park, blijken onze jassen en truien helemaal klam te zijn! We krijgen het ineens ijskoud. Na de warme chocomel pakken we de bus terug, stappen precies bij de juiste bushalte uit, nemen streetfood mee van de markt, friet en een hamburger voor ons jongste kind. Melk en brood van een supermarktje vlakbij het huis. We eten 'thuis' heel relaxt aan de keukentafel in plaats van in het zoveelste restaurant. Oudste kind is de volgende ochtend helemaal onder de indruk van onze zelfredzaamheid. Zij is twee weken lang onze gids geweest wat betreft openbaar vervoer, struinen naar een restaurantje of lopend op weg naar onze bestemming. Zij is náást onze gids, ook een zelfstandige, volwassen jonge vrouw geworden.
We rennen met z'n vijven keihard achter elkaar de trap af in het drukke metrostation in Seoul. De metro staat er al. Zodra we het perron op komen hollen zijn de deuren al gesloten, en kort daarna de metro vertrokken. 'Mensen hebben we 't gehaald?' vraagt onze jongste afwezig maar hoopvol. We komen niet meer bij van het lachen. 'De metro is weg. Wij staan nog op het perron. Wat denk je zelf?' reageer ik. We kunnen voorlopig niet meer stoppen met lachen! Onze jongste is jarig vandaag. Ze is veertien jaar geworden. We hebben haar vanmorgen wakker gezongen. Cadeautjes op bed. Slingers en ballonnen. Tijdens het ontbijt in onze Airbnb mocht zij beslissen wat we gingen doen vandaag. Onze laatste dag in Seoul. Onze laatste dag in Korea. Ze wil taart eten in een theme cafe. Keuze genoeg hier. Een kattencafé, een stokstaartjecafé, een karaoke café, een Hello Kitty café of een Harry Potter café. Ze koos voor de laatste - ook omdat we al eerder een kattencafé en karaoke café bezocht hadden. Het Harry Potter café bleek een soort museum rond het thema uit J.K. Rowlings' boeken en films. De meiden herkenden alle details, ik niks. De taart was echter heerlijk daar. Ik had veertien kaarsjes en een aansteker meegenomen. Zo zongen we zachtjes voor de jarige job. Ze genoot. Daar het onze laatste dag was bezochten we daarna Insa-dong, een craft market, waar we leuke souvenirs voor ons zelf hebben gekocht. De aller-allerlaatste middag hebben we doorgebracht in het eeuwenoude paleis Changdeokgung. De jarige job wilde graag in originele Koreaanse hanbok kleding door het paleis lopen. Je hoeft dan trouwens ook geen entree te betalen. Dus werd ze heel liefelijk in haar lievelingskleuren paars en roze aangekleed als een Aziatische prinses, maar dan met grote blauwe ogen. De zon stond al heel laag zo laat in de middag waardoor we heel zacht licht hadden in het mooie paleis om te fotograferen. Na een stop bij een coffee shop pakten we de metro naar het treinstation waar we als compleet gezin samen gegeten hebben. De eigenaar van de Airbnb was zo galant onze bagage daar aan ons af te leveren. Oudste kind ging deze avond naar haar afspraak met een vriendinnetje en wij viertjes pakten de trein naar de luchthaven. Deze dag had nooit zo perfekt kunnen verlopen als we dit vooraf zo geprobeerd hadden te plannen. Oudste dochter krijgt nu de kans mindful afscheid te nemen van een heel fijne periode in haar leven. Wij zien haar morgen weer in Breda!
5 januari 2019 - Seoul
vrijdag 4 januari 2019
A tiny place
Travel makes you modest. You see what a tiny place you occupy in the world.
- Gustave Flaubert
De Koreaanse medewerker schudt zijn hoofd. Hij kijkt kritisch naar wat hij ziet gebeuren en denkt er het zijne van. Ik zit gefrustreerd op een bankje in de zon met mijn blote, warme voeten. En dat is ook precies het probleem. Ze zijn zó opgezwollen van de warmte dat ik niet meer zonder hulp in mijn met-schapenwol-gevoerde Uggs kom! We zijn aan het strand van Busan. We kijken uit op de Japanse Zee. We hebben net zeker een half uur met onze voeten in een Hot Spring Foot Spa gezeten. De enige heetwaterbron van Korea die pal aan het strand gelegen is. De temperatuur van het water is tussen de 45 en 63 graden. Echt heerlijk. En dan dat zonnetje erbij! Eerder deze ochtend waren we aangekomen op het mooie strand van Haeundae. Na het zeewater van dichtbij geïnspecteerd te hebben wandelden we terug naar de boulevard waar we neerploften op een stenen muurtje met iets lekkers van Starbucks. Zonnebril op en lekker genieten van de warme zonnestralen op ons gezicht. Toen mijn lief en ik samen een strandwandelingetje wilden maken ontdekten we per toeval de openbare warmwaterbron. We pikten de kids op en namen met opgerolde pijpen en blote voeten plaats tussen de Koreaanse senioren. Het water uit deze bron is heilzaam voor reuma, arthritis, hoge bloeddruk en andere ouderdomsverschijnselen. Voor ons was het vooral heel erg relaxt om bij amper vijf graden buitentemperatuur met onze voeten in een warm bad te zitten. Mét uitzicht op zee. Het winterzonnetje verwarmde ondertussen ons lijf. En daarna dus dat beschamende moment dat ik mijn vochtige, warme voeten in mijn Uggs moest schuiven. Onmogelijk! Ook met de hulp van de meiden lukte het me niet. Ik besloot op blote voeten mijn weg te vervolgen op de boulevard. Mijn lief sommeerde mij echter te gaan zitten op 't trapje naar het strand en wrikte net zo lang, nog steeds met de hulp van onze meiden, totdat mijn voet er uiteindelijk in schoof. Dit gebeuren ging gepaard met veel gepuf en gesteun. De medewerker bekeek het ondoenlijke tafereeltje van een afstandje. De afkeurende uitdrukking op zijn gezicht sprak boekdelen...
Na de lunch namen we een stadsbus naar de Haedong Yonggunsa tempel. De enige tempel van Korea aan de kust. Ook de druk bezochtste voor ons. Én de laatste Boeddhistische tempel die we tijdens dit bezoek aan Korea zullen bezichtigen. Deze tempel in Busan is in 1376 gebouwd. In die tijd was er een periode van droogte geweest, oogsten waren mislukt en de mensen keerden zich uit boosheid tegen het Boeddhisme. Er was toen een monnik die een zeegod in zijn droom zag die hem zei dat hij een tempel aan zee moest bouwen. Voortreffelijk gelegen tussen bergen en zee. De tempel is inderdaad op een sprookjesachtige plek gebouwd. Pal aan zee, bovenop de rotsen. Toen een monnik in 1974 hier - tijdens zijn honderd dagen intens bidden - een visie kreeg van een godin rijdend op een draak in gekleurd licht, kreeg de tempel zijn huidige naam. In het Engels vertaald als 'Korean dragon palace'. We liepen deze middag een pad van 108 treden naar beneden. Daar zagen we het grootste gouden Boeddha beeld dat we ooit gezien hebben. De tempelgebouwen maakten niet eens zoveel indruk. Het was het betoverende sfeertje dat 'm het deed. Op een rots, met op de achtergrond de Japanse Zee, stond namelijk nóg een gouden Boeddha beeld. Ook was er een prieeltje met een klein beeldje staande in een kom water. Wanneer je met een soort soeplepel drie keer water over zijn koppie heen goot mocht je een wens doen. Deze ceremonie werd afgesloten met een eerbiedige buiging. Natuurlijk liet ik die kans niet voorbij lopen. Net zoals we allevijf een muntje vanaf de brug in het fonteintje probeerden te werpen om een wens te doen. Of dat onze jongste twee meiden in een keldertje, verlicht met kaarsen, een lepel water over hun beide duimen goten om een wens te doen. Het mystieke sfeertje van deze tempel maakte hem heel geliefd bij onze dochters.
Busan - 2 januari 2019
- Gustave Flaubert
De Koreaanse medewerker schudt zijn hoofd. Hij kijkt kritisch naar wat hij ziet gebeuren en denkt er het zijne van. Ik zit gefrustreerd op een bankje in de zon met mijn blote, warme voeten. En dat is ook precies het probleem. Ze zijn zó opgezwollen van de warmte dat ik niet meer zonder hulp in mijn met-schapenwol-gevoerde Uggs kom! We zijn aan het strand van Busan. We kijken uit op de Japanse Zee. We hebben net zeker een half uur met onze voeten in een Hot Spring Foot Spa gezeten. De enige heetwaterbron van Korea die pal aan het strand gelegen is. De temperatuur van het water is tussen de 45 en 63 graden. Echt heerlijk. En dan dat zonnetje erbij! Eerder deze ochtend waren we aangekomen op het mooie strand van Haeundae. Na het zeewater van dichtbij geïnspecteerd te hebben wandelden we terug naar de boulevard waar we neerploften op een stenen muurtje met iets lekkers van Starbucks. Zonnebril op en lekker genieten van de warme zonnestralen op ons gezicht. Toen mijn lief en ik samen een strandwandelingetje wilden maken ontdekten we per toeval de openbare warmwaterbron. We pikten de kids op en namen met opgerolde pijpen en blote voeten plaats tussen de Koreaanse senioren. Het water uit deze bron is heilzaam voor reuma, arthritis, hoge bloeddruk en andere ouderdomsverschijnselen. Voor ons was het vooral heel erg relaxt om bij amper vijf graden buitentemperatuur met onze voeten in een warm bad te zitten. Mét uitzicht op zee. Het winterzonnetje verwarmde ondertussen ons lijf. En daarna dus dat beschamende moment dat ik mijn vochtige, warme voeten in mijn Uggs moest schuiven. Onmogelijk! Ook met de hulp van de meiden lukte het me niet. Ik besloot op blote voeten mijn weg te vervolgen op de boulevard. Mijn lief sommeerde mij echter te gaan zitten op 't trapje naar het strand en wrikte net zo lang, nog steeds met de hulp van onze meiden, totdat mijn voet er uiteindelijk in schoof. Dit gebeuren ging gepaard met veel gepuf en gesteun. De medewerker bekeek het ondoenlijke tafereeltje van een afstandje. De afkeurende uitdrukking op zijn gezicht sprak boekdelen...
Na de lunch namen we een stadsbus naar de Haedong Yonggunsa tempel. De enige tempel van Korea aan de kust. Ook de druk bezochtste voor ons. Én de laatste Boeddhistische tempel die we tijdens dit bezoek aan Korea zullen bezichtigen. Deze tempel in Busan is in 1376 gebouwd. In die tijd was er een periode van droogte geweest, oogsten waren mislukt en de mensen keerden zich uit boosheid tegen het Boeddhisme. Er was toen een monnik die een zeegod in zijn droom zag die hem zei dat hij een tempel aan zee moest bouwen. Voortreffelijk gelegen tussen bergen en zee. De tempel is inderdaad op een sprookjesachtige plek gebouwd. Pal aan zee, bovenop de rotsen. Toen een monnik in 1974 hier - tijdens zijn honderd dagen intens bidden - een visie kreeg van een godin rijdend op een draak in gekleurd licht, kreeg de tempel zijn huidige naam. In het Engels vertaald als 'Korean dragon palace'. We liepen deze middag een pad van 108 treden naar beneden. Daar zagen we het grootste gouden Boeddha beeld dat we ooit gezien hebben. De tempelgebouwen maakten niet eens zoveel indruk. Het was het betoverende sfeertje dat 'm het deed. Op een rots, met op de achtergrond de Japanse Zee, stond namelijk nóg een gouden Boeddha beeld. Ook was er een prieeltje met een klein beeldje staande in een kom water. Wanneer je met een soort soeplepel drie keer water over zijn koppie heen goot mocht je een wens doen. Deze ceremonie werd afgesloten met een eerbiedige buiging. Natuurlijk liet ik die kans niet voorbij lopen. Net zoals we allevijf een muntje vanaf de brug in het fonteintje probeerden te werpen om een wens te doen. Of dat onze jongste twee meiden in een keldertje, verlicht met kaarsen, een lepel water over hun beide duimen goten om een wens te doen. Het mystieke sfeertje van deze tempel maakte hem heel geliefd bij onze dochters.
Busan - 2 januari 2019
woensdag 2 januari 2019
Het oude Azië
Stuff your eyes with wonder, live as if you'd drop dead in ten seconds. See the world. It's more fantastic than any dream or paid for in factories.
- Ray Bradbury
Het mooie van Korea is dat het niet groot is en het openbaar vervoer werkelijk subliem. De rust en het gevoel van het oude Azië is hier zo gevonden buiten de stad. We verblijven deze dagen in een hotel in 't hartje van de stad Daegu. Op loopafstand van het station. Zo rijden we in een uurtje met een streekbus door een winters landschap. Verdorde rijstvelden, bevroren slootjes tussen de akkerbouwgrond en verwarmde kassen. Op weg naar het National Park Gayasan. De rit eindigt in de bergen waar we via S-bochten het tweede juweeltje van Korea bereiken. De mooie Haeinsa tempel. Magnifiek gelegen tussen de hoge bergen waarvan de heilige berg Gaya 1430 meter hoog is. Er stroomt een witbevroren rivier, met op sommige plekjes een sprookjesachtige bevroren waterval. Deze Boeddhistische tempel staat genoteerd op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Ook vanwege de grote schat, de heilige Boeddhistische tekst Tripitaka, die hier bewaard wordt. Deze 18.340 houten blokken die 68 cm breed, 24.5 cm lang en 3 cm dik zijn worden bewaard in een hal waarvan de vloer uit zout, kool, kalksteen en zand bestaat. Ideaal om vochtigheid tegen te gaan en het houdt ook meteen de insecten weg van de eeuwenoude houtsblokken.
Het duurde ooit zestien jaar om deze blokken vol tekst te maken. Het hout kwam van zilvermagnolia's die bij de Stille Zuidzee groeiden. Dit hout werd jaren lang in zout zeewater geweekt en daarna gedroogd. Sinds 1398 ligt de heilige Tripitaka tekst hier in deze Haeinsa tempel. De deuren blijven helaas goed gesloten. Natuurlijk liepen we weer door beide poorten naar de tempel en tijdens onze wandeling begon het licht te sneeuwen. Op het grote binnenplein was een motief aangelegd waar we een monnik geconcentreerd het spoor zagen lopen met zijn handen gevouwen. Links over rechts. Zoals wij het ook geleerd hebben. Denkend aan zijn intentie zoals wij dat een week geleden ook deden bij een andere tempel. Jongste kind en ik hebben het hier nogmaals gedaan. Nadat we Boeddha gedag hadden gezegd en de tempel bewonderd hadden zagen we een book cafe in een van de antieke gebouwtjes. Daar hebben we met onze warme chocolademelk lang voor het raam gezeten om lekker naar buiten te kijken. Deze tempels behoren tot de cultuur van Korea. Het Boeddhisme inspireert me als een van de meest invloedrijke religies in de wereld. Eenmaal buiten waren we ruim te laat om nog een wandeling door het National Park te maken, want na 1 pm mocht je jammergenoeg al niet niet meer langs de toegangspoort. Weer beneden bij de bushalte werden we verrast door een bezoek van vier grazende, wilde zwijnen. Niemand van ons gezin wilde meer wandelen door de kou. We zijn terug gereden naar de stad. Met warme maiskolven als lunch in de bus vielen we bijna allemaal als een blok in slaap.
Daegu - 1 januari 2019
- Ray Bradbury
Het mooie van Korea is dat het niet groot is en het openbaar vervoer werkelijk subliem. De rust en het gevoel van het oude Azië is hier zo gevonden buiten de stad. We verblijven deze dagen in een hotel in 't hartje van de stad Daegu. Op loopafstand van het station. Zo rijden we in een uurtje met een streekbus door een winters landschap. Verdorde rijstvelden, bevroren slootjes tussen de akkerbouwgrond en verwarmde kassen. Op weg naar het National Park Gayasan. De rit eindigt in de bergen waar we via S-bochten het tweede juweeltje van Korea bereiken. De mooie Haeinsa tempel. Magnifiek gelegen tussen de hoge bergen waarvan de heilige berg Gaya 1430 meter hoog is. Er stroomt een witbevroren rivier, met op sommige plekjes een sprookjesachtige bevroren waterval. Deze Boeddhistische tempel staat genoteerd op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Ook vanwege de grote schat, de heilige Boeddhistische tekst Tripitaka, die hier bewaard wordt. Deze 18.340 houten blokken die 68 cm breed, 24.5 cm lang en 3 cm dik zijn worden bewaard in een hal waarvan de vloer uit zout, kool, kalksteen en zand bestaat. Ideaal om vochtigheid tegen te gaan en het houdt ook meteen de insecten weg van de eeuwenoude houtsblokken.
Het duurde ooit zestien jaar om deze blokken vol tekst te maken. Het hout kwam van zilvermagnolia's die bij de Stille Zuidzee groeiden. Dit hout werd jaren lang in zout zeewater geweekt en daarna gedroogd. Sinds 1398 ligt de heilige Tripitaka tekst hier in deze Haeinsa tempel. De deuren blijven helaas goed gesloten. Natuurlijk liepen we weer door beide poorten naar de tempel en tijdens onze wandeling begon het licht te sneeuwen. Op het grote binnenplein was een motief aangelegd waar we een monnik geconcentreerd het spoor zagen lopen met zijn handen gevouwen. Links over rechts. Zoals wij het ook geleerd hebben. Denkend aan zijn intentie zoals wij dat een week geleden ook deden bij een andere tempel. Jongste kind en ik hebben het hier nogmaals gedaan. Nadat we Boeddha gedag hadden gezegd en de tempel bewonderd hadden zagen we een book cafe in een van de antieke gebouwtjes. Daar hebben we met onze warme chocolademelk lang voor het raam gezeten om lekker naar buiten te kijken. Deze tempels behoren tot de cultuur van Korea. Het Boeddhisme inspireert me als een van de meest invloedrijke religies in de wereld. Eenmaal buiten waren we ruim te laat om nog een wandeling door het National Park te maken, want na 1 pm mocht je jammergenoeg al niet niet meer langs de toegangspoort. Weer beneden bij de bushalte werden we verrast door een bezoek van vier grazende, wilde zwijnen. Niemand van ons gezin wilde meer wandelen door de kou. We zijn terug gereden naar de stad. Met warme maiskolven als lunch in de bus vielen we bijna allemaal als een blok in slaap.
