dinsdag 29 oktober 2024

Proud of our daughter!
ONZE STRATEEG
Je bent zo gelukkig als je minst gelukkige kind.
- Anne Tyler


Het leek wel of ik in het paradijs aan het hardlopen was deze woensdagochtend. De tere, hoge sprietjes van onkruidplanten langs de weilanden waren besprenkeld met glanzende kristallen. De herfstzon scheen er dwars doorheen. Duizenden glitters. Een zachte witte deken lag over de weilanden. Ochtenddauw in de herfst. Kleine waterdruppeltjes zwevend in de lucht. De koeien stonden in de wei te grazen terwijl een vroeg ochtendzonnetje hun ruggen verwarmde.  Er hing een knalblauwe lucht boven ons met een verdwaald spierwit wolkje. Het blad van de loofbomen in het stuk bos waar ik langs rende waren geel, oranje en bruin gekleurd. Sommige stukken van het zandpad waar ik liep waren bezaaid met eikeltjes. Een werkelijk prachtige herfstochtend. Toen ik weer aankwam in onze tuin ben ik na het oprekken van mijn spieren eerst de voortuin gaan aanvegen. De verkleurde, eeuwenoude beukenboom voor onze deur begint al zijn blad te verliezen. Onze oprit ligt vol met gekleurd herfstblad. Altijd oppassen wanneer het gaat regenen dan kan het spekglad worden. Trouwens ook zijn beukennootjes begint hij los te laten. Onder de ruitenwissers van mijn autootje vind ik losse beukennootjes gemengd met hun stekelige schillen. Ik houd van de herfst. Ik houd van hardlopen met zulk prachtig weer. Eenmaal alles opgeveegd ga ik naar binnen en zie ik dat ik een berichtje heb ontvangen op mijn mobiele telefoon. Ik kan het eerst niet plaatsen omdat ik uit de groep met deze afzender gestapt was. Verwarrend, geen naam van de afzender alleen een nummer. ‘Verdrietig nieuws.., eigen vertrouwde omgeving…’ scan ik snel. Mijn hartslag versnelt. Mijn hardloopmaatje Harry waar ik in juni de LoveLife run mee heb gelopen, is overleden. Tijdens het hardlopen kreeg ik het droevige bericht van mijn hardloopmaatje dat hij ons verlaten heeft… Hij had maagkanker gehad en leefde met een ballon in zijn buik in plaats van zijn maag. En dat ging helemaal prima. Hij was schoon. Wij trainden samen met zijn kleindochter Lieke en mijn dochter (beiden zelfde leeftijd) met z’n viertjes elke zondag met de groep, en onze trainer John. Wanneer een training opgeschort werd dan trainden wij tóch gezellig met z’n viertjes in het Mastbos. Aardige kerel. Ik pink wat tranen weg. Het is zo’n flinke confrontatie om iemand, die dezelfde rotziekte heeft gehad als ik, te moeten verliezen. Net als bij Kees, mijn maatje op het bestralingsapparaat, ging het bij Harry ook onverwacht razendsnel. Uitzaaiingen. Ik bel met jongste dochter in Australië, we delen ons verdriet met dikke, betraande ogen op onze schermpjes. Ze stuurt wat foto’s waar we samen met Harry op staan. Ook zij is er enorm van geschrokken. Aardige, altijd vrolijke Harry, zo levendig voor de zomer en nu, na de zomer, heeft hij ons plots verlaten. Een paar dagen later toon ik mijn respect op zijn drukbezochte uitvaart. Ik hoor daar dat hij zelf voor zijn einde heeft gekozen. Dappere man.


