dinsdag 20 december 2016

Stoere Griet

The spirit of Christmas is the spirit of love and of generosity and of goodness. It illuminates the picture window of the soul, and we look out upon the world's busy life and become more interested in people than in things.
- Thomas S. Monson

Een ouderwetse Holly Hobbie uitnodiging op mijn telefoon. Holly Hobbie stamt uit de tijd dat ik nog een jong meisje was. Ik had een etui, gum en potloden met haar romantische tekeningetje erop. Het hoogtepunt was toen ik de échte lappen pop met bloemetjesjurk kreeg voor op mijn bed. De nostalgische uitnodiging is van mijn vriendin afkomstig die dezelfde zoete herinneringen aan Holly Hobbie heeft als ik. Een paar weken later is het bewuste verjaardagsfeestje. We gaan samen met de vriendinnen van de jarige job een avondje uit. Als we in de theaterzaal zitten verschijnt Griet Op de Beeck op het podium. Een mooie, slanke vrouw met een grijs rokje aan, een zwart strak truitje erboven en hoge veterschoenen van knalrode lak eronder. Haar outfit past precies bij haar hippe kapsel dat aan één kant kortgeknipt is en de andere kant lang. Een sterk Vlaams accent hoort bij haar. Een vrouw die veel meegemaakt heeft in haar jeugd. Een vrouw die zich ervan los gemaakt heeft. Durf. Ze stopte met haar werk als dramaturg, ze stopte met haar 5-jarige huwelijk en ze stopte zelfstandig met anorexia. Griet werd schrijfster. De drie boeken van de Vlaamse zijn een ongekend succes. Haar debuutroman ‘Vele hemels boven de zevende’ verscheen toen ze 39 was. Haar tweede boek ‘Kom hier dat ik u kus’ doet het nog beter. Haar derde boek ‘Gij nu’ gaat over vijftien personages die op een kantelpunt in hun leven staan. “ Op dat kantelpunt valt het vaak stil, omdat de machteloosheid heeft gewonnen, of het schuldgevoel of de angst. Het verleden kortweg – want dat is vaak wat mensen in de weg zit. Voor mij is de kwestie: kies je voor evolutie of kies je ervoor om dingen te laten stagneren?” Dat komt door zinnetjes in je achterhoofd als: we moeten ook niet teveel verwachten van het leven, het is overal wel wat. Of: laten we nou maar tevreden zijn met wat we hebben. En hoeveel begrip ik ook heb, zeker als schrijver, voor de machteloosheid van mensen, ik vind het geweldig als mensen de stap wél durven zetten om dingen te veranderen in hun leven.” Griet woont in Gent en werkt nu aan haar vierde boek die eigenlijk uit drie boeken bestaat. Deze avond van het feestje draagt ze voor uit haar boeken en praat ze alles aan elkaar met anekdotes. “ We hebben allemaal een tapijt. En we zijn geneigd daar alles onder te vegen wat ons verontrust, alles waar we kwaad van worden of emotioneel. Daar staan we met twee voeten stevig bovenop en we kijken recht vooruit. Zo hopen we dat het niet bestaat. We zijn allemaal bang om te kijken wat er onder dat tapijt ligt, want dan krijgen we misschien een burn-out of een depressie, dus laten we maar blijven glimlachen en doen alsof het er niet is. terwijl ik er heilig in geloof dat je depressies en dat soort ziekten krijgt door níet te kijken wat er onder dat tapijt ligt.” Ze heeft ook zeker humor hoor, niet alles is zwaar op de hand. Een mooie sterke vrouw zie ik op het podium staan. Met een glinstering in haar ogen en een grote lach op haar gezicht. Ze schrijft met prachtige zinnen. Ze spreekt ook met prachtige zinnen. En dat Vlaamse accent. Ik denk dat ik een luisterboek van haar bestel.

Deze dagen wordt er wat gesnoept bij de juwelier. Chocola en koekjes zijn niet aan te slepen. Er liggen ook altijd zakken snoep voor het graaien. Het meeste ligt beneden in ons keukentje, maar in de lade in de winkel staat ook een emmertje vol. Gelukkig ren ik tijdens mijn werk duizend keer de trap op en af naar de kluis beneden. Dat zorgt voor een balans. Naast mijn hardlopen natuurlijk. Elk weekend ga ik naar het bos voor een ronde van zo’n acht tot tien kilometer. Heerlijk. Ik houd van lange tochten. Stampen door verdord herfstblad en modder. Het doet me aarden. Door het zand rennen met telkens een ander weertype is een soort actieve meditatie. Doordeweeks train ik met mijn nieuwe groep. Superfanatiek. Ik kan ze niet bij houden op de baan. Ik loop met Hans, een markante dominee van 73 jaar oud, met een witte baard. Voor zijn leeftijd ook bloedfanatiek. Een training op de baan moet je niet alleen doen. Te saai en de series duren te lang. Het is leuk om naast Hans hard te lopen. We praten over het leven. Hij is heel vriendelijk en heeft een prettige stem. Ik mag zijn handschoenen lenen als ik ze zelf vergeten ben. Hij wacht op me als ik mijn bodywarmer binnen ophaal voordat we de cooling down gaan doen. Hij kent alle hardlopers bij naam, en iedereen kent hem. Mensen als Hans zijn een voorbeeld. Dan is het leven ineens niet meer zo snel en oppervlakkig, maar zinvol en inspirerend.