Daegu - 1 januari 2019
zondag 30 december 2018
Mountains high
The snow is sparkling like a million little suns.
- Lama Willa
Heel hoog op mijn wensenlijstje voor deze rondreis door Korea stond een wandeling in een bosrijk National Park met bergen. En een Boeddhistische tempel als een pareltje verborgen in deze bergen. Én maagdelijke sneeuw. Mijn wens is vandaag uitgekomen! We moesten er qua vervoer wel wat voor over hebben, want het huis dat ik oorspronkelijk had gehuurd in de buurt van Buan - waar we rechtstreeks een bus naar het National Park konden nemen - bleek ik helemaal niet gehuurd te hebben. Er was zo laat niks meer in de buurt beschikbaar rond de Feestdagen dat aan mijn eisen voldeed. Dus had ik een hotelkamer gereserveerd in een wat groter plaatsje wat verder van het Naejangsan National Park vandaan. Op advies van onze oudste dochter. Een spiksplinternieuw hotel waar we een familiekamer konden delen. We slapen hier traditioneel op matrassen op de verwarmde vloer. Even slikken om in een luxe hotel - met superluxe badkamer en vele extra's zoals kamerjassen, slippers, koffie en thee, koelkast, verzorgingsprodukten en zelfs een haarborstel - vijf opgestapelde matrassen te vinden die je uit moet leggen en je dekbed er overheen moet trekken. Wij hadden in de Boeddhistische tempel ook op deze traditionele manier geslapen dus we keken er niet heel raar meer van op. Mijn lief had echter na twee nachten een extra matje gevraagd bij de receptie. Hij kreeg ongelukkig genoeg twee beurse plekken op zijn heupen van het liggen... We stonden die bewuste ochtend bijtijds op en namen eerst een stadsbus naar het busstation. Daar namen we een intercitybus naar een andere stad waar we overstapten op een lokale bus naar het National Park. De bussen rijden hier perfect op tijd en alles klopte. Zelfs de sneeuw. Er was geen kip op straat toen we die ochtend arriveerden bij de ingang van het park. Eerst doken we een verlaten coffeecorner in om heat pads op ons lijf te plakken. Het zou tussen de -4 en -11 graden worden dus had oudste kind gezorgd voor warme kruikjes die je op je buik of rug kunt plakken. Of in je hand kunt houden in je handschoen of in je jaszak. Ze blijven wel tien uur warm. Het is zó heerlijk om in de kou met een gure wind om je heen met een heerlijk warme rug en warme handen te wandelen. Voor mij voelde het gewoon als een wellness!
We klommen eerst de bergen in om op een bergkam van het uitzicht te genieten. Helaas kon mijn lief halverwege de route niet verder. Hij had zijn wandelschoenen al een week aan zijn backpack bungelen, maar op de dag dat hij ze écht nodig had, vandaag dus, besloot hij zijn gewone schoenen aan te trekken. Veel te gladde zolen dus om in de sneeuw over gladde stenen naar boven te klimmen. Na een val op zijn rug besloot hij om daar in het bos te blijven wachten op ons. Wij klommen met z'n viertjes langzaam verder. Een flinke klim naar de 700 meter hoge top. De terugweg was zelfs nóg gladder maar met een beetje hulp van elkaar kwamen we weer bij mijn lief terecht. Oudste kind heeft zelfs een stukje op haar lange jas naar beneden gesleed! Ik genoot van de natuur, het weer met een winters zonnetje en het samenzijn van ons gezin. Eenmaal beneden namen we iets verderop de kabelbaan naar boven. Na een lunch liepen we daar zeer behoedzaam vanwege de spekgladde zolen van mijn lief naar een uitkijktoren. IJs- en ijskoud daar op die hoge berg door de wind, maar eindeloos uitzicht. Ook uitzicht op de tempel die nog op mijn verlanglijstje stond.... Eenmaal terug met de kabelbaan liepen we wederom de ons bekende route door de eerste poort, langs een (bevroren) rivier en over een brug naar de wereld van Boeddha. Ook door de tweede poort met enge tekeningen om je negatieve gedachten achter je te laten, gebogen onder het gebouwtje door naar de trap met oneven treden. Hoe bijzonder vond ik het om in de witte sneeuw een Boeddhistische tempel in Korea te bezoeken! 'Als er bij de coffeeshop naast de bushalte nou ook nog warme chocomel verkocht wordt dan wordt dit een dag met een gouden randje...' bedacht ik. Niet veel later zit iedereen met een warme beker in zijn handen in de bus. Ik ben rozig, warm en zo tevreden met mijn dag. De zon die er de hele dag voor ons was gaat snel onder. Ik kijk naar de foto's op mijn camera. Ik glimlach. Ik heb deze dag ieder moment ten volste beleefd.
Jeonju - 29 december 2018
- Lama Willa
Heel hoog op mijn wensenlijstje voor deze rondreis door Korea stond een wandeling in een bosrijk National Park met bergen. En een Boeddhistische tempel als een pareltje verborgen in deze bergen. Én maagdelijke sneeuw. Mijn wens is vandaag uitgekomen! We moesten er qua vervoer wel wat voor over hebben, want het huis dat ik oorspronkelijk had gehuurd in de buurt van Buan - waar we rechtstreeks een bus naar het National Park konden nemen - bleek ik helemaal niet gehuurd te hebben. Er was zo laat niks meer in de buurt beschikbaar rond de Feestdagen dat aan mijn eisen voldeed. Dus had ik een hotelkamer gereserveerd in een wat groter plaatsje wat verder van het Naejangsan National Park vandaan. Op advies van onze oudste dochter. Een spiksplinternieuw hotel waar we een familiekamer konden delen. We slapen hier traditioneel op matrassen op de verwarmde vloer. Even slikken om in een luxe hotel - met superluxe badkamer en vele extra's zoals kamerjassen, slippers, koffie en thee, koelkast, verzorgingsprodukten en zelfs een haarborstel - vijf opgestapelde matrassen te vinden die je uit moet leggen en je dekbed er overheen moet trekken. Wij hadden in de Boeddhistische tempel ook op deze traditionele manier geslapen dus we keken er niet heel raar meer van op. Mijn lief had echter na twee nachten een extra matje gevraagd bij de receptie. Hij kreeg ongelukkig genoeg twee beurse plekken op zijn heupen van het liggen... We stonden die bewuste ochtend bijtijds op en namen eerst een stadsbus naar het busstation. Daar namen we een intercitybus naar een andere stad waar we overstapten op een lokale bus naar het National Park. De bussen rijden hier perfect op tijd en alles klopte. Zelfs de sneeuw. Er was geen kip op straat toen we die ochtend arriveerden bij de ingang van het park. Eerst doken we een verlaten coffeecorner in om heat pads op ons lijf te plakken. Het zou tussen de -4 en -11 graden worden dus had oudste kind gezorgd voor warme kruikjes die je op je buik of rug kunt plakken. Of in je hand kunt houden in je handschoen of in je jaszak. Ze blijven wel tien uur warm. Het is zó heerlijk om in de kou met een gure wind om je heen met een heerlijk warme rug en warme handen te wandelen. Voor mij voelde het gewoon als een wellness!
We klommen eerst de bergen in om op een bergkam van het uitzicht te genieten. Helaas kon mijn lief halverwege de route niet verder. Hij had zijn wandelschoenen al een week aan zijn backpack bungelen, maar op de dag dat hij ze écht nodig had, vandaag dus, besloot hij zijn gewone schoenen aan te trekken. Veel te gladde zolen dus om in de sneeuw over gladde stenen naar boven te klimmen. Na een val op zijn rug besloot hij om daar in het bos te blijven wachten op ons. Wij klommen met z'n viertjes langzaam verder. Een flinke klim naar de 700 meter hoge top. De terugweg was zelfs nóg gladder maar met een beetje hulp van elkaar kwamen we weer bij mijn lief terecht. Oudste kind heeft zelfs een stukje op haar lange jas naar beneden gesleed! Ik genoot van de natuur, het weer met een winters zonnetje en het samenzijn van ons gezin. Eenmaal beneden namen we iets verderop de kabelbaan naar boven. Na een lunch liepen we daar zeer behoedzaam vanwege de spekgladde zolen van mijn lief naar een uitkijktoren. IJs- en ijskoud daar op die hoge berg door de wind, maar eindeloos uitzicht. Ook uitzicht op de tempel die nog op mijn verlanglijstje stond.... Eenmaal terug met de kabelbaan liepen we wederom de ons bekende route door de eerste poort, langs een (bevroren) rivier en over een brug naar de wereld van Boeddha. Ook door de tweede poort met enge tekeningen om je negatieve gedachten achter je te laten, gebogen onder het gebouwtje door naar de trap met oneven treden. Hoe bijzonder vond ik het om in de witte sneeuw een Boeddhistische tempel in Korea te bezoeken! 'Als er bij de coffeeshop naast de bushalte nou ook nog warme chocomel verkocht wordt dan wordt dit een dag met een gouden randje...' bedacht ik. Niet veel later zit iedereen met een warme beker in zijn handen in de bus. Ik ben rozig, warm en zo tevreden met mijn dag. De zon die er de hele dag voor ons was gaat snel onder. Ik kijk naar de foto's op mijn camera. Ik glimlach. Ik heb deze dag ieder moment ten volste beleefd.
Jeonju - 29 december 2018
donderdag 27 december 2018
Thee ceremonie
Met twee handen houd ik mijn kop thee vast. Volledig aandachtig, verblijven mijn lichaam en geest in het hier en nu.
- Thich Nhat Hanh
Na een paar heerlijke, maar toch intense dagen in miljoenenstad Seoul pakken we de trein naar het meest westelijk gelegen schiereiland Byeonsan-bando. Daar ligt de 1400 jaar oude Boedhistische tempel Naesosa die door de Japanners vernield werd en 600 jaar geleden geheel identiek is opgebouwd. Op een stationnetje zouden we overstappen op een lokale bus maar die rijdt vandaag niet horen we van de taxichauffeur. We mogen met z'n vijven in zijn taxi stappen. Hij brengt ons naar de tempel. Vier dames gepropt op de achterbank met nog wat handbagage en een backpack languit op schoot. Mijn eega voorin met zijn enorme backpack ook op schoot. We worden na een klein half uurtje bovenop de berg afgezet - recht voor de tempel. Nadat we de bagage gedumpt hebben in onze familiekamer wandelen we naar beneden om te lunchen. Nu kunnen we op de juiste manier nogmaals binnen komen. Eerst door de eerste poort waarna we onze zorgen, wensen, fouten en ego achter ons mogen laten en door de tweede poort lopen waar onze gedachten die tóch nog bleven plakken afgeschrikt worden door enge beschilderingen. Onderweg wandelend langs een lange bomenrij met een heerlijke bosgeur kwamen we een bruggetje tegen als symbool tussen de normale wereld en de wereld van Boeddha. Zo ook een stromend riviertje waar je je ziel symbolisch kunt wassen. Eenmaal binnen op de heilige grond lopen we gebukt onder een houten gebouw op palen door zodat we onze eerbied al aan Boeddha kunnen tonen. Om vervolgens over een trap vol bobbelige keitjes voorzichtig naar boven te lopen met je hoofd naar je voeten kijkend en wederom uit eerbied voor Boeddha. Boven aangekomen zien we drie grote, gouden Boeddha beelden in een antieke, houtbewerkte zaal. Er is een stukje van het plafond dat niet geschilderd is, omdat de kunstenaar eeuwen geleden geeist had dat er niet gespiekt werd tijdens het schilderproces. Eén monnik kon zich toch niet inhouden en zag een gouden vogel met een kwast vliegen. Deze vloog weg toen hij de monnik opmerkte. Dit is de legende dat het ongeverfde stukje verklaart. Net zoals het stukje hout dat ontbreekt, omdat de timmerman er honderden jaren geleden drie jaar lang over deed alle houten blokken te zagen. Het geduld van de monnik raakte op toen hij na jaren nog steeds niks gebouwd zag worden en hij sloeg uit woede één blok stuk. Dit stuk kon ondanks de verontschuldigingen van de monnik niet meer gebruikt worden voor de tempel en tot op deze dag mist er een stuk hout in de constructie.
Het is verschrikkelijk koud hier op de berg en er waait een harde, straffe wind. We hebben ons vooraf aan de uitleg omgekleed in een uniform dat bestaat uit een grijze comfortabele broek (met een lange skionderbroek en dikke skisokken eronder) en een grijze bodywarmer. Aan onze voeten dragen we een soort rubberen instappers. Mijn eega krijgt eerst te horen dat hij z'n bodywarmer binnenste buiten draagt. Daarna krijgen we te horen dat we vanaf nu zo min mogelijk praten en wat we zeggen heel zacht moet zijn. We mogen mee eten in de eetzaal waar we een heerlijke vegetarische maaltijd krijgen. Er wordt nauwelijks gesproken. Na het eten krijgen we voor het chanten een uitleg over de buigingen die we straks moeten doen terwijl de monnik zingt. We staan buiten vijf slagen naast een enorm grote gong, omdat het te koud is om alle drieendertig slagen te beluisteren. We doen onze schoentjes uit voordat we de grote Boeddhazaal binnenstappen en pakken elk een kussen om de kniebuigingen op te doen. Ons jongste kind valt een keer bijna om tijdens de uitvoering en ik kan nét mijn lachen inhouden. Ook wanneer we buiten, met onze schoentjes weer aan, drie ronden met onze handen gevouwen om de gong heen lopen in een rij - en een intentie uitspreken - en ik er achter kom dat ik de schoenen van de monnik aan heb! Ik proest het bijna uit en bedenk ondertussen razendsnel wat ik kan doen om me uit deze hachelijke situatie te redden. Terwijl mijn gezin binnen klaar gaat zitten voor de thee ceremonie met een vrouwelijke monnik loop ik rustig met mijn handen over elkaar door het donker terug naar de grote zaal met de Boeddha. Ik hoor de monnik binnen nog zingen en wissel snel de schoentjes bij de deur om. Ik kom tegelijk met de vrouwelijke monnik aan bij de theeceremonie en buig respectvol mijn bovenlichaam voor haar, met mijn handen tegen elkaar voor mijn borst. 'Onze zielen zijn gelijk.' We praten eindeloos met deze bijzonder vriendelijke vrouw en gaan vóór het tijdstip van absolute stilte terug naar onze kamer. Het licht moet uit en er mag absoluut geen geluid gemaakt worden. Om zes uur worden we bij het ontbijt verwacht, waarna we een meditatieve wandeling gaan maken naar de top van de berg. Daar staat een kleine tempel met adembenemend uitzicht op de bergen en de zee erachter!
Naesosa - 26 december 2018
- Thich Nhat Hanh
Na een paar heerlijke, maar toch intense dagen in miljoenenstad Seoul pakken we de trein naar het meest westelijk gelegen schiereiland Byeonsan-bando. Daar ligt de 1400 jaar oude Boedhistische tempel Naesosa die door de Japanners vernield werd en 600 jaar geleden geheel identiek is opgebouwd. Op een stationnetje zouden we overstappen op een lokale bus maar die rijdt vandaag niet horen we van de taxichauffeur. We mogen met z'n vijven in zijn taxi stappen. Hij brengt ons naar de tempel. Vier dames gepropt op de achterbank met nog wat handbagage en een backpack languit op schoot. Mijn eega voorin met zijn enorme backpack ook op schoot. We worden na een klein half uurtje bovenop de berg afgezet - recht voor de tempel. Nadat we de bagage gedumpt hebben in onze familiekamer wandelen we naar beneden om te lunchen. Nu kunnen we op de juiste manier nogmaals binnen komen. Eerst door de eerste poort waarna we onze zorgen, wensen, fouten en ego achter ons mogen laten en door de tweede poort lopen waar onze gedachten die tóch nog bleven plakken afgeschrikt worden door enge beschilderingen. Onderweg wandelend langs een lange bomenrij met een heerlijke bosgeur kwamen we een bruggetje tegen als symbool tussen de normale wereld en de wereld van Boeddha. Zo ook een stromend riviertje waar je je ziel symbolisch kunt wassen. Eenmaal binnen op de heilige grond lopen we gebukt onder een houten gebouw op palen door zodat we onze eerbied al aan Boeddha kunnen tonen. Om vervolgens over een trap vol bobbelige keitjes voorzichtig naar boven te lopen met je hoofd naar je voeten kijkend en wederom uit eerbied voor Boeddha. Boven aangekomen zien we drie grote, gouden Boeddha beelden in een antieke, houtbewerkte zaal. Er is een stukje van het plafond dat niet geschilderd is, omdat de kunstenaar eeuwen geleden geeist had dat er niet gespiekt werd tijdens het schilderproces. Eén monnik kon zich toch niet inhouden en zag een gouden vogel met een kwast vliegen. Deze vloog weg toen hij de monnik opmerkte. Dit is de legende dat het ongeverfde stukje verklaart. Net zoals het stukje hout dat ontbreekt, omdat de timmerman er honderden jaren geleden drie jaar lang over deed alle houten blokken te zagen. Het geduld van de monnik raakte op toen hij na jaren nog steeds niks gebouwd zag worden en hij sloeg uit woede één blok stuk. Dit stuk kon ondanks de verontschuldigingen van de monnik niet meer gebruikt worden voor de tempel en tot op deze dag mist er een stuk hout in de constructie.
Het is verschrikkelijk koud hier op de berg en er waait een harde, straffe wind. We hebben ons vooraf aan de uitleg omgekleed in een uniform dat bestaat uit een grijze comfortabele broek (met een lange skionderbroek en dikke skisokken eronder) en een grijze bodywarmer. Aan onze voeten dragen we een soort rubberen instappers. Mijn eega krijgt eerst te horen dat hij z'n bodywarmer binnenste buiten draagt. Daarna krijgen we te horen dat we vanaf nu zo min mogelijk praten en wat we zeggen heel zacht moet zijn. We mogen mee eten in de eetzaal waar we een heerlijke vegetarische maaltijd krijgen. Er wordt nauwelijks gesproken. Na het eten krijgen we voor het chanten een uitleg over de buigingen die we straks moeten doen terwijl de monnik zingt. We staan buiten vijf slagen naast een enorm grote gong, omdat het te koud is om alle drieendertig slagen te beluisteren. We doen onze schoentjes uit voordat we de grote Boeddhazaal binnenstappen en pakken elk een kussen om de kniebuigingen op te doen. Ons jongste kind valt een keer bijna om tijdens de uitvoering en ik kan nét mijn lachen inhouden. Ook wanneer we buiten, met onze schoentjes weer aan, drie ronden met onze handen gevouwen om de gong heen lopen in een rij - en een intentie uitspreken - en ik er achter kom dat ik de schoenen van de monnik aan heb! Ik proest het bijna uit en bedenk ondertussen razendsnel wat ik kan doen om me uit deze hachelijke situatie te redden. Terwijl mijn gezin binnen klaar gaat zitten voor de thee ceremonie met een vrouwelijke monnik loop ik rustig met mijn handen over elkaar door het donker terug naar de grote zaal met de Boeddha. Ik hoor de monnik binnen nog zingen en wissel snel de schoentjes bij de deur om. Ik kom tegelijk met de vrouwelijke monnik aan bij de theeceremonie en buig respectvol mijn bovenlichaam voor haar, met mijn handen tegen elkaar voor mijn borst. 'Onze zielen zijn gelijk.' We praten eindeloos met deze bijzonder vriendelijke vrouw en gaan vóór het tijdstip van absolute stilte terug naar onze kamer. Het licht moet uit en er mag absoluut geen geluid gemaakt worden. Om zes uur worden we bij het ontbijt verwacht, waarna we een meditatieve wandeling gaan maken naar de top van de berg. Daar staat een kleine tempel met adembenemend uitzicht op de bergen en de zee erachter!