Een militair strateeg werden ze keer op keer genoemd. Haar scriptie over de rol van vrouwen in de IS werd geroemd. Onze middelste dochter - die twee jaar geleden haar eerste master in Legal Psychology behaalde aan de universiteit van Maastricht - kreeg vanmiddag haar begeerde master aan de Nederlandse Defensie Academie. Twee jaar terug behaalde zij haar eerste. Tijdens het schrijven van haar scriptie en het wonen in een studentenkamertje, in het voor haar vreemde Maastricht, speelde het virus nog een grote rol. Een groot deel schreef ze dan ook thuis in Breda. Na het inleveren van haar scriptie deed ze haar studentenkamer over aan haar zusje. Zij kwam thuis wonen en startte haar studie op de faculteit Militaire Wetenschappen. Ik werd ziek. Er volgde een operatie. Tot onze grote verrassing kon ik toen onverwacht tóch bij haar feestelijke diploma uitreiking zijn. Tijdens die ceremonie werd ik nog wel gebeld door de oncoloog-internist over waar de bestralingen kort daarna plaats zouden gaan vinden, Delft of Rotterdam. Zo was zij thuis na mijn operatie, tijdens de chemokuren en kon zij me bijna dagelijks naar de bestralingen in Rotterdam rijden. Op deze zonnige herfstmiddag op het Bredase kasteel werden de geslaagden (de helft burger en de andere helft militair) één voor één op het podium geroepen door een oud-generaal en wat hoogleraren. Ze stapte trots - en een tikkeltje zenuwachtig - de trap op, keek nog even onze kant op, nam haar diploma in handen en poseerde voor de fotograaf. Mijn lief en ik zaten, zonder haar zussen natuurlijk, in de zaal. We probeerden tot rust te komen. We waren op de fiets in onze nette kleding naar het kasteel gekomen, maar konden onze fietsen niet meer kwijt in de volle fietsenstalling. We fietsten verder het centrum in om de fietsen ergens te stallen waar het nog mag tegenwoordig. We liepen snel naar de ophaalbrug aan het Kasteelplein om ons met paspoort  te melden. Een militair die net naar huis ging wees ons erop dat de hoofdingang aan het Spanjaardsgat was. Nooit geweten. We liepen snel die kant op waarna we tegen een groot obstakel opliepen. Om namelijk het terrein van de KMA op te komen moet men, nu Nederland in een hogere staat van paraatheid is, opgehaald worden door iemand van Defensie. Onze dochter was al lang binnen, de ceremonie aan het oefenen. Wie moest ons dan ophalen? De tijd begon te dringen. Ik vroeg aan de andere militair in het portiershuisje of hij ons niet kon brengen. Dat mocht niet. Achter ons begonnen anderen genodigden zich aan te sluiten in de rij. Niemand kon zijn familielid bereiken om opgehaald te worden. Mijn lief belde zijn broer, commandant van de KMA. Hij haalde ons persoonlijk op en nam de andere familieleden ook mee. We kwamen precies op tijd. We luisterden naar een verhaal over militaire strategie, hét onderwerp van deze uitreiking en studie. Strategie bestond pas ten tijde van Napoleon leerden wij, waarbij strategie altijd uitmondde in een treffen in oorlog. Doden was het doel. Pas ten tijde van de Koude Oorlog kreeg strategie een nieuw doel namelijk het voorkomen van oorlog vanwege de fatale nucleaire dreiging. Onze dochter is nu een afgestudeerd militair strateeg! Het klinkt als een heel verantwoordelijke rol. Zeker in deze tijd van oorlogsdreiging. Zij gaat met dit diploma echter iets heel anders doen. Ik ben zó trots op haar. Onze enige dochter met maar liefst twee masters! Zo onzeker en verlegen als ze als klein meisje kon zijn, zo voorzichtig begint ze nu te beseffen dat ze erg trots op zichzelf mag zijn. Deze mooie, jonge vrouw vindt haar weg wel.  

dinsdag 22 oktober 2024

Me relaxing under water earlier this month | Indonesia
HELPFUL & CARING
To be successful is to be helpful, caring, and constructive, to make everything and everyone you touch a little bit better.’ 
- Norman Vincent Peale


