zondag 17 februari 2019

Transition met aandacht

“The drawback of stealing a thing, is that one never knows how wonderful the thing that one steals is.”
― Oscar Wilde

Alsof de duvel ermee speelt… Ineens word ik er overal op geattendeerd dat er veel ingebroken wordt in onze buurt. Het begint onschuldig met een rijbaar reclamebord op het plein vlakbij ons huis waarvan de verlichtte letters aangeven dat we op moeten passen omdat er inbrekers actief zijn. Het is afkomstig van de politie. Ik neem het onbewust in me op. Ik doe er niks mee. Een paar dagen later komt ons wijkblaadje in de bus waarin een heel stuk op de voorpagina staat geschreven over sloten van tuindeuren die heel makkelijk opengebogen kunnen worden. Een foto erbij. Binnen een minuut zijn ze binnen. De schrijver was zelf slachtoffer. Hij dacht niks kostbaars in huis te hebben, maar zelfs een oud laptopje brengt op de zwarte markt nog vijftien euro op. Veel erger blijkt alle rompslomp achteraf. Kapotte sloten en ramen. Het moet snel dichtgemaakt worden. Weliswaar verzekeringswerk, maar het kost veel tijd. De troep in huis. Jouw spullen die je mist. En het ergste lijkt me misschien wel dat er een vreemde ongevraagd - en met kwade bedoelingen - in jouw huis tijd heeft doorgebracht. Onderwijl aan al jóuw spullen zittend… Die negatieve energie in huis! Dat gevoel van onveiligheid… Het lijkt me veel beter om zo’n inbraak ten alle tijden te voorkomen. Ik trek altijd gedachteloos de deur achter me dicht. We besluiten overdag de voordeur op slot te draaien. We spreken ook af dat als we wat langer weg gaan, een hele dag ofzo, dat we de pensloten gaan gebruiken. Deze hebben we tenslotte ooit op de voordeur laten plaatsen. Als we op reis zijn vragen we de kattenoppasjes altijd consequent de pensloten te gebruiken. Zelf doe ik het nooit. Ik heb de sleutel niet eens aan mijn bos… Ik heb er vijf verzameld die we ondertussen verdeeld hebben. Dan komt er een paar dagen later een ‘appje binnen in onze buurtpreventie ‘app. De buren schrijven dat de politie bij ze aan de deur geweest met de vraag of ze iets gedurende de nacht gehoord hebben. Niks gehoord. Ze krijgen de waarschuwing dat er ontzéttend veel inbraak in onze buurt is. De buurvrouw deelt de informatie met ons straatje. Dat is al de derde waarschuwing deze week… Wanneer ik op de atletiekbaan rondjes ren hoor ik van mijn loopmaatje dat er de dag ervoor bij haar buren ingebroken is. Alles is weg! De dieven hadden alle mogelijke moeite gedaan om binnen te komen. Dubbelglas gebroken. Voor en achter het huis de sloten geforceerd. Het hele huis is doorzocht. Tot en met de lade met ondergoed van de buurvrouw, waar haar sieraden in lagen… Achteraf heeft mijn loopmaatje alles gezien. Het schijnen met de zaklamp door het huis. De voetstappen in huis heeft ze gehoord. Ze heeft een man zien observeren in de straat. De dieven wisten precies wanneer de buren weg zouden zijn… Het huis was door de politie afgesloten voor sporenonderzoek. De verzekering moest iemand laten komen om alle kapotte ramen en deuren dicht te laten timmeren. Tot diep in de nacht hebben ze met elkaar op straat gestaan. Ik krijg een beetje de kriebels van al deze waarschuwingen. Ook al hebben wij rolluiken, een bewegingslamp, dure sloten op alle deuren, ’s nachts de ketting op de voordeur én een buurtpreventie ‘app…. Het hoeft maar één keer te gebeuren.

Vele keren per dag voel ik van binnen uit heel snel een warmte optrekken tot aan mijn wangen. Het duurt maar kort. Dan is het weer weg. Soms voel ik me er ongemakkelijk bij. Wanneer ik bijvoorbeeld in gesprek ben met iemand en het lijkt of ik ineens ga blozen. Heel vervelend. Een jaar geleden had ik échte opvliegers. Dan kreeg ik het verschrikkelijk warm en benauwd. Wanneer ik thuis was tijdens zo’n opvlieger trok ik snel wat kleding uit. Tot grote hilariteit van manlief en onze dochters. Wat ik de laatste weken heb zijn dus eigenlijk ‘mini opvliegertjes’. Ik heb ze ook ’s nachts waardoor ik onrustig slaap. Te warm in bed en dan de voeten buiten de dekens gooien. Als het érg warm is sla ik het dekbed van me af. Dan weer wakker worden door de kou op mijn klamme rug. Het heeft nogal wat gevolgen, want door mijn doorbroken nachten ben ik nog moe als ik wakker word. Hoeveel rust neem ik als ik moe ben? Meestal minder omdat ik dan een beetje door de dag fladder. Ik ben emotioneel wat labieler. Tranen zitten hoog. Door de vermoeidheid of door de hormonen, wie weet? Ik moet wel eens terug denken aan mijn zwangerschappen. In die perioden was ik ook een andere vrouw door de hormonen. Ik vroeg me toen vaak af wie eigenlijk de échte ik was. Een andere vrouw worden door een andere balans van chemische stofjes… Best eng. Mijn gezin heeft nu wat last van mij. Ik kan ineens zeuren over iets onbelangrijks. En ondanks dat ze aangeven dat het genoeg is zo, ga ik dan toch door. Doordraven. Heel vervelend voor ze, maar ook voor mij. Wanneer ik google hoe lang deze fase duurt lees ik dat het wel vijf tot tien jaar kan duren! Dat verschilt natuurlijk per vrouw. Ik kan het mijn moeder helaas niet meer vragen. Ik herinner me wel dat ze er last van had. Het schijnt zo te zijn dat als je de symptomen herkent dat je dan al twee jaar in de overgangsfase zit. Dat scheelt alvast! Ik vind overgang trouwens een verschrikkelijk woord. En menopauze zo nóg erger! Toen ik laatst in de yogales vroeg of ik iets aan de opvliegers kon doen liet ze me een manier van ademhaling zien die wat verkoeling kan geven. Mijn yogajuf noemt het trouwens transition in het Engels. Dat klinkt al iets beter. Ze zei me ook dat je respect moet hebben voor deze natuurlijke verandering in je lijf. Het is een fase van je zelf weer opnieuw uitvinden. Mijn acupuncturiste prikt me erop. Ik heb namelijk al jaren gewrichtspijn in mijn pols en dat schijnt er óók weer mee te maken te hebben. Voldoende bewegen helpt volgens mij ook. En hoe gezond je leeft en eet. Eigenlijk hoe goed je voor jezelf zorgt. Plan je agenda wat minder vol. Bouw meer tijd in om te niksen. Wacht tot een wolk is overgedreven. Even een paar uur niets moeten. Of gewoon even gaan zitten met een kop hete thee en wachten tot hij drinkbaar is. Dat kan ik zelf dus heel erg moeilijk… Ik drink de hele dag thee uit een thermoskan op de eettafel welke ik in de vroege ochtend vul met kruidenthee. Eigenlijk is mijn thee meestal teveel afgekoeld als ik eindelijk de tijd neem om een slok te nemen. Dan vul ik het weer aan met wat hete thee uit de thermoskan… Eígenlijk zou ik dus moeten gaan zitten met de thee in mijn handen. Bij voorkeur blik op oneindig. Volledig aandachtig zoals de monniken in Korea ons dat hebben geleerd tijdens de theeceremonie.