donderdag 29 mei 2014

Cold turkey

Stoppen kan ons leven transformeren.
- David Brazier

In een leven bouwt een mens allerlei gewoonten op. Maar omdat het nu eenmaal gewoonten zijn, sta je daar vaak niet bij stil. Bijvoorbeeld de gewoonte om je mail dagelijks te checken. Of om bij een vraag die bij je opkomt even het antwoord te googlen. Of om een gemiste uitzending te kijken. Of om meerdere keren per dag je WhatsApp berichtjes te checken. Of, nog gewoner, om gebeld te worden. Allemaal gewoonten. Gedachteloos uitgevoerd. Afgelopen weken werkte onze vaste telefoonlijn niet. Daar konden wij in het gezin best wel mee leven eigenlijk. Behalve dan de irritante vermanende belletjes op onze mobieltjes van de alarmcentrale dat onze telefoonlijn plat lag en dat ze daarvan melding kregen. Ik heb helemaal niks met ons alarmsysteem en had er persoonlijk nooit in geïnvesteerd. We hebben het ook nog nooit gebruikt. Maar goed, Mark en de huiseigenaar vonden het wel erg belangrijk. Ik heb dus weinig begrip voor dit alarminstallatiebedrijf en wat mij betreft waren ze nooit in mijn leven gekomen. Na een paar dagen kreeg ik te horen dat het probleem niet bij het telefoonbedrijf lag, maar bij het alarminstallatiebedrijf. Nota bene het bedrijf dat dagelijks loopt te zeuren dat onze lijn dood is! Toen dat alarmbedrijfje alles gereset had werkte de vaste telefoon weer. Maar het zou México niet zijn als het na een dag weer plat lag. Niet alleen de telefoonlijn deze keer, maar ook internet. En dat meerdere keertjes de afgelopen twee weken. En dat was wél erg. Cold turkey afkicken! Anthe had juist die eerste onverwachte middag wat klasgenoten mee naar huis genomen om aan een schoolproject te werken. Online natuurlijk. Ik heb ze uiteindelijk bij Starbucks afgezet en een flinke duit mee gegeven voor wat drinken en een broodje. Tenslotte zouden ze bij ons lunchen voordat het internet eruit lag. Een andere avond hebben we twee uur bij McDonalds gezeten zodat Anthe haar huiswerk kon maken. Naast het wachten op betere tijden qua telefoon en internet wachtte ik ook al drie weken op de monteur die bijna elke dag beloofde dat hij morgen zou komen. Als het niet zo schrijnend was geweest, had deze situatie best grappig kunnen worden. Daniel komt altijd veel te laat of gewoon niet op onze afspraak. Hij moet de lampen repareren, want van het gros is de transformator doorgebrand. Daarnaast beloofde hij meer dan zes maanden geleden dat hij de motor van de jacuzzi zou maken en wat schilderwerk zou uitvoeren en dat is tot op de dag van vandaag ook nooit gedaan. En soms raakt het een tijdje op de achtergrond, maar op dit ogenblik erger ik me rót aan hem. En aan het alarmbedrijf. En ik mis internet. Ik heb Daniel’s gedrag aan de huiseigenaar doorgegeven en hij dreigde hem te ontslaan. Ik heb hem echter nog één kans gegeven om op te komen dagen en die heeft hij natuurlijk verprutst. Vorige week vroeg Daniel hoe ik de reparatie van de bubbelmachine wilde betalen en heb ik hem boos toegesnauwd dat ik al meer dan zes maanden hierop wacht, dat het überhaupt niet mijn machine is, dat ik veel geld per maand betaal om in dit huis te wonen en dat ik wel een bericht naar de huiseigenaar zou sturen. Hij verontschuldigde zich snel en vroeg of ik alsjeblieft geen bericht naar de huiseigenaar wilde sturen. Vermoedelijk had hij al een flinke preek gekregen. Onderweg in de auto naar internetverbinding in Starbucks somde ik al deze ellende op aan een klasgenootje van Anthe. Ze haalde haar schouders op. “Dit is zo normaal, niets bijzonders.” Ze pauzeerde even. “Dit is gewoon México”, zei ze.

¡Patron! ¡Patron! ¿Qué necesita?” wordt er op straat geroepen. “Baas! Baas! Wat heeft u nodig?” Ons autoraampje staat open en er staan allemaal mannen om ons heen. “Een handschoenenkastje voor deze Jeep”, antwoordt David. Ik rijd met de Mexicaanse chauffeur van mijn vriendin door een sloeberig wijkje dat alleen maar bestaat uit kleine winkeltjes gevuld met tweedehands auto-onderdelen. Drie straten vol met oude troep. Het is eigenlijk net een autokerkhof. Of de sloop, maar dan anders. De mannetjes die bij de winkeltjes horen proberen elk voor zich hun spulletjes te verkopen. Dat betekent dat als je raampje open staat en je langzaam door de straat rijdt er overal vandaan jonge knullen mee rennen met de auto en vragen wat je zoekt. Best beangstigend eigenlijk. Er zaten er ook een aantal op mijn motorkap. Toen David gas gaf gleden ze er van af. Heel macho. Ik zou dit nooit alleen kunnen doen. Het is een typische mannenwereld. Mark zou het ook niet kunnen. Het is een typisch Mexicaanse machocultuur. Het onderhandelen, het mee rennen met de rijdende auto, het schreeuwen over straat naar collega-winkeliers of zij het gezochte auto-onderdeel hebben, het doorrijden. Echt iets voor Mexicanen. Twee handige jongens kunnen aan het handschoenenkastje komen beloven ze. Ze wijzen een plekje aan om te parkeren, want achter ons rijden ook auto’s die iets zoeken op deze unieke markt. Wij wachten, zij fietsen weg, komen weer terug om geld te vragen dat David meteen weigert. (Hij kent de regels van dit spel door en door.) Na tien minuten komen ze terug met het gezochte kastje in de juiste kleur. De groothandel sticker zit nog in het kastje geplakt. “Waar komt zo’n nieuw kastje vandaan?”, vraag je je meteen af. Niet over nadenken. Nadien hoorde ik een verhaal van iemand die óók door die straat gereden had om een wieldop aan te schaffen. Hij kon er één heel goedkoop aanschaffen. Het duurde maar vijf minuutjes. Ze zetten hem er ook nog op voor hem. Toen hij de volgende dag parkeerde kwam hij erachter dat hij de wieldop aan de andere kant miste! Voor honderd pesos meer installeren de jongens die middag het kastje in mijn auto. Ze moeten wat knutselen, plakken, lassen en vooral veel passen en meten en dan zit het tweedehands handschoenenkastje als gegoten. Voor bijna een kwart van de prijs dat de garage voorstelde. Ik geef het geld aan David en hij betaalt de knullen. David is een geweldige onderhandelaar, een aardige vent, wél macho, maar we hebben die middag ook wat afgelachen samen.