Deze maand was het de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg dat sinds 2005 jaarlijks op de tweede zaterdag in oktober wordt georganiseerd. Rond deze dag wordt de aandacht gevestigd op palliatieve zorg om zo meer bekendheid te geven aan deze zorgvorm. Om die reden had ik deze week op een avond een workshop ‘waken’. Ik heb daar in mijn vorige baan cursussen over gehad maar nu het onderwerp voor mij weer actueel is dacht ik dat het goed was om die informatie op te frissen. Bovendien ontwikkelt de gezondheidszorg best snel op dit gebied qua kennis. Helaas kwam het waken niet zoveel aan bod. In het tasje dat we meekregen aan het eind van de avond zat wel een boekje over waken. De avond ging eigenlijk meer over wat er gebeurt zodra iemand is overleden. Ook dit is een interessant onderwerp voor mij omdat ik sinds vorige maand in het hospice werk als zorgvrijwilliger. Ik heb al diverse keren meegemaakt dat een bewoner overlijdt tijdens mijn dienst. Wat gebeurt er eigenlijk allemaal precies nadat het lichaam opgehaald wordt door de uitvaartverzorging? Het ophalen gebeurt trouwens uiterst respectvol. Of er nu wel of geen familie bij is. Wanneer de rouwtaxi weg rijdt loopt één uitvaartverzorger voorop tot het eind van de straat, de auto volgt stapvoets. Wij als medewerkers staan bij de voordeur om ons laatste respect te tonen. We kregen deze avond een rondleiding vanaf de plek waar de brancard met het lichaam binnenkomt in het rouwcentrum tot aan de zaal van de rouwdienst en het samenzijn daarna. Jaren geleden had ik eens een rondleiding door het crematorium tot aan de ovens aan toe gehad, en reed ik met een gevulde rouwauto over de begraafplaats naast de chauffeur. Dat was destijds voor een opdracht van mijn fotovakopleiding. Ik ben niet bang voor dode mensen. Of voor mensen die bijna kunnen overlijden. Sterker nog, ik geniet van de bijzondere gesprekken die kunnen ontstaan, heel betekenisvol. Zodoende had ik gesolliciteerd bij het hospice toen ik daartoe gevraagd werd tijdens een leuk gesprek met een yogamaatje van mij. Ton had zich na een carrière in de ICT om laten scholen tot verpleegkundige en is werkzaam in het hospice. Hij vond mij goed in het team passen, en ik had er wel oren naar. Eén dagdeel per week warme en liefdevolle zorg aanbieden aan mensen in hun laatste levensfase, én aan hun naasten. Ook zorg dragen voor een warme en huiselijke sfeer in de grote villa door eigenlijk een huishouden te draaien zoals thuis. Wasje draaien, was vouwen, thee en koffie zetten, bed verschonen, helpen met aankleden en eten verzorgen. Er zijn geen vaste tijden voor opstaan, wassen of eten. Dat is zoveel mogelijk afhankelijk van de wens van de bewoner. Net zoals thuis. Er zijn geen vaste bezoekuren. Familie en vrienden kunnen dus de hele dag in en uit lopen, en kunnen ook zelf in de keuken koffie en thee zetten. Net zoals thuis. Wij geven ze de regie. Ik vind het werken als zorgvrijwilliger persoonlijk niet eenvoudig. Ik ben heel moe wanneer ik thuis kom na vier uur werken. Wel geeft het veel voldoening. Daarnaast vind ik het heel fijn om weer in een team te werken. Samen koffiepauze of eten tijdens een avonddienst. Het teamgevoel, dat heb ik lang gemist. Ik zocht vrijheid, openheid, rust en zingeving in een nieuwe werkomgeving en dat heb ik in het hospice gevonden.


Een hospice was oorspronkelijk een instelling die is opgericht om de armen op te vangen. De instelling hielp de behoeftigen, de armen en de zieken. In Nederland wordt de naam gebruikt voor een instelling met een huiselijke sfeer die zich in terminale zorg heeft gespecialiseerd. Ons huis heeft zes kamers die de bewoners nadrukkelijk een eigen accent mogen geven. De standaard-inrichting bestaat uit een bed, een kast, een tafel en een stoel. Bewoners kunnen hier dan bijvoorbeeld een klok, een schilderij, een wandkleed, fotolijstjes of snuisterijen gezellig van thuis, aan toevoegen. In ons huis hebben de bewoners hun eigen huisarts. De dagelijkse zorg wordt verleend door wijkverpleegkundigen van de thuiszorg en vrijwilligers die steeds aanwezig zijn. Zowel op de eigen kamer als in de gemeenschappelijke woonkamer, de grote leefkeuken, het terras boven en in de zeer grote tuin kunnen de bewoners hun gasten ontvangen. Om in een hospice te mogen verblijven is een levensverwachting van minder dan drie maanden nodig. Laatst hadden we een zieke mevrouw binnen gekregen die zó opknapte door onze zorg dat ze na een paar weken en wat fysiotherapie weer naar huis mocht! Ons doel is de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden, of te krijgen, in de allerlaatste periode van hun leven. Wij zijn te gast bij de bewoners. Zij geven aan wat hun wensen zijn en wij proberen dat zo goed mogelijk te regelen. Afgelopen weekend hebben we een dame met bed en al boven op het balkon geplaatst. Zo kon ze genieten van de herfstkleuren en de herfstgeur. ’Ik heb ineens zo’n trek in tomatensoep, in pannenkoeken of een kroket op brood’ is een wens waaraan we makkelijk kunnen voldoen. Alles is in huis. Er zijn twee soepvrijwilligers die ieder één keer per week een pan verse soep brengen. Daar vriezen we een deel van in, zo hebben we altijd verse soep in huis in diverse smaken. We hebben een tuinmanvrijwilliger die ook zorgt dat de eekhoorns en vogels in de tuin voer krijgen zodat de bewoners vanuit bed van zulke dierenvriendjes kunnen genieten. De partner of familie mogen gebruik maken van een aparte logeerkamer, maar vaak zetten we gezellig een extra bed in de kamer. Laatst deden we dat nog voor een echtpaar dat hun trouwdag wilde vieren. De sfeer in ons hospice is, in tegenstelling tot de verwachtingen van velen, allerminst zwaar. Laatst kookte een Indische familie voor hun vader/opa rijst en saté, aten ze gezellig in onze keuken. Het idee dat het er in het hospice alleen maar triest en zielig aan toegaat of dat alles in het teken van de dood staat klopt écht niet. Ons hospice is een huis vol leven, waar gekookt en gewassen moet worden, waar ook gelachen kan worden en waar het zelfs gezellig kan zijn.