Naesosa - 26 december 2018
dinsdag 25 december 2018
Complete!
Travel tends to magnify all human emotions.
- Peter Hoeg
De backpack's komen al snel van de band rollen op Incheon international airport. Alles is voorspoedig gegaan tijdens de lange reis. Alhoewel we de avond voor ons vertrek even peultjes zaten te zweten toen bleek dat we niet vooraf online konden inchecken. Tickets waren online niet te vinden... Een telefoontje en heel veel geduld later lukte het gelukkig wel. We poetsen even onze tanden in een toilet op de luchthaven als ons kind 'appt "Laat dat tanden poetsen maar zitten en kom zo snel mogelijk hierheen!" Met een kar vol bagage stappen we door de glazen schuifdeuren. Iedereen kent die scenes op de luchthaven. Een weerzien met langdurige omhelzingen en tranen van geluk. Eerst vlieg ik haar in de armen over het hekje heen en daarna loop ik pas om het hekwerk heen om aan te sluiten in de 'familyhug'. Een blonde meid die tussen de kleine zwartharige Koreanen stond te wachten, die emotioneel een lange, blonde familie in de armen valt, terwijl de Koreanen hun familie afstandelijk gedag zeggen of een hand geven. Toch gaat ze mooi op in de menigte. Zo draagt ze namelijk een lange, zwarte worstenjas die - daar komen we al snel achter - élke Koreaan in Seoul draagt! We lopen met de backpack's op onze rug van de aankomsthal naar het station om vervolgens een uur in een trein te zitten. Het Airbnb huis dat ik gehuurd heb ligt op loopafstand van het station, maar met de moeilijke straatnamen en het onlogisch nummeren van de huizen duurt het even voordat we de juiste deur vinden. De eerste code van de voordeur gaat prima. Met de tweede code van de huisdeur kunnen we niet uit de voeten. We kunnen niet naar de huiseigenaar bellen, maar gelukkig reageert Ain heel snel op mijn mail via de site van Airbnb. Ze bleek de code aangepast te hebben. Ze redt ons snel uit onze benarde positie. Nu kunnen we onze schoenen uitdoen bij de deur. De slippers die al klaarstaan aantrekken in de badkamer, thee zetten, een beetje uitpakken en relaxen. We zijn in Seoul. We zijn gewoon ín Seoul. En het was niet eens zo moeilijk om hier te komen. Om het te beseffen is moeilijker. Ons gezin is weer heerlijk compleet. En het voelt alsof we nooit uit elkaar geweest zijn!
Een heerlijk harmonieuze, rustige en lichte plek in een bruisende miljoenenstad. We lopen met z'n vijven met een bubble tea of een hete jasmijn thee in een grote kartonnen beker in onze koude handen richting de campus waar onze oudste een semester lang gestudeerd heeft. De zon schijnt heel fel. Er is een knalblauwe, maar frisse lucht. Er zijn wat duiven op het plein. De gebouwen zijn tegen een heuvel aan gelegen en er zijn wat parkjes met Koreaanse kunst van steen aangelegd. Sfeervol. We gaan op een bankje zitten waar we genieten van de warmte van de winterzon, de relaxte energie die er hangt en de uitleg van ons kind over alle gebouwen. Als we met z'n vijfjes een groepsfoto willen maken komt er toevallig een medestudente van ons kind aanlopen. Zij maakt de mooie foto. Een warme herinnering.... Onze dochter neemt ons mee naar verborgen restaurantjes die soms in een kelder gelegen zijn of in een stijl achteraf straatje. Maar steeds van hoge kwaliteit. Hoe vaak heeft ze geen foto's van borden vol Koraans voedsel gedeeld met ons op Whats App? En nu zitten we mét haar aan tafel! Te genieten van inderdaad heerlijk eten. De eerste avond neemt ze ons mee voor Korean barbecue, het meest fameuse gerecht van Korea denk ik. Een tafel vol schaaltjes met bijgerechten en een schaal vol vlees die na het zelf braden met een scherpe schaar geknipt moet worden. Ons kind bestelt altijd in vloeiend Koreaans. We drinken telkens water uit een eenvoudige thermoskan in de - zo leren we later - typische metalen bekertjes. Onze metalen stokjes en lepel uit een lade onder onze eettafel leggen we altijd op een papieren servetje. Dat zijn de gebruiken. Zo weet ze ons ook steeds te verrassen met de meest heerlijke, zoete toetjes!
Seoul - 24 december 2018
- Peter Hoeg
De backpack's komen al snel van de band rollen op Incheon international airport. Alles is voorspoedig gegaan tijdens de lange reis. Alhoewel we de avond voor ons vertrek even peultjes zaten te zweten toen bleek dat we niet vooraf online konden inchecken. Tickets waren online niet te vinden... Een telefoontje en heel veel geduld later lukte het gelukkig wel. We poetsen even onze tanden in een toilet op de luchthaven als ons kind 'appt "Laat dat tanden poetsen maar zitten en kom zo snel mogelijk hierheen!" Met een kar vol bagage stappen we door de glazen schuifdeuren. Iedereen kent die scenes op de luchthaven. Een weerzien met langdurige omhelzingen en tranen van geluk. Eerst vlieg ik haar in de armen over het hekje heen en daarna loop ik pas om het hekwerk heen om aan te sluiten in de 'familyhug'. Een blonde meid die tussen de kleine zwartharige Koreanen stond te wachten, die emotioneel een lange, blonde familie in de armen valt, terwijl de Koreanen hun familie afstandelijk gedag zeggen of een hand geven. Toch gaat ze mooi op in de menigte. Zo draagt ze namelijk een lange, zwarte worstenjas die - daar komen we al snel achter - élke Koreaan in Seoul draagt! We lopen met de backpack's op onze rug van de aankomsthal naar het station om vervolgens een uur in een trein te zitten. Het Airbnb huis dat ik gehuurd heb ligt op loopafstand van het station, maar met de moeilijke straatnamen en het onlogisch nummeren van de huizen duurt het even voordat we de juiste deur vinden. De eerste code van de voordeur gaat prima. Met de tweede code van de huisdeur kunnen we niet uit de voeten. We kunnen niet naar de huiseigenaar bellen, maar gelukkig reageert Ain heel snel op mijn mail via de site van Airbnb. Ze bleek de code aangepast te hebben. Ze redt ons snel uit onze benarde positie. Nu kunnen we onze schoenen uitdoen bij de deur. De slippers die al klaarstaan aantrekken in de badkamer, thee zetten, een beetje uitpakken en relaxen. We zijn in Seoul. We zijn gewoon ín Seoul. En het was niet eens zo moeilijk om hier te komen. Om het te beseffen is moeilijker. Ons gezin is weer heerlijk compleet. En het voelt alsof we nooit uit elkaar geweest zijn!
Een heerlijk harmonieuze, rustige en lichte plek in een bruisende miljoenenstad. We lopen met z'n vijven met een bubble tea of een hete jasmijn thee in een grote kartonnen beker in onze koude handen richting de campus waar onze oudste een semester lang gestudeerd heeft. De zon schijnt heel fel. Er is een knalblauwe, maar frisse lucht. Er zijn wat duiven op het plein. De gebouwen zijn tegen een heuvel aan gelegen en er zijn wat parkjes met Koreaanse kunst van steen aangelegd. Sfeervol. We gaan op een bankje zitten waar we genieten van de warmte van de winterzon, de relaxte energie die er hangt en de uitleg van ons kind over alle gebouwen. Als we met z'n vijfjes een groepsfoto willen maken komt er toevallig een medestudente van ons kind aanlopen. Zij maakt de mooie foto. Een warme herinnering.... Onze dochter neemt ons mee naar verborgen restaurantjes die soms in een kelder gelegen zijn of in een stijl achteraf straatje. Maar steeds van hoge kwaliteit. Hoe vaak heeft ze geen foto's van borden vol Koraans voedsel gedeeld met ons op Whats App? En nu zitten we mét haar aan tafel! Te genieten van inderdaad heerlijk eten. De eerste avond neemt ze ons mee voor Korean barbecue, het meest fameuse gerecht van Korea denk ik. Een tafel vol schaaltjes met bijgerechten en een schaal vol vlees die na het zelf braden met een scherpe schaar geknipt moet worden. Ons kind bestelt altijd in vloeiend Koreaans. We drinken telkens water uit een eenvoudige thermoskan in de - zo leren we later - typische metalen bekertjes. Onze metalen stokjes en lepel uit een lade onder onze eettafel leggen we altijd op een papieren servetje. Dat zijn de gebruiken. Zo weet ze ons ook steeds te verrassen met de meest heerlijke, zoete toetjes!
Seoul - 24 december 2018
vrijdag 21 december 2018
Here we come!
“The gladdest moment in human life, me thinks, is a departure into unknown lands.”
– Sir Richard Burton
Kerst is wat je er zelf van maakt. Wij maken er dit jaar een weerzien met ons gezin van. In Seoul. De hoofdstad van Korea. Te gast bij onze oudste dochter, maar ook zéker op reis. Een avontuur. Ik vind het heerlijk dat er geen cadeautjes onder de boom liggen dit jaar. Geen stressfactor. Geen feestverplichtingen. Toch wilden mijn zus en ik niet helemaal aan het familiediner voorbij gaan. En zo zitten we met onze gezinnen in onze pyama’s aan een Kerstontbijt terwijl de wereld buiten maagdelijk wit is. De dag ervoor kwam mijn zus met haar auto volgeladen met slaapspullen en kinderen naar Breda. We hadden die avond een heerlijk Kerstdiner aan onze lange tafel. Een tafel vol kaarsjes en mooi servies. Meerdere gangen waar natuurlijk ook wat misging. Een zelfgemaakte, vette saus die au-bain-marie opgewarmd moest worden in een pan vol heet water kukelde bijvoorbeeld om in de keuken. We bleven echter kalm. Juist omdat een paar uur eerder de oude piek ook al uit ons Kerstboompje viel… Veel tijd tussen de verschillende gangen waarin we gezamenlijk oude filmpjes keken waarbij de tranen over onze wangen van het lachen biggelden. Een filmpje van een lipdub die we destijds met onze beide gezinnen opnamen in ons grote huis in Mexico. Als verrassing voor mijn lief. Zijn secretaresse vroeg namelijk om een familiefilmpje. We hebben zoveel plezier gehad bij het maken ervan. Het filmpje is uiteindelijk niet eens uitgezonden tijdens het afscheid op zijn werk… Maar zelf hebben we er een prachtige herinnering aan. De kinderen hebben deze avond gedanst op Just Dance waarbij ze zichzelf filmden. Hilarisch! Een creatief zoet toetje als laatste gang. Na het ‘Kerstontbijt’ op zondag volgde een bezoek aan de Kerstmarkt in de oudste stad van Nederland. De nederzetting Dordrecht werd al rond 1200 genoemd. Het stadje straalt vandaag de dag zoveel sfeer uit. Prachtige oude koopvaardijhuizen, de haven en deze zondag ook de grootste en meest sfeervolle Kerstmarkt van Nederland. We parkeerden de auto ver buiten de stad en werden met bussen naar het stadscentrum vervoerd. Overal live muziek op straat, marktkraampjes met zelfgemaakte kerstcadeautjes, verkleedde Kerstmannen en veel eten natuurlijk. We zijn veel brocante winkeltjes in gekeuveld - gehuisvest in eeuwenoude pandjes. Al met al een Hollands Kerstfeestje dit weekend met veel aandacht voor elkaar.
Al wekenlang ligt mijn backpack lekker warm en droog in onze slaapkamer. Vooraf heb ik wat nieuwe landenvlaggetjes er op laten naaien bij de schoenmaker. Ik verzamel vlaggetjes van alle landen waar we met de backpack doorheen gereisd zijn. Er is bijna geen plekje meer over op de rugzak. Toch zal ik proberen in Korea ook zo’n vlaggetje te scoren! De stapel naast mijn backpack groeide per week. Eerst wat Hollandse boodschapjes voor ons kind verzameld, toen wat leesboeken. Daarna de winterkleding voor de kou daar. En uiteindelijk mijn toilettas en kleding. Mijn inpaklijst is helemaal afgevinkt. Ik had hem ook online gezet, want twee dochters moesten al eerder hun reisspullen inpakken. Oudste verhuisde namelijk uit haar Koreaanse studentenkamer deze week en middelste kwam al een week voor vertrek thuis logeren. Laatste wassen zijn gedraaid. Nu is het moment daar. Ik ga mijn horizon verbreden! Ik zal nieuwe plekken ontdekken, mezelf dwingen om uit mijn comfort zone te stappen. Zien hoe Koreanen wonen en werken, hoe onze dochter daar leefde, nieuwe gerechten proeven, een vreemde taal proberen te begrijpen en in een compleet andere omgeving zijn. Ik ga me openstellen voor een manier van leven die heel anders is dan de mijne. Mijn innerlijke avonturier komt tevoorschijn! Kennis maken met het onbekende verandert de manier waarop je naar de wereld kijkt en geeft je een open mind. Jezelf onderdompelen in een andere plek, met onbekende geuren, kleuren en geluiden, betekent een flinke oppepper voor je creativiteit. Onze hersenen zijn gevoelig voor veranderingen en worden beïnvloed door nieuwe ervaringen en omgevingen. Ik ben heel benieuwd. Onze dochter zal ons meenemen naar haar campus in Seoul, maar ook naar een kattencafé, een karaoke bar, oude tempels, night markets en vele restaurantjes die ze al uitgeprobeerd heeft met vrienden. We gaan ook veel treinreizen maken door het land. Lekker gewoon naar buiten kijken. Het landschap zien dat zich langzaam aan je voorbij trekt. Aandacht hebben voor het moment en daar verder niets mee doen. Gewoon zitten, niets doen, zijn en terug komen bij je kern. Natuurlijk zal ik ook wat reisverhalen schrijven voor dit blog. Door mijn ervaringen op te schrijven kan ik beter terugblikken op gebeurtenissen. Mijn gedachten worden helderder als ik ze onder woorden breng. Ik gebruik de magie van het ‘vastleggen van je geest’. Op die manier kun je jezelf aan emoties en gevoelens herinneren. Ik vind dat fijn. Tijdens het reizen schrijf ik dagelijks. Om te bloggen en voor ons reisfotoalbum. Ik word gelukkig van schrijven.
Breda - 21 december 2018
– Sir Richard Burton
Kerst is wat je er zelf van maakt. Wij maken er dit jaar een weerzien met ons gezin van. In Seoul. De hoofdstad van Korea. Te gast bij onze oudste dochter, maar ook zéker op reis. Een avontuur. Ik vind het heerlijk dat er geen cadeautjes onder de boom liggen dit jaar. Geen stressfactor. Geen feestverplichtingen. Toch wilden mijn zus en ik niet helemaal aan het familiediner voorbij gaan. En zo zitten we met onze gezinnen in onze pyama’s aan een Kerstontbijt terwijl de wereld buiten maagdelijk wit is. De dag ervoor kwam mijn zus met haar auto volgeladen met slaapspullen en kinderen naar Breda. We hadden die avond een heerlijk Kerstdiner aan onze lange tafel. Een tafel vol kaarsjes en mooi servies. Meerdere gangen waar natuurlijk ook wat misging. Een zelfgemaakte, vette saus die au-bain-marie opgewarmd moest worden in een pan vol heet water kukelde bijvoorbeeld om in de keuken. We bleven echter kalm. Juist omdat een paar uur eerder de oude piek ook al uit ons Kerstboompje viel… Veel tijd tussen de verschillende gangen waarin we gezamenlijk oude filmpjes keken waarbij de tranen over onze wangen van het lachen biggelden. Een filmpje van een lipdub die we destijds met onze beide gezinnen opnamen in ons grote huis in Mexico. Als verrassing voor mijn lief. Zijn secretaresse vroeg namelijk om een familiefilmpje. We hebben zoveel plezier gehad bij het maken ervan. Het filmpje is uiteindelijk niet eens uitgezonden tijdens het afscheid op zijn werk… Maar zelf hebben we er een prachtige herinnering aan. De kinderen hebben deze avond gedanst op Just Dance waarbij ze zichzelf filmden. Hilarisch! Een creatief zoet toetje als laatste gang. Na het ‘Kerstontbijt’ op zondag volgde een bezoek aan de Kerstmarkt in de oudste stad van Nederland. De nederzetting Dordrecht werd al rond 1200 genoemd. Het stadje straalt vandaag de dag zoveel sfeer uit. Prachtige oude koopvaardijhuizen, de haven en deze zondag ook de grootste en meest sfeervolle Kerstmarkt van Nederland. We parkeerden de auto ver buiten de stad en werden met bussen naar het stadscentrum vervoerd. Overal live muziek op straat, marktkraampjes met zelfgemaakte kerstcadeautjes, verkleedde Kerstmannen en veel eten natuurlijk. We zijn veel brocante winkeltjes in gekeuveld - gehuisvest in eeuwenoude pandjes. Al met al een Hollands Kerstfeestje dit weekend met veel aandacht voor elkaar.
