dinsdag 22 november 2016

Hartstilstand

Wees zoals je je voordoet of doe je voor zoals je werkelijk bent.
- zevende advies van Rumi

Door de regen fietsen we in het donker door een gebied, niet eens ver van mijn huis, dat ik niet ken. We zijn verdwaald. We worden steeds natter en erger nog, we komen te laat. We worden verwacht op een cursus reanimeren. Aangeboden door mijn hardloopclub. Als we drijfnat te laat bij de villa aankomen zit de woonkeuken al vol met mensen. Er zijn twee instructeurs uit het ziekenhuis. Ik vind het heel nobel dat mensen leren reanimeren om levens te redden. Ik wilde ooit een EHBO cursus voor kinderen volgen, maar voordat ik me daadwerkelijk ingeschreven had lagen de verhuisplannen om van het Noorden naar het Zuiden van The States te verhuizen al op tafel. Het is er nooit meer van gekomen. Ik vind het eerlijk gezegd ook best eng om te horen wat er allemaal met kinderen kan gebeuren. Te confronterend als je zelf kleine kinderen hebt… Maar toeval bestaat niet. Het moest kennelijk zo zijn. In ons team van collega’s moest namelijk ook iemand in het bezit zijn van het certificaat. Daarom stapte ik dapper de drukke, warme woonkeuken binnen, gevuld met een tikkeltje opgewonden mannen. De meesten kwamen voor een herhaling. Mijn twee hardloopmaatjes en ik voor het eerst. De instructeur ging met sneltreinvaart door de informatie heen. Het duizelde me. Hij sprak steeds over een AED apparaat. “Hoe komen we dan zo snel aan zo’n apparaat?”, vroeg ik. “Als jij zo’n grote Hollandse mond hebt dan kun je dat straks ook vragen.” kreeg ik als antwoord. Dat vond ik raar. Nu heb ik de hele omslag dat er in korte tijd ineens overal van die apparaten op straat hangen compleet gemist. Voor ons vertrek naar México zag ik nergens zo’n kast hangen, behalve misschien in het ziekenhuis. Nu hangt er overal één. Het blijkt dus dat er heel veel burgerhulpverleners zijn in Nederland. Zij krijgen een berichtje op hun telefoon van de alarmcentrale als er in hun buurt iemand een hartstilstand krijgt. Dan zien ze op hun telefoontje een afbeelding van een stratenmap waar de dichtstbijzijnde AED machine hangt en waar het slachtoffer ligt. Dan gaan ze daar heel snel naar toe. Mooi systeem. In de praktijk betekent dat vaak dat er bij een melding van een hartstilstand binnen enkele minuten meerdere burgerhulpverleners toe komen snellen. Nu begrijp ik pas waar al die AED apparaten vandaan komen! Als je met de burgerhulpverlener de hartmassage kunt afwisselen is dat wel fijn. Het is lichamelijk best zwaar. Bovendien gaat de één met de massage door terwijl de ander de elektroden op de borstkast van het slachtoffer plaatst en de omstanders tijdens de schok op afstand houdt. Het is een samenwerking. En van groot belang. In Nederland krijgen maar liefst driehonderd mensen per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis.

“Is de situatie veilig? Wat is er gebeurd?” schreeuwen we als we omstebeurt aan de beurt zijn. Daarbij knielen we snel naast oefenpop Anne neer. Na alle theorie ontkom ik er niet aan om alles in de praktijk te oefenen. Het verschil tussen de kandidaten is groot. Sommigen hebben het certificaat al jaren en komen jaarlijks op herhaling. Ik ben een groentje. Ik herhaal in mijn hoofd de vijf stappen. Is de situatie veilig? Bewustzijn controleren van het slachtoffer. 112 bellen met de speaker aan. Adres doorgeven. Omstander AED apparaat laten ophalen. Controleren of er een ademhaling is, zo niet met de hartmassage starten. Daarna is het een kwestie van doorgaan tot de burgerhulpverlener er is of de ambulance. Meestal komen er twee ambulances tegelijkertijd. Uit één ambulance worden alle hulpmiddelen gebruikt om het slachtoffer ter plekke te helpen. In de andere complete ambulance wordt het slachtoffer later naar het ziekenhuis vervoerd. Gedurende deze avond blijk ik de enige te zijn die vragen stelt. Als de instructeurs de avond willen afsluiten stel ik mijn állerlaatste vraag: “Wie zijn jullie eigenlijk en wat voor werk doen jullie in het Amphia ziekenhuis?” Ze vertellen ieder iets over hun werk. Eenmaal buiten wordt we me gezegd dat zo’n vraag dan weer zo typerend is voor mij. “We denken het allemaal, maar jij stelt dan toch die ene vraag”, wordt er gezegd. Ik doe zoals ik werkelijk ben. Oprecht nieuwsgierig naar de ander.