dinsdag 15 oktober 2024

Our beautiful young kitten Tossie | 2009
TOSSIE
Cats and humans have been partners for over ten thousand years. And what you realize when you've lived with a cat for a long time is that we may think we own them, but that's not the way it is. They simply allow us the pleasure of their company.’
- Genki Kawamuri


Op de fiets rijd ik door de stad met mijn linkerhand op de poezentas die voorop in mijn fietskrat staat. Die hand voor extra stevigheid. Ookal is de poes al vijftien jaar oud, ze is niet eerder op de fiets mee geweest. In de auto moest ze altijd erg ongelukkig miauwen dus nu, op haar oude dag, neem ik haar eens mee op de fiets. Eerst miauwt ze een paar keer en daarna ligt ze in de tas en kijkt door het raampje van gaas. Ik denk onderweg aan hoe ze in ons gezin kwam. We hadden in Spanje gewoond en hadden als afsluiting van die mooie periode een rondreis van zes weken door het zuiden van Afrika gemaakt met een Landrover Defender en twee tenten op het dak. Tijdens onze reis hadden we onze British Blue kater laten logeren bij zijn fokster. Zij had destijds ook een nest van Silvertabby’s. Hij kon het geweldig vinden met één van de meisjes uit het nest. Jut en Jul samen. Het poesje was eigenlijk al verkocht, maar…zei de fokster, als wij haar mee naar huis wilden nemen voor Woester dan had dat haar voorkeur. We noemden haar Etosha. Naar Etosha Pan, een spierwitte zoutpan in Namibië die we die zomer bezocht hadden. Zij heeft namelijk een spierwitte buik. Haar roepnaam werd Tossie. De reden dat we samen op weg zijn naar de dierendokter is haar wanhopig gemiauw in de nacht. We worden er wakker van en moeten ook iets doen. Meestal ga ik uit bed. Praat in het donker tegen haar, til haar op en krioel een beetje. Vaak neem ik haar mee naar zolder waar ze luid spinnend gelukkig zit te zijn. Andere keer doen we vanuit ons bed het licht boven de zoldertrap aan. Dan trippelt ze meestal naar boven. Soms niet. Ze houdt ons dus uit onze slaap. Op internet vinden we terug dat dit nachtelijk gehuil vooral voorkomt bij een grote verandering. Doof worden, blind worden of vergeetachtig worden. Doof worden is geen optie, ze hoort prima. De dierenarts dacht tijdens het consult aan haar schildklier vanwege ouderdom. Ze is echter in gewicht toegenomen in plaats van afgevallen. De optie viel ook weer af. Ze dacht ook aan haar nieren. Ze eet echter al twee jaar lang dure dieetvoeding speciaal voor nieren omdat onze kater nierproblemen heeft. Ze drinkt en eet voldoende. Dan doet de dierenarts een lichamelijke check-up. Het gebit van onze poes ziet er erg gezond uit. ‘Ze lijkt wel vijf jaar jonger!’, roept de dierenarts blij. Haar darmen zijn oké. De arts draait met de achterpoten in vreemde rondjes om te zien of haar heupjes niet pijnlijk zijn, nee dus. Dan doet ze iets wat tot de diagnose zal leiden. Ze voelt élke ruggenwervel na en bij de ondersten gaan de vachtharen van de kat omhoog staan. Dat wijst op pijn. Onze oude dame heeft last van haar onderste ruggenwervels. Lage rugpijn zoals een oud besje. Katten verstoppen hun pijn altijd zo lang mogelijk. Ze krijgt een pijnstiller voor vierentwintig uur en daarna zal ik een week lang elke dag medicijn in haar natvoer geven dat ze om klokslag zes uur krijgt. Ze is een dier met emoties, wat veel mensen zullen ontkennen. Toen onze grijze kater Woester elf weken lang verdwenen was in Mexico, en ik elke dag zijn naam riep rondom ons huis, liep Tossie dagelijks mee om te zoeken. Onverwachts meldde hij zich aan de voordeur. Zwaar versleten kussentjes onder zijn poten, de helft van zijn vijf kilo gewicht verloren. We waren dolgelukkig. Behalve Tossie. Zij was de eerste dagen echt boos op hem. Hij kreeg een snauw van haar als hij toenadering zocht. Of een klap met haar poot. Zij nam hem kwalijk dat hij zo lang weg geweest was. Kort daarna waren ze gelukkig weer dikke mik. Samen slapen, elkaar liefdevol wassen. Emotie toonde ze ook toen Woester een keer de brandladder opgeklommen was vanuit de patio. Helemaal boven durfde hij niet meer voor- of achteruit. Tossie kwam ons waarschuwen door keihard te miauwen. We móesten wel meegaan om te kijken. Zij wees ons op haar grote vriend in nood. Met een rieten mand heb ik hem van de ladder gered. Onvergetelijk. Toen hij op z’n zestiende moest inslapen omdat hij een kaaktumor had die niet meer te opereren was, namen we hem mee naar huis. De tas lieten we openstaan zodat ze er zelf achter kon komen dat Woester overleden was. Ze sprong een halve meter in de lucht. Ze was die periode écht alleen en verdrietig, ze miste hem. Wij kochten een paar maanden later twee baby British Lilac, zelfde rustige ras als Woester. Ze moest echter niks van die monstertjes hebben. Ik werd er bijna overspannen van. Inmiddels is het vijf jaar geleden dat Sierra en Salvador (roepnaam Sallie) bij ons kwamen wonen. Ze kan ze inmiddels prima dulden in huis, meer niet. Sinds onze senioren dame dagelijks pijnstillers krijgt gaat ze in de ochtend weer de voordeur uit. Op pad. Ze miauwt nauwelijks meer in de nacht. Ze zit gelukkig weer goed in haar vel, letterlijk, ze wast haar vacht weer goed. Onze intelligente gestreepte poes met haar karaktertje. We kunnen haar niet missen. 