Al wekenlang ligt mijn backpack lekker warm en droog in onze slaapkamer. Vooraf heb ik wat nieuwe landenvlaggetjes er op laten naaien bij de schoenmaker. Ik verzamel vlaggetjes van alle landen waar we met de backpack doorheen gereisd zijn. Er is bijna geen plekje meer over op de rugzak. Toch zal ik proberen in Korea ook zo’n vlaggetje te scoren! De stapel naast mijn backpack groeide per week. Eerst wat Hollandse boodschapjes voor ons kind verzameld, toen wat leesboeken. Daarna de winterkleding voor de kou daar. En uiteindelijk mijn toilettas en kleding. Mijn inpaklijst is helemaal afgevinkt. Ik had hem ook online gezet, want twee dochters moesten al eerder hun reisspullen inpakken. Oudste verhuisde namelijk uit haar Koreaanse studentenkamer deze week en middelste kwam al een week voor vertrek thuis logeren. Laatste wassen zijn gedraaid. Nu is het moment daar. Ik ga mijn horizon verbreden! Ik zal nieuwe plekken ontdekken, mezelf dwingen om uit mijn comfort zone te stappen. Zien hoe Koreanen wonen en werken, hoe onze dochter daar leefde, nieuwe gerechten proeven, een vreemde taal proberen te begrijpen en in een compleet andere omgeving zijn. Ik ga me openstellen voor een manier van leven die heel anders is dan de mijne. Mijn innerlijke avonturier komt tevoorschijn! Kennis maken met het onbekende verandert de manier waarop je naar de wereld kijkt en geeft je een open mind. Jezelf onderdompelen in een andere plek, met onbekende geuren, kleuren en geluiden, betekent een flinke oppepper voor je creativiteit. Onze hersenen zijn gevoelig voor veranderingen en worden beïnvloed door nieuwe ervaringen en omgevingen. Ik ben heel benieuwd. Onze dochter zal ons meenemen naar haar campus in Seoul, maar ook naar een kattencafé, een karaoke bar, oude tempels, night markets en vele restaurantjes die ze al uitgeprobeerd heeft met vrienden. We gaan ook veel treinreizen maken door het land. Lekker gewoon naar buiten kijken. Het landschap zien dat zich langzaam aan je voorbij trekt. Aandacht hebben voor het moment en daar verder niets mee doen. Gewoon zitten, niets doen, zijn en terug komen bij je kern. Natuurlijk zal ik ook wat reisverhalen schrijven voor dit blog. Door mijn ervaringen op te schrijven kan ik beter terugblikken op gebeurtenissen. Mijn gedachten worden helderder als ik ze onder woorden breng. Ik gebruik de magie van het ‘vastleggen van je geest’. Op die manier kun je jezelf aan emoties en gevoelens herinneren. Ik vind dat fijn. Tijdens het reizen schrijf ik dagelijks. Om te bloggen en voor ons reisfotoalbum. Ik word gelukkig van schrijven.
Breda - 21 december 2018
zondag 16 december 2018
Volwaardige reispartner
“Accept the children the way we accept trees—with gratitude, because they are a blessing—but do not have expectations or desires. You don’t expect trees to change, you love them as they are.”
— Isabel Allende
Een oude heer. Kwijlend op de plekjes waar hij sliep. Ouderdom dachten wij. Tenslotte vergeet hij ook regelmatig dat hij al avondeten heeft gehad. Dan gaat hij een kwartiertje na zijn maaltijd wéér net zo vrolijk in de keuken naast zijn etensbakje zitten of voor je voeten lopen. Dronk hij ook niet best veel als je er goed op lette? Hij zal toch geen oudersdomsdiabetes hebben? Ook katten is dat niet vreemd. Na veel wikken en wegen uiteindelijk toch maar een afspraak bij de dierenarts gemaakt. Ze keken hun ogen uit toen ze ons in de wachtkamer zagen zitten. De dierenarts en zijn trouwe assistente. Na zes jaar weer op consult met Woester, onze bejaarde kater! Hij werd meteen gewogen en weegt nu een halve kilo minder dan dat hij de afgelopen vijftien jaar heeft gedaan. Ik vertel over zijn vermissing van elf weken lang in Mexico en dat hij toen na thuiskomst zijn halve gewicht verloren was. En dat de kussentjes onder zijn voeten zo versleten waren. Alles werd genoteerd in de computer. De dokter deed Woester’s bek open en toen bleek hij veel tandsteen te hebben. Zó erg dat hij er een tandvleesontsteking van had. Dat arme dier! Vandaar dat hij steeds koud water wilde drinken. Om dat hete gevoel van de ontsteking een beetje te verdoven. Alles viel op z’n plek. Tandsteen werd met een tang verwijderd. Ook zijn plas werd opgevangen om te checken. Geen eiwitten, geen bloed en geen suiker in zijn urine. Onze oude kater is verder kerngezond. We kregen een antibiotica kuur voor tien dagen mee en een crème voor zijn oog die via zijn traanbuis ook ontstoken was geraakt. Wat was ik blij dat ik tóch de gang naar de dierenarts had gemaakt. En niet automatisch aangenomen had dat kwijlen bij oude mannetjes hoorde… Een kat kan heel goed communiceren, maar buiten het kwijlen hebben wij niet opgemerkt dat hij pijn had. Zielig beest. Thuis bleek het twee keer per dag pillen toedienen nog best een opgaaf. Soms hadden we hem met z’n drieën ’s ochtends vroeg in de houtgreep om dat pilletje achter in z’n keel te werpen. En dan met een spuitje wat water erachter aan zodat hij het weg moest slikken. Drie keer per dag een druppel medicijn in zijn oog laten vallen kon ik prima zelf. Afgelopen week moest ik de dierenarts twee maal terug bellen. We hadden de hoop dat we mochten stoppen met al die medicijnen, want de oude heer kwijlt niet meer sinds zijn tandsteen verwijderd is. Natuurlijk moesten we het antibiotica kuurtje afmaken. Een week voor ons vertrek naar Korea is hij weer helemaal de oude!
Op de een of andere manier kreeg het land me nog niet te pakken. Ik ben nog niet verliefd. Ik ben zelf nog nooit in Azië geweest zoals mijn lief en twee van onze dochters. Het eten spreekt me ook niet echt aan. Ondanks de vele foto’s van Korean Barbecue die ik ontvang van ons kind. En dat de taal uit tekens bestaat in plaats van letters vind ik eigenlijk ook best eng - helemaal omdat maar een heel klein deel van de bevolking Engels spreekt. Daarom heb ik niet met mijn hart de rondreis tot in het laatste detail kunnen uitstippelen. Ik mis de betovering. En de bezieling. Ik heb heel lang geleden vliegtickets gekocht en ondertussen ook de treintickets. Onze dochter zal de OV-kaartjes daar ter plekke voor ons kopen. Zij spreekt de taal. Ik heb onlangs tot twee maal toe een Koreaans huis moeten annuleren omdat ze niet reageren op mijn berichten vol vragen. Zo onduidelijk allemaal. Zo’n huis blijkt dan dertig kilometer buiten de stad te liggen en eigenlijk onbereikbaar met openbaar vervoer. Er wordt daar geen Engels gesproken. Een Koreaanse vriend van onze dochter had voor ons een telefoontje gepleegd. De tweede boeking was eigenlijk hetzelfde verhaal met een afgezonderd huis aan een meer. Ik had speciaal de rondreis in augustus al vastgelegd. Rust in mijn hoofd, omdat ik alle leuke hotels en Airbnb’s vastgelegd had. En nu moet ik een week voor vertrek ineens een hotel zoeken die óók nog eens beschikbaar is rond de Kerstdagen! Ik wil dit helemaal niet. Ik wil niet op een Koreaanse website treintickets annuleren. Nieuwe routes uitzoeken. Gelukkig helpt onze dochter in Seoul me enorm hiermee. Ze heeft de juiste ‘apps op haar telefoon om het openbaar vervoer uit te zoeken. Ze geeft reisadviezen die ik in eerste instantie in de wind sla. ‘Mam, je organiseert al tientallen jaren de meest avontuurlijke reizen, maar deze reis naar Korea krijgt amper je aandacht’ merkt ons kind scherp op. Ze heeft gelijk. Zou mijn gebrek aan hartstocht komen omdat wij háár daar op komen zoeken? In haar land? Het land waar zij zo goed de weg kent omdat ze daar ooit alleen doorheen gereisd heeft en daar nu alweer maandenlang alleen woont? Er is iets geschoven binnen de dynamiek van ons gezin. Mijn vriendin wijst mij erop als ik dit met haar bespreek. Een flits van inzicht. Deze reis zal voor ons allemaal ook een reis naar binnen zijn. Ons oudste kind neemt namelijk een andere rol in binnen ons gezin. Zij spreekt de taal van dit land, zij kent de gebruiken. Ze kent de bezienswaardigheden. Zij neemt ons mee. Zij is de gastvrouw tijdens deze reis. Zij is een volwaardige reispartner geworden. Mijn vriendin is ontroerd als ze me deze spiegel voorhoudt. Het verklaart waarom ik me er al maanden niet toe kan zetten de details van de reis te ontdekken. Ik heb een andere rol. Mijn hart ging pas sneller kloppen toen ik een boeddhistische tempel had gevonden in de besneeuwde bergen waar we een nachtje gaan slapen om in alle vroegte te mediteren en met de monniken mee te chanten. Iets bijzonders wat onze dochter nog niet gedaan heeft in haar geliefde Korea.
— Isabel Allende
Een oude heer. Kwijlend op de plekjes waar hij sliep. Ouderdom dachten wij. Tenslotte vergeet hij ook regelmatig dat hij al avondeten heeft gehad. Dan gaat hij een kwartiertje na zijn maaltijd wéér net zo vrolijk in de keuken naast zijn etensbakje zitten of voor je voeten lopen. Dronk hij ook niet best veel als je er goed op lette? Hij zal toch geen oudersdomsdiabetes hebben? Ook katten is dat niet vreemd. Na veel wikken en wegen uiteindelijk toch maar een afspraak bij de dierenarts gemaakt. Ze keken hun ogen uit toen ze ons in de wachtkamer zagen zitten. De dierenarts en zijn trouwe assistente. Na zes jaar weer op consult met Woester, onze bejaarde kater! Hij werd meteen gewogen en weegt nu een halve kilo minder dan dat hij de afgelopen vijftien jaar heeft gedaan. Ik vertel over zijn vermissing van elf weken lang in Mexico en dat hij toen na thuiskomst zijn halve gewicht verloren was. En dat de kussentjes onder zijn voeten zo versleten waren. Alles werd genoteerd in de computer. De dokter deed Woester’s bek open en toen bleek hij veel tandsteen te hebben. Zó erg dat hij er een tandvleesontsteking van had. Dat arme dier! Vandaar dat hij steeds koud water wilde drinken. Om dat hete gevoel van de ontsteking een beetje te verdoven. Alles viel op z’n plek. Tandsteen werd met een tang verwijderd. Ook zijn plas werd opgevangen om te checken. Geen eiwitten, geen bloed en geen suiker in zijn urine. Onze oude kater is verder kerngezond. We kregen een antibiotica kuur voor tien dagen mee en een crème voor zijn oog die via zijn traanbuis ook ontstoken was geraakt. Wat was ik blij dat ik tóch de gang naar de dierenarts had gemaakt. En niet automatisch aangenomen had dat kwijlen bij oude mannetjes hoorde… Een kat kan heel goed communiceren, maar buiten het kwijlen hebben wij niet opgemerkt dat hij pijn had. Zielig beest. Thuis bleek het twee keer per dag pillen toedienen nog best een opgaaf. Soms hadden we hem met z’n drieën ’s ochtends vroeg in de houtgreep om dat pilletje achter in z’n keel te werpen. En dan met een spuitje wat water erachter aan zodat hij het weg moest slikken. Drie keer per dag een druppel medicijn in zijn oog laten vallen kon ik prima zelf. Afgelopen week moest ik de dierenarts twee maal terug bellen. We hadden de hoop dat we mochten stoppen met al die medicijnen, want de oude heer kwijlt niet meer sinds zijn tandsteen verwijderd is. Natuurlijk moesten we het antibiotica kuurtje afmaken. Een week voor ons vertrek naar Korea is hij weer helemaal de oude!
Op de een of andere manier kreeg het land me nog niet te pakken. Ik ben nog niet verliefd. Ik ben zelf nog nooit in Azië geweest zoals mijn lief en twee van onze dochters. Het eten spreekt me ook niet echt aan. Ondanks de vele foto’s van Korean Barbecue die ik ontvang van ons kind. En dat de taal uit tekens bestaat in plaats van letters vind ik eigenlijk ook best eng - helemaal omdat maar een heel klein deel van de bevolking Engels spreekt. Daarom heb ik niet met mijn hart de rondreis tot in het laatste detail kunnen uitstippelen. Ik mis de betovering. En de bezieling. Ik heb heel lang geleden vliegtickets gekocht en ondertussen ook de treintickets. Onze dochter zal de OV-kaartjes daar ter plekke voor ons kopen. Zij spreekt de taal. Ik heb onlangs tot twee maal toe een Koreaans huis moeten annuleren omdat ze niet reageren op mijn berichten vol vragen. Zo onduidelijk allemaal. Zo’n huis blijkt dan dertig kilometer buiten de stad te liggen en eigenlijk onbereikbaar met openbaar vervoer. Er wordt daar geen Engels gesproken. Een Koreaanse vriend van onze dochter had voor ons een telefoontje gepleegd. De tweede boeking was eigenlijk hetzelfde verhaal met een afgezonderd huis aan een meer. Ik had speciaal de rondreis in augustus al vastgelegd. Rust in mijn hoofd, omdat ik alle leuke hotels en Airbnb’s vastgelegd had. En nu moet ik een week voor vertrek ineens een hotel zoeken die óók nog eens beschikbaar is rond de Kerstdagen! Ik wil dit helemaal niet. Ik wil niet op een Koreaanse website treintickets annuleren. Nieuwe routes uitzoeken. Gelukkig helpt onze dochter in Seoul me enorm hiermee. Ze heeft de juiste ‘apps op haar telefoon om het openbaar vervoer uit te zoeken. Ze geeft reisadviezen die ik in eerste instantie in de wind sla. ‘Mam, je organiseert al tientallen jaren de meest avontuurlijke reizen, maar deze reis naar Korea krijgt amper je aandacht’ merkt ons kind scherp op. Ze heeft gelijk. Zou mijn gebrek aan hartstocht komen omdat wij háár daar op komen zoeken? In haar land? Het land waar zij zo goed de weg kent omdat ze daar ooit alleen doorheen gereisd heeft en daar nu alweer maandenlang alleen woont? Er is iets geschoven binnen de dynamiek van ons gezin. Mijn vriendin wijst mij erop als ik dit met haar bespreek. Een flits van inzicht. Deze reis zal voor ons allemaal ook een reis naar binnen zijn. Ons oudste kind neemt namelijk een andere rol in binnen ons gezin. Zij spreekt de taal van dit land, zij kent de gebruiken. Ze kent de bezienswaardigheden. Zij neemt ons mee. Zij is de gastvrouw tijdens deze reis. Zij is een volwaardige reispartner geworden. Mijn vriendin is ontroerd als ze me deze spiegel voorhoudt. Het verklaart waarom ik me er al maanden niet toe kan zetten de details van de reis te ontdekken. Ik heb een andere rol. Mijn hart ging pas sneller kloppen toen ik een boeddhistische tempel had gevonden in de besneeuwde bergen waar we een nachtje gaan slapen om in alle vroegte te mediteren en met de monniken mee te chanten. Iets bijzonders wat onze dochter nog niet gedaan heeft in haar geliefde Korea.
zondag 9 december 2018
Ode aan mijn 50-jarige vriendin
“Neeee! Kennen jullie elkaar niet??!’ roept ze ongelovig uit. Het is de zomer van 2004 en we staan op het schoolplein van de Montessori school. Ik ben net twee jaar terug uit The States. Ik kom onze twee kleine meiden ophalen. Ik ben op dat moment zwanger van de derde en zoek een leuke plek om zwangerschapsyoga te doen, en eigenlijk ook nog iemand om het mee te doen. Schoolpleinmoeder Sonja kan haar oren niet geloven. Ze neemt me direct door het schoolgebouw mee naar het andere plein en daar zit iemand op de rand van de zandbank. Ook zwanger. Ik leg haar uit dat ik op zoek ben naar een maatje om mee naar zwangerschapsyoga te gaan en zij zegt meteen ‘ja’. We blijken min of meer op dezelfde dag uitgerekend. Ergens één van de eerste dagen van het nieuwe jaar 2005. We leren elkaar geleidelijk kennen en blijken het prima te kunnen vinden samen. We bewonderen elkaars babykamertjes en groeiende buiken, luisteren naar elkaars dromen en leren elkaars familie kennen. De allerlaatste dagen voor de bevalling hebben we slechts telefonisch contact - voornamelijk over de kwaaltjes. Ik beval een paar dagen eerder dan mijn vriendin. Natuurlijk sturen we elkaar een geboortekaartje. In het geboortejaar van onze kleintjes ondernemen we regelmatig uitjes met de kinderen en later ook met de partners. We gaan ook samen wekelijks op baby zwemles. Ze komt met haar gezin ‘toevallig' op bezoek wanneer wij bezoek van de Sint krijgen. Een Kerstdag wordt gezamenlijk gevierd. Wanneer onze kindjes net geen twee jaar oud zijn verhuizen wij naar Madrid. Mijn vriendin zoekt ons daar twee keer op. Ik zoek haar in Nederland op in de zomers en met de Feestdagen.
‘Oh nee! Er zit nauwelijks nog benzine in de auto!’ merkt mijn vriendin alert op. We kamperen samen met onze kinderen een week op een groene camping in Olot. In Noord-Spanje. Onze mannen zijn thuis aan het werk. We rijden in die dagen een paar keer naar het strand van Empúries. Het strand waar mijn vriendin vroeger met haar ouders ook dikwijls kwam. Op de terugweg geeft de meter van haar auto aan dat de benzinetank heel erg leeg is. We zien nog steeds geen tankstations langs de weg ook al brandt het lampje nu al een tijdje. Wanneer we door een lange tunnel rijden worden we ineens heel erg nerveus. En van de zenuwen beginnen we te giechelen. Onze kindjes achterin hebben geen idee hoe diep we in de penarie zitten. De hele weg in de donkere tunnel schijten we peultjes van angst, maar lachen tegelijkertijd de tranen in onze ogen. We zien het licht aan het eind van de tunnel. We gaan zo snel mogelijk de weg af om in een heel rustig dorpje, waar alle luiken voor de hitte gesloten zijn, een pomp te vinden.
