donderdag 17 april 2014

Kogelvis

Alles groeit in zijn eigen tempo.
- Lisette Thooft

Iedereen moet zich schrap zetten in het bootje. Maren zit voorop maar moet haar stoel verruilen voor die van Inden. Voor de veiligheid. We moeten allemaal ons life vest aantrekken en Inden en Anthe, die voor in het bootje zitten, moeten zich stevig onder hun stoel vast houden. “Ik word heel zenuwachtig”, zeg ik tegen Mark die achter me zit. Maren zet haar voeten schrap tegen de stoelleuning voor haar, want ze kan niet met haar voeten bij de grond. We varen door twee rotspartijen heen in de turkooizen oceaan met schuimende hoge golven. Recht op het witte strand af. In plaats van snelheid te minderen geeft de kapitein gas, veel gas. We schieten het strand op en dan staan we abrupt stil. De dag ervoor had gids en voormalig visser César ons op het strand uitgenodigd om een boottrip te maken. César beloofde ons een geweldige tocht met pelikanen, roggen, zeeschildpadden en zelfs dolfijnen. En snorkelen is ook inbegrepen. Om acht uur de volgende ochtend staan we op het strand waar de visserbootjes liggen waar net versgevangen vis mee naar binnen gehaald is. De vislucht komt ons tegemoet. Een partij grote goudvissen is de vangst. De vissers zijn échte machomannen. Met veel tamtam duwen ze onze boot van het strand in het water. “Un, dos, tres!” Mark duwt ook mee. Mensen die zo vroeg op het strand wandelen blijven even stil staan. De zee is te ruig, besluit de kapitein. Hij komt ons een baai verder ophalen. We lopen met onze knaloranje life vests een stukje over het strand tot de volgende baai. (zie ons fotoalbum)We varen ver van de kust, de zee is diep en wild. Af en toe vliegt ons bootje de lucht in. Om ons heen zien we zeeschildpadden drijven. Soms maakt een mannetje een vrouwtje het hof met veel gespat met zijn pootjes en soms dobbert er een vogel op de schild van een vriendelijke schildpad. Ook hier worden de zeeschildpadden bedreigd, net als in Belize. Er werd op gejaagd voor het vlees, de huid en de schild. Er wás een markt voor. Nu krijg je tien jaar gevangenisstraf als je gepakt wordt. Er wordt ons gevraagd of we er met één willen zwemmen. Het idee lonkt zeker, maar de zee is heel donker vanwege de diepte, het blijven toch wilde schildpadden (willen ze dat wel?) en als laatste vind ik het niet prettig dat er vele mijlen verder (belooft de kapitein) haaien zwemmen. We laten deze kans voorbij gaan. Een heel stuk verderop gaan we snorkelen in het ondiepe water, maar voordat we daar zijn zwemt er een groep dolfijnen bij ons bootje. Zo´n stuk of tien zwarte dolfijnen tuimelen om ons bootje heen. Schildpadden drijven er ontspannen tussen. Geweldig. We horen dat er zo´n twee weken ervoor ook walvissen voorbij trokken. Nu zijn dat stoeiende zwarte roggen en zelfs een kogelvis, zo één die zich opblaast als hij bang is. Tijdens het snorkelen verliest Maren haar snorkel, ja dat is dus mogelijk. Ik zoek het knalgele ding, maar zie alleen maar duizenden zilveren visjes met grote vaart onder ons door schieten. Dan ziet Inden dat de kapitein hem opgedoken heeft. Gelukkig.

San Agustinillo, het dorp waar we nu zijn, is een erg gemoedelijk klein vergeten dorpje. Het dorp bestaat uit één straatje en daar liggen wat restaurantjes en cabañas aan. Alles pal aan het strand. Het dorpje is moeilijk bereikbaar. En dat is waar we zo van genieten. De stranden zijn leeg. Er zijn geen klaar gezette strandbedjes te vinden. Geen luide muziek. De jongetjes uit het dorp komen elke middag met hun boogieboard de golven trotseren. Er lopen wat venters met hun zelfgebakken empenadas, hangmatten, hippiebroeken of kralenkettingen langs. De baaien hier zijn klein en rustiek: witte stranden afgebakend met rotspartijen. (zie ons fotoalbum) Aan de ene kant ligt achter de rotsen het naaktstrand van Zipolite en aan de andere kant ligt achter de rotsen de lege stranden van natuurreservaat Ventanilla. We zwemmen elke dag in de hoge golven, we lezen, eten en hangen in de hangmatten. Het is volle maan en in het maanlicht lopen we dagelijks over het strand naar ons eettentje. Als Inden op school vertelt aan haar Spaanse juf waar we heen gaan deze Paasdagen roept de juf uit hoe het toch mogelijk is dat wij steeds naar plekjes gaan die de Mexicanen helemaal niet kennen!

San Agustinillo – 16 april 2014