Ik arriveerde met een streekbus uit Breda en hoefde alleen maar rechtdoor te lopen tot een leuk Utrechts pleintje waar ik met twee vriendinnen had afgesproken. Op verwarmde kussentjes en onder een terrasverwarmer kletsten we op deze koude herfstdag bij, aten we eind van de middag iets kleins. Om daarna naar een voormalige kerk te wandelen waar we een flamencoshow bijwoonden. Eigenlijk for old times sake omdat wij drietjes, toen we destijds in Madrid woonden, ook wekelijks flamenco danslessen hadden. Samen met veel andere moeders van de Nederlandse school trouwens. Ik had het destijds zelf georganiseerd, in eerste instantie voor de kinderen als naschoolse activiteit. De Argentijnse juf regelde flamencorokken voor de meiden, én voor ons. Ze leerde ons best ingewikkelde pasjes. We schopten met onze voeten en we leerden krachtig en subtiel op de maat te klappen. Flamencodansen zoals we dat zondag tijdens de show zagen was sierlijk en tegelijk stoer, zeer mannelijk én zeer vrouwelijk. De dansers probeerden hun diepste emoties uit te drukken door middel van lichaamsbewegingen en gezichtsuitdrukkingen. Heel opzwepend. Het bracht mijn gedachten zeker terug naar onze mooie, zorgeloze tijd in Madrid.

dinsdag 8 oktober 2024

Aerial Yogaclass in Singapore!
HAAR WERELD
‘Pull up a chair. Take a taste. Come join us. Life is so endlessly delicious.’
Ruth Reichl 