Aan het eind van de herfst deed mijn vriendin een keer nietsvermoedend de voordeur open. De meubels waren die middag naar buiten gesleept en er was een dansvloertje aangelegd. Ze keek haar ogen uit. Daar stond ik, overgevlogen uit Spanje, als verrassing voor haar 40e verjaardag plotseling op de stoep! Ik had dit samen met haar man bekokstoofd. We hadden die feestavond niet kunnen kiezen tussen diverse seventies outfits voor haar ABBA feest. We pasten alle setjes en besloten uiteindelijk dat we halverwege de avond ons samen weer moesten omkleden in een ander spetterend tenuetje. Onze expat-periode in Spanje was voorbij gevlogen en ik verhuisde met mijn gezin weer terug naar Breda. De jaren die daarop volgden bleven we vaak dingen met onze gezinnen ondernemen. Verjaardagen vieren, gezellige etentjes, bezoeken van concerten, ritjes in de huifkar, voetbalwedstrijden samen kijken en de bezoekjes van de Sint in ons huis. Enthousiast geraakt door een spotgoedkope ticket van Ryan Air in 2010 had ik met een vriendinnetje het idee gevat om met een groep vrouwen naar Marokko te reizen. Met zes Bredase dames vlogen we naar koningsstad Fès waar we in een prachtige riad verbleven. Mijn vriendin en ik sliepen samen in een kamer. En dat heeft ze geweten! We ondernamen geweldige dingen zoals een bezoek aan Romeinse ruïnes, een leerververij en winkelen op de souks. We kochten alle zes geweldige zitkussens, kelims, lantaarns, lederen tassen en natuurlijks shawltjes in de mooiste kleurtjes. We aten alle dagen buiten de deur en tijdens één van de laatste nachten werd ik ziek. Spuugziek! En samen met mij meerdere dames van onze groep. Alleen had mijn vriendin de pech met mij op een kamer te slapen… Ik zat de hele nacht op de WC. Ik was hondsberoerd. Het kwam er aan alle kanten uit. Ik schaamde me dood. En mijn vriendin als een échte vriendin maar schoonmaken… Kort daarna gingen we gelukkig naar huis. Sommigen van ons stapten nog hartstikke ziek het vliegtuig in.
‘Daar ga ik niet naar toe. Veel te gevaarlijk!’ zegt haar man wanneer we vertellen dat we deze keer naar Mexico verhuizen. De drie jaren die volgen zien we elkaar elke zomer wanneer ik bij ze in huis bivakkeer. Wanneer mijn vader overlijdt crash ik ook een paar dagen in hun huis. En dan krijg ik in Puebla onverwachts een telefoontje uit Nederland. ‘We worden buren! We kunnen zó in elkaars tuin kijken!’ In de tijd dat wij nog in Mexico woonden verhuisde ze met haar gezin. Inderdaad schuin tegenover ons huis. Alleen met een verrekijker zouden we eventueel iets van elkaar, tussen de bomen door, kunnen zien. Wanneer mijn vriendin en ik in Amsterdam in een woonwinkel lopen te struinen laat ze ineens een fotootje op haar telefoon zien van een gave rode, maar oude brandweerbus. Ik ben meteen wild enthousiast als zelf zijnde een trotse eigenaresse van een antieke Volkswagenbus. Zij doet een bod en ineens zijn we beide in het bezit van een kampeerbus! We kamperen samen een paar keer in Zeeland. We maken ook samen op een zondagochtend hartstochtelijk ruzie met Duitsers wanneer we onze bussen vlakbij het Zeeuwse strand willen parkeren en die Duitsers heel star niet mee willen werken. We strikken daarna samen twee schattige bejaarde mannetjes om op onze volgeladen bussen te passen en hebben een heerlijke dag aan het zonnige strand. Ik ren die ochtend over het strand in mijn onderbroekje achter onze weggewaaide parasol aan en we lachen die dag wat af. Eigenlijk lachen we sowieso heel wat af wanneer ik nu terugblik op de afgelopen veertien jaar vriendschap. In een Spaanse parkeergarage met diverse etages waar we de uitgang niet konden vinden en oneindig veel rondjes reden op zoek naar de uitrit. Of op de terugweg van een hammam in Dordrecht, diep in de nacht, wanneer haar gastank kennelijk leeg was en de auto steeds zachter en uiteindelijk bijna voetstaps over de snelweg reed. Of die keer in het Spaanse Cadaquès waar we samen snorkelden in de ondiepe Middellandse zee en zij haar balans niet meer hield en tussen de zee-egels belandde. Tranen over onze wangen van het lachen! We zien elkaar geregeld op de yogaschool. Daar leren we onder andere dankbaar te zijn. En dat ben ik. Voor onze vriendschap. Voor het gezamenlijke plezier. Voor mijn jarige wereldvriendin.
‘Oh nee! Er zit nauwelijks nog benzine in de auto!’ merkt mijn vriendin alert op. We kamperen samen met onze kinderen een week op een groene camping in Olot. In Noord-Spanje. Onze mannen zijn thuis aan het werk. We rijden in die dagen een paar keer naar het strand van Empúries. Het strand waar mijn vriendin vroeger met haar ouders ook dikwijls kwam. Op de terugweg geeft de meter van haar auto aan dat de benzinetank heel erg leeg is. We zien nog steeds geen tankstations langs de weg ook al brandt het lampje nu al een tijdje. Wanneer we door een lange tunnel rijden worden we ineens heel erg nerveus. En van de zenuwen beginnen we te giechelen. Onze kindjes achterin hebben geen idee hoe diep we in de penarie zitten. De hele weg in de donkere tunnel schijten we peultjes van angst, maar lachen tegelijkertijd de tranen in onze ogen. We zien het licht aan het eind van de tunnel. We gaan zo snel mogelijk de weg af om in een heel rustig dorpje, waar alle luiken voor de hitte gesloten zijn, een pomp te vinden.
Aan het eind van de herfst deed mijn vriendin een keer nietsvermoedend de voordeur open. De meubels waren die middag naar buiten gesleept en er was een dansvloertje aangelegd. Ze keek haar ogen uit. Daar stond ik, overgevlogen uit Spanje, als verrassing voor haar 40e verjaardag plotseling op de stoep! Ik had dit samen met haar man bekokstoofd. We hadden die feestavond niet kunnen kiezen tussen diverse seventies outfits voor haar ABBA feest. We pasten alle setjes en besloten uiteindelijk dat we halverwege de avond ons samen weer moesten omkleden in een ander spetterend tenuetje. Onze expat-periode in Spanje was voorbij gevlogen en ik verhuisde met mijn gezin weer terug naar Breda. De jaren die daarop volgden bleven we vaak dingen met onze gezinnen ondernemen. Verjaardagen vieren, gezellige etentjes, bezoeken van concerten, ritjes in de huifkar, voetbalwedstrijden samen kijken en de bezoekjes van de Sint in ons huis. Enthousiast geraakt door een spotgoedkope ticket van Ryan Air in 2010 had ik met een vriendinnetje het idee gevat om met een groep vrouwen naar Marokko te reizen. Met zes Bredase dames vlogen we naar koningsstad Fès waar we in een prachtige riad verbleven. Mijn vriendin en ik sliepen samen in een kamer. En dat heeft ze geweten! We ondernamen geweldige dingen zoals een bezoek aan Romeinse ruïnes, een leerververij en winkelen op de souks. We kochten alle zes geweldige zitkussens, kelims, lantaarns, lederen tassen en natuurlijks shawltjes in de mooiste kleurtjes. We aten alle dagen buiten de deur en tijdens één van de laatste nachten werd ik ziek. Spuugziek! En samen met mij meerdere dames van onze groep. Alleen had mijn vriendin de pech met mij op een kamer te slapen… Ik zat de hele nacht op de WC. Ik was hondsberoerd. Het kwam er aan alle kanten uit. Ik schaamde me dood. En mijn vriendin als een échte vriendin maar schoonmaken… Kort daarna gingen we gelukkig naar huis. Sommigen van ons stapten nog hartstikke ziek het vliegtuig in.
‘Daar ga ik niet naar toe. Veel te gevaarlijk!’ zegt haar man wanneer we vertellen dat we deze keer naar Mexico verhuizen. De drie jaren die volgen zien we elkaar elke zomer wanneer ik bij ze in huis bivakkeer. Wanneer mijn vader overlijdt crash ik ook een paar dagen in hun huis. En dan krijg ik in Puebla onverwachts een telefoontje uit Nederland. ‘We worden buren! We kunnen zó in elkaars tuin kijken!’ In de tijd dat wij nog in Mexico woonden verhuisde ze met haar gezin. Inderdaad schuin tegenover ons huis. Alleen met een verrekijker zouden we eventueel iets van elkaar, tussen de bomen door, kunnen zien. Wanneer mijn vriendin en ik in Amsterdam in een woonwinkel lopen te struinen laat ze ineens een fotootje op haar telefoon zien van een gave rode, maar oude brandweerbus. Ik ben meteen wild enthousiast als zelf zijnde een trotse eigenaresse van een antieke Volkswagenbus. Zij doet een bod en ineens zijn we beide in het bezit van een kampeerbus! We kamperen samen een paar keer in Zeeland. We maken ook samen op een zondagochtend hartstochtelijk ruzie met Duitsers wanneer we onze bussen vlakbij het Zeeuwse strand willen parkeren en die Duitsers heel star niet mee willen werken. We strikken daarna samen twee schattige bejaarde mannetjes om op onze volgeladen bussen te passen en hebben een heerlijke dag aan het zonnige strand. Ik ren die ochtend over het strand in mijn onderbroekje achter onze weggewaaide parasol aan en we lachen die dag wat af. Eigenlijk lachen we sowieso heel wat af wanneer ik nu terugblik op de afgelopen veertien jaar vriendschap. In een Spaanse parkeergarage met diverse etages waar we de uitgang niet konden vinden en oneindig veel rondjes reden op zoek naar de uitrit. Of op de terugweg van een hammam in Dordrecht, diep in de nacht, wanneer haar gastank kennelijk leeg was en de auto steeds zachter en uiteindelijk bijna voetstaps over de snelweg reed. Of die keer in het Spaanse Cadaquès waar we samen snorkelden in de ondiepe Middellandse zee en zij haar balans niet meer hield en tussen de zee-egels belandde. Tranen over onze wangen van het lachen! We zien elkaar geregeld op de yogaschool. Daar leren we onder andere dankbaar te zijn. En dat ben ik. Voor onze vriendschap. Voor het gezamenlijke plezier. Voor mijn jarige wereldvriendin.
zondag 2 december 2018
Toekomstbeeld
Degene die de slogan heeft uitgevonden ‘snoep verstandig, eet een appel’ lijkt mij niet erg bijbelvast geweest.
- Wim Sonneveld
Ik sla mijn handen voor mijn mond. ‘Oh nee!’ slaak ik van schrik ook nog uit, geloof ik. Ik sta bij de Jumbo Foodmarket waar ze alle La Place Sint chocolade en marsepein verkopen sinds de Vroom & Dreesman warenhuizen niet meer bestaan. Toen wij terug keerden uit The States is onze traditie gestart. De meisjes waren toen vier en twee jaar oud. Op élke Pakjesavond sindsdien hebben wij een schaal vol roze marsepeinen varkentjes en luxe chocolaatjes in de vorm van Sint, Piet, het paard en de stoomboot op tafel staan. Zelfs als wij in het buitenland wonen zorgen we dat we die lekkernijen in huis hebben. De enige keer dat ik het niet mocht eten was toen ik zwanger was van de jongste en zwangerschapsdiabetes had. Ik was op een streng dieet. Uit frustratie had ik de marsepeinen varkentjes ingevroren en toen ze eenmaal geboren was, in de eerste week van het nieuwe jaar, heb ik de marsepein ontdooid en begon ik met snoepen. Dit specifieke snoepgoed hóórt gewoon bij onze Pakjesavond. Vorige week was ik zo verheugd om te zien dat alle La Place snoepgoed bij de Jumbo supermarkt op de taartafdeling lag! Tot een dag voordat wij ons Sintfeest vierden…er lag niks meer! Ik vroeg het aan de banketbakker achter de toonbank. ‘We hebben te weinig ingekocht mevrouw. Alles is uitverkocht en het komt niet meer binnen…’. Een heel grote teleurstelling! Bij de bakker in hetzelfde winkelcentrum hadden ze ook niks. Bij het bakkertje op het plein hadden ze nog één zakje bij elkaar geraapte Sint chocolade staan. Ik heb het natuurlijk meegenomen samen met een stuk marsepeinen worst waar ik thuis plakjes van kon snijden. Lang niet zo fijn als de varkenskopjes, maar ik kwam in ieder geval thuis met íets. Onze oudste dochter in Korea heeft gek genoeg wél ons traditionele marsepein en chocolade op haar kamertje. Wij hadden dat pakketje al weken geleden toegestuurd… Hoe heerlijk is het dan dat ik in mijn surprise tóch verborgen marsepeinen varkentjes vond?
In een vol geplande week in mijn agenda staat de afspraak om óók nog een avond naar een lezing te gaan. Van een heel bekende, invloedrijke trendwatcher. Mijn lief en ik gaan samen. Hij heeft alleen helemaal geen zin. Toch zijn we beide geprikkeld door deze man als we ’s avonds laat terug naar huis fietsen. Op de fiets dus. In de nabije toekomst hadden we via een ‘app gewoon even een taxidrone kunnen bestellen. Een zelfrijdende auto pikt ons dan op en rijdt naar een drone-station in de buurt. Daar wordt die auto met ons erin gekoppeld aan een drone. Deze vliegt dan automatisch naar ons huis. Niet eens een verre toekomstdroom eigenlijk… We komen deze avond vroeg aan op school en drinken eerst een kop thee. De zaal zit niet helemaal vol. Dit zal toch niet zonde van onze tijd zijn? Helemaal niet dus. Een rollercoaster van emotie die ervoor zorgde dat wij in de zaal allemaal geraakt werden. Deze lezing was met veel beeld waarbij de trendwatcher de meest actuele ontwikkelingen had toegevoegd. Het bleek een belevenis die mijn huidige kijk op de wereld fundamenteel heeft 'gereset'. A mind stretched by a new experience will never fall back to it's old way of thinking, zei de spreker. Ik was ver voor het einde van de lezing al helemaal gaar. Zoveel interessante informatie die ik niet wilde vergeten. En het ging allemaal heel snel - aangepast aan een jonger publiek misschien - dus mijn concentratie was vereist. Toen hij opmerkte dat de gemiddelde concentratieboog van onze puberkinderen maar zes seconden is liet ik bijna de moed zakken. Het onderwerp was natuurlijk de nabije toekomst van onze kinderen. De middelbare scholieren van deze school. Onze jongste dochter. Ik spiegelde echter alles op mezelf. Natuurlijk regeert de waan van de dag en voor mij is dat een fijn gevoel. Maar waarom stellen we ons eigenlijk zo weinig de vraag welke fundamentele veranderingen de komende jaren op ons pad komen? Heel soms denk ik daaraan wanneer ik in een tijdschrift lees dat we binnen een aantal jaar in auto’s zonder bestuurder rondrijden bijvoorbeeld. We praten niet graag over echte verandering. We willen het wel, verandering, maar vooral bij de ander. Maar volgens deze trendwatcher is de enige zekerheid op dit moment dat we ons in een transitie bevinden. En zij die voorsorteren op een fundamenteel nieuwe tijd zijn de winnaars. Hiervoor moet je niet kijken maar zíen. Dan zul je overal signalen ervaren die het einde van deze tijdgeest duiden. Luisterend naar zijn verhaal en zijn sprekende voorbeelden vroeg ik mezelf af onder welke steen ik de afgelopen tijd geleefd had? Er gebeurt nu al zoveel achter de schermen! Kijk maar naar de twee gen-gemuteerde baby’tjes die deze week in China geboren zijn. Maar goed, het ging dus om de toekomst van onze kinderen die avond. 2025. Hoe kunnen zij zich onderscheiden van al die robots en computers die binnenkort ons werk gaan overnemen? Ik wilde horen over zachtheid, over voelen, over mens-zijn. Gelukkig bleek dat ook zijn boodschap voor onze toekomst. Wij kunnen dit overleven door te verlangzamen, af te schakelen en door aandacht. Eigenlijk de boodschap die ik bijna dagelijks van mijn yogajuf krijg of in mooie, wijze spirituele boeken lees. Mindful zijn, langzaam leven en afkicken van onze digitale apparaatjes. Voor onze kinderen die over een paar jaar afstuderen en gaan werken noemde hij de belangrijke woorden; aanvoelen, inleven en begrijpen. De computer spuugt straks een oplossing, een rechtsuitspraak of een bedrijfsstrategie uit. Diegene die deze boodschappen écht kunnen begrijpen, interpreteren en toepassen hebben een streepje voor in de toekomst. In onze hypermoderne maatschappij. Hij eindigde zijn speech met de eigenlijk helemaal niet verrassende woorden: offline is de nieuwe luxe.
- Wim Sonneveld
Ik sla mijn handen voor mijn mond. ‘Oh nee!’ slaak ik van schrik ook nog uit, geloof ik. Ik sta bij de Jumbo Foodmarket waar ze alle La Place Sint chocolade en marsepein verkopen sinds de Vroom & Dreesman warenhuizen niet meer bestaan. Toen wij terug keerden uit The States is onze traditie gestart. De meisjes waren toen vier en twee jaar oud. Op élke Pakjesavond sindsdien hebben wij een schaal vol roze marsepeinen varkentjes en luxe chocolaatjes in de vorm van Sint, Piet, het paard en de stoomboot op tafel staan. Zelfs als wij in het buitenland wonen zorgen we dat we die lekkernijen in huis hebben. De enige keer dat ik het niet mocht eten was toen ik zwanger was van de jongste en zwangerschapsdiabetes had. Ik was op een streng dieet. Uit frustratie had ik de marsepeinen varkentjes ingevroren en toen ze eenmaal geboren was, in de eerste week van het nieuwe jaar, heb ik de marsepein ontdooid en begon ik met snoepen. Dit specifieke snoepgoed hóórt gewoon bij onze Pakjesavond. Vorige week was ik zo verheugd om te zien dat alle La Place snoepgoed bij de Jumbo supermarkt op de taartafdeling lag! Tot een dag voordat wij ons Sintfeest vierden…er lag niks meer! Ik vroeg het aan de banketbakker achter de toonbank. ‘We hebben te weinig ingekocht mevrouw. Alles is uitverkocht en het komt niet meer binnen…’. Een heel grote teleurstelling! Bij de bakker in hetzelfde winkelcentrum hadden ze ook niks. Bij het bakkertje op het plein hadden ze nog één zakje bij elkaar geraapte Sint chocolade staan. Ik heb het natuurlijk meegenomen samen met een stuk marsepeinen worst waar ik thuis plakjes van kon snijden. Lang niet zo fijn als de varkenskopjes, maar ik kwam in ieder geval thuis met íets. Onze oudste dochter in Korea heeft gek genoeg wél ons traditionele marsepein en chocolade op haar kamertje. Wij hadden dat pakketje al weken geleden toegestuurd… Hoe heerlijk is het dan dat ik in mijn surprise tóch verborgen marsepeinen varkentjes vond?
