zondag 9 december 2018

Ode aan mijn 50-jarige vriendin

“Neeee! Kennen jullie elkaar niet??!’ roept ze ongelovig uit. Het is de zomer van 2004 en we staan op het schoolplein van de Montessori school. Ik ben net twee jaar terug uit The States. Ik kom onze twee kleine meiden ophalen. Ik ben op dat moment zwanger van de derde en zoek een leuke plek om zwangerschapsyoga te doen, en eigenlijk ook nog iemand om het mee te doen. Schoolpleinmoeder Sonja kan haar oren niet geloven. Ze neemt me direct door het schoolgebouw mee naar het andere plein en daar zit iemand op de rand van de zandbank. Ook zwanger. Ik leg haar uit dat ik op zoek ben naar een maatje om mee naar zwangerschapsyoga te gaan en zij zegt meteen ‘ja’. We blijken min of meer op dezelfde dag uitgerekend. Ergens één van de eerste dagen van het nieuwe jaar 2005. We leren elkaar geleidelijk kennen en blijken het prima te kunnen vinden samen. We bewonderen elkaars babykamertjes en groeiende buiken, luisteren naar elkaars dromen en leren elkaars familie kennen. De allerlaatste dagen voor de bevalling hebben we slechts telefonisch contact - voornamelijk over de kwaaltjes. Ik beval een paar dagen eerder dan mijn vriendin. Natuurlijk sturen we elkaar een geboortekaartje. In het geboortejaar van onze kleintjes ondernemen we regelmatig uitjes met de kinderen en later ook met de partners. We gaan ook samen wekelijks op baby zwemles. Ze komt met haar gezin ‘toevallig' op bezoek wanneer wij bezoek van de Sint krijgen. Een Kerstdag wordt gezamenlijk gevierd. Wanneer onze kindjes net geen twee jaar oud zijn verhuizen wij naar Madrid. Mijn vriendin zoekt ons daar twee keer op. Ik zoek haar in Nederland op in de zomers en met de Feestdagen.

‘Oh nee! Er zit nauwelijks nog benzine in de auto!’ merkt mijn vriendin alert op. We kamperen samen met onze kinderen een week op een groene camping in Olot. In Noord-Spanje. Onze mannen zijn thuis aan het werk. We rijden in die dagen een paar keer naar het strand van Empúries. Het strand waar mijn vriendin vroeger met haar ouders ook dikwijls kwam. Op de terugweg geeft de meter van haar auto aan dat de benzinetank heel erg leeg is. We zien nog steeds geen tankstations langs de weg ook al brandt het lampje nu al een tijdje. Wanneer we door een lange tunnel rijden worden we ineens heel erg nerveus. En van de zenuwen beginnen we te giechelen. Onze kindjes achterin hebben geen idee hoe diep we in de penarie zitten. De hele weg in de donkere tunnel schijten we peultjes van angst, maar lachen tegelijkertijd de tranen in onze ogen. We zien het licht aan het eind van de tunnel. We gaan zo snel mogelijk de weg af om in een heel rustig dorpje, waar alle luiken voor de hitte gesloten zijn, een pomp te vinden.