Met nog twee doordeweekse dagen te gaan met onze lieve verre-afstandsdochter in Singapore kies ik ervoor deze middag te zwemmen in een groot hotel. Zij werkt. De allerlaatste dag, morgen dus, zullen we samen in dochter’s lunchpauze een Aerial Yogaclass volgen. Ik had in Nederland een gratis proefmaand aangevraagd van de zogenaamde ClassPass. Het is een wereldwijd lidmaatschap. Tientallen yogascholen in Singapore zijn aangesloten. Oók dochters paaldansschool en daar geven ze Aerial Yoga Stretch lessen in een hangmat. Ik zou op mijn gratis proefabonnement meedoen. Terwijl ik een beetje aan het scrollen ben omdat ik nog veel creditpoints over heb zie ik dat ik voor vijf creditpoints twee uur mag zwemmen in het ‘PARKROYAL hotel on Beach Road’. Dat ga ik na de lunch doen. Tijdens onze laatste lunch kletsen we over onze logeerpartij. Dat het zo gezellig en ontspannen is, dat we elkaar helemaal niet op de lip zitten in haar appartementje, niet eens in haar tweepersoonsbed. Geen gesnurk, geknarsetand of gewoel dat we ‘s nachts merken. We gaan min of meer gelijk slapen, soms leest er één nog iets langer door. Eén avond hadden we zelfs een lachbui in bed. Wanneer zij voor werk vertrekt in de ochtend, stap ik heel rustig uit bed. Ik snijd een dragonfruit doormidden en doe het zoete vruchtvlees in mijn yoghurt. Ik zet kamillethee en eet er wat verse lychees bij die ik zelf pel. Alles op m’n dooie gemakkie. Ik ruim haar appartementje op voordat ik vertrek om haar op te halen tussen de middag. Ook in de avond eten we buiten de deur. Zoveel restaurantjes die ze gezellig met me wil bezoeken. Taiwanees, Vietnamees, Thai, Indonesisch, Japans, Chinees en Turks in de Arabische wijk. We tikken ze allemaal aan. Het eten vind ik overal lekker en daar verras ik haar én mezelf mee. Ik houd niet per se zo van rijstgerechten. Het valt me vooral ook zo mee dat het bijna nooit té pikant is voor mij. Pikant eten was nooit mijn favoriet, maar na mijn tongoperatie en bestralingen kan ik niks pittigs meer verdragen. Pikante sausjes worden gelukkig separaat geserveerd. Wanneer ik smikkel geniet zij. We komen in de avond meestal laat thuis, douchen en gaan lekker in ons bed lezen. Na de lunch zet dochterlief mij vandaag op de bus zoals we dat de laatste week vaker deden. Soms ga ik wandelend door de warme stad. Ik stap pal voor het hotel uit en loop naar de vierde verdieping. Een wellness, een gym en een groot buitenzwembad. Uitzicht over de baai en het bekende Marina Bay Sands hotel. Ligbedjes naast het zwembad. Ik check in met mijn ClassPass en krijg twee grote badlakens mee. Het miezert zachtjes dus ik leg mijn spulletjes onder een grote parasol. Ik ga baantjes trekken. Ik lees mijn nieuwe boek, val in slaap en zwem tenslotte nog wat baantjes voordat ik me in het hotel ga douchen en wassen met luxe zeep aan de wand. Na de handdoeken ingeleverd te hebben pak ik fris en fruitig de bus weer terug. Oudste kind en ik dineren onze allerlaatste avond vervolgens in een hotpot restaurant dat ze me heel graag wil laten zien en proeven. Ze eet er vaker. Een smaakbeleving met bouillon, flinterdun gesneden rundvlees en groenten zoals mais, kool, winterpeen en courgette. We praten over hoe we uitkijken om ons hele gezin weer samen te zien in december, over zeventig nachtjes. Op de terugweg zien we vanuit de bus in haar woonwijk, Little India, een felgekleurde, drukbezochte avondmarkt. We stappen spontaan uit. Een explosie aan kleuren! Veel verse, geurende maar ook plastic bloemenslingers die in de hoogte hangen. Evenals tafels vol felgekleurde Shiva- en Buddhabeelden. Wat een drukte op de markt en zoveel indrukken! Zo blij en dankbaar dat ik dit beleef met dochter in háár wijk, bij haar om de hoek. Het blijken voorbereidingen voor het vrolijke Hindoestaanse lichtjesfeest Divali. Dat feest duurt vijf dagen, en start 1 november. Tijdens dit feest worden door het huis en op de erven lichtjes aangestoken. Symbolisch wordt ‘de overwinning van het goede over het kwade, overwinning van het licht over de duisternis’ gevierd. Ik neem wat souvenirs mee. 


