dinsdag 30 mei 2017

Zomerhitte

“Summer afternoon—summer afternoon; to me those have always been the two most beautiful words in the English language.”
― Henry James

“Ik kon me nèt inhouden om geen enorme kras op zijn bus te maken”, grapt mijn vriendin als ze terugkomt van de parkeerplaats. Ze is nog steeds geïrriteerd. “Ik hoop dat die parasol zo meteen op hém waait!” wens ik hardop als ik al twee keer achter onze weggewaaide parasol aangerend ben. We zitten op het strand en ik heb nog steeds hartkloppingen. Een half uurtje eerder reden mijn vriendin en ik beiden dapper met onze oude Volkswagen busjes een kleine parkeerplaats in een Zeeuws dorpje op. Eén van onze bussen kon niet goed de draai maken om in te parkeren. We vroegen een Belgische meneer of hij zijn bus even op het plekje ernaast wilt zetten zodat we ruimte hadden om de draai te maken. Hij had er geen zin in. Met heel veel bombarie maakte hij ons dat duidelijk. We besluiten het anders te doen. De brede bus van mijn vriendin gaat op de enige ruimere parkeerplaats staan en ik zal de mijne heel stoer achteruit op een krap plaatsje verderop parkeren. Er zijn twee oudere mannen op het bekende geluid van onze oude Volkswagen af gekomen. Ze helpen me enorm met aanwijzingen tijdens het tien keer insteken in het smalle straatje. Ik moet met de voorkant van de bus steeds een stukje de struiken inrijden. Mijn vriendin en de kinderen staan me van achter te dirigeren zodat ik geen auto’s raak. Zonder stuurbekrachtiging hang ik met mijn hele gewicht op het grote stuur om hem ietsepietsie in te draaien. Wanneer ons campertje eenmaal geparkeerd staat gutst het zweet met straaltjes over mijn rug en voorhoofd. Ik hoor van onze dochter dat het Belgische stel enorm veel kritiek geuit heeft op ons. “Loslaten!” zeggen we tegen elkaar. De twee oude heren beloven me dat ze onze bus goed in de gaten zullen houden vanaf hun balkonnetje. Fijn! We hebben namelijk de nacht ervoor op een boerderijcamping geslapen en hij staat vol met spullen. Zo blijkt maar weer dat niets voor niets is. Door de aanvaring met de Belgen heb ik twee lieve oppasjes voor de hippiebus. Dit akkefietje heeft wel de toon gezet voor de rest van de ochtend. Als de gehuurde parasol wegwaait en ik gillend over het strand ren om de mensen te waarschuwen die precies in de route van de vliegende parasol zitten besef ik dat ik nog in mijn onderbroek loop. Ik lach erom, onze meiden schamen zich dood. Een tijdje later waait ons kleine strandparasolletje ook weg. Ik ren er weer achteraan. Ik ben te laat. Een man heeft een bekertje koffie over zijn arm gekregen. Ik stamel excuses en ren verder om de parasol te vangen. We twijfelen of dit de Belgen van de parkeerplaats zijn... Karma? Niet veel later loopt de ongelukkige man naar het strandpaviljoen. Mijn vriendin vermoedt dat hij naar de EHBO loopt. Ik loop er gauw achteraan om te kijken of ik iets kan doen. “Heeft ze haar onderbroek nou nog steeds aan?” Komisch tafereeltje. De man bleek goddank alleen geschrokken te zijn. Na al deze consternatie bleek de dag zich uit te rollen tot een heerlijk lome stranddag met een goed boek, wat beachball aan de waterkant, een terrasje en zwemmen. Wanneer we gebruind weer op huis aan gaan zwaai ik hartelijk vanuit de bus naar de twee oude heertjes op hun balkon. De dag ervoor waren we met onze echtgenotes tot in de avond op het Zeeuwse strand gebleven. Eerder mochten we de camping niet op... Alle strandcampings waren al vol. Dit campinkje had een soort reserveplekjes voor ons: pas in de avond arriveren en de volgende ochtend voor negen uur weer wegrijden. Prima, onze mannen moesten de volgende ochtend toch saampjes heel vroeg terug om te werken. Het is sowieso een cadeau om zó spontaan twee tropische stranddagen te beleven.

De 10 km-wedstrijd waar ik al lang voor train wordt vanwege de hitte naar de vroege ochtend verplaatst. Gelukkig niet afgelast… Wel een heel verstandig besluit. Het is namelijk snikheet ook al was er de nacht ervoor gigantisch onweer. Voor het eerst in mijn leven loop ik een wedstrijd van 10 kilometer. Mijn lief is mijn haas tijdens de wedstrijd. Vooraf word ik een beetje zenuwachtig of ik het wel ga halen. Zo’n grote afstand, de verzengende hitte en iedereen rent zo hard. Ik heb het gehaald. Vergeleken bij mijn trainingen heb ik ook nog snel gelopen! En dat op straatklinkers terwijl ik altijd in het bos train (en heel soms op het strand). Ik heb er wel een enorme blaar onder mijn voet aan overgehouden, maar ook een heerlijk voldaan gevoel.