In een vol geplande week in mijn agenda staat de afspraak om óók nog een avond naar een lezing te gaan. Van een heel bekende, invloedrijke trendwatcher. Mijn lief en ik gaan samen. Hij heeft alleen helemaal geen zin. Toch zijn we beide geprikkeld door deze man als we ’s avonds laat terug naar huis fietsen. Op de fiets dus. In de nabije toekomst hadden we via een ‘app gewoon even een taxidrone kunnen bestellen. Een zelfrijdende auto pikt ons dan op en rijdt naar een drone-station in de buurt. Daar wordt die auto met ons erin gekoppeld aan een drone. Deze vliegt dan automatisch naar ons huis. Niet eens een verre toekomstdroom eigenlijk… We komen deze avond vroeg aan op school en drinken eerst een kop thee. De zaal zit niet helemaal vol. Dit zal toch niet zonde van onze tijd zijn? Helemaal niet dus. Een rollercoaster van emotie die ervoor zorgde dat wij in de zaal allemaal geraakt werden. Deze lezing was met veel beeld waarbij de trendwatcher de meest actuele ontwikkelingen had toegevoegd. Het bleek een belevenis die mijn huidige kijk op de wereld fundamenteel heeft 'gereset'. A mind stretched by a new experience will never fall back to it's old way of thinking, zei de spreker. Ik was ver voor het einde van de lezing al helemaal gaar. Zoveel interessante informatie die ik niet wilde vergeten. En het ging allemaal heel snel - aangepast aan een jonger publiek misschien - dus mijn concentratie was vereist. Toen hij opmerkte dat de gemiddelde concentratieboog van onze puberkinderen maar zes seconden is liet ik bijna de moed zakken. Het onderwerp was natuurlijk de nabije toekomst van onze kinderen. De middelbare scholieren van deze school. Onze jongste dochter. Ik spiegelde echter alles op mezelf. Natuurlijk regeert de waan van de dag en voor mij is dat een fijn gevoel. Maar waarom stellen we ons eigenlijk zo weinig de vraag welke fundamentele veranderingen de komende jaren op ons pad komen? Heel soms denk ik daaraan wanneer ik in een tijdschrift lees dat we binnen een aantal jaar in auto’s zonder bestuurder rondrijden bijvoorbeeld. We praten niet graag over echte verandering. We willen het wel, verandering, maar vooral bij de ander. Maar volgens deze trendwatcher is de enige zekerheid op dit moment dat we ons in een transitie bevinden. En zij die voorsorteren op een fundamenteel nieuwe tijd zijn de winnaars. Hiervoor moet je niet kijken maar zíen. Dan zul je overal signalen ervaren die het einde van deze tijdgeest duiden. Luisterend naar zijn verhaal en zijn sprekende voorbeelden vroeg ik mezelf af onder welke steen ik de afgelopen tijd geleefd had? Er gebeurt nu al zoveel achter de schermen! Kijk maar naar de twee gen-gemuteerde baby’tjes die deze week in China geboren zijn. Maar goed, het ging dus om de toekomst van onze kinderen die avond. 2025. Hoe kunnen zij zich onderscheiden van al die robots en computers die binnenkort ons werk gaan overnemen? Ik wilde horen over zachtheid, over voelen, over mens-zijn. Gelukkig bleek dat ook zijn boodschap voor onze toekomst. Wij kunnen dit overleven door te verlangzamen, af te schakelen en door aandacht. Eigenlijk de boodschap die ik bijna dagelijks van mijn yogajuf krijg of in mooie, wijze spirituele boeken lees. Mindful zijn, langzaam leven en afkicken van onze digitale apparaatjes. Voor onze kinderen die over een paar jaar afstuderen en gaan werken noemde hij de belangrijke woorden; aanvoelen, inleven en begrijpen. De computer spuugt straks een oplossing, een rechtsuitspraak of een bedrijfsstrategie uit. Diegene die deze boodschappen écht kunnen begrijpen, interpreteren en toepassen hebben een streepje voor in de toekomst. In onze hypermoderne maatschappij. Hij eindigde zijn speech met de eigenlijk helemaal niet verrassende woorden: offline is de nieuwe luxe.
zondag 25 november 2018
Flinterdun
“Love all, trust a few, do wrong to none.”
― William Shakespeare
We rijden ergens tussen België en Breda en ik zie op Google Maps, op mijn telefoontje, die vastgeklemd aan het voorruit hangt, dat Breda nog maar zes kilometer rijden is. ‘Gelukkig’ denk ik in mezelf, want het einde van mijn werktijd nadert en ik wil niet nogmaals over mijn werktijd heen gaan. Uit voorzorg had ik al een alarm aangezet die afging in de bakkerij waar ik met mijn cliënte een gezellig kopje thee dronk en we een stukje marsepein deelden. Aangezwengeld door mijn alarm wilde ik een beetje voort maken op weg naar huis. Daar merkte deze mevrouw in de rolstoel helemaal niks van. Ze ging eens rustig in de etalages kijken wat voor chocolade en koekjes ze mee naar huis wilde nemen. En nu ze er toch was, ook wat glutenvrije traktaties… Eindelijk liepen we naar mijn auto waar ik haar rolstoel heel snel in mijn achterbak kon schuiven. Gauw naar huis! Op weg sommeerde ze me dat ik om moest keren. Dit was niet de juiste weg naar Breda. En zij kon het weten zij kwam hier al jaren. Dat is waar, ik weet nog steeds de weg niet in en rond Breda. En dus keerde ik om en zag ik niet veel later op mijn mobieltje dat het ineens twaalf kilometer was naar Breda! Ik zei dat tegen mijn negentigjarige cliënte en zij zei dat ze het nu juist zo heerlijk vindt om rond te rijden in de auto. Ik wees haar er fijntjes op dat we nu niet meer op tijd bij haar huis konden zijn. Ze reageerde dat ze zelf veertig jaar gewerkt had en nooit op tijd thuis kwam. De toon was wat mij betreft meteen gezet deze terugweg…. Ik kon dat kennelijk goed verbloemen: zij had namelijk helemaal nergens last van. Ze zong allemaal oud-Hollandse liederen onderweg. Doorspekt met oude familieverhalen. Ze wilde wéér een langere omweg voorstellen dan mijn telefoontje aangaf toen ik haar duidelijk en kordaat zei dat we dat niet gingen doen. We reden rechtstreeks naar haar huis. Uiteraard ging ik even mee naar binnen om haar uit de rolstoel in haar stoel te helpen. Die paar minuten maakten nu ook niets meer uit. De tafel was al gedekt voor het avondeten. Ik wisselde een beleefd woordje met haar man en reed toen snel naar huis. Een half uurtje over de afgesproken tijd. Dit was niet de eerste keer bij deze mevrouw. Ik belde dus naar kantoor om dit te melden. Door de eenzaamheid merk ik dat cliënten niet willen dat je weg gaat en enorm tijd proberen te rekken. Bij een andere mevrouw waar ik wekelijks kom moet ik ook altijd zo geforceerd werken aan het afscheid. Wanneer we eenmaal thuis zijn en ik met mijn jas aan op het punt sta te vertrekken vraagt ze me haar agenda nog even samen door te nemen. Soms vraagt ze me of ik een deeltaxi wil inplannen. Of haar broer even wil bellen. Soms wil ze dat ik de post met haar doorneem. Wanneer ik zeg dat ik écht weg moet krijg ik een opmerking dat ik er dan niks achteraan moet plannen. ‘Dan hebben we meer tijd.’ Zij weet echter niet dat ik voor een zorgorganisatie werk. Ik ben ooit binnen gekomen als een vriendin van een vriendin. Denkt zij. De lijn tussen enerzijds mijn professie en anderzijds de relatie die ik opbouw met mijn clienten is flinterdun. Door mijn betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel kom ik af en toe wel eens in een loyaliteitsconflict met mezelf. Me aan mijn werktijd houden of toch iets extra’s doen voor de cliënt? Al mijn collega’s lopen hier tegen aan en daarom hadden we afgelopen week een workshop over dit onderwerp. Om te leren een goede weg te vinden in je loyaliteitsgevoel tussen wat de dienstverlening van je vraagt, wat de cliënt van je vraagt en de regeltjes waar we in de organisatie mee te maken hebben. In combinatie natuurlijk met je eigen normen en waarden.
We begonnen die middag in het dorpshuis met een ‘over de streep’ oefening waarbij meteen opviel dat alle collega’s eigenlijk tegen hetzelfde loyaliteitsgevoel aanliepen. Waar ligt de grens? Neem je dat pak melk meteen even mee voor je client als je toch boodschappen gaat doen? En breng je het dan ook even langs? En hoe regel je dat financieel? Ik hoorde allemaal herkenbare praktijkvoorbeelden. Zo was ik zaterdag samen met een mevrouw met jong Alzheimer in de Jumbo. Zij zou na het boodschappen doen naar boven gaan, naar haar appartement, en ik zou op mijn fiets naar huis stappen. Ze was vroeger kleuterjuf geweest en ze moest nog een paar uurtjes op de deeltaxi wachten. Ik wees haar erop dat de Sint op TV aankwam vandaag en dat ze lekker kon gaan kijken. Naar alle zingende kindjes op de kade. Ze wist echter niet meer hoe de TV aan moest. Stap ik dan toch op mijn fiets omdat mijn werktijd erop zit? Nee dus, ik zet mijn fiets weer op slot en loop mee naar boven om de TV voor haar aan te zetten. Hoe vaak ik niet iets te laat bij een meneer weg ga en dan tóch nog even de vuilniszak verwissel, en dan óók nog even weg breng naar de container aan het eind van de straat. Het zijn maar kleine dingen maar de begeleidster van de workshop gaf wel aan dat als je ze een pink geeft ze vaak je hele hand pakken. En later valt dat moeilijk terug te draaien. Onze directrice gaf daarbij ook aan dat je niet verzekerd bent buiten je werktijden. Vorige week is een collega gevallen met haar fiets en had een operatie nodig. Een heel gevecht met de verzekering als gevolg. Ik betrok dat meteen op mezelf. ‘Stel dat ik bij het oversteken met die vuilniszak in mijn hand aangereden word?’ Ik werd me meteen heel erg bewust van de consequenties. Ik kreeg de tip om mijn collega’s op kantoor in te zetten als de ‘bad guy’. ‘Zeg maar gerust tegen de cliënt dat iets niet binnen de regels van de organisatie past’ werd me verteld. En dat kon ik dus een dag na de workshop al in de praktijk brengen. Ik had wederom die mevrouw die van autorijden houdt naar binnen gebracht toen ze zei dat ze vergeten was dat er nog twee boodschapjes gedaan moesten worden. Een fles wijn en een doosje bonbons. Ik vertelde haar dat het heel vervelend is maar dat mijn tijd erop zat. (Ik was alweer een kwartier over mijn werktijd heen ondanks het alarm dat ik weer ingesteld had…) Ik mocht het van haar ook een dag later komen brengen. Niet dus! Ik heb kennelijk écht wat opgestoken over dat flinterdunne lijntje. Ik heb daarna doorgegeven op kantoor dat ik voor mijn zieke collega nu écht niet meer wil invallen bij deze mevrouw.
― William Shakespeare
We rijden ergens tussen België en Breda en ik zie op Google Maps, op mijn telefoontje, die vastgeklemd aan het voorruit hangt, dat Breda nog maar zes kilometer rijden is. ‘Gelukkig’ denk ik in mezelf, want het einde van mijn werktijd nadert en ik wil niet nogmaals over mijn werktijd heen gaan. Uit voorzorg had ik al een alarm aangezet die afging in de bakkerij waar ik met mijn cliënte een gezellig kopje thee dronk en we een stukje marsepein deelden. Aangezwengeld door mijn alarm wilde ik een beetje voort maken op weg naar huis. Daar merkte deze mevrouw in de rolstoel helemaal niks van. Ze ging eens rustig in de etalages kijken wat voor chocolade en koekjes ze mee naar huis wilde nemen. En nu ze er toch was, ook wat glutenvrije traktaties… Eindelijk liepen we naar mijn auto waar ik haar rolstoel heel snel in mijn achterbak kon schuiven. Gauw naar huis! Op weg sommeerde ze me dat ik om moest keren. Dit was niet de juiste weg naar Breda. En zij kon het weten zij kwam hier al jaren. Dat is waar, ik weet nog steeds de weg niet in en rond Breda. En dus keerde ik om en zag ik niet veel later op mijn mobieltje dat het ineens twaalf kilometer was naar Breda! Ik zei dat tegen mijn negentigjarige cliënte en zij zei dat ze het nu juist zo heerlijk vindt om rond te rijden in de auto. Ik wees haar er fijntjes op dat we nu niet meer op tijd bij haar huis konden zijn. Ze reageerde dat ze zelf veertig jaar gewerkt had en nooit op tijd thuis kwam. De toon was wat mij betreft meteen gezet deze terugweg…. Ik kon dat kennelijk goed verbloemen: zij had namelijk helemaal nergens last van. Ze zong allemaal oud-Hollandse liederen onderweg. Doorspekt met oude familieverhalen. Ze wilde wéér een langere omweg voorstellen dan mijn telefoontje aangaf toen ik haar duidelijk en kordaat zei dat we dat niet gingen doen. We reden rechtstreeks naar haar huis. Uiteraard ging ik even mee naar binnen om haar uit de rolstoel in haar stoel te helpen. Die paar minuten maakten nu ook niets meer uit. De tafel was al gedekt voor het avondeten. Ik wisselde een beleefd woordje met haar man en reed toen snel naar huis. Een half uurtje over de afgesproken tijd. Dit was niet de eerste keer bij deze mevrouw. Ik belde dus naar kantoor om dit te melden. Door de eenzaamheid merk ik dat cliënten niet willen dat je weg gaat en enorm tijd proberen te rekken. Bij een andere mevrouw waar ik wekelijks kom moet ik ook altijd zo geforceerd werken aan het afscheid. Wanneer we eenmaal thuis zijn en ik met mijn jas aan op het punt sta te vertrekken vraagt ze me haar agenda nog even samen door te nemen. Soms vraagt ze me of ik een deeltaxi wil inplannen. Of haar broer even wil bellen. Soms wil ze dat ik de post met haar doorneem. Wanneer ik zeg dat ik écht weg moet krijg ik een opmerking dat ik er dan niks achteraan moet plannen. ‘Dan hebben we meer tijd.’ Zij weet echter niet dat ik voor een zorgorganisatie werk. Ik ben ooit binnen gekomen als een vriendin van een vriendin. Denkt zij. De lijn tussen enerzijds mijn professie en anderzijds de relatie die ik opbouw met mijn clienten is flinterdun. Door mijn betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel kom ik af en toe wel eens in een loyaliteitsconflict met mezelf. Me aan mijn werktijd houden of toch iets extra’s doen voor de cliënt? Al mijn collega’s lopen hier tegen aan en daarom hadden we afgelopen week een workshop over dit onderwerp. Om te leren een goede weg te vinden in je loyaliteitsgevoel tussen wat de dienstverlening van je vraagt, wat de cliënt van je vraagt en de regeltjes waar we in de organisatie mee te maken hebben. In combinatie natuurlijk met je eigen normen en waarden.
We begonnen die middag in het dorpshuis met een ‘over de streep’ oefening waarbij meteen opviel dat alle collega’s eigenlijk tegen hetzelfde loyaliteitsgevoel aanliepen. Waar ligt de grens? Neem je dat pak melk meteen even mee voor je client als je toch boodschappen gaat doen? En breng je het dan ook even langs? En hoe regel je dat financieel? Ik hoorde allemaal herkenbare praktijkvoorbeelden. Zo was ik zaterdag samen met een mevrouw met jong Alzheimer in de Jumbo. Zij zou na het boodschappen doen naar boven gaan, naar haar appartement, en ik zou op mijn fiets naar huis stappen. Ze was vroeger kleuterjuf geweest en ze moest nog een paar uurtjes op de deeltaxi wachten. Ik wees haar erop dat de Sint op TV aankwam vandaag en dat ze lekker kon gaan kijken. Naar alle zingende kindjes op de kade. Ze wist echter niet meer hoe de TV aan moest. Stap ik dan toch op mijn fiets omdat mijn werktijd erop zit? Nee dus, ik zet mijn fiets weer op slot en loop mee naar boven om de TV voor haar aan te zetten. Hoe vaak ik niet iets te laat bij een meneer weg ga en dan tóch nog even de vuilniszak verwissel, en dan óók nog even weg breng naar de container aan het eind van de straat. Het zijn maar kleine dingen maar de begeleidster van de workshop gaf wel aan dat als je ze een pink geeft ze vaak je hele hand pakken. En later valt dat moeilijk terug te draaien. Onze directrice gaf daarbij ook aan dat je niet verzekerd bent buiten je werktijden. Vorige week is een collega gevallen met haar fiets en had een operatie nodig. Een heel gevecht met de verzekering als gevolg. Ik betrok dat meteen op mezelf. ‘Stel dat ik bij het oversteken met die vuilniszak in mijn hand aangereden word?’ Ik werd me meteen heel erg bewust van de consequenties. Ik kreeg de tip om mijn collega’s op kantoor in te zetten als de ‘bad guy’. ‘Zeg maar gerust tegen de cliënt dat iets niet binnen de regels van de organisatie past’ werd me verteld. En dat kon ik dus een dag na de workshop al in de praktijk brengen. Ik had wederom die mevrouw die van autorijden houdt naar binnen gebracht toen ze zei dat ze vergeten was dat er nog twee boodschapjes gedaan moesten worden. Een fles wijn en een doosje bonbons. Ik vertelde haar dat het heel vervelend is maar dat mijn tijd erop zat. (Ik was alweer een kwartier over mijn werktijd heen ondanks het alarm dat ik weer ingesteld had…) Ik mocht het van haar ook een dag later komen brengen. Niet dus! Ik heb kennelijk écht wat opgestoken over dat flinterdunne lijntje. Ik heb daarna doorgegeven op kantoor dat ik voor mijn zieke collega nu écht niet meer wil invallen bij deze mevrouw.
zondag 18 november 2018
Fighting
Mijn Amerikaanse yoga lerares is een beetje een guru. Denk ik. Ik weet niet precies wat een guru is, maar ze is verschrikkelijk inspirerend en erg diepzinnig. Ze heeft veel levenswijsheid in pacht en kan prachtig vertellen om haar kennis te delen. De laatste weken is ze on fire zoals onze jongste dochter zou zeggen. Afgelopen week kwam ze met een prachtig stuk tekst dat ze voorlas tijdens de yoga les. Een tekst waarin ik me herken sinds ik naar de magische 50 loop. Ik wil het graag delen.