Ik loop de straat helemaal uit tot aan een T-splitsing en ben nog steeds geen ‘7-Eleven’ supermarktje tegengekomen... Dat betekent dat ik verkeerd gelopen ben. Dochter had het nog zo duidelijk stap voor stap uitgelegd. Ik had het ook nog zo zorgvuldig in mijn notities genoteerd, dacht ik. Ik ben op de juiste metrostop uitgestapt, juiste exit ook nog naar buiten, langs het groene parkje gelopen, ik heb ook de tempel rechts laten liggen maar zie dus geen ‘7-Eleven’. De tijd dringt, we hebben een yogales geboekt. Ik bel haar op, zij is onderweg van kantoor en we ontmoeten elkaar bij een ander metrostation. We lopen door het schattige wijkje met ouderwetse laagbouw naar de studio. We zijn op tijd, kleden ons om en leggen onze lila yogamatjes ieder bij een blauwe hangmat. De Argentijnse juf noemt onze namen op en we kunnen beginnen. We starten op de mat, voor mij bekend terrein. Ademhaling, naar binnen keren en wat nekoefeningen. Heel rustig. Ik geniet dat ik naast onze dochter zit. Vervolgens gaan we de hangmat gebruiken, als hulpmiddel. Been erop leggen om te stretchen, heupen erop leggen voor een downfacing dog. Ik kan dit prima aan, ookal doe ik het niet zo gracieus als dochterlief. Vervolgens worden de oefeningen wat van een hoger niveau en past de juf de hoogte van mijn hangmat aan. Soms is hij te laag, hang ik als lange vrouw bijna op de vloer, soms is hij juist te hoog en krijg ik mijn voet er niet in. De juf is er maar druk mee. Bij de laatste oefening staan we allemaal rechtop in de hangmat, ook ik, en zouden we op de één of andere manier relaxt liggend in een cocon uit moeten komen. Je hoofd achterover hangend om je borstkas en hart goed te openen. De juf helpt mij, maar zelfs dat mag niet baten, ik kom in een zittende positie in de cocon terecht en kan in geen mogelijkheid achterover leunen. Best grappig eigenlijk... Ik dobber wat rond. Dochter is er allemaal heel erg goed in, lenig lijf en stevige buikspieren helpen haar hierbij. Zij doet wekelijks aan paaldansen in deze studio. Een getraind jong lijf. Ze stuurt regelmatig jaloersmakende filmpjes. Ik geniet van het hier zijn, nu naast haar. Haar wereld. Hoe mooi ze dit kan, en dat ik erbij mag zijn. Helemaal in Singapore. 


Singapore | 2 oktober 2024 

dinsdag 1 oktober 2024

Having fun at our boattrip | Indonesia
GESCHIEDENIS VAN SINGAPORE
I love going to the beach and swimming in the ocean. I think it's so relaxing. It's also a great form of active recovery. It's perfect for those rest days when you still want to move a little bit.
- Eugenie Bouchard


‘Oh nee! Onze wetshirts liggen nog op de kelong!’ riep ik uit naar dochterlief toen we onze badhanddoeken over onze strandbedjes spreidden. Ineens dacht ik aan onze natte surfshirts die over de houten reling hingen te drogen op het platform in zee. Deze ochtend werden we om tien uur opgehaald met een klein bootje. We hadden alleen een plastic tasje bij ons met daarin twee flesjes water, twee zoete broodjes en twee snorkelbrillen met onze snorkelpijpjes. We werden na een kwartier varen op de kelong afgezet. Een kelong is iets typisch Indonesisch en Maleisisch, ookal komt het ook wel voor in de Filippijnen. Het is een oorspronkelijk vissershuisje gemaakt van hout, op houten palen in zee. Bij aankomst zag ik een man erop vissen met alleen een draad met aas. Hij ving regelmatig wat. We zagen snorkels en flippers aan de houten wand hangen. Er waren meerdere zithoekjes. We namen plaats. We kregen meteen vier flesjes water, beiden een bril met snorkel. Het was zover. We gingen snorkelen. We daalden een houten trapje af waar twee Indonesische jongemannen ons opwachtten in het warme zeewater. Ze hadden bolletjes voer mee. Honderden tropische vissen zwommen op ons af in het heldere water. Ze beten me in mijn benen. Een gilletje ontsnapte me. Ewan noemde het liefkozend ‘kissing’. We werden met een GoPro onder water gefilmd en gefotografeerd. We zagen zo’n twintigtal verschillende soorten vissen. Allemaal vrolijke kleuren. Koraal. Zee-egels. Ik droeg hun aangeboden bril en snorkelpijp, uit een misplaatste vorm van beleefdheid eigenlijk. Ik was met beiden niet blij. M’n bril liep snel vol met water en de pijp zat te los waardoor hij steeds onder water raakte en daardoor dichtsloeg en ik niet kon ademen. Ik dacht eraan om terug te zwemmen en mijn eigen spulletjes te pakken. Toen ik eindelijk tegen de jongen vertelde wat er mis ging kreeg ik een andere bril en snorkelpijp. Daarna kon ik heerlijk snorkelen! Na een tijd begon het te knagen dat ik onze dochter al een tijdje niet gezien had. Ik riep haar over het water. Ik wachtte geduldig totdat ze boven water zou komen. Ze kwam niet. Ik vroeg aan de jongen waar ze was. Ze was met Ewan mee, zei hij. Ik werd er heel onrustig van. Daar kwam ze aan zwemmen. Ze had telkens achterom gekeken en ze dacht dat ik achter haar aan zwom. Ewan had haar enthousiast een groot schelpdier laten zien, ze had hem met twee handen vastgepakt en de schelp ging wat open. Ze gaf hem geschrokken gauw terug. Hij maakte ondertussen foto’s. De mannen trokken zich terug op de kelong en wij bleven samen gezellig snorkelen. Heel veel feloranje clownvisjes gezien, verstopt in wuivend zeeanemoon. We droogden even op in de zon op het platform, dronken koffie en limonade, aten ons zoete bolletjes en gingen toen weer snorkelen. Ontspannen. Samen. Eenmaal weer op de kelong ontvingen we de werkelijk prachtige digitale foto’s en filmpjes op de mobiel van dochter. Na twee uur op en rond de kelong vertoefd te hebben voeren we terug naar het resort op eiland Bintan. Pas in de middag op het strand dacht ik aan onze wetshirts. Een korte paniek omdat we om vier uur opgehaald zouden worden om naar de ferry gebracht te worden. De baliemedewerker belde met collega’s op de kelong en toen hoorden we dat ze het daar al gezien hadden en dat de wetshirts mee terug kwamen. Vóór vier uur. Ontspannen konden we op onze bedjes neerploffen, lezen en in het zwembad dobberen. Genieten van onze laatste middaguren samen in Indonesië. 


