![]() |
Traffic jam… |
‘I address you all tonight for who you truly are: wizards, mermaids, travelers, adventurers and magicians. You are the true dreamers.’
Op een strandstoeltje op het half natuur, half door mensen gemaakte strand kijk ik dromerig uit over de azuurblauwe zee. Tussen de donkergekleurde, woeste kustrotsen is ooit cement gestort. Je kunt hier alleen het water in met waterschoentjes, de rotsen zijn scherp. Bovendien nestelen zee-egels met hun lange stekels hier graag in spleten tussen de rotsen. In de verte snorkelen twee van onze meiden. Ik zit half in de schaduw van wat pijnbomen. Zij verspreiden een heerlijke geur. Een zeebries voel ik zacht langs mijn schouders en benen bewegen. Voor deze rust hebben we de lange reis van bijna tweeënhalve dag gemaakt. Onderweg met ons Volkswagenbusje én de elektrische Volvo, grotendeels achter elkaar gereden. De Volvo achter het busje, want het antieke busje bepaalt het tempo. Slow travel. Het oude besje kan bergafwaarts net over de negentig kilometer per uur aantikken maar bergop gaat hij soms maar vijftig kilometer per uur, met moeite. Hij deed het echter fantastisch. Dat vonden andere reizigers ook. Duimpjes omhoog onderweg, complimenten bij de benzinepomp. Voorrang bij het invoegen op de drukke snelweg. Ik houd van het rijden in dat ding. Je zit hoog, je hebt een heel groot stuur. De kleine raampjes die als uitstaande oortjes open gaan. De schakelbewegingen lijken wel een workout voor je rechterarm zo wijd. Het typische geluid van een oude Volkswagen, radio is niet nodig al zou de muziek amper boven het geruis van de motor uitkomen, vind ik heerlijk.
Wanneer we bij zonsondergang langs Keulen rijden over een lange brug en ik zie door het raam het silhouet van de Dom uitsteken tegen de feloranje gekleurde lucht geeft dat een geweldig gevoel. In een lange stilstaande file de volgende dag vlakbij de grens van Slovenië stapte bijna iedereen uit z’n vehikel. Er was een ongeluk gebeurd. Files vanwege werk aan de weg zagen we regelmatig, maar waarschuwingsborden van tachtig kilometer per uur veranderde grappig genoeg niks aan onze snelheid. Dit was echter een monster van een file niet ver van de Karawankentunnel vandaan. Een jonge Duitser uit de voormalige DDR was helemaal weg van onze bus. René knoopte op de snelweg een praatje met ons aan. Stilstaan op de snelweg verbroedert. Hij was al de tweede die aan ons vroeg voor welke prijs we hem zouden verkopen, en wilde ook de binnenkant bewonderen. Daar was nu alle tijd voor. Tijdens heftige regenbuien in de buurt van Italië en Slovenië was ik de dag daarna wel bang of de ruitenwissers het zouden houden. Ze zwiepten steeds vaker buiten het raam. Dat is eerder gebeurd, op een bepaald moment is er dan geen kracht meer om terug naar het voorraam te zwiepen en blijft hij naar links buiten de auto uitsteken. Met je hand moet je hem weer met een zetje in het gareel duwen. Dat zou in deze stortbuien heel spannend zijn, in no-time moet je naar de vluchtstrook navigeren. Voor vertrek had de garage dit euvel verholpen dachten wij. Er is godzijdank niks ergs gebeurd. Aan de andere kant van de bergtunnel klaarde het weer op, liep de temperatuur heel snel op naar dertig graden en scheen de zon volop. Dat was gisteren. Vandaag staat de bus te pronken tussen de pijnbomen op de camping. Een nieuwe luifel en doek over het voorraam en zijraampjes. Gezellige oranje lampjes passen bij het jaren ‘70 thema. We hebben heerlijk geslapen met de achterklep open. Het rustgevende ruizen van de golven op de achtergrond.
27 juli 2025 | Savudrija, Kroatië