dinsdag 15 december 2020

Memories of wintercold and snow

I wonder if the snow loves the trees and fields, that it kisses them so gently? And then it covers them up snug, you know with a white quilt; and perhaps it says, "Go to sleep, darlings, till the summer comes again".' 

- Lewis Carrol


Deze winter slaan we onze winterreis natuurlijk over. In gedachten ga ik terug naar de winterreizen die we wél mochten maken. De onvergetelijke momenten… Bijzondere herinneringen. In deze tijd van terugblikken heb ik er for old times sake twee opgezocht in de geschiedenis van dit blog.


Naesosa, Korea - 26 december 2018

Het is verschrikkelijk koud hier op de Koreaanse berg en er waait een harde, straffe wind. We hebben ons in deze tempel omgekleed in een uniform dat bestaat uit een grijze comfortabele broek (met een lange skionderbroek en dikke skisokken eronder) en een grijze bodywarmer. Aan onze voeten dragen we een soort rubberen instappers. We mogen met de monniken mee eten in de eetzaal waar we een heerlijke vegetarische maaltijd krijgen. Er wordt nauwelijks gesproken. Na het eten krijgen we voor het chanten een uitleg over de buigingen die we straks moeten doen terwijl een monnik zingt. We zullen buiten vijf slagen naast een enorm grote gong staan, omdat het té koud is om alle drieëndertig slagen te beluisteren. We doen onze schoentjes uit voordat we de grote Boeddhazaal binnenstappen en pakken elk een kussen om de kniebuigingen op te doen. Ons jongste kind valt een keer bijna om tijdens de uitvoering en ik kan nét mijn lachen inhouden. Ook wanneer we buiten, met onze schoentjes weer aan, drie ronden met onze handen gevouwen om de gong heen lopen in een rij - en een intentie uitspreken - en ik er achter kom dat ik de schoenen van de monnik aan heb! Ik proest het bijna uit terwijl ik rustig mijn rondjes loop en bedenk ondertussen razendsnel wat ik kan doen om me uit deze hachelijke situatie te redden. Terwijl mijn gezin binnen klaar gaat zitten voor de thee ceremonie met een vrouwelijke monnik loop ik zo rustig mogelijk met mijn handen over elkaar door het donker terug naar de grote zaal met de Boeddha. Ik hoor de monnik gelukkig binnen nog zingen en wissel snel onze schoentjes bij de deur om. Ik kom tegelijk met de vrouwelijke monnik aan bij de theeceremonie en buig respectvol mijn bovenlichaam voor haar, met mijn handen tegen elkaar voor mijn borst. 'Onze zielen zijn gelijk.' We praten eindeloos met deze bijzonder vriendelijke vrouw en gaan vóór het tijdstip van absolute stilte terug naar onze kamer.


Hahnenklee, Duitsland - 8 januari 2017

De idioten van de sleehelling. Zo voelen we ons op de Duitse, besneeuwde sneeuwpiste. Onnozel. Oudste dochter en ik samen op een stuurloze, houten slee naar beneden roetsjend. We pakken alle kuilen en hobbels op de route mee. Zo ook de scheve randen waardoor we met de slee ons evenwicht raken te verliezen en het uitgillen van angst, of plezier? Op sommige stukken van de sleehelling gaan we zo hard dat ik niks meer zie door mijn zonnebril. Dochterlief zit voorop met tranen in haar ogen van het lachen waardoor het echt een wonder is dat we niemand van z’n sokken hebben gereden. Of dat we niet ondersteboven met onze koppen in de sneeuw naast de piste terecht zijn gekomen. Benen recht in de lucht gestoken. Wellicht overbodig om te noemen dat we er strontmelig van worden. Soms moet ik zo hard met mijn hoofd achterover lachen dat ik van de glijdende slee achterover sla en dochter als een raket vooruit schiet. In paniek omdat ze niet kan sturen en remmen. Mensen langs de piste lachen als ze ons voorbij zien zoeven. Eigenlijk net een ongeleid projectiel. Onze ledematen uitstekend om de slee proberen z’n evenwicht te laten behouden. Ondertussen gillend van plezier. Hilarisch! Geen spierkracht meer van de slappe lach. Net twee vaatdoekjes.