dinsdag 11 juli 2017

Verdwaalde padden?

Het is lente, ze warmen op, ze hebben maar één verlangen: zich voortplanten. En ze zijn blind voor gevaar. Wist je dat soms twintig padden tegelijk een vrouwtje bespringen, zodat ze verdrinkt? Maar als ze in nood zijn, als ze worden bedreigd, dan schreeuwen ze. Ik heb wel eens gedacht dat weinig erger is dan het schreeuwen van een pad. Hij is volkomen hulpeloos, hij heeft geen enkele manier om zich te verweren. Als een pad schreeuwt, schreeuwt de wereld.
- Lieneke Dijkzeul

Bijna vijftien jaar geleden vertelde de vorige bewoonster van ons huis ons trots dat er jaarlijks een paddentrek naar haar tuin plaatsvond. Elk jaar kwamen de padden van heinde en verre om te paren in haar vijver. De zomer van datzelfde jaar huurden wij een betonfreesmachine om deze vijver en de betonnen paadjes in de achtertuin roekeloos kapot te frezen en af te voeren. Nu besef ik pas dat padden in stilstaand water paren en eitjes leggen. En dat ze jaarlijks terugkeren naar hun geboortegrond. Ai…pijnlijk. Padden zijn amfibieën, net als kikkers en salamanders. Ze hebben een dunne, vochtige huid met slijmklieren zonder schubben. In het voorjaar trekken de volwassen padden van hun overwinteringsplek naar een plaats waar ze met elkaar kunnen paren. Dat kan een sloot, een ven of een vijver zijn. Ze zoeken in ieder geval stilstaand water op. Het liefst de plek waar ze zelf geboren zijn. Kennelijk de niet-meer-bestaande vijver in onze achtertuin dus… We zien ze de laatste tijd tussen de planten in de achtertuin zitten. Onze katten eromheen. Ik hoor ze tussen het herfstblad kraken. Ze verschuilen zich ook tussen onze spulletjes in de donkere garage en op een bewolkte dag komen ze te voorschijn op het terras. Volwassen padden kunnen zich op het land prima redden. Maar voor de voortplanting zijn padden, net als andere amfibieën, afhankelijk van water. In het water kunnen hun eitjes zich ontwikkelen zonder uit te drogen. De kikkervisjes kunnen alleen in het water overleven, waar ze de gedaanteverandering ondergaan tot volwassen pad. Het paren kan trouwens dagen lang duren, de mannetjes blijven vasthouden tot het vrouwtje haar eitjes afstaat. Helaas sneuvelt er zo ook wel eens een pad door verstikking of verdrinking. De klont eitjes noemen we dril, omdat elk eitje is ingepakt in een doorzichtig gelei-omhulsel. De eitjes zijn zo ingepakt om ze te beschermen tegen beschadiging. Tegelijkertijd werkt het dril ook als een soort lens, om de zonnewarmte op te vangen. Dit is heel belangrijk want papa- en mama-pad zorgen verder niet meer voor de eitjes. Zo gauw het paren is afgelopen trekken de padden weer van de paarplaats weg.

Zo is het een af en aan van verhuizende padden in onze tuin. De trekdrift van de padden wordt opgewekt door hormonen. Ook het weer speelt een rol. Als het warm en vochtig is, zoals vandaag, komt de paddentrek pas goed op gang. Padden verstoppen zich overdag. Ik zie dat ze zich onder het houten terras verstoppen. Ze komen pas tegen de schemering te voorschijn om te gaan jagen. Als ik een tijdje zit te kijken zie ik dat een padje met zijn roze tong insecten eet. Na zijn maaltijd wandelt hij gemoedelijk naar de stenen waterbak van onze katten. Onze katten zijn dol op regenwater met een smaakje van verrot herfstblad. Padden dus kennelijk ook? Onze katten doen ze echter niks. De padden worden alleen maar van een afstandje gade geslagen. Als onze oude kater wat dichterbij komt kijken gaat de pad op hoge poten staan. Padden zijn licht giftig maar verder ongevaarlijk voor huisdieren. Ze smaken heel vies en ik vermoed dat onze katten dat al ervaren hebben! Padden zijn koudbloedig, ze kunnen hun temperatuur alleen regelen door warmere of koelere plaatsen op te zoeken. Ik denk dat ze daarom op deze bewolkte dag op ons terras komen zitten, nog net even wat warmte uit de stenen tot zich nemend. Padden eten naast insecten trouwens ook (naakt)slakken en mieren. Die zijn er voldoende in de tuin. De vele kauwen uit de bejaarde beukenboom aan de voorkant van ons huis zijn op hun beurt weer vijand van de padden. De zwarte vogels, die hun nesten in onze schoorsteen bouwen, eten dus niet alleen onze peertjes en kersen, maar azen blijkbaar ook op padden. Zo speelt er een heel stukje van de voedselketen in onze stadstuin plaats. Mij verwondert het alleen enorm waar ze dan dat stukje stilstaand water vinden om te paren? Ze komen toch niet al vijftien jaar lang jaarlijks helemaal voor niks naar onze tuin verhuizen? Waarom paren padden toch niet gewoon thuis?