donderdag 30 april 2015

Dingen die voorbij gaan

Het leven is een rommeltje.
- Jan Wolter Bijleveld

Weemoed over de dingen die nog voorbij zullen gaan. Ik staar voor me uit. In de tuin vliegen gekleurde vogeltjes van boom tot boom. Weemoed is eigenlijk een mooie emotie. Iets heel anders dan uitzichtloosheid of zinloosheid. Integendeel. Wie weemoedig is ervaart juíst de zin van het leven: de waarde en de kwetsbaarheid ervan. Het besef van de tijd die maar voort raast en alles in haar vaart met zich meesleept. Bij weemoed sta je abrupt stil, houd je je adem in en probeer je nog iets in al zijn rijkdom in je op te nemen. Ook al weet je dat het volgende moment alweer anders zal zijn. Dat doe ik nu. Weemoed is droefheid vermengd met dankbaarheid. Omdat je zoveel hebt om weemoedig over te zijn. Ik zal het maar gewoon bruusk opschrijven. We gaan verhuizen. Remigreren. We gaan het mooie México verlaten voor het kille Nederland. We gaan ons grote buitenhuis in het groen inruilen voor ons kleine huis in de stad. We gaan het dagelijkse zonnetje inruilen voor grijze luchten. We gaan vier badkamers inruilen voor één. Nieuwe scholen voor de meiden. Een nieuwe baan voor Mark. Een nieuwe invulling voor mij. Weemoed voel ik als ik nu naar buiten staar in onze tropische tuin. Met veel verdriet zal ik mijn lieve vriendinnengroep achterlaten. Natuurlijk ben ik dankbaar dat ik zo’n lieve meidengroep om me heen verzameld heb. Mijn yoga groep. Onze dochters laten ook veel achter. Vooral op hun school. Ze gaan elk met een ander gevoel terug. Anthe die het al benauwd krijgt als ze er aan denkt elke dag Nederlands te moeten praten. Maren die het verdriet voelt van haar Mexicaanse vriendin Dayra die ze achter moet laten. Inden die uitkijkt naar haar nieuwe internationale school. We zijn heel gelukkig hier in México. Als ik terugdenk aan al onze bijzondere reizen…. Reisboeken vol foto’s en verhalen. Ons hart vol herinneringen. Dat houden we altijd bij ons. Nu brengt Mark’s werk ons onverwachts en abrupt terug naar Breda. In de wetenschap dat alles is zoals het is, dat ik nergens controle op heb, kan ik ademhalen. Alles vloeit. Alles beweegt. Alles verandert. Het is goed.

Onze rondreis door Suriname gaat gelukkig gewoon plaatsvinden in de weken dat onze huisraad op de boot onderweg is naar Nederland. Afgelopen week moest ik een stukje geschiedenis van Suriname en New York uit mijn hoofd overbrengen aan mijn yogagroep. Ze kennen het land Suriname niet - ook al ligt het in Zuid-Amerika. Ze hadden geen ook geen flauw benul dat New York vroeger van Nederland was. Geruild tegen Suriname! Hoe zat het ook alweer precies? In 1609 kwam er een Nederlandse handelspost op Manhattan. Er ontstond een nederzetting met huizen en een fort, maar na enkele decennia namen de Engelsen het eiland over. De berichten over de inheemse bevolking en hun mogelijke handelswaar wekten de belangstelling van Nederlandse handelaren. Ze waren vooral geïnteresseerd in de dierenhuiden die de indianen aanboden. De dierenhuiden werden voor hoge prijzen verhandeld in Amsterdam, waar men er kleding en hoeden van maakte. In 1625 liet men nog een fort en een nederzetting bouwen op de zuidelijke punt van Manhattan. De West-Indische Compagnie had het gebied inmiddels gekocht van de indianen voor het luttele bedrag van zestig gulden. Dwars over het eiland stond een rij houten paaltjes, om het Nederlandse deel van dat van de indianen te scheiden. Op het Nederlandse gedeelte stond het Fort Amsterdam, het gouverneurshuis en barakken voor de soldaten. Op Manhattan ontstonden enkele dorpjes zoals Breukelen (het huidige Brooklyn) en Heemstede (het huidige Hempstead). In totaal hebben er naar schatting zo’n 350 houten huisjes gestaan. Overigens waren de Nederlanders niet de enige bewoners van het gebied. Er waren ook Belgen, Duitsers en Britten. Pas vanaf 1626 kreeg het de naam Nieuw Amsterdam. Ondanks de twee forten op Manhattan waren de handelspost en de nederzetting een gemakkelijke prooi. Tegen de verwachtingen in was de immigratie van Nederlanders niet op gang gekomen. Het was voor hen aantrekkelijker om in het welvarende Amsterdam te blijven dan te emigreren naar Manhattan. In 1664 voer er een Engelse vloot de haven binnen en bezette de Nederlandse kolonie. Toen de Engelsen en de Nederlanders in 1674 vrede sloten, namen de Nederlanders officieel afstand van de kolonie Nieuw-Nederland, terwijl de Engelsen afstand namen van Suriname. Een ruil. Op dat tijdstip telde de kolonie ongeveer 6.000 inwoners, waarvan ongeveer 1.500 in Nieuw-Amsterdam woonden. Hun nakomelingen zouden voor een deel nog tot halverwege de negentiende eeuw Nederlands blijven spreken. Tja. Zo heeft Nederland destijds afstand gedaan van New York en Suriname er voor terug gekregen. Er ligt zoveel Hollandse geschiedenis in dit prachtige, groene land. Ik kijk er heel erg naar uit om daar rond te reizen!