donderdag 19 maart 2020

Onthaasting

We houden nu even afstand, om elkaar straks nog steviger te omarmen.
- Italiaanse premier Conte

Het virus is dus nog niet onder controle. We krijgen dit virus er alleen onder als we het met zijn allen echt wíllen. En daarom breekt er een tijd aan zonder sociale verplichtingen, zonder sportevenementen, zonder gezellig uit eten te gaan in de stad of een filmpje te pakken. Wij weten helemaal niet meer hoe we ons moeten vervelen. Ik zag dat aan mijn lief. Hij was verkouden en kon niet meer naar de sportschool en niet naar zijn werk. Hij verveelde zich. Wanneer ik thuis kwam van mijn werk was er gekookt, had de afwasmachine gedraaid én was uitgeruimd. Het aanrecht was leeg, de vloer was gezogen. Heel fijn natuurlijk. Maar manlief wilde de deur uit. Hij wilde naar de supermarkt. Hij wilde onze dochter opzoeken in het warenhuis waar ze werkt. Hij wilde met de trein naar Amsterdam zijn nieuwe lease-auto ophalen. Met zijn verkoudheid mocht hij dat echter allemaal niet. In de samenleving ontstaan discussies waarin mensen zeggen: ik mag dit niet meer, en dat niet meer. We moeten dit juist omdraaien vind ik. Je moet je de komende weken afvragen: wat kan ik nu doen om te zorgen dat de snelle verspreiding van dit virus niet verder doorzet? Hoe belangrijk is het dat ik nu naar dat etentje met vrienden ga? In plaats van wijzen naar de overheid kun je naar jezelf kijken. We zien veel verbroedering. Italianen en Spanjaarden spreken af om in hun straat muziek te maken. Allemaal hangen ze uit hun keukenraam of staan op hun gietijzeren balkonnetje met hun muziekinstrument en zingen gezamenlijk daarbij. Heel warmhartig. Aan de nok van het Amphia ziekenhuis in onze stad hangt nu heel fier een geelzwarte doek. 'Hier werken de helden van Breda!' staat erop. Het doek is gemaakt door een NAC supportersgroep. Het centrum van Breda is nu doodstil, er komt haast geen geluid vandaan. Dat maakt het extra bijzonder dat alle kerkklokken elke woensdagavond tegelijk gaan luiden. Als een applaus voor de zorg, een steun voor de thuisblijvers, een signaal van hoop. Ook ons dorp doet mee. Het geluid reikt ver. In het klein zie ik saamhorigheid ook in ons straatje. Veel buren gaan net als wij in de voortuin werken. Kinderen spelen weer eens op straat. Er wordt ook met elkaar gekletst leunend op een hark of met een snoeischaar in de hand. Onze oprit is ondertussen af. De oplaadpaal, straatverlichting en de bestrating. Onze kromme, oude magnolia staat er prachtig bij met z’n roze bloemen. We krijgen veel complimenten van de buurtbewoners en wandelaars. Manlief en ik hebben de kast voor brandhout gerestaureerd, terug gezet op z’n oude plek en opnieuw gevuld met droge blokken brandhout. Ik sta regelmatig in ’t zonnetje relaxt een beetje zand aan te vegen in de voegen tussen de nieuwe straattegels. Eega heeft de leibomen gesnoeid. Zaterdagavond hebben we het bad na een heel lange tijd weer eens vol laten lopen. Geurend badzout erin. Kaarsen aangestoken. Maskertje op mijn gezicht. Scrubzout uit de sauna mee. Gesprekken. Tijd voor elkaar. Ineens hebben we zeeën vol tijd om samen door te brengen. Zondags loop ik altijd hard in het bos. Ik heb het al heel lang niet meer zo druk gezien in het Brabantse Mastbos. Veel wandelende vriendinnen, jonge gezinnen maar ook sportteams die onverhoopt maar samen hardlopen als training in plaats van een wedstrijd of training in de zaal. We worden als mensen creatief en saamhorig wanneer we de verspreiding van een dodelijk virus moeten tegengaan. Heel hartverwarmend. Genieten van elke dag, van elk moment, wat je leven ook brengt. Bezinning. Dankbaarheid voor alle zorgverleners. En anderen inspireren met mooie, soms kleine en soms grote, initiatieven. Onthaasting. Het idee dat we met z’n allen door met coronavirus besmet te raken een weerstand opbouwen om een schild te vormen voor de kwetsbare ouderen onder ons vind ik zoveel positiever klinken dan de eerdere berichtgeving. Ik werk in de ouderenzorg met beginnend dementerenden en zie dagelijks hun zorgen om corona en soms ook totale onbegrip. Hun wereldje wordt steeds kleiner nu ze niet meer onder de mensen mogen komen. Zij hebben onze steun nu meer nodig dan ooit.

Ons straatje verbroedert: buurvrouwen met kinderen op zoek naar ons jarige katertje. Buurman is speciaal met hond naar buiten gegaan op zoek naar ons kleine katje. Buren zoeken in hun achtertuin naar ons verdwenen katertje en laten ons weten dat ze hem niet gezien hebben. Ik loop op straat te roepen en hoor verderop ‘Salvador!’ echoën door buurkindertjes die hem ook roepen. Hondenuitlaters in onze straat laten weten dat ze een grijs katje gezien hebben. In de buurtapp tonen de buren hun medeleven. Op de zonnige eerste verjaardag van onze kleine grijze katjes staat de tuindeur open. We lunchen in de tuin. Ik tuinier wat, de was wappert heerlijk buiten. Rond etenstijd missen we ons jarige katertje. Hij komt niet eten. We zoeken in huis. Zijn zusje miauwt, ze mist hem. We roepen over de daken in onze achtertuin. Ik plaats een berichtje in de buurtapp. Het beestje is nog nooit eerder op straat geweest. We gaan buiten zoeken. Het schemert al. We komen we onze buurtgenoten tegen. Iedereen heeft natuurlijk tijd om mee te zoeken. Hoe lief! We gaan bezorgd naar bed zonder onze kleine Salvador. Om half vier in de nacht staat onze jongste met Salvador in haar armen aan ons bed. Ze hoorde heel zacht miauwen. Hij bleek opgesloten in haar kledingkast. Uit paniek had hij al haar kleding voor de deur verfrommeld en dat dempte het geluid van zijn zachte mauwtje. De volgende ochtend stromen de berichtjes van de buren weer binnen. Iedereen is opgelucht. Wij het meest.