zaterdag 19 maart 2016

Kerst in maart

Acceptatie betekent: dit is wat de situatie, dit moment, van me vraagt en daarom ben ik van harte bereid om dat te doen.
- Eckhart Tolle

Ik krijg de deur nauwelijks open zoveel klanten staan er binnen. Ik excuseer me als ik me erbij prop. Iedereen schuift nog wat dichter tegen elkaar aan. Het is iets na half negen op zaterdagochtend. Op weg van het station zag ik al mensen op straat met handen vol taartdozen van deze bakker. Bakker Jan de Groot. De bakplaten met Bosschebollen zijn niet aan te slepen. Ik ben in ’s-Hertogenbosch. Bij dé bakker die bekend staat om zijn Bosschebollen. Trots neem ik een doos met vijf Bosschebollen mee. Het is me gelukt om vanavond met de beloofde lekkernij thuis te komen. Ik mag een dag in Den Bosch werken. In een net geopende pop-up store van de juwelier waar ik werk. Ik werk met een collega die net gestart is. Ze vertelt me dat het haar derde werkdag is. Dit kan een interessante dag worden, denk ik. Ik weet zelf nog lang niet alles van de kassahandelingen. En trouwens ook niet van horloges en sieraden. Bij het openen van de dag op de kassa maak ik al een goede beurt. “Dat jij dat allemaal al weet!” roept ze uit. Mijn ego groeit, want in Breda ben ik het groentje die bijna alles moet vragen. We zijn maar met z’n tweetjes dus de dag starten met een kopje thee zit er niet in. Ik loop een rondje langs de vitrines en zodra de rolluiken omhoog gaan lopen er al klanten binnen. Recht voor de deur is de zaterdagse weekmarkt. Het is hartstikke druk op straat. De stroom klanten stopt de hele dag niet meer. Alle sieraden zijn enorm afgeprijsd in deze tijdelijke winkel. Alle horloges en sieraden gaan voor lage prijzen weg. We mogen de sieraden niet inpakken. Geen mooie tasjes met gekleurd crêpe papier erin. Geen strikken of een cadeaupapiertje eromheen. Dat vind ik heel moeilijk. Ik loop dus even naar mijn collega’s in de winkel ernaast en haal toch wat cadeaupapier, lint en tasjes. We vullen geen garantiebewijzen in bij de merkhorloges. De bon is de garantie. Al snel merk ik dat ik voornamelijk achter de kassa sta. In Breda zit ik met klanten aan tafel. Loop mee naar de deur. Ik geef ze een hand als afscheid. Veel aandacht voor de klant. Voor hun viermomentje. Chique juwelen. Hier juist niet.

Alles draait om de prijs. Ik heb het gevoel dat er veel gestolen wordt uit de winkel. Voor in de winkel zijn namelijk geen vitrines. Het is veel te druk om overzicht te houden. Mensen raken geïrriteerd omdat ze lang in de rij moeten staan. Klanten moeten lang wachten voordat we met een sleutel de vitrines kunnen openen. We zijn onderbezet. Mensen willen vandaag alleen de prijs weten. Inpakken en wegwezen. Mijn collegaatje en ik werken de hele dag langs elkaar heen. We zien elkaar nauwelijks door de menigte van klanten. Als het ‘ineens’ sluitingstijd is komt de manager van de juwelier ernaast in de winkel. De rolluiken moeten dicht, maar er zijn nog veel te veel klanten! Er staat ook nog een lange rij bij de kassa. Zij werkt de rij weg. Tussendoor bijt ze nog een boze klant toe dat ze ook niet meer dan haar best kan doen. Mijn collegaatje en ik helpen de laatste klanten en uiteindelijk kan het rolluik echt dicht. Wat een dag! We hebben een omzet die niet onder doet voor een Kerstomzet (waar dan met vijf collega’s aan gewerkt wordt). Met z’n tweetjes alleen maar goedkoop spul verkopen en dan ook zo’n hoge omzet behalen is bewonderenswaardig. Zo kijk ik ook naar mijn nieuwe collega. Ze is aangenomen om élke dag in de pop-up store te werken. Eén dag in Den Bosch was leuk voor mij. De dag vlóóg voorbij. Maar niet voor herhaling vatbaar. In de trein naar huis overdenk ik mijn dag. Mijn eigen werk bij de juwelier is veel leuker en uitdagender. En ook minder intensief. Ik stond de ochtend erna met een vermoeid lijf op. We zijn die vrije zondag met de hippie bus naar de Loonse en Drunense duinen gereden. Terwijl ik van een heerlijke wandeling met een lekker voorjaarszonnetje erbij geniet, staat mijn arme collega wéér in de pop-up store haar benen uit haar lijf te rennen. Ik zou voor geen goud met haar willen ruilen.