dinsdag 5 maart 2024

Connection!
M'N BUURTJE
We have hundreds of virtual ‘friends’ but no one we can ask to feed the cat. We are a lot more free than our grandparents were, but also more disconnected.”
Esther Perel

Verbinding - op een soort onuitgesproken, vanzelfsprekende manier - met mensen met wie je niet meer deelt dan het straatje waarin we wonen, maakt mij blij. Wij wonen inmiddels meer dan twintig jaar in dit doodlopende straatje aan de rand van de stad. We hebben de oude besjes zien verdwijnen uit hun vooroorlogse woningen en hun huizen ingenomen zien worden door jonge dertigers. Nu we met elkaar iets droevigs hebben meegemaakt, namelijk het verlies van onze graag geziene buurvrouw, is er nog meer gemeenschapszin dan vroeger. Ons buurtje kreeg het trieste nieuws via een warm liefdevol bericht van haar man in onze buurt’app. Een paar dagen nadat wij zelf het tragische nieuws te horen kregen via haar dochter. Oprechte reacties stroomden binnen in de groeps’app. Hartverwarmend. In ons verleden van woonplekjes hebben wij hier het grootste vangnet van behulpzame buurtbewoners. We delen in die twee decennia ook al heel wat met elkaar. Een buurvrouw sliep een nacht in ons huis toen mijn moeder plots overleed en mijn lief, pasgeboren jongste en ik halsoverkop in de nacht naar het ziekenhuis moesten. Zelfde buurvrouw sliep een paar weken eerder ook bij ons toen jongste, tijdens het acht uur journaal, zich aankondigde en in het ziekenhuis geboren werd. Toen één van onze piepkleine kittens ontsnapt was liep de halve buurt, na een klein berichtje in de buurt’app, op straat te roepen en te zoeken. Hartverwarmend. Onze directe buren hebben zelfs eens drie weken lang in de ochtend de achterdeur geopend en vroeg in de avond de tuindeur gesloten en katten gevoerd, omdat we tot vertrek nog steeds geen kattenoppas hadden kunnen vinden. Een noodoplossing. Privé kreeg ik ook meelevende berichtjes van buurvrouwen die graag met me over het treurige nieuws wilden praten. Ik was niet alleen. Ik werd omringd door leden van onze kleine buurtgemeenschap die elkaar opvingen en elkaar nodig hadden, en vertrouwden. Mijn lief werd gebeld door een verhuisde buurman. Iedereen was geschokt en wilde iets kwijt. Verbondenheid is een verworvenheid, een reeks vaardigheden die we in het moderne leven bijna zijn kwijtgeraakt. Terwijl de meeste mensen wel massa’s losse contacten via social media onderhouden. Mijn weggevallen lieve buurvrouw alias vriendin verstond als geen ander de kunst van het contact leggen. Ze was intelligent, zachtaardig en zeer sociaal. Op de jaarlijkse buurtbarbecues en bingo avondjes liep ik uit gemak nog wel eens naar dezelfde bekende buurtjes om een gesprekje aan te knopen. Tegen de nieuwe onbekenden knikte ik aardig en beleefd. Niet perse op zoek naar een vluchtig gesprekje of om kennis te maken. Ik heb de pech namen en gezichten na kennismaking niet eenvoudig te kunnen onthouden. Laat staan de auto’s die erbij horen. Met als gevolg dat ik nooit weet welke auto’s bij m’n straatgenoten horen. Meestal reageer ik dus niet op langsrijdende auto’s langs ons huis. Ookal is het een doodlopend straatje met zo’n zestien huizen. Mijn sociaalvaardige buurvrouw kon ik áltijd om hulp vragen op zo’n borrel, barbecue, bingo of oliebollen borrel op de oprit bij de buren waar ik weer eens geen clou had met wie ik stond te praten. Zij wist bijna altijd de namen, het huis waar ze woonden of bij wie ze hoorden. In mijn ogen een gave. 


Voor mijn huis zie ik ze langslopen, wandelen of fietsen. De weduwe met haar hondje die nu een vriend heeft. De oude buurman aan het eind van de straat die vroeger boer was en altijd iets voor je kan ritselen of dat nou beukenboompjes, een grote pompoen of brandhout is. Hij staat altijd klaar om te helpen snoeien of boompjes te planten. Zijn vrouw is een tijd geleden gevallen. Een blauw oog en beurse plekken. Er komt buurtzorg aan de deur. De kapster in de vrijstaande woning verderop die van alle roddels op de hoogte is. Het stel van om de hoek. Met pensioen. Zij geeft workshops in de schuur van hun tuin om stukjes met groen te maken. Zij hebben geen contact met hun zoon meer en missen hun kleinkind. De buren een paar huizen verderop die net opa en oma zijn geworden en tegenwoordig trots achter een kinderwagen lopen. Ik zwaai meestal alleen maar als er echt oogcontact is. Ik maak hoogstens een vluchtig praatje als ik zelf op straat loop of in onze tuin werk, toch hou ik op een bepaalde manier van ze. Het is vertrouwd om ze te zien. Ze horen bij mijn woonplek. Het meeste contact heb ik met de oude garde die er al langer wonen. Kopjes thee samen of een nieuwe aanbouw of aangelegde tuin bewonderen. Even stoppen op de fiets als je ze op straat ziet. Af en toe een gezellig avondje, een etentje en contact via WhatsApp. Tijdens het afscheid van mijn lieve buuf waar legio mensen hun respect kwamen tonen waren ook heel veel buren, zelfs oude buren. Ik dacht: in deze buurt wil ik wonen. In deze wereld wil ik leven. Vol medeleven. Verbondenheid. Hier ben ik thuis. Ik denk ook vaak aan mijn buurman die weduwnaar is geworden. Een Fransman die nu alleen woont in zijn veel te grote en stille huis. Voelt hij zich op een basaal niveau veilig in ons straatje? Voelt hij zich hier nog thuis en geborgen?  Voelt ons buurtje ook als zíjn buurtje?