Once I asked a very successful woman to share her secret with me. She smiled and said to me…
‘I started succeeding when I started leaving small fights for small fighters.
I stopped fighting those who gossiped about me…
I stopped fighting my in laws…
I stopped fighting for attention…
I stopped fighting to meet peoples expectations of me…
I stopped fighting for my rights with inconsiderate people…
I stopped fighting pleasing everyone…
I stopped fighting to prove they were wrong about me…
I left such fights for those who have nothing else to fight..
And I started fighting for
My vision,
My dreams,
My ideas and
my destiny.
The day I gave up on small fights the day I started becoming successful and so much more content.’
Je zou denken dat het Sinterklaasjournaal in ons volwassen gezin niet zo’n grote rol meer zou spelen. Of op z’n minst elk jaar iets minder… Het tegendeel is echter waar. Jongste dochter en manlief volgen aandachtig het Sinterklaasjournaal. De samenvatting krijg ik ook te horen tijdens het avondeten. Voordat Dieuwertje weer begon met haar dagelijkse uitzendingen moest ons kind even nadenken over haar naam. ‘Bibbertje dok?’ gokte ze. Vorig jaar was zij door een Bredase basisschool gevraagd om een zwart pietje te komen spelen. Ze keek er enorm naar uit. Had bijzonder verlof gekregen van haar school. Helaas gooide de dermatoloog toen roet in het eten. Ze zat midden in allergietesten met tientalen pleisters op haar rug. De schmink zou alle resultaten door de war schoppen. Het werd ten strengste ontraden. Emmers vol tranen heeft ons kind gehuild. Ontroostbaar. Dit jaar werd ze wederom uitgenodigd. Ondanks haar allergie voor parabenen is ze zéker van de partij. Ze volgt het Sinterklaasjournaal dus op de voet. Haar vader wil de verhaallijn ook weten. Hij spreekt namelijk elk jaar alle kindjes van de fabriek toe die vol spanning in het theater wachten op de komst van de Heiligman. Of misschien kijken ze meer reikhalzend uit naar de grote cadeaus? Elk jaar staan de cadeaus op leeftijdscategorie uitdagend in grote dozen op het podium uitgestald. Voordat het tijd is de cadeautjes een voor een op te halen worden er gezamenlijk liedjes gezongen en een spannend toneelstuk gespeeld op het podium. Ik zal er die zaterdagmiddag natuurlijk ook weer bij zijn. Ik hou van dat sfeertje van ‘vol verwachting klopt ons hart’. Thuis vieren wij voor het vierde jaar achtereen Pakjesavond met surprises en dat is een groots ding bij ons in huis. Alle grote Hello Fresh dozen worden ineens bewaard in de garage. Heel kleine doosjes ook. Het plakband is plotseling op. Ik heb een grote voorraad pakpapier in huis gehaald. Nieuwe inktcartridges in de printer. En werkelijk élke avondmaaltijd wordt er gegist wie wie getrokken heeft met de lootjes. En hoever iedereen met z’n surprise is. Onze bijna veertienjarige is het meest fanatiek. Manlief kan er ook wat van om ons om de tuin te leiden. Ik heb deze week een beginnetje gemaakt met mijn surprise, maar ik ben nog lang niet klaar. Ik heb wél alle cadeautjes ingepakt in huis. Dat geeft rust en overzicht in mijn hoofd. De laatste dagen voor de bewuste avond heb ik voldoende inspiratie voor meerdere gedichten. Heerlijk. Ik kijk uit naar de gezelligheid, de lol en de zoetigheden. Ik zal zeker onze oudste dochter missen. Ze heeft haar Sint-pakket van thuis deze week in Korea ontvangen. Vroeg in de ochtend belden we met elkaar terwijl zij de doos opende en de gedichten voorlas. Ook bij het openen van het grote cadeau waren we. Een warme kruik van Texels schapenwol om haar bedje een beetje op te warmen in het winterkoude Seoul. Daarna ging iedereen zijn eigen weg naar werk en proefwerkweek. Zo kon oudste kind rustig op haar bed in haar studentenkamertje alle door-ons-met-liefde-geschreven gedichten en brieven herlezen. Het Sint snoepgoed gaat ze proberen te bewaren tot december. We hebben afgesproken dat we gaan bellen op Pakjesavond…dat maakt het gemis een beetje goed. Maar vooral het idee dat het dán nog maar drie weekjes duurt voordat we haar weer in onze armen sluiten!
Once I asked a very successful woman to share her secret with me. She smiled and said to me…
‘I started succeeding when I started leaving small fights for small fighters.
I stopped fighting those who gossiped about me…
I stopped fighting my in laws…
I stopped fighting for attention…
I stopped fighting to meet peoples expectations of me…
I stopped fighting for my rights with inconsiderate people…
I stopped fighting pleasing everyone…
I stopped fighting to prove they were wrong about me…
I left such fights for those who have nothing else to fight..
And I started fighting for
My vision,
My dreams,
My ideas and
my destiny.
The day I gave up on small fights the day I started becoming successful and so much more content.’
Je zou denken dat het Sinterklaasjournaal in ons volwassen gezin niet zo’n grote rol meer zou spelen. Of op z’n minst elk jaar iets minder… Het tegendeel is echter waar. Jongste dochter en manlief volgen aandachtig het Sinterklaasjournaal. De samenvatting krijg ik ook te horen tijdens het avondeten. Voordat Dieuwertje weer begon met haar dagelijkse uitzendingen moest ons kind even nadenken over haar naam. ‘Bibbertje dok?’ gokte ze. Vorig jaar was zij door een Bredase basisschool gevraagd om een zwart pietje te komen spelen. Ze keek er enorm naar uit. Had bijzonder verlof gekregen van haar school. Helaas gooide de dermatoloog toen roet in het eten. Ze zat midden in allergietesten met tientalen pleisters op haar rug. De schmink zou alle resultaten door de war schoppen. Het werd ten strengste ontraden. Emmers vol tranen heeft ons kind gehuild. Ontroostbaar. Dit jaar werd ze wederom uitgenodigd. Ondanks haar allergie voor parabenen is ze zéker van de partij. Ze volgt het Sinterklaasjournaal dus op de voet. Haar vader wil de verhaallijn ook weten. Hij spreekt namelijk elk jaar alle kindjes van de fabriek toe die vol spanning in het theater wachten op de komst van de Heiligman. Of misschien kijken ze meer reikhalzend uit naar de grote cadeaus? Elk jaar staan de cadeaus op leeftijdscategorie uitdagend in grote dozen op het podium uitgestald. Voordat het tijd is de cadeautjes een voor een op te halen worden er gezamenlijk liedjes gezongen en een spannend toneelstuk gespeeld op het podium. Ik zal er die zaterdagmiddag natuurlijk ook weer bij zijn. Ik hou van dat sfeertje van ‘vol verwachting klopt ons hart’. Thuis vieren wij voor het vierde jaar achtereen Pakjesavond met surprises en dat is een groots ding bij ons in huis. Alle grote Hello Fresh dozen worden ineens bewaard in de garage. Heel kleine doosjes ook. Het plakband is plotseling op. Ik heb een grote voorraad pakpapier in huis gehaald. Nieuwe inktcartridges in de printer. En werkelijk élke avondmaaltijd wordt er gegist wie wie getrokken heeft met de lootjes. En hoever iedereen met z’n surprise is. Onze bijna veertienjarige is het meest fanatiek. Manlief kan er ook wat van om ons om de tuin te leiden. Ik heb deze week een beginnetje gemaakt met mijn surprise, maar ik ben nog lang niet klaar. Ik heb wél alle cadeautjes ingepakt in huis. Dat geeft rust en overzicht in mijn hoofd. De laatste dagen voor de bewuste avond heb ik voldoende inspiratie voor meerdere gedichten. Heerlijk. Ik kijk uit naar de gezelligheid, de lol en de zoetigheden. Ik zal zeker onze oudste dochter missen. Ze heeft haar Sint-pakket van thuis deze week in Korea ontvangen. Vroeg in de ochtend belden we met elkaar terwijl zij de doos opende en de gedichten voorlas. Ook bij het openen van het grote cadeau waren we. Een warme kruik van Texels schapenwol om haar bedje een beetje op te warmen in het winterkoude Seoul. Daarna ging iedereen zijn eigen weg naar werk en proefwerkweek. Zo kon oudste kind rustig op haar bed in haar studentenkamertje alle door-ons-met-liefde-geschreven gedichten en brieven herlezen. Het Sint snoepgoed gaat ze proberen te bewaren tot december. We hebben afgesproken dat we gaan bellen op Pakjesavond…dat maakt het gemis een beetje goed. Maar vooral het idee dat het dán nog maar drie weekjes duurt voordat we haar weer in onze armen sluiten!
zondag 11 november 2018
Drek
I really enjoy not getting in a car and running errands on bikes.
- Stone Gossard
Duizenden sterren. Een heldere nacht. Pikdonker. En helemaal niet koud. Ik had een shawl omgedaan en een wintermuts op. Eerst de shawl weer los geknoopt. Niet veel later muts in mijn jaszak gepropt. Van de dreigende spanning kreeg ik het steeds warmer. Het was weer tijd voor onze jaarlijkse familietraditie. Eind oktober tot begin november is het steeds zover. De Halloween wandeltocht door het Kuinderbos in Flevoland. Helaas was deze keer onze oudste dochter niet mee die juist zo ontzettend van thrillers en spookverhalen houdt. Dit jaar waren er wederom zo’n zevenhonderd deelnemers. Binnen drie kwartier waren de kaarten uitverkocht. Er zat ongeveer vijf minuten tussen de vertrektijden van de tachtig verschillende groepen. Dit jaar waren we heel laat aan de beurt. Bijna negen uur. We sloegen dit jaar ook een ander bospad in waardoor we even ons richtingsgevoel kwijt waren. Helaas zijn mobiele telefoons en zaklampen ten zeerste verboden dus liepen we met dichtgeknepen ogen door de bomen te turen. Welke kant lopen we op? Steeds achter je kijkend of er niet een onverlaat achter je aan sloop. Goed voorbereid hadden we dit jaar onze rubberlaarzen aan, want andere jaren kwamen we wel eens met broeken en schoenen vol blupsie thuis. Meerdere malen trokken we elkaar deze avond onnozel van het pad af de modderige drek in. Zo donker! We blijven altijd als een groepje heel erg aan elkaar geplakt door het bos bewegen. Niemand durft achteraan te lopen. En niemand durft trouwens ook voorop te lopen… Zo houden we elkaars armen stevig vast. Of capuchons. Of gewoon helemaal om de middel geklemd als het een heel erg eng stukje is. Zoals een tent vol afgezaagde dennenbomen waar je geen hand voor ogen ziet. Dan trekken en duwen we elkaar de tent in, want we zijn allemaal bang. Soms komt er in zo’n tent een man met een kettingzaag achter je aan. Deze keer lagen er mensen op de grond aan je benen te trekken waardoor je heel wankel net niet voorover viel. Wel proberen we altijd het jongste telgje te beschermen. Ons jongste neefje van bijna tien jaar. Meestal loopt hij naast zijn moeder. Dit jaar kleefde hij aan mijn eega vast. Niet los te krijgen. Soms raakte ik deze avond tóch ongemerkt achter en werd ik ineens afgezonderd van de groep door enge identiteiten met capes aan en maskers op. Aan het eind van de avond was ik schor van het gillen dat mijn familie me moest redden en me vooral niet alleen moest achterlaten. Mijn zus werd ook ontvoerd en was door de paniek op haar knieën in de blupsie gevallen. Onze andere neef viel een paar keer waarvan één keer ongelukkig op zijn heup waardoor hij een beetje moest huilen. (Hij liep al met een arm in het gips omdat hij diezelfde week zijn duim gebroken had…) Meteen vallen de vrijwilligers dan uit hun rol en bieden een helpende hand aan, zetten een zaklampje aan en vragen ons dan of we allemaal nog okay zijn. Dat vind ik telkens weer fijn. We zijn namelijk een heel erg bang groepje familieleden die vooral elkáár de stuipen op het lijf jagen. Onze jongste dochter viel dit keer ook achterover een groezelige berm in en dan duurt het even in het stikdonker voordat we überhaupt weten wie er gevallen is. En waar diegene precies ligt. Enge momenten. Zo vragen we ons ook steeds hardop brullend af of ons jongste neefje er nog is. Telkens veel paniek. Na anderhalf uur spoken door het obscure bos ben ik telkens weer blij aan het einde te zijn. Iedereen is dan opgewonden en wil zijn avontuurlijke verhaal kwijt. Net een groep kakelende kippen. Als we allemaal wat bedaard zijn in het bosrestaurant lopen we naar de auto om door de donkere nacht in bijna twee uur tijd naar huis te rijden. Vol met sterke verhalen en uitkijkend naar de volgende huiveringwekkende griezeltocht. Over een jaar.
‘Ze heeft iemand van de straat gevraagd om die auto eruit te parkeren’ hoor ik de verkoopster bij de banketbakker zeggen. Het trekt mijn aandacht. Mijn cliënte en ik zijn een gebakje aan het uitzoeken in de vitrine. Op het plein waar we zijn parkeer ik soms twee keer per dag mijn grote Volvo. Het is een kriem om daar te parkeren. Teveel parkeerplekken op een te klein pleintje. Je kunt dus nauwelijks achteruit de parkeerhaven uitrijden om weg te rijden. Veel te krap. Ik kan ook nauwelijks inparkeren. Alleen als er twee parkeerhaventjes naast elkaar vrij zijn, omdat ik de draai met die lange auto niet kan maken. Helaas wonen drie van mijn vier cliënten dichtbij dit kleine plein. Ik neem ze meestal mee met boodschappen doen en dat is waarom ik daar telkens met de auto kom. Als ik onverhoopt toch alleen iets voor ze moeten halen ga ik vaak lopend of op de fiets van mijn cliënt. Sinds ik dit werk doe rijd ik dus veel meer in onze auto. Ik deed voorheen alles op de fiets. Ik rijd nu wekelijks met senioren naar de schaakclub, de kapper, het ziekenhuis, de tandarts, de apotheek en de huisartsenpraktijk. En soms ook leuke uitjes naar een hotel om te lunchen, het bos voor een wandeling, naar het stadscentrum om te winkelen of naar België voor een gezellig terrasje. Ouderen doen hun auto van de hand als het rijden niet makkelijk of vlekkeloos meer gaat. Wanneer ze vinden dat het op de snelweg allemaal te snel gaat, of dat in het donker rijden vervelend wordt of dat hun reactievermogen gewoon minder wordt. Ik kan dat begrijpen. In de straat van mijn cliënte waar ik om de dag moet parkeren rijden veel scholieren op hun fiets. Wanneer ik mijn auto moet keren kijk ik heel erg goed om me heen. En toch kan het gebeuren dat ik bijna een scholier aanrijdt die ik kennelijk tóch niet gezien had. Daar word ik onzeker van. Bij een andere client waar ik twee keer per week kom moet ik heel krap file parkeren in een smal oud straatje. Als ik geluk heb kan ik met mijn wielen over de stoep best aardig parkeren, maar vaker moet ik veel manoeuvreren om die grote auto een beetje aardig langs de stoep te zetten. Het kost me energie. Ik kan me voorstellen dat ik op een bepaald moment besluit mijn auto in te ruilen voor een kleiner formaatje of helemaal weg te doen. Gelukkig kan ik voor onze eigen deur prima zonder rompslomp parkeren. Zonder auto geef je namelijk wel een groot stuk vrijheid op. Vooralsnog blijf ik de komende decennia nog lekker zelf rijden.
- Stone Gossard
Duizenden sterren. Een heldere nacht. Pikdonker. En helemaal niet koud. Ik had een shawl omgedaan en een wintermuts op. Eerst de shawl weer los geknoopt. Niet veel later muts in mijn jaszak gepropt. Van de dreigende spanning kreeg ik het steeds warmer. Het was weer tijd voor onze jaarlijkse familietraditie. Eind oktober tot begin november is het steeds zover. De Halloween wandeltocht door het Kuinderbos in Flevoland. Helaas was deze keer onze oudste dochter niet mee die juist zo ontzettend van thrillers en spookverhalen houdt. Dit jaar waren er wederom zo’n zevenhonderd deelnemers. Binnen drie kwartier waren de kaarten uitverkocht. Er zat ongeveer vijf minuten tussen de vertrektijden van de tachtig verschillende groepen. Dit jaar waren we heel laat aan de beurt. Bijna negen uur. We sloegen dit jaar ook een ander bospad in waardoor we even ons richtingsgevoel kwijt waren. Helaas zijn mobiele telefoons en zaklampen ten zeerste verboden dus liepen we met dichtgeknepen ogen door de bomen te turen. Welke kant lopen we op? Steeds achter je kijkend of er niet een onverlaat achter je aan sloop. Goed voorbereid hadden we dit jaar onze rubberlaarzen aan, want andere jaren kwamen we wel eens met broeken en schoenen vol blupsie thuis. Meerdere malen trokken we elkaar deze avond onnozel van het pad af de modderige drek in. Zo donker! We blijven altijd als een groepje heel erg aan elkaar geplakt door het bos bewegen. Niemand durft achteraan te lopen. En niemand durft trouwens ook voorop te lopen… Zo houden we elkaars armen stevig vast. Of capuchons. Of gewoon helemaal om de middel geklemd als het een heel erg eng stukje is. Zoals een tent vol afgezaagde dennenbomen waar je geen hand voor ogen ziet. Dan trekken en duwen we elkaar de tent in, want we zijn allemaal bang. Soms komt er in zo’n tent een man met een kettingzaag achter je aan. Deze keer lagen er mensen op de grond aan je benen te trekken waardoor je heel wankel net niet voorover viel. Wel proberen we altijd het jongste telgje te beschermen. Ons jongste neefje van bijna tien jaar. Meestal loopt hij naast zijn moeder. Dit jaar kleefde hij aan mijn eega vast. Niet los te krijgen. Soms raakte ik deze avond tóch ongemerkt achter en werd ik ineens afgezonderd van de groep door enge identiteiten met capes aan en maskers op. Aan het eind van de avond was ik schor van het gillen dat mijn familie me moest redden en me vooral niet alleen moest achterlaten. Mijn zus werd ook ontvoerd en was door de paniek op haar knieën in de blupsie gevallen. Onze andere neef viel een paar keer waarvan één keer ongelukkig op zijn heup waardoor hij een beetje moest huilen. (Hij liep al met een arm in het gips omdat hij diezelfde week zijn duim gebroken had…) Meteen vallen de vrijwilligers dan uit hun rol en bieden een helpende hand aan, zetten een zaklampje aan en vragen ons dan of we allemaal nog okay zijn. Dat vind ik telkens weer fijn. We zijn namelijk een heel erg bang groepje familieleden die vooral elkáár de stuipen op het lijf jagen. Onze jongste dochter viel dit keer ook achterover een groezelige berm in en dan duurt het even in het stikdonker voordat we überhaupt weten wie er gevallen is. En waar diegene precies ligt. Enge momenten. Zo vragen we ons ook steeds hardop brullend af of ons jongste neefje er nog is. Telkens veel paniek. Na anderhalf uur spoken door het obscure bos ben ik telkens weer blij aan het einde te zijn. Iedereen is dan opgewonden en wil zijn avontuurlijke verhaal kwijt. Net een groep kakelende kippen. Als we allemaal wat bedaard zijn in het bosrestaurant lopen we naar de auto om door de donkere nacht in bijna twee uur tijd naar huis te rijden. Vol met sterke verhalen en uitkijkend naar de volgende huiveringwekkende griezeltocht. Over een jaar.