Aan het eind van de herfst deed mijn vriendin een keer nietsvermoedend de voordeur open. De meubels waren die middag naar buiten gesleept en er was een dansvloertje aangelegd. Ze keek haar ogen uit. Daar stond ik, overgevlogen uit Spanje, als verrassing voor haar 40e verjaardag plotseling op de stoep! Ik had dit samen met haar man bekokstoofd. We hadden die feestavond niet kunnen kiezen tussen diverse seventies outfits voor haar ABBA feest. We pasten alle setjes en besloten uiteindelijk dat we halverwege de avond ons samen weer moesten omkleden in een ander spetterend tenuetje. Onze expat-periode in Spanje was voorbij gevlogen en ik verhuisde met mijn gezin weer terug naar Breda. De jaren die daarop volgden bleven we vaak dingen met onze gezinnen ondernemen. Verjaardagen vieren, gezellige etentjes, bezoeken van concerten, ritjes in de huifkar, voetbalwedstrijden samen kijken en de bezoekjes van de Sint in ons huis. Enthousiast geraakt door een spotgoedkope ticket van Ryan Air in 2010 had ik met een vriendinnetje het idee gevat om met een groep vrouwen naar Marokko te reizen. Met zes Bredase dames vlogen we naar koningsstad Fès waar we in een prachtige riad verbleven. Mijn vriendin en ik sliepen samen in een kamer. En dat heeft ze geweten! We ondernamen geweldige dingen zoals een bezoek aan Romeinse ruïnes, een leerververij en winkelen op de souks. We kochten alle zes geweldige zitkussens, kelims, lantaarns, lederen tassen en natuurlijks shawltjes in de mooiste kleurtjes. We aten alle dagen buiten de deur en tijdens één van de laatste nachten werd ik ziek. Spuugziek! En samen met mij meerdere dames van onze groep. Alleen had mijn vriendin de pech met mij op een kamer te slapen… Ik zat de hele nacht op de WC. Ik was hondsberoerd. Het kwam er aan alle kanten uit. Ik schaamde me dood. En mijn vriendin als een échte vriendin maar schoonmaken… Kort daarna gingen we gelukkig naar huis. Sommigen van ons stapten nog hartstikke ziek het vliegtuig in.

‘Daar ga ik niet naar toe. Veel te gevaarlijk!’ zegt haar man wanneer we vertellen dat we deze keer naar Mexico verhuizen. De drie jaren die volgen zien we elkaar elke zomer wanneer ik bij ze in huis bivakkeer. Wanneer mijn vader overlijdt crash ik ook een paar dagen in hun huis. En dan krijg ik in Puebla onverwachts een telefoontje uit Nederland. ‘We worden buren! We kunnen zó in elkaars tuin kijken!’ In de tijd dat wij nog in Mexico woonden verhuisde ze met haar gezin. Inderdaad schuin tegenover ons huis. Alleen met een verrekijker zouden we eventueel iets van elkaar, tussen de bomen door, kunnen zien. Wanneer mijn vriendin en ik in Amsterdam in een woonwinkel lopen te struinen laat ze ineens een fotootje op haar telefoon zien van een gave rode, maar oude brandweerbus. Ik ben meteen wild enthousiast als zelf zijnde een trotse eigenaresse van een antieke Volkswagenbus. Zij doet een bod en ineens zijn we beide in het bezit van een kampeerbus! We kamperen samen een paar keer in Zeeland. We maken ook samen op een zondagochtend hartstochtelijk ruzie met Duitsers wanneer we onze bussen vlakbij het Zeeuwse strand willen parkeren en die Duitsers heel star niet mee willen werken. We strikken daarna samen twee schattige bejaarde mannetjes om op onze volgeladen bussen te passen en hebben een heerlijke dag aan het zonnige strand. Ik ren die ochtend over het strand in mijn onderbroekje achter onze weggewaaide parasol aan en we lachen die dag wat af. Eigenlijk lachen we sowieso heel wat af wanneer ik nu terugblik op de afgelopen veertien jaar vriendschap. In een Spaanse parkeergarage met diverse etages waar we de uitgang niet konden vinden en oneindig veel rondjes reden op zoek naar de uitrit. Of op de terugweg van een hammam in Dordrecht, diep in de nacht, wanneer haar gastank kennelijk leeg was en de auto steeds zachter en uiteindelijk bijna voetstaps over de snelweg reed. Of die keer in het Spaanse Cadaquès waar we samen snorkelden in de ondiepe Middellandse zee en zij haar balans niet meer hield en tussen de zee-egels belandde. Tranen over onze wangen van het lachen! We zien elkaar geregeld op de yogaschool. Daar leren we onder andere dankbaar te zijn. En dat ben ik. Voor onze vriendschap. Voor het gezamenlijke plezier. Voor mijn jarige wereldvriendin.