Mijn telefoon had nog elf procent van de batterij. Dochterlief vond dat maar niks, want ik trok er vanmiddag in m’n uppie op uit in haar stad. Zonder telefoon ben ik niks hier in de grote stad met een immens netwerk van metro- en buslijnen. Precies had ik deze ochtend besloten zonder mijn powerbank op stap te gaan. Ze raadde me aan in een café om een oplader te vragen. Dat deed ik niet. Toen ik m’n entreeticket voor The national museum of Singapore kocht vroeg ik waar ik mijn mobiel kon opladen. Bij de entree van het museum stond een machine met powerbanks voor de verhuur. Een grote uitdaging voor mij om er één te huren. Ik moest een QRcode scannen, een website bezoeken om een app te downloaden (wat ik liever niet doe), mijn singapore telefoonnummer (geen idee!) en nummers die via SMS binnenkwamen invoeren op een website, of was het nou de app?, en ondanks dat het eerste uur gratis was moest ik toch een creditcard toevoegen. Ik heb geen creditcard maar voor noodgevallen had ik die van mijn lief mee op reis, en toevallig had ik die in mijn tas mee deze dag. Nóg een QRcode en ook een code dat ik écht een mens ben moest ik invoeren.  Ik had voor dit alles de hulp van, wat later bleek, een Amerikaanse gids. Hij vond mijn tijdelijke nummer, onthield de lange nummers voor me, hij keek mee op m’n mobiel voor elke volgende stap. Hij zag echter ook de tijd dringen, zijn tour begon namelijk om twee uur. Ik bedankte hem voor zijn hulp, ik hoorde hem verderop zijn grote groep toespreken. Het vakje gaf eindelijk licht en ik haalde er een powerbank uit, zonder kabel. Ik sloot me aan bij zijn tour en vroeg hem op een geschikt moment hoe ik aan een kabeltje kwam. Hij pulkte het kabeltje uit de zijkant van de powerbank. Ik bedankte hem opnieuw. Nu zou het goedkomen. Behalve dat ik het kabeltje niet in mijn iPhone kreeg. Ik stond in de groep tijdens zijn intrigerende verhaal alleen maar in het halfdonker te rommelen met dat kabeltje. Ik had al twee keer de powerbank uit mijn inmiddels natte zweethanden laten vallen. Pas toen ik het telefoonhoesje eraf gehaald had paste de oplader eindelijk. De rondleiding was echt zeer boeiend. Over hoe Nederland Singapore verloor in 1819 aan de Engelsen. Het ging ook over 1930, het jaar dat mijn oma hier was. Over de Chinezen die hier wat afzwoegden als drager van een riksja die zes cent per ritje kregen en maar drie dollar per dag verdienden. Vaak gebruikten ze opium om het zware werk vol te houden waar een flink deel van hun loon naartoe ging. De riksja was een luxe manier voor Europeanen om zich te verplaatsen. Comfortabel met rubberbanden, koel in de schaduw en snel want de Chinezen moesten net zo hard rennen als het rustige tempo van een paard. Er stond in het museum een originele riksja tentoongesteld uit 1930. Precíes dezelfde als op de foto van mijn grootmoeder. De geschiedenis van Singapore raakte zo mijn familiegeschiedenis. Ook de broer van mijn oma (hij was kapitein op een groot schip van Shell) is hier ergens op zee door de Japanners gevangen gezet op Borneo tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik zag grote zwartwit foto’s van zulke hongerkampen in het museum hangen waar ook de Singaporezen gevangen gezet werden, of aan de Birmaspoorweg moesten werken. Een indrukwekkende tour van een zeer behulpzame en geduldige Amerikaan.


Singapore | 30 september 2024