dinsdag 18 april 2017

Ruim dertig jaar later

Hoe zij op de dijk worstelden met zandzakken en ander materiaal, het water over zagen stromen, de dijk doorbreken en de zwarte watermuur het land zagen ingulpen, alles vernielend wat hem in de weg stond. Hoe zij de door het water verraste mensen met hun gezin op de daken zagen zitten en hen niet helpen konden, hoe het ene huis na het andere verdween in de vloed. Hoe de kreten van hen, die ondergingen en het geloei van het opgesloten vee boven het gebrul van de storm uitklonken. Hoe, later, het water nader kroop naar de eerst nog gespaarde plaatsen en die langzaam overspoelde. Hoe zij weg moesten van hun geboortegrond, van hun dorp, en alles wat hen dierbaar was in de steek moesten laten. Zij zullen nooit vergeten!”

Pasen wordt gevierd met heerlijke vrije dagen. Onze oudste dochter had met vijf studievrienden het plan gevat om deze dagen in Kopenhagen door te brengen. Ze kwamen allemaal gezellig bij ons eten en slapen zodat haar allerliefste papa ze héél erg vroeg in de ochtend op de luchthaven kon achterlaten. Op Goede Vrijdag ging ik zelf heel knus met twee vriendinnen uit eten in Gorinchem. Op Tweede Paasdag zagen we - na vele jaren! - mijn middelbare schoolvriendin en haar Franse gezin. Een bezoek aan de stormvloedkering Neeltje Jans leek ons perfect om meteen wat Hollandse geschiedenis op te snuiven. Deze dam is natuurlijk een onderdeel van de deltawerken. Twintig dagen na de watersnoodramp in 1953 was er een deltacommissie geïnstalleerd. Deze deltacommissie bracht een jaar later hun advies uit: het afsluiten van wateren. Deze gigantische afdammingen zouden nieuwe overstromingen onmogelijk moeten maken. Het deltaplan was geboren. In 1958 werd een beweegbare stormvloedkering in de Hollandse IJssel geopend om de Randstad te beveiligen. Pas in 1986 waren de deltawerken definitief voltooid. Op deze winderige, maar zonnige Paasdag liepen onze gezinnen gezamenlijk langs de deltawerken en maakten we een boottocht door het natuurreservaat dat ontstond achter de sluizen. Mijn vriendin en ik haalden ondertussen meer dan dertig jaar gezamenlijke herinneringen op.

In de nacht van 31 januari op 1 februari werden Zeeland en gedeelten van Zuid-Holland en Noord-Brabant verrast door de verraderlijke en onverwachte combinatie van springtij en stormvloed. De dijken konden het door de harde windstoten opgezweepte water niet tegenhouden. En braken massaal door. Meer dan 1800 mensen kwamen om. In totaal kostte deze ramp ook het leven aan 4500 koeien, 3000 varkens, 350 paarden en 22000 kippen. De ramp had echter nog veel erger kunnen uitvallen. De Schielandse Hoge Zeedijk hield het maar ternauwernood, waardoor meer dan drie miljoen inwoners van de Randstad een ramp bespaard bleef. Het is vandaag de dag gewoon niet voor te stellen hoe slecht de communicatie ten tijde van de watersnoodramp was. De Stormvloedwaarschuwingsdienst vond de vooruitzichten ernstig genoeg om voor het eerst sinds jaren een waarschuwingstelegram te versturen. Deze waarschuwing had helaas een beperkt bereik waaronder maar enkele waterschapsbesturen en burgemeesters. Op andere plekken in het land werd het telegram bij kantoren die al dicht waren bezorgd. Het was immers zaterdagavond. In Oude Tonge was daardoor de ernst van de situatie pas laat duidelijk en dat had dramatische gevolgen. Om half vier 's nachts constateerde de burgemeester – wakker gemaakt door enkele dorpsgenoten – dat het water al bijna over de dijk stroomde. Besloten werd om de rest van het dorp te waarschuwen, maar de elektrische kerkklok kon niet geluid worden omdat de stroom inmiddels was uitgevallen. Het water kwam van drie kanten op het dorp af en steeg in een kwartier tot een paar meter hoogte. Veel mensen sliepen nog, anderen wisten zich net op tijd op zolder of op het dak van hun huis te verschansen. Er waren ook veel huisjes zonder zolder, waar de bewoners in een bedstee op de begane grond sliepen. Ook op zolder waren mensen niet per definitie veilig. Veel huizen die in het water stonden, waren niet bestand tegen het voortdurende gebeuk van het wrakhout. Huizen stortten in en slachtoffers werden door het water meegevoerd. Op zondagochtend konden uit sommige huizen mensen gered worden, maar lang niet iedereen. Het stormde nog steeds en het wrakhout zorgde overal op het eiland voor levensgevaarlijke situaties. Toen het die middag opnieuw vloed werd en het water weer begon te stijgen, begaf een deel van de huizen die de eerste nacht overleefd had, het alsnog. Oude Tonge is het de zwaarst getroffen gemeente in het rampgebied. Die zondag kwam er geen hulp van buitenaf… Bijna alle telefoonlijnen waren dood. Er waren wel mensen die – soms met gevaar voor eigen leven – hun buren en mededorpsbewoners probeerden te redden. De buitenwereld wist nog steeds niet hoe rampzalig de situatie was. Pas op maandag arriveerde er hulp van buiten en werd begonnen een groot deel van de bevolking te evacueren.