dinsdag 3 maart 2015

Daar waar je struikelt

Daar waar je struikelt, ligt je schat.
- Mieke Bouma

Zonder bril schrijf ik dit stukje. Voorlopig krijg ik nog geen nieuwe bril. Als er iets misloopt in je leven wordt het pas echt interessant. Je schat is dan de kans om te groeien als mens. Om te laten zien wat je waard bent. Vaak tot je eigen verbazing. Wist ik dat ik het in me had om zo snel en accuraat te reageren? Had ik gedacht dat ik zoveel vriendelijke hulp zou krijgen? Twee weken geleden werd ik al op de proef gesteld met Maren’s val op de trampoline. Gevolgd door een ritje met de ambulance. Maar afgelopen week nóg een proef! Na mijn wandeluurtje in het park loop ik niets vermoedend terug naar mijn auto. Ik luister ondertussen naar nieuwe muziek op mijn iPod . Ergens sla ik onbewust op dat er veel mannen aan de andere kant van mijn auto staan. Ik doe er echter niks mee. Ik open mijn deur, pak mijn fles water op de passagiersstoel en merk eigenlijk dan pas op dat ze wel héél dicht bij mijn Jeep staan. Ik loop naar de andere kant en dan zie ik het plots. Allemaal donkerbruin glas op de grond. Een flashback. Mijn achterraam is kapot geslagen. Mijn tas is er uit gestolen met alles wat daarin zat. Allemaal spulletjes die te vervangen zijn. Dat vervangen kost echter zo ongelofelijk veel tijd! Ik bel Mark met de mobiel van de agent. Eerlijk gezegd het enige nummer dat ik uit mijn hoofd ken. Mark blokkeert meteen onze bankpas. Ook regelt hij nieuwe huissloten. Zijn secretaresse regelt dat onze verzekering dezelfde dag voor een nieuw raam in mijn auto zorgt. Wie zet een auto zonder achterraam buiten op straat? Mark’s secretaresse regelt de volgende dag een bezoek met een jurist aan het Openbaar Ministerie. Ik duikel thuis mijn oude telefoontje weer op en een oud SIM kaartje. Zonder telefoon kan ik geen dag leven hier in México met drie kinderen op drie scholen. Die avond bestel ik een nieuwe bril. Tien dagen levertijd. Jurist Daniel laat me de volgende ochtend een uur wachten op straat. Hij blijkt geen woord Engels te spreken. Goed begin. Hij brengt me naar een officieel gebouw werkelijk in the middle of nowhere gelegen. Midden in de gortdroge, geelgekleurde campo. Net een woestijn. Een scene uit ‘Breaking Bad’ komt me voor ogen. Er staat een oude, gammele, zwarte kever geparkeerd met twee grote hakenkruizen erop geschilderd. Alles ruikt hier naar criminaliteit. Binnen hangen overal posters met foto’s van misdadigers of vermisten. Een jongetje van dertien jaar is al sinds 2013 vermist. Arm kind. Arme ouders. Jurist Daniel kent de officier van justitie en zo werkt dat dus hier in México. Ze hebben ooit samen gestudeerd en dus kan hij zonder afspraak even binnen wippen voor een acta. Voor mij. Na een tijdje op de gang te hebben gestaan mogen we naar binnen. Vage ruimte met kale muren en veel opgestapelde verhuisdozen. Drie verdwaalde tafeltjes in een veel te grote ruimte. Ramen dichtgeplakt met papier. “Wat doe ik hier?” vraag ik me af terwijl Daniel de officier omhelst, kust en herinneringen met haar ophaalt van oude medestudenten. Na een uur krijg ik drie originele, gestempelde, geparafeerde en ondertekende acta’s mee naar huis. Elk ander krijgt er één mee. Mijn jurist heeft geritseld dat ik er drie mee naar huis krijg. Wel handig want ik moet het overhandigen in het geval de politie om mijn rijbewijs vraagt. Ik moet het ook overhandigen als ik ga reizen omdat mijn verblijfsvergunning gestolen is. Ik moet het ook meesturen naar Nederland voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs. Ik heb het óók nog nodig voor het aanvragen van een Mexicaans rijbewijs. Na een rondje handen schudden en schouderkloppen uitdelen door Daniel ben ik blij als ik met de acta’s op schoot naast hem weer naar huis rijd. Op naar mijn volgende klus: een nieuwe telefoon uitzoeken.

Zaterdagochtend gaan we saampjes naar de hoofdstad. Mark en ik. We gaan voor een serieuze reden. Maar als dat rond lunchtijd achter de rug is gaan we samen lunchen in een oud pandje in een leuk wijkje. Mariachi’s staan onder ons raam – we zitten boven – muziek te maken. Daarna sluiten we aan in de rij voor het museum. We gaan eindelijk het huis van Mexicaans icoon Frida Kahlo bezoeken! Haar blauwe huis waar ze geboren én overleden is staat al heel lang op mijn lijstje om te bekijken. Terwijl we in haar patio staan kunnen we twee kanten op. De tijdelijke tentoonstelling bestaat uit haar typische kleding. Lange rokken, veel vrolijke kleuren en altijd bloemen in haar zwarte haar. (zie ons fotoalbum) Ook het hulpstuk voor haar been en wat korsetten staan in een vitrine. Ze had zoveel pech in haar korte leven. Op haar zesde kreeg Frida polio waardoor haar been niet meer groeide. En toen ze achttien was kreeg de bus waar ze in zat een ongeluk met een tram. Een stuk stalen leuning drong haar lichaam binnen. Maandenlang moest ze in bed blijven, ingekapseld in pleisters en verband, vechtend tegen de pijn. Ze besloot om te gaan schilderen. Frida's moeder liet spiegels aan haar ziekbed vastmaken zodat Frida zichzelf kon schilderen. Deze bedden met spiegels konden we zien in haar ouderlijk huis. Ook haar felgekleurde zelfportretten met de typische één lange wenkbrauw. Ondanks de hinder van korsetten en krukken kwam ze na haar herstel weer buiten en zocht ze vrienden op. Door het ongeluk kon ze geen kinderen krijgen. Ze trouwde, maar haar man Diego kreeg een verhouding met haar zus Christina. Later zou zij spreken van "twee zware ongelukken in mijn leven (...) één waarin een tram me aanreed, het andere was mijn man." Frida overleed in 1954, een week na haar 47e verjaardag. Ze liet een briefje achter met de tekst 'Ik hoop dat het einde vrolijk is en hoop nooit meer terug te keren'. Vermoedelijk heeft ze zelfmoord gepleegd.