woensdag 16 augustus 2017

Tuimelaars en een catamaran

I felt my lungs inflate with the onrush of scenery – air, mountains, trees, people. I thought, “This is what it is to be happy.”
- Sylvia Plath

We zijn eigenlijk puur alleen naar het eiland Cres (spreek uit Sres) gekomen vanwege het dolfijnenreservaat. Via een brug naar Krk eiland gereden en vanaf daar de bus op een veerboot naar het daarachter gelegen eiland Cres. Dit eiland is maar schaars bewoond en maakt deel uit van het Kvarner eilanden archipel. Er is hier al cultuur terug gevonden vanaf het Stenen Tijdperk. Natuurlijk hebben de Romeinen ook hier flink hun sporen nagelaten in het stadje Cres. De verborgen witte strandjes zijn pareltjes. Dit deel van de Adriatische Zee wordt beschermd door Losinj Dolphin Reserve. Vandaag hebben we gedaan wat een van de highlights van deze rondreis moest worden: tuimelaars spotten. De aardige kapitein vertelde me eerder dat het zicht op dolfijnen op deze winderige, lichtbewolkte dag beduidend minder zou zijn... Ik vroeg hem daarop hoe het in z’n werk zou gaan. Als hij dolfijnen zou zien zou hij met z’n catamaran de achtervolging inzetten. Toen de zon al hoog aan de hemel stond en ik vooraan op de boot over zee stond te turen, terwijl ik mijn bikini liet drogen, spotte ik plots twee dolfijnen. Ik waarschuwde eerst onze meiden en tikte daarna op de deur van de kapitein. Hij draaide meteen aan het stuurwiel om ze te benaderen. “Waarom riep je me niet metéén, señora?” riep hij me plagend toe. Een half uur lang hebben we de groep van zo’n zes tuimelaars aanschouwd. Het allermooiste moment was toen één een sprong van anderhalve meter boven het water maakte. Tot tranen toe geroerd. “Moet je nu echt huilen?” vroeg middelste kind. De kapitein zei me later dat dit speciale moment écht een unicum was. Later zwommen ze ook nog voor de catamaran uit waarbij ze speels hun witte buikjes lieten zien. De dag werd helemaal onvergetelijk toen we de boot vlak voor een onbeduidende ingang tot een grot aanlegden. We sprongen het water weer in en zwommen erin. In de pikdonkere grot sijpelde zonlicht door een onderwater opening naar binnen waardoor het water in ‘neonachtig’ blauw licht baadde... Sprookjesachtig als in een ijspaleis. Het water in de grot was ijs- en ijskoud, omdat het van een bergmeer afkomstig was en via een grottenstelsel van zeven kilometer naar zee stroomde. Om de grot te verlaten moesten we een meter onderwater naar het daglicht zwemmen. Heel avontuurlijk en spannend vanwege het grillige, scherpe steen waar we onderdoor moesten zwemmen. Ondanks de zeer luidruchtige en bijna onuitstaanbare Italianen (vooral toen ze flink wat wijn en bier op hadden) was het een dag met een gouden randje. De kapitein en ik wisselden bedankjes heen en weer uit. “Ciao, señora!” wuifde hij vanaf de boot naar de kade waar deze boottocht voor ons eindigde.

Elke ochtend wanneer ik vlak na zes uur wakker word hoor ik schaapjes blaten. Het zijn semi-wilde Tramuntana schapen die al meer dan duizend jaar uniek zijn op dit eiland. Tientallen jaren terug hebben de Kroaten wilde zwijnen naar dit eiland gebracht om te jagen en door hun flink groeiende aantal is het aantal schapen van 100.000 naar 15.000 gezakt. Schaapjes en lammeren zijn namelijk prooi van zwijnen. De gevolgen zijn best groot. Minder wol en inkomsten voor de bewoners, de oorspronkelijke grassen en wilde bloemen zijn vervangen door andere vegetatie waardoor de schapen bijgevoederd moeten worden. Ook de typisch stenen muurtjes - gromace - die als windbrekers dienen en om de schapen bij elkaar te houden, worden niet meer door de boeren verzorgd waardoor ze afbrokkelen. Toch hoor ik dagelijks het geblaat als de zon opkomt. Mooi moment voor yoga oefeningen aan zee. Ik spreid mijn yogamatje op een plateau op de rotsen, of ik ga een flink rondje hardlopen over een aangelegd wandelpad langs het water. We staan vijf nachten op deze strandcamping waar we echt een heel grote plek hebben gekregen tussen oude olijfbomen en zelfs een vijgenboom. De hangmat hangt in de schaduw. Een rustplek. Eega en ik hebben wederom van een massage genoten. We lezen veel. De temperatuur is hier een koele dertig graden waardoor we heerlijk slapen. Het zeebriesje maakt dat het hier de hele dag goed vertoeven is. Het havendorpje Cres is in de 16e eeuw gesticht toen bewoners van een andere stad geplaagd werden door de pest. Pastelkleurige huizen met witte luiken liggen vredig rond de haven. Een mooie laatste kampeerplek om onze Kroatische roadtrip af te sluiten. Hierna rijden we via een paar dagen Oostenrijk terug naar huis.

Cres, 15 augustus 2017