‘Ze heeft iemand van de straat gevraagd om die auto eruit te parkeren’ hoor ik de verkoopster bij de banketbakker zeggen. Het trekt mijn aandacht. Mijn cliënte en ik zijn een gebakje aan het uitzoeken in de vitrine. Op het plein waar we zijn parkeer ik soms twee keer per dag mijn grote Volvo. Het is een kriem om daar te parkeren. Teveel parkeerplekken op een te klein pleintje. Je kunt dus nauwelijks achteruit de parkeerhaven uitrijden om weg te rijden. Veel te krap. Ik kan ook nauwelijks inparkeren. Alleen als er twee parkeerhaventjes naast elkaar vrij zijn, omdat ik de draai met die lange auto niet kan maken. Helaas wonen drie van mijn vier cliënten dichtbij dit kleine plein. Ik neem ze meestal mee met boodschappen doen en dat is waarom ik daar telkens met de auto kom. Als ik onverhoopt toch alleen iets voor ze moeten halen ga ik vaak lopend of op de fiets van mijn cliënt. Sinds ik dit werk doe rijd ik dus veel meer in onze auto. Ik deed voorheen alles op de fiets. Ik rijd nu wekelijks met senioren naar de schaakclub, de kapper, het ziekenhuis, de tandarts, de apotheek en de huisartsenpraktijk. En soms ook leuke uitjes naar een hotel om te lunchen, het bos voor een wandeling, naar het stadscentrum om te winkelen of naar België voor een gezellig terrasje. Ouderen doen hun auto van de hand als het rijden niet makkelijk of vlekkeloos meer gaat. Wanneer ze vinden dat het op de snelweg allemaal te snel gaat, of dat in het donker rijden vervelend wordt of dat hun reactievermogen gewoon minder wordt. Ik kan dat begrijpen. In de straat van mijn cliënte waar ik om de dag moet parkeren rijden veel scholieren op hun fiets. Wanneer ik mijn auto moet keren kijk ik heel erg goed om me heen. En toch kan het gebeuren dat ik bijna een scholier aanrijdt die ik kennelijk tóch niet gezien had. Daar word ik onzeker van. Bij een andere client waar ik twee keer per week kom moet ik heel krap file parkeren in een smal oud straatje. Als ik geluk heb kan ik met mijn wielen over de stoep best aardig parkeren, maar vaker moet ik veel manoeuvreren om die grote auto een beetje aardig langs de stoep te zetten. Het kost me energie. Ik kan me voorstellen dat ik op een bepaald moment besluit mijn auto in te ruilen voor een kleiner formaatje of helemaal weg te doen. Gelukkig kan ik voor onze eigen deur prima zonder rompslomp parkeren. Zonder auto geef je namelijk wel een groot stuk vrijheid op. Vooralsnog blijf ik de komende decennia nog lekker zelf rijden.
zondag 4 november 2018
Herfstvoedsel
Winter is the time for comfort, for good food and warmth, for the touch of a friendly hand and for a talk beside the fire: it is the time for home.
― Edith Sitwell
Ik veeg met een bezem al het herfstblad van onze oprit. Dit blad is alleen nog maar van de oude magnolia-boom afkomstig. Mooi gekleurd en gekruld herfstblad. Tussendoor zie ik al wat schilletjes van beukennoten liggen. Deze zullen een week of wat later volop vallen. Dan ligt ons pad vol kleine beukennootjes die tussen de stoeptegels blijven zitten. Binnenkort gaat onze beukenboom verkleuren. Met de warme gloed van het lage najaarszonnetje is het werkelijk een prachtig schouwspel. Ik kan daar de laatste jaren heel erg goed van genieten. Nog meer dan vroeger. Dat komt allereerst door het ouder worden denk ik. Door het voorbij glijden van de jaren. Rust vinden. Ook door het door-andere-ogen kunnen kijken. Zoals door de ogen van mijn yogajuf in Mexico. Als buitenstaander zie je andere dingen. Zij ziet andere dingen op de tuinfotootjes die ik haar sporadisch stuur. En door het door-háár-ogen kunnen kijken naar onze eigen tuin zie ik het ook. Een grote volwassen voortuin die afgebakend wordt door prachtig bruingekleurde beukenhagen. Met leibomen waarvan het blad geel begint te kleuren. Ruimte. De parel van onze tuin is natuurlijk de eeuwenoude beukenboom. Buiten zijn geweldig dikke stam, zijn grote stevige takken vol met blad en zijn enorme wortels die overal boven de grond proberen uit te piepen gaat er zo’n energie uit van die boom. Tijdens één van mijn yogalessen moesten we ons voorstellen dat we een dikke, oude boom omhelsden. De energie die ons voedde, de diepe wortels die ons hielpen te aarden en de takken die flexibel in de wind mee kunnen bewegen zonder af te breken. Ik dacht aan ‘onze’ boom en de tranen biggelden over mijn wangen. Ik hou van die boom! Ondanks, of misschien wel juist vanwege, alles wat hij in de herfst loslaat. Bij het vallen van het blad begint het seizoen om weer naar binnen te keren. Ik voel dat heel sterk. Ik heb behoefte om mijn ziel te voeden. Mijn yogajuf uit Mexico raadde me een inspirerend boek aan dat geschreven is door een uit Vietnam verbannen boeddhistische monnik. Deze heb ik meteen in huis gehaald. Zoals ik ook alle benodigdheden voor stamppotten in huis heb gehaald. Kilo’s aardappelen. Rode kool, boerenkool, winterpeen en ui. Zelfs het bijbehorende draadjesvlees, spek en rookworsten. Ondanks dat wij regelmatig vis en vegetarisch eten móesten we afgelopen week ineens traditioneel oerHollands eten. Zelfs pannenkoeken met spek en bataatsoep hadden we op het menu staan. Ik vermoed dat het te maken heeft met de zeer plotselinge omslag van zomers weer naar winters weer. Zonder aankondiging van de natuur zoals een herfststorm of een flinke regenbui. In de nacht dat de klok een uur terug ging vielen we patsboem in de winter. Vroeg donker. Nachtvorst. Guur weer. Winterjas aan. En lichtjes aan op de fiets.
Al foto’s nemend loop ik nog een keer door het lichte appartement van mijn cliënte. We hebben net anderhalf uur samen opgeruimd. En schoongemaakt. Er komt zo een makelaar. Haar broers en zussen hadden mij gevraagd alles klaar te maken voor de bezichtiging. Ik had vooraf de foto’s op funda.nl bekeken en zag dat ik vooral veel memootjes op moest ruimen. Na het ontbijt zijn we samen met de afwas begonnen. Daarna heb ik het aanrecht helemaal leeg gemaakt en alle pennen en geplakte notities onder in een lade gelegd. Mijn cliënte heeft jong Alzheimer en gaat over een paar weken naar een aanleunwoning verhuizen. Ik kom twee keer per week bij haar om haar te helpen met ontbijt en aankleden. Daarna kijken we in haar agenda naar de activiteiten van die dag en dan zorg ik dat alles klaar staat. Zang, wandelen, yoga, vriendinnenbezoek of gym. Ondanks dat ze gaat verhuizen wil ze graag dat ik blijf komen om haar te helpen de dag op te starten. Normaal kom ik een uurtje, maar vandaag heb ik drie uur de tijd om haar te helpen om alles voor te bereiden voor het bezoek van de potentiële kopers. Na alle donkere, gure herfstdagen hebben we vandaag een knalblauwe lucht. Zij stofzuigt en ik ruim alle kleding op in de kasten. Gebruikte handdoeken en vele schoenen worden verstopt. Maar vooral veel briefjes die overal opgeplakt zijn heb ik voorzichtig verwijderd in een lade of een mandje gestopt. Briefjes als ’hoorn weer op de haak leggen’ of ‘nare dromen-pillen op nachtkastje laten liggen’. Op elke deur is een symbool geplakt met wat er achter te vinden is. Deze symbolen van de badkamer, slaapkamer, WC heb ik laten hangen. De foto’s op elke keukenlade met wat erin ligt heb ik ook laten zitten. Maar de losse boodschappenlijstjes en ‘to do’ lijstjes heb ik opgeruimd. Haar leven hangt van briefjes en een bijzondere klok af. Een klok die bij elke activiteit een bel laat afgaan. Haar zussen en broers voeren de activiteiten in. Dat is haar leidraad door de dag heen. Als het tijd is om haar appartement te verlaten omdat de makelaar bijna komt gaan we samen op een zonnig terras zitten. Zij met een kop thee en ik met een warme chocomel van echte melk en een brok chocolade gemaakt. We delen samen een appeltaartje. Het is vandaag de laatste dag van oktober en in Mexico vieren we dan Día de los Muertos. Feest op de begraafplaatsen. Ik vertel mijn cliënte hoe wij drie jaar lang deze feestdag gevierd hebben op verschillende begraafplaatsen. Ik vertel haar over de paarden op de kleine begraafplaats op een berg waar de cowboys op hun knieën het graf schoonmaakten, de dansende familieleden op het graf met muziekinstrumenten en bier. De vele oranje bloemen in oude olijvenblikken op de graven. Voor de voordeuren gestrooide oranje bloemenblaadjes om de zielen de weg naar huis te laten vinden. De ofrenda’s in huizen met lievelingseten van de overledenen. De keer dat ik geroepen werd om mee te bidden bij een groot familiegraf toen ik foto’s aan het maken was. Ik laat haar een lief filmpje op mijn telefoon zien die mijn Mexicaanse vriendin onlangs gestuurd heeft. Ze geniet van mijn verhalen. Ik geniet van het warme zonlicht en haar gezelschap. Even later breng ik haar lopend bij het verzorgingstehuis waar ze gaat wonen. Ze gaat daar een warme maaltijd nuttigen. Ik hoop dat de makelaar een goed bod krijgt. Zo kan ze snel een nieuwe fase van haar leven instappen.
― Edith Sitwell
Ik veeg met een bezem al het herfstblad van onze oprit. Dit blad is alleen nog maar van de oude magnolia-boom afkomstig. Mooi gekleurd en gekruld herfstblad. Tussendoor zie ik al wat schilletjes van beukennoten liggen. Deze zullen een week of wat later volop vallen. Dan ligt ons pad vol kleine beukennootjes die tussen de stoeptegels blijven zitten. Binnenkort gaat onze beukenboom verkleuren. Met de warme gloed van het lage najaarszonnetje is het werkelijk een prachtig schouwspel. Ik kan daar de laatste jaren heel erg goed van genieten. Nog meer dan vroeger. Dat komt allereerst door het ouder worden denk ik. Door het voorbij glijden van de jaren. Rust vinden. Ook door het door-andere-ogen kunnen kijken. Zoals door de ogen van mijn yogajuf in Mexico. Als buitenstaander zie je andere dingen. Zij ziet andere dingen op de tuinfotootjes die ik haar sporadisch stuur. En door het door-háár-ogen kunnen kijken naar onze eigen tuin zie ik het ook. Een grote volwassen voortuin die afgebakend wordt door prachtig bruingekleurde beukenhagen. Met leibomen waarvan het blad geel begint te kleuren. Ruimte. De parel van onze tuin is natuurlijk de eeuwenoude beukenboom. Buiten zijn geweldig dikke stam, zijn grote stevige takken vol met blad en zijn enorme wortels die overal boven de grond proberen uit te piepen gaat er zo’n energie uit van die boom. Tijdens één van mijn yogalessen moesten we ons voorstellen dat we een dikke, oude boom omhelsden. De energie die ons voedde, de diepe wortels die ons hielpen te aarden en de takken die flexibel in de wind mee kunnen bewegen zonder af te breken. Ik dacht aan ‘onze’ boom en de tranen biggelden over mijn wangen. Ik hou van die boom! Ondanks, of misschien wel juist vanwege, alles wat hij in de herfst loslaat. Bij het vallen van het blad begint het seizoen om weer naar binnen te keren. Ik voel dat heel sterk. Ik heb behoefte om mijn ziel te voeden. Mijn yogajuf uit Mexico raadde me een inspirerend boek aan dat geschreven is door een uit Vietnam verbannen boeddhistische monnik. Deze heb ik meteen in huis gehaald. Zoals ik ook alle benodigdheden voor stamppotten in huis heb gehaald. Kilo’s aardappelen. Rode kool, boerenkool, winterpeen en ui. Zelfs het bijbehorende draadjesvlees, spek en rookworsten. Ondanks dat wij regelmatig vis en vegetarisch eten móesten we afgelopen week ineens traditioneel oerHollands eten. Zelfs pannenkoeken met spek en bataatsoep hadden we op het menu staan. Ik vermoed dat het te maken heeft met de zeer plotselinge omslag van zomers weer naar winters weer. Zonder aankondiging van de natuur zoals een herfststorm of een flinke regenbui. In de nacht dat de klok een uur terug ging vielen we patsboem in de winter. Vroeg donker. Nachtvorst. Guur weer. Winterjas aan. En lichtjes aan op de fiets.
Al foto’s nemend loop ik nog een keer door het lichte appartement van mijn cliënte. We hebben net anderhalf uur samen opgeruimd. En schoongemaakt. Er komt zo een makelaar. Haar broers en zussen hadden mij gevraagd alles klaar te maken voor de bezichtiging. Ik had vooraf de foto’s op funda.nl bekeken en zag dat ik vooral veel memootjes op moest ruimen. Na het ontbijt zijn we samen met de afwas begonnen. Daarna heb ik het aanrecht helemaal leeg gemaakt en alle pennen en geplakte notities onder in een lade gelegd. Mijn cliënte heeft jong Alzheimer en gaat over een paar weken naar een aanleunwoning verhuizen. Ik kom twee keer per week bij haar om haar te helpen met ontbijt en aankleden. Daarna kijken we in haar agenda naar de activiteiten van die dag en dan zorg ik dat alles klaar staat. Zang, wandelen, yoga, vriendinnenbezoek of gym. Ondanks dat ze gaat verhuizen wil ze graag dat ik blijf komen om haar te helpen de dag op te starten. Normaal kom ik een uurtje, maar vandaag heb ik drie uur de tijd om haar te helpen om alles voor te bereiden voor het bezoek van de potentiële kopers. Na alle donkere, gure herfstdagen hebben we vandaag een knalblauwe lucht. Zij stofzuigt en ik ruim alle kleding op in de kasten. Gebruikte handdoeken en vele schoenen worden verstopt. Maar vooral veel briefjes die overal opgeplakt zijn heb ik voorzichtig verwijderd in een lade of een mandje gestopt. Briefjes als ’hoorn weer op de haak leggen’ of ‘nare dromen-pillen op nachtkastje laten liggen’. Op elke deur is een symbool geplakt met wat er achter te vinden is. Deze symbolen van de badkamer, slaapkamer, WC heb ik laten hangen. De foto’s op elke keukenlade met wat erin ligt heb ik ook laten zitten. Maar de losse boodschappenlijstjes en ‘to do’ lijstjes heb ik opgeruimd. Haar leven hangt van briefjes en een bijzondere klok af. Een klok die bij elke activiteit een bel laat afgaan. Haar zussen en broers voeren de activiteiten in. Dat is haar leidraad door de dag heen. Als het tijd is om haar appartement te verlaten omdat de makelaar bijna komt gaan we samen op een zonnig terras zitten. Zij met een kop thee en ik met een warme chocomel van echte melk en een brok chocolade gemaakt. We delen samen een appeltaartje. Het is vandaag de laatste dag van oktober en in Mexico vieren we dan Día de los Muertos. Feest op de begraafplaatsen. Ik vertel mijn cliënte hoe wij drie jaar lang deze feestdag gevierd hebben op verschillende begraafplaatsen. Ik vertel haar over de paarden op de kleine begraafplaats op een berg waar de cowboys op hun knieën het graf schoonmaakten, de dansende familieleden op het graf met muziekinstrumenten en bier. De vele oranje bloemen in oude olijvenblikken op de graven. Voor de voordeuren gestrooide oranje bloemenblaadjes om de zielen de weg naar huis te laten vinden. De ofrenda’s in huizen met lievelingseten van de overledenen. De keer dat ik geroepen werd om mee te bidden bij een groot familiegraf toen ik foto’s aan het maken was. Ik laat haar een lief filmpje op mijn telefoon zien die mijn Mexicaanse vriendin onlangs gestuurd heeft. Ze geniet van mijn verhalen. Ik geniet van het warme zonlicht en haar gezelschap. Even later breng ik haar lopend bij het verzorgingstehuis waar ze gaat wonen. Ze gaat daar een warme maaltijd nuttigen. Ik hoop dat de makelaar een goed bod krijgt. Zo kan ze snel een nieuwe fase van haar leven instappen.
Abonneren op:
Posts (Atom)